Ook na 1 april blijft het lachen Leidse binnenstad kan opfrissende kleinschalige impulsen best gebruiken iNFB tegen reis- en parkeersysteem NS Nederland kent zijn helden niet" aasvebo roenoordhal ezorgt slagers eer prima vlees paginaAD/REGIO LEIDSE COURANT VRIJDAG 3 APRIL 1981 PAGINA S a /•air Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. op redelijke afstand achter ons ligt, mogen we veronderstellen weer verder door het leven te kunnen gaan zonder dat men ons te pas en te onpas in het ootje neemt. Nietwaar? Maar laat ik nu, zeer recentelijk, op enkele zeer opmerkelijke zaken gestuit zijn die me een evig vermoeden van grote onbetrouwbaarheid bezorgen. Daar waren dan die twee advertenties in de krant. Ze gaven me te denken. In één ervan gaf een geachte adverteerder te kennen, dat hij zijn automobiel een Honda Accord, bouwjaar 1975 wilde inruilen voor een papagaai. In een tweede „Telefoontje" (tegen een tarief waarvoor je altijd nog wel een paar stevige borrels kunt kopen) een noodkreet: „42-jarige alcoholist zoekt vrouw die ook drinkt; geld en huis (nog) aanwezig..." Evenmin een solide indruk maakt een aankondiging van één van Neerlands jongste „politieke" partijen, de Partij tot Likwidatie van Nederland P.L.N. Dat is de splintergroepering van Kaagse Gerrit Kreuger, de man die Nederland aan de meest biedende oliesjeik te koop wil aanbieden, van welke opbrengst iedere Nederlander dan een miljoen gulden kan opstrijken en aldus n' onair worden, in het er van de herverdeling. De Kiesraad, die Kreugers aanmelding voor de kiezen kreeg en de partij in het register inschreef, zou zich eigenlijk geen raad moeten weten. Maar PLN-voorzitter, voorman en lijsttrekker Gerrit Kreuger staat te popelen om de likwidatie aan te vangen. Hij deelde me het volgende mede: „Nu de kogel door het Binnenhof is en het officiële rookgordijn opgetrokken, staat ons niets en niemand meer in de weg, aan de komende verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal deel te nemen. Ergo: wij nemen part en deel. Oók in de Kieskring Leiden, 't Is zelfs zo gesteld, dat de P.L.N. (tot ontzetting van de overige Kieskringen) haar verkiezingscampagne start in Leiden. Ik zal, als beproefd lijsttrekker en voor het eerst, het woord tot de samengestroomde menigte richten in 't Parlement, Nieuwe Rijn 52, Leiden". Tot mijn spijt kon ik deze, ter elfder ure in mijn bezit gekomen, aankondiging niet eerder meenemen. Gerrit heeft inmiddels al gesproken; dat was dan gisteravond. Maar hij zal best nog wel eens terugkomen en dan z'n geldzak meebrengen. 'oogmade iVKriföUD-LEIDEN de m uzi ka yopvoiet'ERLEENT trdt door agt 5 gul- REPENNING \AN mor- De fj,RESTAUREREND om 20.00 ■CHTPAAR Our WornDe Vereniging Oud-Leiden hHo-t* mi»-*s een actie* spitster in het JscAI/renstede,i'k verleden' en heeft om ne-daarb^ de betengsteUend6 in het Leidse stadsschoon, 1 har?iipren de geschiedenis waarop f™"ff'dit schoons stoelt, veel te dens eenbieden- De Verenig»ng e ajnuse-be^oont h°noreert elke vruchtbare poging die in het werk wordt gesteld jom de Leidse binnenstad ^haar aanzien te doen f behouden of eventueel terug te geven. Zo'n {onderscheidend ^schouderklopje gaat Oud- Leiden weer geven op de bijeenkomst van leden en ""^T^'hun introducés ^^^-*dinsdagavond 7 april in De AyS^^Lakenhal. Het lonend ^l8SPebaar bestaat "it het '45sp^i§uitreiken van de Oud- _r Leiden Penning 1980, een |||lhonorair metaal, dat ^ditmaal werd toegedacht ;:SN Van der Stok-Braakmans, V x v ^woonachtig en commercie houdend aan de Oude Rijn, perceel nummer 10. De commissie van voordracht van de Vereniging heeft zich vooraf bediend van een aantal overwegingen, die ik de toneel-nu uiteen zou willen zetten. treedtHet is zonder meer in Koude-ionneklaar, dat meneer en betaalbaremevrouw Van der