overheid doet geen bal voor de jonge ondernemers
DUIJVESTIJN:
WIM PERSOON:
„Met zo weinig mogelijk
energie een zo goed
mogelijk produkt maken"
havo hooft Theo
tijd gespeeld met
at Mj na zijn eindexamen
of aardrijkskunde zou
Maar het ia er niet van
mag overigens nauwelijks
wekken, want als zoon
kon hij zo uit de keuken
huis in een opgemaakt
En op die manier
bij voorbaat toch
cent
xjw in het huis in
geleden geboren
r is vrijwillig ver
waar hij in re-
ig bloeiende kwe-
gestampt. En of-
den meer dan vol
s op een tweede
tart met het telen
s. Na zijn oudste
nog drie en ook
jizenhoge proble
men en straffe werktijden een uiterst zon
nige toekomst als tuinierende kleine zelf
standige best zitten.
„Als je geen vader hebt, die zich krom
heeft gewerkt in zijn eigen kwekerij",
meent DuijvestIJn met grote stelligheid,
„kun Je als Jonge vent onmogelijk meer
een eigen tuindersbedrijf beginnen. Re
ken maar uit: voor een lap grond van pak
weg tienduizend vierkante meter betaal je
grif één miljoen gulden. Maar de bank
gaat vandaag de dag bij het financieren
niet verder dan zeventig procent van dat
bedrag. Wat dus betekent, dat Je drie ton
eigen kapitaal achter de hand moet heb
ben. Wijs mij maar de Jongen van vieren
twintig aan, die zo'n vermogen In zijn
spaarvarken heeft".
Geen bal
Hij kijkt Je strijdlustig öan en roept: „Wat
doet de overheid voor zulke jonge onder
nemers? Juist, geen bal. Er worden mil
joenen gestopt in de opleiding van stu
denten aan universiteiten. Maar als je zo
dwaas bent, dat Je groenten of bloemen
wilt gaan telen, word Je gigantische moed
alleen beloond met vuilspuiterij en ver
dachtmakingen".
„Het Is toch te gek om los te lopen: de
glastuinbouw Is een van de weinige be
drijfstakken In Nederland, waar niet de
klad in zit. Die veertigduizend tuinders
zorgen momenteel voor een export ter
waarde van drie en een half miljard dure
guldens. En hoe krijgen ze dat voor ei
kaar? Omdat ze bij de ontwikkelingen In
de glastuinbouw voorop lopen. Omdat ze
de speerpunt in Europa vormen".
„Maar toch schoppen ze ons keer op keer
onderuit. Een man als Albeda van Sociale
Zaken loopt overal rond te bazuinen, dat
de glastuinbouw voor de Nederlandse
handelsbalans de kip met de gouden eie
ren Is. Maar wat doen hij en zijn mede
ministers? Ze zetten de botte bijl in de kip
en eten de gouden eieren op".
„Weet je, wat een Jonge ondernemer in
Nederland Is? Hij is een kikker In een wa
terput, die omhoog kruipt en eenmaal bo
vengekomen een klap op zijn kop krijgt.
Om de razendsnelle ontwikkelingen In de
glastuinbuw te kunnen bijbenen, ben je
gedwongen voortdurend te investeren.
Maar geld reserveren voor de toekomst
kun Je niet, want de belastingdruk ver
plettert Je genadeloos. Als Je dat nou alle
maal van tevoren weet, moet Je tenminste
hartstikke gek zijn om toch in de glastuin-
Theo Duljvestijn: „Wat
de overheid
voor de jonge
Juist,
aeen ball
Wim Persoon:
overschakeling
van chrysanten
naar potplanten
vormde een financiële
aderlating van zes ton.
bouw te stappen. Voilé, hier voor je zit
zo'n gek".
Hongerige wolven
Duljvestijn heeft ook nog een mandje vol
zure appelen te schillen met de media en
de milieugroepen in Nederland die zich
als hongerige wolven op de tuinders heb
ben gestort, toen was uitgevogeld, dat
het werken met methylbromide wellicht
schadelijke gevolgen voor de samenleving
zou kunnen hebben.
