„Kinderen
hebben
vrijelijk in
kuilen met
radioactief
afval kunnen
grasduinen"
Opruiming
gaat vijf
miljoen
gulden
kosten
OP TWINTIG
METER
VAN DE
OPENBARE WEG
KEMA wil open kaart spelen
KEMA-voortichter G. van Wijk bij het terreintje waar het radioactieve afval begraven ligt „Zo1 lang we geen garantie hebben dat het spul ook mag w<
afgevoerd, laten we het mooi onder de grond liggen".
Toen kort na de oorlog de geleerden erachter kwamen dat kerne
nergie ook voor vreedzame doeleinden kon worden toegepast, kwa
men in veel landen de experimenten van de grond. Ook in Neder
land werd druk geëxperimenteerd, onder andere in het natuur- en
scheikundig laboratorium van de KEMA (Keuring van Elektrotech
nische Materialen) aan de Utrechtseweg in Arnhem. De geleerden
hebben van die experimenten inderdaad veel geleerd. Een van de
leringen is echter wel erg laat getrokken. Namelijk, dat je radioac
tief besmette materialen en van nature radioactieve stoffen na ge
bruik niet maar achteloos in de natuur kunt dumpen.en al hele
maal niet wanneer die natuur midden tussen de woonwijken ligt. Nu
zit de KEMA met de brokken. Ten koste van ruim vijf miljoen moet
de rommel alsnog worden opgeruimd.
ARNHEM „Dit Is een uitermate verdrie
tige affaire, laat ik dat heel duidelijk voor
op stellen. Verdrietig, niet vanwege het feit
dat hier op een beperkt en goed gemar
keerd stukje van het KEMA-terrein een
hoeveelheid licht radioactief materiaal In
de grond ligt, maar omdat er menselijke
aspecten van tragische aard in meespelen.
De mogelijkheid dat dit radioactieve afval
een rol heeft gespeeld in de gezondheids
toestand van mensen die op of bij het ter
rein hebben gewoond in de jaren dat het
afval er werd gestort blijft hoe klein ook
altijd aanwezig. Dat werpt op de KEMA
een blaam die des te navranter Is, omdat
de KEMA zich als keuringsinstituut juist
toelegt op het veilig en efficiënt werken.
Echt, het achtervolgt de dertienhonderd
mensen die hier werken als een schaduw".
Toch meent het hoofd voorlichting en pu
bliciteit van de NV KEMA, G. van Wijk, dat
de blaam die de huidige medewerkers van
het Instituut treft onverdiend is. „Nage
noeg iedereen die hier nu werkt, inclusief
de directie, heeft part noch deel gehad
aan de beslissingen van destijds, die heb
ben geleid tot dumping van radioactief af
val hier op het terrein. Trouwens, de me
dewerkers van destijds, die wèl verant
woordelijk waren voor het begraven van
het afval, mogen stellig evenmin worden
gezien als vreselijk boosaardige lieden, die
met een grote mate van onachtzaamheid
maar raak hebben geknoeid. Gezien de
wetenschap en de wetgeving van destijds
hebben zij best met de nodige omzichtig
heid gehandeld".
Alvorens in te gaan op wat er nu In de
KEMA-grond zit, waarom het daarin zit,
hoe het eruit moet en welke gevaren het
destijds heeft opgeleverd wil Van Wijk nog
even de hand in „eigen" KEMA-boezem
steken. „Laat ik ronduit toegeven dat we
vanuit de KEMA in 1978 en kort daarna,
toen merkwaardige ziektegevallen en een
tragisch sterfgeval van een jongen die op
het KEMA-terrein had gewoond, In ver
band werden gebracht met het radioactie
ve afval in dit terrein, de zaak hevig heb
ben onderschat".
„Daardoor zijn allerlei geruchten en veron
derstellingen in de wereld gekomen die
volstrekt onjuist zijn, maar waar we nog
wel geregeld mee worden geconfronteerd.
Echt, we willen hier absoluut niets voor de
buitenwacht verborgen houden. Ons Is er
alles aan gelegen al het radioactieve en
radioactief besmette materiaal uit de
grond te krijgen en af te voeren. We willen
ook alles wat boven komt aan de buiten
wacht laten zien voordat het wordt afge
voerd. Geheimzinnigdoenerij is er volstrekt
niet bij".