Stok een bedrijventacet van het oude Leiden feniskwes- voorstel- "-«BILLEN, VAARZEN, weer stralend naar voren hebben gehaald. Zij hebben in 1973, toen restauratie en stadsvernieuwing, zeker in de Marewijk, nog in een aarzelende beginfase verkeerden, het aangedurfd om het pand Oude Rijn 10 geheel op te knappen en daar hun potterie te vestigen. De commissie gaat bedachtzaam formulerend verder: „Zij hebben met deze restauratie risico's, doch ook een duidelijke voortrekkersfunctie op zich genomen. Het pand Oude Rijn 10, tot 1973 een verkommerd pakhuis, staat in één van de oudste delen van de stad, daterend van omstreeks 1600. Een aantal bouwsporen, zoals moer- en kinderbalken (naar mijn gevoel dus een vaderloze houten familie), de eikehouten kap en spiltrap geven dit nog weer. De restauratie heeft geleid tot een solide en bouwkundig verantwoord en aantrekkelijk pand". Niet alleen de restauratie, waarin meneer en mevrouw Van der Stok zelf een werkzaam eigen aandeel hebben gehad, maar vooral ook des, vestiging van een winkel annex woonhuis betekende een initiatief tot terugkeer naar de kleinschalige woon- en winkelfunctie in de binnenstad, waarop in later jaren een positieve ontwikkeling is gevolgd. Vandaar die Oud-Leiden Penning, immers de Van der Stoks zorgden voor een resultaat dat heeft bijgedragen tot behoud en herstel van het historische stadsschoon van Leiden. Openbare erkentelijkheid dus. Nu treft het, dat één van de illustere leden van de Vereniging ons aller ayatollah van de Leidse binnenstad, George M. Gussenhoven, is. Ook wel de vulkaan Gus genoemd, vanwege zijn vuurspuwerij jegens net vaak door hem gesignaleerde onbegrip in de Leidse raad ten aanzien van onduidelijke en/of overduidelijke binnenstedelijke situaties. Gus is de laatste tijd sluimerend; het rommelt zachtjes in het steeds wakkere brein, maar er hoeft maar iets te gebeuren (of niet te gebeuren) en de Gus heeft z'n lavastroom klaarliggen om het stadhuis en de daar zetelende vroedschap te belagen. Maar ik zei: het treft dat George M. lid is van Oud- Leiden. Deskundig lid ook. Het treft nog meer, dat Gus zowat alles weet van die panden daar aan de Oude Rijn, want hij bewoont er zelf van. Door hem weet ik nu, dat in april 1590 aan Frans Franszoon van Duysseldorp destijds als brouwer wonende en werkende op nummer 2, het huidige adres van George M., die een geringe voorkeur voor het brouwen heeft vergunning werd verleend om de panden 10 en 14 te bouwen. Frans Fransz. moest dan wel zijn asput verkleinen en verzetten, maar dat werd geregeld. Overigens was brouwer Frans eigenaar van alle percelen aan de Oude Rijn tussen Donkersteeg en Kuipersteeg. Een huisjesmelker, die het vandaag de dag tot Leids ere-burger zou hebben gehaald. Hij brouwde prima. En George heeft er, bijna 400 jaar daarna, een daktuin aangelegd die ruimte biedt aan aanplantingen en rustieke zitjes. Oude, tot as en stof teruggekeerde, huisbaas Frans van Duysseldorp (aan de beneden Rijn zeggen ze Von Düsseldorf, en daar wordt nog immer gebrouwen) liet er in zijn tijd ook geen gras over groeien en „die van de gerechte der stad Leyden" konden op 19 april 1590 vaststellen, „dat zo ten inzichte van de groote gang naer het veer van Amsterdam als tot meerdere siraet van de huysen die den supplianten van meninghe is aldaer te doen timmeren, de vuilnisputten vandaer ganschelijk zal werden weggenomen bij de suppliant zonder enig ander daer te mogen maeken". „En gooi maar in m'n pet", zullen velen uwer hierop reageren. Maar zo raak werd het toch maar even (na een „oculaire inspectie") neergepend. En toen had ie nog niet eens een Stadsbouwhuis. O Leyda graciosa! Het gaat met z'n tijd mee; al is dat in de binnenstad een bijna hopeloze opgave. Enfin, de geest van Frans Fransz. is vaardig geworden