or;
ta#
Libanese
crisis gaat
steeds meer
lijken op
onafhankelijkheidsstrijd
let vijgeblad van Scholten heette „beleidsplan
tensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinneri
tensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen
aLFS AFZWAKKING VAN HET VERKIEZINGSPROGRAM
I
JENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 11 APRIL 1981 PAGINA 9
te
\ne (1)
leeste politieke
zo langzamer-
hun aanloop
tembus de pas
\ellen, begint
i erie van de
•ampagnes
eerder te
De epidemie
verkiezings-
J weer snel om
h grijpen. Nog
I grote delen
tderland zien
froen, blauw,
q rood van de
igsaffiches, die
yioonen slaap-
toor enkele we-
tn te verduiste-
le aantallen ka-
idaten zullen
land doorkrui-
I allerlei plaat
je vroeger op
ooit hoefde te
•k gaan naar
van de kiezer.
Ook de plaatselijke en
regionale campagne
teams komen weer in
actie. Op straten, plei
nen en markten zullen
argeloze voorbijgangers
worden aangesproken
door vriendelijk ogende
dames en heren die hen
opwekken op 26 mei te
gaan stemmen (een goe%
de raad) en hen vervol
gens een foldertje in de
hand duwen waarop
■een dringend stemad
vies staat afgedrukt
(niet altijd een goede
raad). En ondertussen
zullen de lijsttrekkers
elkaar via radio, televi
sie en pers afwisselend
over de bol aaien of
voor rotte vis uitmaken.
Kortom: het worden
weer spannende dagen
Campagne (2)
De campagnes van de
verschillende partijen
zijn allemaal terdege
voorbereid, hetzij door
handige reclamejon
gens, hetzij door leden
van de partijen zelf.
Van de resultaten van
die voorbereidingen
kunnen we u thans wat
één partij betreft een
blik in de keuken gun
nen. In het CDA circu
leert sinds kort een ge
schrift dat de naam
„Handboek Verkiezin
gen 1981" draagt. Het
werkje, dat geheel ge
vuld is met praktische
tips voor de campagne,
is bedoeld voor alle
CDA -kamerkandida ten
en voor de plaatselijke
en regionale campagne-
teams. Oorspronkelijk
was het de bedoeling
dat dit stuk niet in han
den van de pers zou ko
men, maar er is tegen
woordig maar weinig,
wat in het politieke le
ven nog verborgen kan
blijven.
Leerzame lectuur, dat
Handboek. De rode
draad die door vrijwel
alle bladzijden loopt,
bestaat uit deze stelling:
„Persoonlijk contact is
de beste methode om de
kiezer ervan te overtui
gen CDA te stemmen
Telkens weer wordt op
die persoonlijke bena
dering gehamerd. Dat
leidt onder meer tot de
volgende tips:
„Het CDA moet dêér
present zijn, waar veel
mensen bijeenkomen.
Denk aan winkelcentra,
stations, marktpleinen,
sportvelden en dergelij
ke". Om de jeugdige
kiezers te benaderen
wordt zelfs aangeraden,
het maken van CDA-
propaganda tijdens pop
concerten niet te schu
wen. Voorts lezen we in
het Handboek: „De kie
zer moet de indruk krij
gen dat CDA-kandida-
ten belangstelling voor
zijn/haar „problemen"
hebben(Het woord
„problemen" staat echt
tussen aanhalingste
kens). En verderop:
„Gedraag u tegenover
de kiezer zoals u bent
Niet overdreven, niet
schichtig. Hebt u con
tact met iemand die al
zeker weet CDA te
stemmen, rek het ge
sprek dan niet, maar
beëindig het op beleef
de wijze. Vermijd in de
bat te raken. Toon zelf
vertrouwen, gebaseerd
op de uitgangspunten
en het program van het
CDA"
Campagne (3)
„Het CDA moet de
straat op!", roept het
Handboek in diverse
toonaarden uit Ter na
dere verduidelijking
andermaal een letterlijk
citaat „Een straatcam
pagne moet spectaculair
zijn. Een autobus, een
geluidswagen, opgetuig
de particuliere auto's
zijn noodzakelijke in
strumenten. Bovendien
zal het verkiezingsma
teriaal moeten worden
uitgedeeld, waarbij bij
voorbeeld de ballonnen
en de speelgoedballetjes
in de eerste plaats voor
kinderen zijn bedoeld.