Het vervelende Is. dat de „geruchtenma-
chine" telkens weer nieuw voer krijgt door
de berichtgeving over de afvalopslag. Zo
was daar kortgeleden het bericht, dat de
ruiming dit jaar In elk geval niet meer van
start kan gaan. Zit er dan toch gevaarlijker
spul in de grond dan de KEMA-directie
steeds heeft toegegeven?, is daarbij de lo
gische vraag. En die vraag wordt des te
dringender door het feit, dat mag worden
gesproken van een gigantische ruimingso
peratie, die dik vijf miljoen gulden gaat
kosten en die wordt omringd met wel zeer
uitgebreide meetbeveillglngsmaatregelen.
Geen risico's
„Er is niets dat erop wijst dat het spul dat
hier in de grond zit gevaarlijker is dan tot
nu toe bekend is gemaakt", zegt Van Wijk.
„Maar we willen bij de ruiming elk risico,
hoe klein en hoe onwaarschijnlijk ook, vol
strekt uitsluiten. We doen dat om te voor
komen dat er ooit nog gronden gaan be
staan voor nieuwe veronderstellingen van
besmettingen, veroorzaakt door het op
graven en wegvoeren van het afval. Daar
zit ook de reden voor het feit, dat vermoe
delijk dit jaar niet meer met de ruimingso
peratie kan worden begonnen".
„Het krijgen van een vergunning om het
spul op te graven is heel eenvoudig. Daar
zit het niet op vast. Maar daarmee zijn we
er niet. Die vergunning voorziet in toe
stemming voor het opgraven en voorhan
den hebben van het afval. Maar die voor
ziet nog niet in het afvoeren van dat spul
naar eerst het Energiecentrum Nederland
In Petten en vervolgens de dumpplaats in
de Atlantische Oceaan. Dat jaarlijkse
dumptransport voor 1981 is al zodanig ge
regeld, dat het KEMA-afval niet meer mee
kan. Wat moeten we dan met opgegraven
afval op ons terrein? Zo lang het onder de
grond zit is het ongevaarlijk. Wij willen het
pas boven halen als we de zekerheid heb
ben dat het wordt afgevoerd. Zo lang we
die garantie niet hebben blijft het spul,
ook tot ons ongenoegen, rustig onder de
grond".
Destijds legaal
De kernvraag blijft, hoe in de jaren 1956
tot en met 1972 afgestudeerde weten
schapsmensen, wie toch voldoende ver
antwoordelijkheidsgevoel mocht worden
toegedicht, het in hun hoofd kregen ra-,
dloactief materiaal en radioactief besmette
voorwerpen in plastic te verpakken en ver
volgens In kuilen te gooien in een boster-
reln, op pak-weg twintig meter afstand van
de openbare Utrechtseweg. En dat alles in
een periode, waarin van bewaking van ter
rein en gebouwen hoegenaamd geen spra
ke was en er om het terrein zelfs geen hek
stond.
„Tja", zegt Van Wijk, „op dit moment zou
natuurlijk geen zinnig mens nog zoiets in
zijn hoofd halen, maar we moeten de han
delingen wel in hun eigen tijd plaatsen. De
overheid had in de jaren vijftig nog geen
wettelijke voorschriften uitgevaardigd voor
het werken met stoffen als uranium en
thorium. Onverrijkt uranium en onverrijkt
thorium, waarmee bij de KEMA proeven
werden genomen, werden beschouwd als
ongevaarlijke stoffen. De algemeen gang
bare opvatting in die tijd was, dat afval
met een geringe straling diende te worden
begraven. Je deed er zand over en dan
was je er van af. Je had dan ook aan alle
wettelijke bepalingen voldaan".
Op die manier zijn op een stukje terrein
van vijftig bij twintig meter in de loop van
de zestien stortingsjaren tweeëntwintig
kullen gegraven, waarin het afval van de
Als nu niet door de tragische gevallei— Te
kanker en leukemie In de woonwijkernd de
bij het KEMA-terrein de aandacht wdorïjtyP
vestlgd op de stortplaats van radloheide i
afval op dit terrein, zou er dan ooi*® r®9«
plan zijn gemaakt om deze stortplaat, fru
te graven? „Stellig", zegt Van Wijkin aan
leen in een later stadium. De wens t<S®t. ZiJ
ruimen was natuurlijk naar voren gek, dat et
In het kader van de nieuwe wetgevi00®°.
het terrein van de afvalstoffen. De »r 'n c
held wenst een drastische terugdr# het
van het aantal vuilstortplaatsen en fcdeel
inventarisatie van alle ongewenste j|t®r w
plaatsen zou zeker die bij de KEM^"°®
opgenomen. Laten we wel zijn: ovfop-
aanwezigheid en over de aard van h«®d®®'
graven afval is nooit enige geheimzU®? D'
held betracht. Vrijwel van het begin het I
de overheden van alles hier op de
geweest".