in de opvattingen van meneer en mevrouw Van der Stok en van vinger op de pols houdende George M., alias de Gus, die langzamerhand toch maar tot de eer der binnenstedelijke altaren verheven zou mogen worden. Desnoods extra parlementair. Een vleselijk stukje Leiden Promotie. Ja, en als dan de Penning in het bezit van meneer en mevrouw Van der Stok is geraakt, komt die dinsdagavond, op de zevende april, prof, dr. D. J. Roorda praten over Willem Meester, die van 1643 tot 1701 leefde, en zich opwerkte van Leids winkelier tot omstreden uitvinder. Wim Meester (ik zou toch maar als introducee komen, ter lezing) maakte horlogies aan de Breestraat, tot 1673, en stelde zich nadien als technicus en uitvinder in dienst van de oorlogvoering tegen Louis XIV, de autocratische, bepruikte, blankhuidige Zonnekoning van La Douce France. Meester (what's in a name), als uitvinder die de horlogerie achter zich had gelaten, probeerde vertwijfeld Franse havens, vooral de thuishaven van de Duinkerker kapers, onbruikbaar te maken. Daar werd hij ook, ietwat bedachtzaam, voor betaald. Hij heeft daarna niet meer zoveel uitgevonden. De kapers bleven hun werk doen. Wellicht had Willem beter in de Breestraat kunnen blijven ploeteren. Het bekroonde pand aan de Oude Rijn. t zondag- rken van n Arnold. 70 uur be- 1 worden; >DE AALSTREEP, iODBONT EN LAMMEREN er kinder- woude. De e voorstel- tige zange- e overgaat van' ermee dat oor kinde- k welkom, e bedraagt )EN Dikbillen met ten hoogste twee brede tanden, lllen met vier of meer brede tanden, vaarzen met twee eer brede tanden, roodbont, rode aalstreep en lamme- Ze waren allemaal present op de 31ste paasveetentoon- fharpge-inSdie gisteren in de Groenoordhallen werd gehouden. sterdamsedelen van het land werden 321 dieren aangevoerd. Het n leerling"ordt door een deskundige jury gekeurd en belandt dan wer-1 bij slagers om met Pasen op het bord van de consument en Ibert^t te komen. „De naam PaasveetentoonsteUing heeft te ma- uur be-net de kleding van de handelaren, die vroeger op hun paas- P-boudersnaar de tentoonstelling kwamen", vertelt de Leidse slager Dekenbier. Hij is lid van jury en legt uit, waar de jury op let ït keuren van de dieren: „Een goed jurylid ben je niet zo- omdat er een flinke ervaring voor is vereist. We bekijken teenderengestel, is het grof of fijn, de lendenen, de dikte le schouders en de kont. Verder we besteden aandacht aan Alpnensegemene indruk van het dier en de leeftijd. Ook erg belang- ir Van s v^eesvetv6rhouding. Dat wordt gecontroleerd met be- arifke yan van een aanta] grepen. De jury voelt en knijpt in het dier m nalt ne- )mt zo tot haar conclusie. In het algemeen geldt: hoe jonger lier, hoe hoogwaardiger de kwaliteit van het vlees. Voor tampioen betaal je ongeveer 7000 gulden." •eeft zang concert iuinaars f'Jzen werden als volgt verdeeld: algemeen kampioen vrou- de blokf-r vee reBio: Haak uit Rotterdam; algemeen kampioen man lustrum1 Eén van de winnaars: Een Indrukwekkende stier van P. Roos uit Ter Aar. De stier werd algemeen kampioen, mannelijk vee in de klasse roodbont. nelijk vee regio: Roos uit Ter Aar, algemeen kampioen vrouwe lijk vee nationaal: de Lint uit Zevenbergen; algemeen kampioen mannelijk vee nationaal: Marus uit Heijningen; Kampioen vrou welijk vee afdeling G: Koot uit Hazerswoude; kampioen manne lijk vee afdeling G: Koot uit Hoogmade; le en 2e res kampioen vrouwelijk vee regio: Kooter uit Hazerswoude; le res kampioen vrouwelijk en mannelijk vee nationaal: de Lint uit Zevenber gen; 2e res kampioen mannelijk vee nationaal: Hulsenbosch uit Julinanadorp; res kampioen vrouwelijk vee afdeling G: v.d. Maarl uit Delfgauw; res kampioen mannelijk vee afdeling G: de Lint uit Zevenbergen en tenslotte kampioen afdeling H schapen: Kooter uit Hazerwoude. EN Leden