„Wat denken ze nou eigenlijk?", roept hij
nog steeds op volle oorlogssterkte, „Dat
ik mijn leven In de waagschaal stel? Nou
vergeet het maar. Duijvestijn kijkt wel uit.
Na elke methylbehandeling wordt mijn
grond acht uur aan één stuk uitgespoeld.
Dat komt neer op vijfhonderd millimeter
per vierkante meter. Dat is bijna zoveel
water als er in een heel jaar in Nederland
aan regen valt".
„Dat lijkt meer dan voldoende. En dat is
het ook, zoals in de praktijk bewezen is.
Maar de milieugroepen weten het weer
beter en komen aandragen met halve
waarheden en leugens. Een tuinder, die
alle voorzorgsmaatregelen neemt, kan
voor honderd procent garanderen, dat
het werken met methylbromide geen
schadelijke gevolgen heeft voor mens en
milieu. En bruikbare alternatieven hebben
zich tot nog toe niet aangediend".
„En toch komt professor Hartsuyker op
de proppen met een patiënt uit het Haag
se ziekenhuis Leyenburg, die ziek is ge
worden van methylbromide. Maar in Ley
enburg hebben ze van die patiënt nooit
gehoord. Anderen beweren glashard, dat
hun kinderen een hazelip hebben. Op die
valse, ongenuanceerde manier wordt een
unieke bedrijfstak stelselmatig in een
kwaad daglicht gesteld".
Mieters vak
Betekent dit nu, dat Duijvestijn liever van
daag dan morgen ophoudt met tuinieren?
HIJ kijkt je aan. alsof hij water ziet bran
den. „Voor geen prijs", zegt hij, „want dit
Is een mieters vak. Je hebt je vrijheid, je
bouwt wat op. En wat zou je denken van
dit huis? Ik fiets wel eens op een mooie
dag langs die flats hier in Rijswijk en dan
zie ik de mensen op hun balkonnetjes
achter spijlen zitten. Het lijkt net een
openluchtgevangenis. Nee, dan werk ik
toch maar liever vijfenzestig uur per week.
Dat heb ik er graag voor over".
Een duidelijke zaak dus: Duijvestijn wenst
met niemand te ruilen, omdat hij er heilig
van overtuigd is, dat hij met zijn tomaten
teelt een prijswinnend lot uit de loterij
heeft getrokken. Ga maar na: hij werkt
dus gemiddeld 25 uur per week meer dan
zijn landgenoten en heeft nimmer een vrij
weekend. Is dat even boffen of niet? En
een groot deel van de zondag besteedt hij
aan studie en het lezen van zijn vaklitera
tuur. Dat is toch ook mooi meegenomen.
En als voorzitter van de land- en luln-
bouwjongeren in het Westland vult hij
tientallen avonden per jaar met vergade
ringen. De spekkoper. Vakanties duren bij
hem nooit langer dan zeven dagen,
„Daarna begin ik toch weer aan die tuin
te denken en maak ik rechtsomkeer".
„Als we door het Westland rijden zit mijn
vrouw ook altijd achter het stuur. Dat kan
niet anders, want ik zit onderweg con
stant links en rechts te kijken naar de be
drijven van mijn collega's. Ik zou gegaran
deerd brokken maken".
„HETZE OVER
METHYLBROMIDE
STORM IN EEN
VINGERHOEDJE WATER.
HONSELERSDUK De gasprijs gaat
opnieuw omhoog. Ditmaal met zo'n slor
dige 35 procent. Maar Wim Persoon (32)
en zijn broer Con (34) hebben de bui
gelukkig bijtijds zien aankomen en pas
sende maatregelen genomen om een
dreigende financiële catastrofe te ontlo
pen. Onder het dak van hun glazen stad
van 2&000 vierkante meter hangen ener-
gieschermen, die de warmte vasthou
den en door middel van rookgasconden
satoren sturen de broers het grootste
deel van de verbruikte energie op her
halingsoefening hun kassen in, die
uiteraard voorzien zijn van dubbele be
glazing.