Tegenstelling
hjJoenin
Tkkig
>g effc
Ink, d£
Na al die jaren zal nu eindelijk, en dan
nog met de nodige (en ongewenstebs: eei
traging, de omstreden stortplaats wc met
uitgegraven. Treffend is, dat de rriuroy-j
waarop dat gaat gebeuren in weljegd,
schrille tegenstelling staat tot de noiiatuur
lance waarmee destijds de stortplaalhaardi
stand is gekomen. Een heel team dejngelo(
digen heeft een werkplan van 45 paipr Rui
plus een dikke stapel bijlagen opgeioeter
waarin de hele operatie tot in de finniet tc
wordt beschreven. Ruim vijf miljoenn boe
den gaat het allemaal kosten, en naaipraard
de dollarkoers stijgt komen daar topaald
bij. „Dat komt omdat met name dehier e
meetapparatuur uit de Verenigde SI je hc
moet komen", legt Van Wijk uit. „An Poi
daaruit mag je al concluderen dat vde kui
zo snel mogelijk met de verwijdering iche H
beginnen. Want volgens het principe de
vervuiler betaalt" draait de KEMAÈwach
voor alle kosten op". in hel
noem
Bomen weg Lw,'
De ruimingsoperatie heeft nogal wat Pouv
ten in de aarde. Om te beginnen zd>eg. t
dertigtal stevige en kerngezonde bietst 2
het veld moeten ruimen. Dat is nodig draa
dat de afgravingswerkzaamheden piet a
zullen hebben onder een grote koepon Ja
moet voorkomen dat ook maar d^en gi
ringste hoeveelheid besmette groifdient
stof de omgeving in kan waaien. H*n en
genlijke graafwerk wordt handwerk,9 ond
de plastic zakken waarin het te n
materiaal zit mogen niet (verder) jtein
gaan. Ten aanzien van het graafpers
worden alle mogelijke voorzorgen Is 's 1
men. De gravers krijgen bescherrrM- Hi
kleding en plastic kappen die het onrf13
lijk maken dat eventueel besmette 'd® te
wordt ingeademd. Om de haverklap er
ledereen die met het ruimingswerk b£®én
met verfijnde apparatuur op opgej?' M
straling gecontroleerd. Iiet
Al het opgegraven materiaal, inclusP bec
ruim 1200 kuub grond waarin het zit|'i mc
seert meetinstaJIatles. Onbesmette Pre s
komt weer terug in de kuil. Alles wahet 0
smet is gaat In vaten. Sterk actiefharr<
gaat eerst voor nader onderzoek nel vier
kerncentrale In Dodewaard, net alste v
stukken die niet in een vat passenPs 9€
Dodewaard gaat al dat materiaal gr nie1
naar Petten, waar inmiddels ook hei,s df
actieve materiaal heen is gebracht.!30 Vi
worden de vaten In beton gegoten. 0
tonblokken worden dan later in de oJen
gedumpt.
Tijdens c
Tijdens de werkzaamheden, dieP ze9
maanden zullen duren, worden bij de om
woonwijken in de buurt van de |6hap€
meetinstallatles opgesteld. Voor de d heef
nenden worden vooraf hoorzittingen!000 1
ganlseerd. Voorts staan er tijderr® tc
werkzaamheden gebouwtjes waar kud
een zich van de gang en stand van >9®vo
op de hoogte kan stellen. „We will!n v0'
toch eindelijk eens het moment beWron
waarop we met recht kunnen zeggen(®n al
erover!" J 's e
RINK Dfundi<
stot
oor
plet fl
Toen de nucleaire activiteiten bij de KEMA hoogtij vierden, was het landgoed waarop
toegankelijk wandel- en speelterrein. Nu er geen etralingsexperimenten meer
goedbewaakte poort te betreden.
ben gezien binnen te komen in de gebou
wen en proefopstellingen, waar gevaarlij
ker radioactieve spullen aanwezig waren.
We weten ook volstrekt niet wat voor spul
letjes kinderen destijds eventueel als
speelgoed uit de afvalkuilen mee naar huis
hebben genomen".
Van Wijk stelt, dat de kans dat kinderen
nucleaire experimenten werd gegooid.