van de Echte Nederland- ietsers Bond (ENFB) hebben gistermid- ij het station Leiden pamfletten uitge- waarin zij hun bezwaren tegen het «r- en reissysteem uiteenzetten. ps het parkeer- en reisplan van de NS, de B en Rijkswaterstaat moeten er parkeer- ieningen komen bij het station met de be doeling dat automobilisten er gratis kunnen parkeren en dan de reis vervolgen met de trein. De ENFB vindt dit een verkeerd plan. Zij meent dat het plan het vervoer naar het station per auto bevorderen zal, maar gelooft dat een toename van het aantal treinreizigers door dit systeem nog helemaal niet verzekerd is. De ENFB vindt het beter om energiezuinig ver voer naar het sation te bevorderen, zoals bus, fiets en te voet Zij vindt een mogelijkheid om de fiets gratis te laten bewaken bij het station dan ook beter dan gratis parkeerplaatsen. Voorts stelt de ENFB dat deze oplossing veel goedkoper is dan de bouw van een parkeerga rage De-ENFB denkt dat de gratis parkeerplaatsen bij het station niet zozeer door treinreizigers zullen worden gebruikt maar veel eerder door mensen die een gratis parkeerplaatsje in de buurt van het centrum willen hebben. Ook vre zen zij dat men door de parkeerplaatsen minder geneigd zal zijn om met de bus naar het station te komen. De ENFB meent daarom dat het reis-parkeersysteem het openbaar vervoer niet direct bevordert PROMOVENDUS JAN ALBERT DOP AAN UNIVERSITEIT T) LEIDEN „Nederland kent zijn helden niet Niets is doder dan een dode held. Hun monumenten staan hier en daar, maar de redenen voor de oprichting ervan kent men veelal niet, en als hun wapenfeiten al bekend zijn, dan geneert men zich er toch enigszins voor. De Nederlander wil vóór alles gewoon zijn en helden zijn nu eenmaal per definitie niet gewoon", aldus Jan Albert Dop in zijn proefschrift waarop hij deze week promoveerde tot doctor in de Lette- De promovendus noemt als voorbeeld van zijn stelling Sir Philip Sidney, een held uit de vaderlandse geschiedenis die niemand meer kent, afgezien dan van de bewoners van Zutphen waar men in 1913 een monument voor hem oprichtte. Sidney's dood in 1586 was volgens Dop een keerpunt in de geschiedenis van de Engelse betrokkenheid bij de gebeurtenissen (Tachtigjarige Oor log) in Nederland. De manier waarop hij stierf (de ridder zonder vrees of blaam die door een domme infanterist met een musket wordt neergeschoten) tekende volgens hem als het ware de con frontatie tussen twee werelden. Aan de ene kant de realiteit van de oorlogsvoering in de Nederlanden en aan de andere kant het ideaalbeeld dat Sidney en in feite een hele generatie Engelsen ervan hadden opgebouwd. De dood van Sidney is een scheiding geweest tussen de Britse betrokkenheid in de opstand die ont sproten was uit idealisme en de latere periode waarin de Engel sen simpelweg in Nederland waren omdat hun vorst hen ge stuurd had en de soldaten als huurlingen hier hun brood ver dienden. Rond 1580 was Sidney in geheel Europa bekend. Hij was een befaamd causeur en een bekend literator. Hij had veel vrienden in Leiden, het intellectuele centrum van het opstandige Holland. Ook Willem van Oranje kon hij tot zijn vrienden rekenen. Deze wilde hem door een huwelijk met een van zijn dochters verhef fen tot Graaf van Holland, maar de Britse vorstin stak daar een stokje voor. Sidney raakte gewond toen hij probeerde in het dorpje Wans- veld de opmars van Parma naar net belegerde Zutphen tot staan te brengen. Hij was in zijn dijbeen geraakt door een musketko gel. In oktober 1586 stierf hij in Arnhem aan gangreen. In Enge land kreeg Sidney vervolgens een staatsbegrafenis. Het was de eerste maal in de Engelse geschiedenis, dat een dergelijke e$r iemand die niet van koninklijke bloede was, te beurt vieL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5