Lucifers per se niet aan
kinderen geven! Mis
bruik kinderen niet, als
blijkt dat de ouder niets
met het CDA te maken
wil hebben".
(Bij het lezen van laatst
genoemde aanwijzing
verscheen voor ons
geestesoog het volgende
drama. De campagne
voerder tegen een kleu
ter: „Wil je een ballon?"
De kleuter: „Jaaaaah".
De campagnevoerder:
„Asjeblieft, een ballon
voor jou". De moeder:
Erik-Jangeef onmid
dellijk die ballon terug!
Zo ga ik niet met je
over straat". Erik-Jan:
„Nee!". De campagne
voerder „Het spijt me,
mevrouw, maar hij wil
de het zélf'. De moeder:
„Dan moet-ie het zelf
maar weten ook. Kom
op met dat ding! (Ze
rukt een haarspeld uit;
Pang!). Erik-Jan:
„Blèèèèèèh". Moeder:
„Kom maar, dan krijg
je zo een ijsje". Erik
Jan: „Nee, ik wil een
ballon!" De campagne
voerder „Nee jochie.
Moeders wil is wet")
Campagne (4)
In een apart hoofdstuk
vestigt het Handboek er
de aandacht op, dat het
CDA in de verkiezings
strijd vooral veel jonge
ren moet benaderen.
Daarbij wordt een on
troerende zelfkennis
tentoon gespreid. Vast
gesteld wordt, dat het
CDA bij de jonge kie
zers niet lekker ligt Als
één van de redenen
noemt het Handboek:
„Het CDA staat bij veel
jongeren te boek als de
partij van het geschip
per, het gesjoemel, de
compromissen, het niet
willen kiezen, het ja
maarhet onduidelij
ke, het midden, het be
houd. Het CDA komt
over als een partij van
oudere mensen, van
nette pakken".
Daar moet dus iets te
gen worden gedaan,
concludeert het Hand
boek. Hoe? Welnu, lijst
trekker Van Agt en an
dere topkandidaten
zullen zich veelvuldig
op de jongeren (en in
het bijzonder de wer
kende jongeren en de
jongeren met een lagere
opleiding) moeten rich
ten. En let wel: daarbij
moeten niet alleen de
jongeren vanaf 18 jaar
benaderd worden. Wis
en drie niet. „In de
campagne", aldus het
Handboek, „kunnen
met het oog op de .toe
komst ook best activi
teiten worden ontwik
keld voor jongeren van
af ongeveer 14 jaar".
Deze tip wordt niet na
der uitgewerkt, maar
als we het goed begrij
pen, zit het ongeveer zo:
Jongeren tussen 14 en
18 jaar zijn weliswaar
nog niet stemgerech
tigd, maar wie weet zul
len ze zich over een
paar jaar, als ze wèl mo
gen stemmen, nog altiid
dat leuke foldertje, dat
handige draagtasje of
die mooie groene aan
steker herinneren, die
ze van een CDA-cam-
pagnevoerder kregen
aangeboden toen ze in
het voorjaar van 1981
bij dat helemaal te gek
ke popconcert waren.
En dan stemmen ze na
tuurlijk alsnog CDA.
Onzin natuurlijk. Maar
je kunt in ieder geval
niet zeggen dat het
CDA de stelling „rege
ren is vooruitzien" ver
loochent
Ondertussen hebben we
wel de smaak te pakken
gekregen van dit ge
snuffel in de verkie
zingskeuken. We zullen
dan ook naarstig op
zoek gaan naar soortge
lijke Handboeken van
andere partijen.