Voorzover het klein afval was, werd dat
telkens in plastic zakken van tien liter in
houd gestopt. Ging het om grotere voor
werpen, dan werden die met plasticfolie
omwikkeld en vervolgens in de kuil ge
dumpt. Voorschrift was, dat een storting
telkens met zo'n twintig centimeter aarde
moest worden bedekt en dat de bovenste besmettingen hebben opgelopen door
laag aarde tenminste vijftig centimeter
moest zijn.
eventueel meegenomen spulletjes wel ui
terst miniem mag worden geacht, omdat
materiaal dat een hoge dosis van de ge-
Zulke lagen zijn bij het licht radioactieve vaarlijke gammastraling afgaf in al die
materiaal waar het hier om gaat voldoende dumpingsjaren apart bewaard werd en in
om elke toevoeging van straling aan de
van nature in het milieu aanwezige straling
tegen te gaan", zegt Van Wijk. „Maar het
is natuurlijk de vraag, in hoeverre destijds
de voorschriften strikt werden nageleefd.
1973 werd meegegeven aan de ophaal
dienst van gevaarlijke stoffen die het toen
malige Reactor Centrum Nederland (nu
ECN) in Petten inmiddels had ingesteld.
„Ik heb me uitvoerig door een kernfysicus
Uit de verhalen van mensen die er destijds laten inlichten en die heeft duidelijk ge-
bij zijn geweest hebben we kunnen opma
ken dat er ook wel eens stortingen werden
maakt, dat er pas gevaar voor kanker op
latere leeftijd zou kunnen ontstaan wan-
gedaan die, in afwachting van de volgende neer je bijvoorbeeld buisjes met besmette
storting, niet met aarde werden bedekt".
Mooiste speelgoed
Waar de „techneuten" van destijds met
hun puur wetenschappelijke bezieling on
voldoende rekening mee hebben gehou
den Is, dat kinderen ten aanzien van buis
jes, staafjes, gereedschap, kommetjes,
glaasjes, afsluitertjes en dergelijke een
volstrekt ander gedrag tonen dan zij. Wat
voor een onderzoeker na het experiment
afval is, waar hij nooit meer naar om wil
kijken, kan voor een kind het mooiste
speelgoed zijn dat het kan vinden. En het
werd tussen 1956 en 1972 de kinderen wel
erg gemakkelijk gemaakt om bij het ra
dioactieve afval In de kuilen te komen. De
kuilen lagen op pak-weg twintig meter af
stand van de Utrechtseweg; er stonden op
het KEMA-terrein helemaal geen hekken;
wandelpaden voerden pal langs de dump
plaatsen; spelende kinderen waren een
geaccepteerd verschijnsel op dit voormali
ge landgoed.
„Inderdaad hebben kinderen, zeker na
werktijd en in de weekends vrijelijk in de
kuilen met de al dan niet afgedekte zak
ken met radioactief afval kunnen grasdui
nen", geeft Van Wijk toe. „En we mogen
ons zelfs afvragen In hoeverre ze bij de
minimale bewaking van destijds kans heb-
vloeistof leegdrinkt. En dan nog is de kans
maar uiterst klein bij het licht actieve ma
teriaal v/aar het hier om ging".
Wat precies?
Wat is dat dan wel voor spul dat In de loop
der Jaren In de tweeëntwintig kuilen is ver
dwenen? Uit de opsomming die Van Wijk
geeft blijkt, dat het toch niet allemaal der
mate ongevaarlijk is, dat je met een gerust
hart op de stortplaats zou kunnen kampe
ren. „Wat er nu precies begraven ligt, we
ten we niet", zegt hij. „De administratie
van destijds was nog vrij gebrekkig en met
name van het afval werd niet nauwkeurig
genoteerd wat er om ging. Logisch ook. Ik
hou echt niet bij wat ik in de vuilniszak
gooi en dat zal voor de meesten van ons
gelden. We moeten dus afgaan op een
veronderstelling. Op grond van de veron
derstelling dat Je ongeveer één procent af-
valverlies hebt bij het werken met natuur
lijk uranium en thorium, kwamen wij op in
totaal bijna tien kilo van die beide stoffen,
verdeeld over de tweeëntwintig kuilen.
Maar die veronderstelling is toch wat op
losse schroeven komen te staan na vier
proefboringen in even zo veel kuilen, die
het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid
heeft uitgevoerd. Als de hoeveelheden
uranium en thorium uit die steekproeven
de KEMA-gebouwen staan vrij
uitgevoerd is het alleen nog via een
representatief zijn voor alle tweeëntwintig
kuilen, dan kan er in totaal wel negentig
kilo uranium en thorium in zitten. We heb
ben nu onze veronderstelling bijgesteld en
gaan uit van vijftig zestig kilo onverrijkt
uranium en thorium".