Dat levert een gasbesparing op van 30
procent. Maar de broers zijn er de per
soon niet naar om met dit resultaat ge
noegen te nemen. „Wanneer we tijd van
leven hebben", waarschuwt Wim vast,
„ligt een besparing van tenminste vijftig
procent binnen ons bereik"/
Wim Persoon schenkt je per gelijke post
een strenge blik, die verrassend kleurt bij
zijn wilskrachtig hoofd, dat omkranst
wordt door een eigentijdse ringbaard.
Korzelig roept hij er achteraan: „Maar je
moet niks forceren, niks overhaast doen.
Want dan maak je brokken".
Vorig jaar waren de broers definitief uit
gekeken op de chrysanten, die ze met
groot succes twaalf Jaar geteeld en ge
koesterd hadden. Met grote voortvarend
heid stapten ze daarom over op de pot
planten. Deze operatie duurde vijf maan
den en vergde een investering van zes
ton, die blijmoedig door hen beiden wer
den opgehoest.
Vóór die tijd had Wim Persoon een ron
dreis gemaakt door Duitsland, Engeland
en België om daar het latente verlangen
naar potplanten te peilen. De uitkomst
van zijn bliksemonderzoek was positief en
zeer bemoedigend. „De Engelsman", illu
streert hij zijn optimisme, „heeft gemid
deld maar vier potplanten in huis tegen
de Nederlander tien. Daar zit dus nog vol
op muziek in".
Assortiment
De chrysanten ruimden In 1980 het veld
voor 220.000 planten, die nu hangen en
staan op 10.000 vierkante meter van hun
ultramodern warenhuiscomplex, dat ver
der nog onderdak biedt aan honderddui
zenden rozen in alle denkbare modekleu
ren.
„De produktie mag nooit te ver vooruitlo
pen op de vraag", doceert broer Wim in
de kantine, waar het personeel als dank
voor het korte, aangename verpozen tij
dens de middagpauze een rijk assorti
ment aan schillen, plastic bekertjes met
resten koffie en overgebleven voedsel op
de formicatafel heeft achtergelaten. Broer
Wim zegt ook: „We zijn vorig jaar gestart
met een grote verscheidenheid aan pot
planten, want je weet immers nooit pre
cies, welke soorten door het publiek wel
en welke niet worden gekocht".
In de zojuist weggestrompelde winter
heeft broer Wim een cursus marketing en
management gevolgd, want de vredige ja
ren.» waarin een tuinder met een beetje
goede wil en een omvangrijk godsvertrou
wen zijn tuinderij aan de praat wist te
houden, zijn allang in het nevelig verleden
opgelost. „Je moet vandaag de dag ver
rekt goed weten, waar je mee bezig
bent", dicteert hij, „en dat geldt zowel
voor de produktie als voor de afzet. In de
glastuinbouw moet je met zo weinig mo
gelijk energie een zo goed mogelijk pro
dukt maken. Dat Is een dwingende eis.
Energie wordt elk Jaar duurder en daarom
ben Je gedwongen om te blijven zoeken
naar nieuwe methoden, nieuwe rassen,
die de kosten kunnen drukken".
„Als ik dan ook beweer, dat het goed
gaat in de glastuinbouw, is dat te danken
aan de inzet van de kleine zelfstandigen,
die niet wachten, totdat ze zichzelf uit de
markt prijzen, maar die bereid zijn dag en
nacht te knokken om hun bedrijf com
mercieel gezond te houden".
„Het klinkt zo simpel, als je hoort, dat de
glastuinbouw in de lift zit. Maar in de
praktijk is er heel wat beulenwerk verricht
om het zover te krijgen. En vergeet ook
ons incasseringsvermogen niet, want In
de hoek waar wij zitten, vallen verrekt
harde klappen".