Maar eerst even op
paasreces.
'DICK VAN
RIETSCHOTEN
aats.
51,-.
elijk
J HAAG Het lag voor de hand dat het plotseling opnieuw
jt worden deze week van de zich al jaren voortslepende Li-
ese crisis in verband werd gebracht met de stijgende crisis
1 Polen. Het geïsoleerde, sterk van de Sovjet-Unie afhanke-
e Syrië, zo was de theorie, ging de confrontatie met de chris-
in in Libanon aan om de aandacht van het Westen op Polen
je leiden naar Libanon. De Syrische „vredes"macht greep
iswaar eind vorig jaar al tegen de Libanese christenen in,
u* het was niet duidelijk waarom zij nu juist deze week op
sluiten. jw een bloedige confrontatie met hen aanging.
lituatie die even dreigde te ontstaan, leek daarom met een
ke dosis voorbarigheid enigszins op die uit 1956, toen di-
absoluut na de gezamenlijke Frans-Engelse strafexpeditie tegen
pte (dat kort daarvoor het Suez-kanaal had genaast) de
sen Hongarije binnenvielen.
er is het nu nog lang niet, maar de kans dat Westerse landen
erkende log in de naaste toekomst tussenbeide zullen komen in Liba-
der i is zeker niet denkbeeldig, evenmin als trouwens een Russi-
inval in Polen.
ion heeft de vijfjarige
gheid van het Syri-
»ger er niet voor kun-
>rgen dat de kansen op
ining tussen de christe-
•n mohammedaanse be-
igsdelen sterk rijn toe-
en. Een herstel van
itionale Pact dat vanaf
lankelijkheid van Li-
in 1943 tot aan het uit
en van de burgeroorlog
f75 de machtsposities re-
I tussen de christelijke
Mohammedaanse bevol-
jdelen, is, ook in een
Ve vorm waarbij de
jms meer aan bod zou-
kunnen komen, nog al
ter van realisering af.
(Syrische aanwezigheid
uiteindelijk sterk uitge-
in het nadeel van de
tenen, die bittere iro-
an het lot in 1976 hen
{Libanon vroegen te ko-
om aan de burgeroorlog
eind te maken. Tot aan
litbreken daarvan waren
kristenen de machtigste
kering van het land.
irende de afgelopen vijf
stonden de Syrische
ten nog altijd onder het
van de (christelijke)
nese president, formeel
1 hij de bevoegdheid om
dat leger de vechtende
telijke en mohamme-
6e partijen van elkaar te
maar in de jongste
[OPIN°ntatie tussen Libanese
v, x itene
De stad Zahle onder het vuur van de Syrische artillerie
tenen en Syriërs is aan
formaliteit definitief
W.)
voornem#ind gemaakt. President
a.s. telkt
ot van H{
bij inzet P
Sarkis onderhandelde dere
week vergeefs met de Syri
sche minister Khaddam om
de beschietingen op Zahle en
andere christelijke centra te
staken. Zij werden pas ge
staakt nadat de Syriërs een
groot aantal slachtoffers had
den gemaakt en de toegan-
gen naar Zahle onder contro-
hadden.
heeft ook I
een flink aandeel gehad. Dit
leger, waarvan na de burger
oorlog vrijwel niets meer
over was, is de afgelopen ja
ren opnieuw opgebouwd en
zou in de visie van Sarkis de
regelende en bemiddelende
taak van het Syrische leger
moeten overnemen. Hier kan
echter in het geheel geen
Sirake meer van zijn, nu Sy-
met voorbijgaan aan het
Libanese leger haar oogmerk
om een groot deel van Liba
non onder controle te bren
gen zo openlijk heeft gemani
festeerd. Deze week streed
dit leger met de christenen
zij aan zij tegen het opruk
kende Syrische leger.