Onverrijkt uranium en dito thorium zijn
overigens niet in hoge mate schadelijk
voor de volksgezondheid. De beide stoffen
komen in de vrije natuur voor en men zou
zeer langdurig aan een vrij grote hoeveel
heid bloot moeten staan om er een ge
vaarlijke dosis straling van op te doen. An
ders ligt dat met verrijkt uranium en ver
rijkt thorium en splijtstoffen die overblijven
na gebruik in een kernreactor.
Die stoffen waren er wel degelijk bij de ex
perimenten in de KEMA-gebouwen. Want
laat er geen misverstand over bestaan:
van 1957 tot en met 1977 stond in een ge
bouw vlak naast het afvalterreln een zij
het heel kleine zogenaamde nul-ener
giereactor. Dat was een installatie waarin
een kettingreactie door middel van kern
splijting In stand werd gehouden zonder
dat daarbij extra energie werd geleverd.
Tussen 1956 en het eind van de jaren zes
tig is die reactor met tussenpozen in be
drijf geweest. In 1977 is de installatie afge
broken en de besmette delen werden naar
Petten gebracht. Intussen rusten ze, Inge
goten in beton, op vier kilometer diepte in
de Atlantische Oceaan, 900 kilometer ten
zuidoosten van Lands End. Ook het zwaar
radioactieve afval van de vroegere KEMA-
experlmenten rust daar op voor mensen
onbereikbare diepte.
Verkeerde bak.
Alles? „Nou.helemaal zeker weten we
dat niet", zegt Van Wijk. „Er is Inderdaad
een kansje dat kleine hoeveelheden ver
rijkte stoffen en splijtingsprodukten tóch
bij het licht actieve afval in de kuilen te
recht zijn gekomen. In ruimten waar sterk
radioactief materiaal werd onderzocht
werd ook gewerkt met natuurlijk uranium.
Daar stonden gescheiden afvalbakken. We
moeten de kans niet uitsluiten dat daar
wel eens afvalmateriaal In de verkeerde
bak Is gemikt. Op die manier kunnen tóch
kleine hoeveelheden sterk radioactief ma
teriaal in de afvalkuilen terecht zijn geko
men".
De proefboringen van het Rijksinstituut
voor de Volksgezondheid wijzen inderdaad
In de richting van die mogelijkheid. Want
in de monsters zijn, naast allerlei al dan
niet besmet laboratoriummateriaal (gebro
ken glas, schaaltjes, pijpen, buizen, rubber
handschoenen, verpakkingsmateriaal, tis
sues, doekjes enzovoort) kleine hoeveelhe
den sterk radioactieve stoffen aangetrof
fen, zoals cesium-137, cobalt-60 en (spo
ren) strontlum-90.
Ziekenhuizen
In hoeverre die echt gevaarlijke stoffen
van de KEMA-proefnemingen afkomstig
zijn, Is trouwens nog maar de vraag. Bij al
het afval dat de KEMA zelf in de kuilen
heeft gestort ligt namelijk ook nog het een
en ander dat afkomstig is van de Radiolo
gische Dienst van TNO, die ook op het
KEMA-terrein is gevestigd. Tot 1973 was
er in Arnhem en omgeving geen enkel zie
kenhuis dat over een radiologisch labora
torium beschikte. Het TNO had in Arnhem
wèl zo'n laboratorium. Daarin werden in
de loop der jaren, ten behoeve van elf zie
kenhuizen in Arnhem en omgeving, zo'n
vijfduizend nucleair geneeskundige onder
zoeken verricht. Tot en met 1972 werd al
het radioactieve afvalmateriaal van die on
derzoeken (laboratoriummateriaal en on
derzochte faecaliën van patiënten) ook op
het KEMA-terrein begraven. De stoffen
waarmee die onderzoeken werden uitge
voerd waren overigens niet zo erg gevaar
lijk. Ze verloren na korte tijd hun radioacti
viteit.
Op zich is Van Wijk niet ongelukkig met
het feit, dat van de elf ziekenhuizen het ra
dioactieve afval op het KEMA-terrein is
begraven. „Op die manier is van die zie
kenhuizen tenminste bekend waar het spul
is gebleven voordat het door de ophaal
dienst van het ECN werd verwijderd. Maar
waar ligt het radioactieve afval van al die
ziekenhuizen die hun nucleair geneeskun
dige onderzoeken niet vla TNO lieten uit
voeren? Stellig „ergens" begraven In de
zlekenhulstulnen. Daar wandelen nu niets
vermoedend de herstellende zieken over
heen. Laten we tenminste maar hopen dat
het begraven is en niet verbrand, want in
dat geval is al die straling in de atmosfeer
terecht gekomen".
dorp f
n, Flu
en. He