Schade
Neem alleen die affaire met de methylbro
mide. Die heeft onze bedrijfstak enorme
schade berokkend. En ten onrechte, want
als je met kennis van zaken gebruik
maakt van methylbromide is er niets aan
de hand. Alle kwalijke gevallen, die de
wereldpers hebben gehaald zijn dan ook
het rechtstreeks gevolg van onoordeel
kundig of slordig gebruik. Laat dat alsje
blieft tijdig doordringen tot de verant
woordelijke instanties, die de beslissingen
moeten nemen. Als je midden op een au
toweg gaat lopen, gebeuren er ook onge
lukken. Daar kun je op wachten. Maar
daarmee is niet bewezen, dat die autoweg
onveilig is. Als de ontsmetting met
methylbromide verboden wordt, Is dat
rampzalig voor de glastuinbouw. Want
zonder die methode kunnen we onmoge
lijk lonend produceren".
De broers Wim en Con dynamische
doe-zonen van boer-tuinder Henk, die in
dertijd een gemengd bedrijf had op de
plaats, waar nu de mammoethallen van
de coöperatieve bloemenveiling CCWS in
Honselersdijk staan werken 70 uur per
week, inclusief de meeste weekends. „Ik
heb een grandioos vak", bezweert Wim,
die in schaarse vrije uren graag skiet en
paard rijdt. Hij wil ook graag uitleggen,
waarom hij zichzelf een geluksvogel vindt.
„Ik ben bezig met zaken, die bijdragen
tot de welvaart en het welzijn van men
sen. En daarbij heb ik de vrijheid om te
handelen naar eigen inzichten. Dat is een
groot goed".
Hij Is tussen alle bedrijven door ook nog
voorzitter van de rozen-werkgroep van de
Nederlandse Tuinbouw Studieclub, afde
ling Westland en in die functie kanaliseert
hij driftig de energiebesparende produk-
tiemethoden, die aan de lopende band
door inventieve geesten van de land
bouwhogeschool in Wageningen worden
uitgedacht.
„Methylbromide", herhaalt hij nog maar
eens voor alle zekerheid, „kunnen we in
de glastuinbouw niet missen. Vroeger kon
Je de grond straffeloos een maand of nog
langer braak laten liggen. Maar die tijd is
voorbij. Het Is nu een continu-zaak ge
worden, waarin twaalf maanden per Jaar
geproduceerd dient te worden".
„Alleen op die manier kunnen we onze
unieke positie als pioniers van de glas
tuinbouw in de wereld behouden".
itact met hem en we weten
at we bedoelen. Ik heb vier
nog op school zitten. Twee
én op de mavo en één op de
Ik heb ze tot op heden niet
dat ze later een tuin willen
wat niet is, kan nog komen,
is het niet onverstandig om
ijd aan hun toekomst te den-
diezelfde toekomst is Keijzer in
sla overgestapt op de anjers,
hem niet waarom, want daar
antwoord op schuldig blijven,
gedachtensprong, denkt-ie.
en daar wat opgevangen en
daaruit trek Je Je conclusie". Achteraf kan
hij alleen maar zeggen, dat het een goeie
greep Is geweest. Sterker nog, als hij zich
niet had gespecialiseerd, zou er voor hem
in de glastuinbouw geen bestaansmoge
lijkheid meer zijn geweest.
Hij heft zijn grijze apostelhoofd en zegt:
„Ik mag me nu zonder overdrijving een
anjerman noemen, die weet, waar hij over
praat en waar hij mee bezig is. Dat stuk
know how heb je nodig om In het vak
overeind te blijven. Het is voor mij geen
kunst meer om vooruit te zeggen of ik
met langzame groeiers te doen heb of.
met snelle soorten. En als ik gele anjers
met een rode kartelrand wil kweken,
staan er aan het einde van de rit ook zon
der uitzondering gele anjers met een rode
kartelrand in mijn kas. Nee, de anjer heeft
voor mij geen geheimen meer".
Bij de laatste verbouwing heeft Keijzer In
een deel van zijn warenhuis dubbele be
glazing laten aanbrengen. Bij die gelegen
heid zijn ook de verwarmingsbuizen naar
de grond verhuisd, wat aan stookkosten
een besparing van 25 procent opleverde.