Daarmee veranderde het ka
rakter van de strijd in Liba
non op een wezenlijke ma
nier. Er is in Libanon njet
langer sprake van een per
manente staat van burgeroor
log, maar in toenemende
mate van een nationale onaf
hankelijkheidsstrijd, die oude
dominante religieuze tegen
stellingen in Libanon naar de
achtergrond doet verschui
ven.
De positie van grote delen
van de Libanese moslimbe
volking, voornamelijk woon
achtig in het zuiden, is daar
bij nog het meest onduidelijk.
In 1976 hebben zij zich sterk
tegen de komst van de Sy
riërs verzet, maar gaven dat
verzet op toen zij daar later
meer baat van hadden dan
de christenen. Wel hebben zij
zich steeds duidelijker ge
keerd tegen de met de Sy
riërs verbonden Palestijnen,
sche repressailleacties, als de
hoofdoorzaak beschouwen
van him ellendige situatie.
Wanneer de slachtoffers van
het Syrische offensief er in
de komende tijd er inderdaad
in zullen slagen grotere delen
van de Libanese bevolking
tegen de Syrische troepen te
mobiliseren dan nu al het ge
val is, moet interventie van
buitenaf zeker niet worden
uitgesloten. De buitenwacht
zal noch om strategische
noch om emotionele redenen
kunnen toezien dat de (chris
telijke) Libanezen worden
geliquideerd. De eerste rede
nen gelden in de eerste plaats
voor Israël dat, trouwens net
als Syrië, maar dan om te-
fengesteldex redenen, belang
eeit bii het behoud van Li
banon als een vriendelijk ge
zinde bufferstaat. Emotionele
en strategische betrokken
heid lopen door elkaar bij de
Verenigde Staten en Frank
rijk, welk laatste land als
voormalig kolonisator nog
zeer sterke banden heeft met
Libanon
De slachtoffers van het zo
veelste drama dat zich in
Beiroet en Zahle onder de
christenen heeft voltrokken
kunnen nog altijd op de be
zorgdheid rekenen van grote
delen uit het Westen, waar
onder men ook Israël moet
rekenen. Kortom dat er zich
alsnog in de komende tijd
een parallelle situatie zal
voordoen als in 1956 is nog
allerminst denkbeeldig.
PAUL VAN VELTHOVEN
souterra)
plaatselijl
i op zuil'
e NOORI
^Joordwijl
A-393
rh in hJIAAG Jan Nico Schol- Berusten
de groSias JNS, heeft dus zelfs
poep" mogen zeggen tijdens
rmoedelijk laatste Zuid-Af-
ags 's mijbat van deze kabinetsperi-
erst op laar JNS zou JNS niet zijn
st, als hij niet toch een ma
gen bij rthad gevonden om zijn
ijk (tel. (fok tg bedekken. Het vijge
de naam „beleids-
Maar voor een man als Scholten was het
natuurlijk niet te verkroppen dat hij
slechts op deze manier het kabinet zou
mogen toespreken. Een kabinet boven
dien, dat hem zo'n twee jaar lang telkens
weer hooghartig met een kluit in het riet
had gestuurd en hem er nu toe dwong te
gen de moties te stemmen, waarmee de
oppositie respectievelijk treurnis (PvdA)
en afkeuring (PPR) uitsprak over het re
geringsbeleid. Al stond zijn nederlaag dan
kritiek die de CDA-fractie
id toegestaan in de richting van de
g was een sneer aan het adres van
jr Van der Klaauw (buitenlandse
„De pluim van Clark, voor het
^^nt bedoeld, mag van mij op de
■^San de minister. Wanneer hij zelf
lemissionair achter de horizon ver-
zal het laatste wat we van hem
Ie wapperende rode pluim zijn".