Een voordeel, dat hij overigens broodno
dig heeft om In de genadeloze concurren
tieslag het hoofd boven water te. kunnen
houden.
Om diezelfde reden heeft hij twee jaar ge
leden achter zijn huis voor 25 mille een
bassin laten bouwen, waarin hij nu per
jaar 600.000 liter regenwater opvangt. In
totaal gebruikt hij 1.5 miljoen liter water
voor de beregening van zijn grond en die.
gratis zegen van boven is dus mooi mee
genomen.
Dat bassin is overigens geen luxe, want
de sloot vóór zijn huis is bremzout en het
beloofde kanaal bij Leidschendam, dat de
zilte problemen van het Westlandse water
zou oplossen, is tot op de dag van van
daag een papieren droom van Rijkswater
staat gebleven.
Zijn zonen zijn nu hun voetbalveldje kwijt,
maar daar staat tegenover, dat ze nu een
privé zwembad hebben. „Het is een
prachtig gezicht, als het hard regent",
zegt Keijzer verlekkerd. „Dan sta ik voor
het raam en zie ik die bak vollopen. Daar
kan geen televisie tegenop".
Uitje
Keijzer Is een gewaardeerd lid van het
Westlands Mannenkoor en voor de weke
lijkse repetitie op vrijdagavond moeten
zelfs de anjers wijken. „Het is mijn enige
uitje", verduidelijkt hij. „en dat laat ik me
door niets en niemand afnemen".
In 1977 is hij in Israël geweest om met ei
gen verbijsterde ogen te zien, hoe zijn fel
ste concurrenten in de kokendhete Nege-
vwoestijn trosanjers kweken. Uit dat
werkbezoek heeft hij toen voldoende
moed geput om er thuis met verdubbelde
energie tegenaan te gaan. „Reizen is ver
duveld mooi", heeft hij inmiddels ontdekt.
„En voordat mijn laatste uur geslagen
heeft, wil ik graag nog iets van die mooie
wereld zien".
Toen hij In de gaten kreeg, dat de zware,
met de eeltige hand gerolde shaggles van
de Weduwe van Nelle hem een perma
nente ademnood bezorgden, is hij van de
ene dag op de andere met roken gestopt.
Sindsdien trimt hij ook en maakt hij 's a-
vonds na zijn bloemrijke arbeid verkwik
kende fietstochten door het Westland.
De rest van zijn leven Is gevuld met an
jers. „In die kas ligt mijn kapitaal", zegt
hij, „en daar ben ik zuinig op. Ik heb een
prachtig mooi vak en dparom kost het mij
ook geen moeite om er elke dag weer vol
enthousiasme tegenaan te gaan. Als ik
dat niet deed zou ik trouwens gelijk de
vlag halfstok kunnen hijsen".
Eten vroeger en nu,
inclusief pocketworstjes
en zompiezoutjes.
Tienduizend
verschillende
etenswaren:
een
keuzeprobleem
UTRECHT Spruitjes, waterijs
en kerstkransjes. Mayonaise, hal-
vanaise en tarwezemelen. Ketjap,
pindarotsjes en halskarbonade.
Op het dezer dagen in Utrecht
gehouden congres „Eten vroeger
en nu" becijferde de biochemi
cus Lucas Reijnders dat het as
sortiment voedingsmiddelen
waarover we beschikken poc
ketworstjes en zompiezoutjes
meegerekend thans de tien
duizend beloopt. Wat hieruit te
kiezen en in welke combinatie?
Diëtisten breken zich er be
roepsmatig het hoofd over. Het
was dan ook de landelijke vere
niging van deze beroepsbeoefe
naren die het congres had geor
ganiseerd; ter gelegenheid van
haar veertigjarig bestaan.