{even, voor de goede verstaander
grap zeker niet onaardig. Van der
die zich erop had beroemd dat de
aan Clark, voorzitter van de VN-
psie tegen apartheid, het Neder-
beleid had geprezen, kon zich in de
laan zitten schamen. De woorden
'k waren immers inderdaad ge-
'eest aan het adres van de Twee-
ïr en zeker niet aan dat van een
dat zich liever naar huis wilde la-
in vurige letters gespeld aan het plafond
van 's lands vergaderzaal, JNS wilde pro
beren dat te verbloemen. Vandaar dat hij
na de reguliere CDA-speech achter de ka
theder bleef, voor een persoonlijk woord.
„Ik heb mij afgevraagd welk parlementair
middel in dit stadium nog rest als pressie
middel op het kabinet. Ik ben tot de con
clusie gekomen dat, behalve een motie
van afkeuring, niets rest. Ook deze motie
zal een embargo niet dichterbij brengen
en vermoedelijk zelfs verder weg. Dit is
precies de reden waarom ik vandaag moet
berusten in de opstelling van het kabinet.
Deze berusting wordt mij een stuk gemak
kelijker gemaakt nu de CDA-fractie he
den een beleidsplan heeft aanvaard dat
een goede oriëntatie voor de toekomst
geeft. Ik verwacht van deze gezamenlijke
opstelling van mijn fractie in dit stadium
meer voor het Nederlandse beleid tegen
de apartheidspolitiek en voor de vrijheid
in Zuidelijk Afrika en in Zuid-Afrika dan
van het opnieuw uiteenvallen van mijn
fractie".
Toverwoord
Het toverwoord, waarmee Scholten de
hem kwaad gezinde geesten weer in de
fles hoopte te duwen, was gevallen: het
beleidsplan. Kort daarna rolde dit stuk,
dat verder tijdens het debat geen enkele
rol speelde, uit de kopieermachine. Geerf
„oh's en „ah's" echter in de Kamer. Veel
nieuws staat er dan ook niet in. Het CDA Addertje
betoont zich voorstander van een driespo-
rig beleid: meer druk op Zuid-Afrika,
steun aan de zwarte staten van Zuidelijk-
Afrika en zelfstandigheid voor Namibië.
Wat betreft het opvoeren van de druk op
het blanke regime in Pretoria bevat het
plan het enige nieuwtje. De christen-de
mocraten ziin niet alleen voorstander van
een olie-embargo, maar zij wensen tevens'
dat ons land bepaalde importen uit Zuid-
Afrika beperkt, bijvoorbeeld kolen, en zij
verlangen een verood op nieuwe investe-
vaag moeten zijn, dat de oppositie zeer
waarschijnlijk toch tegen zou stemmen.
„Dan kun je toch veel beter een beleids
plan hebben, dat aan de volgende fractie
een opdracht meegeeft," was er tegen JNS
gezegd, met een verwijzing naar het feit
dat hij er na de verkiezingen niet onmid
dellijk bij zou zijn.
ringen door het bedrijfsleven in de ge
noemde republiek.
Aanvankelijk had Scholten dit alles in
een motie willen neerleggen, zodat het
ook nog van invloed zou zijn tijdens dit
debat Maar dat mocht niet van de fractie,
omdat anders toch weer de kans op een
scheiding der geesten in het CDA zou ont
staan. De christen-democratische minis
ters, premier Van Agt voorop, zouden im
mers ook deze motie afwijzen, vanuit het
streven het kabinet overeind te houden.
Trouwens, zo werd JNS troostend voorge
houden, de inhoud van de motie zou zo
De oplettende lezer heeft nu al begrepen
dat er een addertje schuil gaat onder het
ogenschijnlijk zo mooie gras. „Zo vaag, dat
de oppositie zou tegenstemmen Want
wat wordt er toegevoegd aan het olie-em
bargo, het investeringsverbod en de ko-
lenboycot? Het volgende zinnetje: „Hierbij
wordt uiteraard rekening gehouden met
aangegane internationale verplichtingen,
zoals de Benelux Economische Unie en de
inzetbaarheid c.q. wenselijkheid van aan
passing van het nationale wettelijke in
strumentarium, terwijl de inzet van de
onderscheiden instrumenten verder een
zaak is van politiek doelmatige fasering".