Reijnders wees erop dat de indu
strie duizenden verschillende
smaak-, kleur-, houdbaarheids- en
andere stoffen toevoegt aan het
happenpakket. Of deze ook op de
duur even onschuldig blijken als
ze nu schijnen, is nog maar de
vraag. Om maar niet te spreken
van de stoffen die bij het kweken
van groente en fokken van vee
worden gebruikt en onbedoeld in
ons eten terecht komen. Dat de
enorm toegenomen consumptie
van vet -en zoetigheid (gemiddeld
eten we momenteel 60 meer
suiker dan in 1938) wei risico's
met zich meebrengt, staat inmid
dels vast, zo beklemtoonde Reijn
ders.
Gif
Niet alle congressprekers zagen
het zo somber in. „Elke maand
staat er wei een bericht in de
krant over wéér een nieuw pro
dukt dat giftige eigenschappen
blijkt te hebben", signaleerde de
culinaire topjournaiiste Wina Bom.
„Nou kloppen die berichten ook
wei, in die zin dat heel de natuur in
beginsel giftige eigenschappen
heeft. Ook spinazie, onder vol
strekt natuurlijke omstandigheden
en zonder kunstmest gekweekt,
bevat stoffen die voor de gezond
heid hoogst schadelijk zijn. Al
thans, wanneer Je er te veel van
eet. Hetzelfde geldt voor allerlei
produkten die een kunstmatige
bewerking hebben ondergaan.
Overmaat schaadt. Maar de angst
die de mensen nu wordt inge
prent, is nog veel erger dan een
hapje te veel. Alsof Je niet meer
van een goed botersausje of een
fijn stukje vlees zou mogen genie
ten. Onzin hoor. Een gezond li
chaam verwerkt dat heus wel.
Neem er een glaasje wijn bij en
dan gaat het wel weer".
Sojaboon
Rob Jansen, directeur van het di
stributiecentrum voor natuurvoe-
ding, liet zich hierdoor niet van de
wijs brengen. Hij hield een warm
pleidooi voor de sojaboon, koning
van de plantaardige eiwitleveran
ciers. Wina Bom: „Jawel, maar In
de stroom van onheilsberichten
over etenswaren komt op een
kwaaie dag natuurlijk ook de soja
boon aan de beurt!"Waarop Jan
sen repliceerde dat uit onder meer
Frankrijk sojabonen worden be
trokken, die bewijsbaar biologisch
dynamisch zijn.
Frankrijk. Dat op een culinair con
gres de Franse keuken niet buiten
beschouwing zou kunnen blijven,
stond bij voorbaat vast. De expert
J. Witteveen herinnerde eraan dat
al in de 16e en 17e eeuw de Ne
derlandse kookboeken een duide
lijk Franse invloed vertoonden. In
1746 verscheen in Parijs „La Cui
sine Bourgeoise" van Menon, het
eerste kookboek van de gegoede
bourgeoisie. De Nederlandse pe
dant kreeg de titel „De Volmaakte
Hollandsche Keukenmeid". „De
Volmaakte Geidersche Keuken
meid", in keukenkringen tot op de
dag van vandaag heel vermaard,
beleefde tien jaar later zijn eerste
druk.
Nouvelle cuisine
Restaurateur A. P. Fagel, wiens
vader al voor de oorlog in Rotter
dam het eerste zelfbedieningsres
taurant van Europa opende (voor
soep-sla-koffie-maaltijden) onder
streepte dat het Nederlandse res
taurantmenu nog immer Is geënt
op de Cuisine Frangalse. „Nu weer
laten we ons inspireren door de
vijf jaar geleden in Frankrijk ont
wikkelde nouvelle cuisine. Waarin
korte bak- en kooktijden en vers
heid van de ingrediënten voorop
staan. De gerechten moeten sma
ken naar hun voornaamste be
standdeel en zware sausen wor
den achterwege gelaten. De nou
velle cuisine leent zich uitstekend
voor een calorie-arme aanpak en
dat stelt de huidige restaurantgast
nu eenmaal op prijs. De tijd waarin
de ober na afloop van de maaltijd
vroeg: „Was het genoeg, me
neer?" is nu wel zo'n beetje voor
bij. Vandaag de dag gaat het erom
de gast, als het even kan, met
honger te laten vertrekken".
WILLEM SCHEER