In gewone-mensentaal betekent dit: maat
regelen tegen Zuid-Afrika worden alleen
genomen, als zij niet strijdig zijn met de
door ons land gesloten verdragen (Bene
lux, EEG) en als het CDA dat doelmatig
acht. Dat laatste is niet alleen afhankelijk
gesteld van hoe er in andere Westerse
landen gedacht wordt, maar „ook en met
name" van „feitelijke ontwikkelingen en
opvattingen in Zuidelijk Afrika, geheel A-
frika en de derde wereld".
Het hele beleidsplan doet dus in feite niets
anders dan met veel meer omhaal van
woorden herhalen van wat er allang was
opgenomen in het verkiezingsprogramma
van het CDA. Onder de titel „Internatio
nale Solidariteit" staat er in het program
dat er, met name in Europees verband,
„gestreefd" wordt naar economische sanc
ties tegen Zuid-Afrika. Sterker nog: het
beleidsplan is in zeker opzicht een af
zwakking van het program. Immers,
daarin wordt niet de voorwaarde gesteld
van de doelmatigheid. Er wordt slechts
geconstateerd dat de apartheid en het be
wind over Namibië een „wezenlijke be
dreiging" vormen voor de internationale
vrede en veiligheid en dat er daarom
moet worden vastgehouden aan het wa
penembargo van de VN en moet worden
gestreefd naar economische sancties.
Negertjes
Voor Relus ter Beek, woordvoerder van
de PvdA, was het optreden van het CDA,
een voorzet voor open doel. Hij vergeleek
het met het verhaal van de kleine neger
tjes. „In november '79 waren het er veer
tig, die de eerste motie-Schol ten steunden.
Een klein half jaar later op 18 juni 1980,
waren er 38 die de tweede motie-Scholten
steunden. Een week later op 26 juni wa
ren er nog dertien overgebleven, die voor
de motie-Ter Beek stemden. Het kon nog
sneller een kwartiertje later waren er nog
maar zes. Zij steunden de motie-Den Uyl.
En nu, anno 1981 op 7 april, heeft ook het
allerlaatste negertje (Scholten) afgehaakt".
Maar de politiek is niet zo simpel als uit
dit citaat zou kunnen worden opgemaakt
Want tot veler verbazing (en ergernis bij
CDA en VVD) sloot Jan Nico Schol ten
zijn betoog in tweede termijn af met een
woord van dank aan Ter Beek. „In
deze parlementaire periode hebben wij,
samen met andere collega's en in grote
overeenstemming, gestreden voor een
Zuid-Afrikabeleid. Ik ben hem daarvoor
erkentelijk. Ik wil dat hier in het open-,
baar zeggen". Scholten voegde daar nog.
aan toe dat hij zich net als de PvdA-afge-.
vaardigde moe voelde, maar dat hij zicl\.
alleen te ruste begaf om straks nog beter
te kunnen aanvallen: „reculer pour mieux
sauter".
Politiek
JNS rekent erop dat hij in de komende
kabinetsperiode, samen met de andere
dissidenten in het CDA en met de PvdA,
wèl een economische boycot van Zuid-A
frika kan bewerkstelligen. Maar ook al
komt er een tweede kabinet-Den Uyl, dan
nog is zo'n boycot allerminst zeker. Socia
listen in de regering zijn meestal minder
radicaal dan socialisten in de oppositie.
Zie Zweden, waar de zusterpartij van de
PvdA nooit verder is gegaan dan het ver
bieden van nieuwe investeringen in ZuidT
Afrika, maar dan wel zo vaag (weer dat
woord) geformuleerd dat de handelsrela
ties met dit land beter konden worden
dan ooit Zo wonderlijk is politiek name
lijk ook.
RIK IN 'T HOUT