Nederland krijgt instituut Voor gezondheidsethiek Zuidhollands tuinbouwgebied kan heet grondwater gebruiken voor kasverwarming Annemarie Onvlee leeft en slaapt prima en schrijft daartussen door gedichten cyy ^-STAD/REGIO STOOKKOSTEN MISSCHIEN BELANGRIJK LAGER Nieuwe stimulans voor glastuinbouw LEIDSE COURANT DONDERDAG 2 APRIL 1981 PAGINA 5 ?7e Ac- ngsbe- onder VVV- de om is ie titel Maar kwam OVER KNOTWILGEN EN ANDER GEBOOMTE Annemarie Onvlee heeft het 'm eindelijk dan toch gelapt. Nu ze door haar zestiger jaren heen leeft en zeker niet sluipt heeft ze d'r eerste gedichtenbundeltje op de toonbank der boekdrukkunst en derzelver handel laten leggen. An Onvlee: Rotterdamse van den bloede, gerijpt als verpleegkundige, jarenlang gewoond hebbend in Leiden en nu al weer een tijdje in Leiderdorp verblijvend, heeft zich door hevig geïnteresseerden laten overreden en ze ontving de voorlopig nog niet honorerende zegen van een Amsterdamse uitgever. Maandagmiddag werd rond haar „De Knotwilgen" zoals het bundeltje heet in een door Annemarie O. gefrequenteerde lunchroom in Leidens binnenstad een receptie gevlochten. Hier ontving An, die van huisuit eigenlijk tot aan haar trouwen Gerritsen heette, uit handen van twee kleinkinderen het eerste exemplaar. Op haar beurt schonk oma aan haar nageslacht ook enkele boekjes. Trouwens, „De Knotwilgen" werd opgedragen aan kinderen en kleinkinderen Onvlee. Zo bleef het even een vertederend onderonsje. Annemarie schreef als prille Gerritsen al gedichtjes, zo vertelde ze me; „maar maak het niet te dol, in die krant van je". Als een hobby, die een vuilniszak vulde, schreef ze. „Zeker, ik heb thuis een vuilniszak vol gedichten, in oude en nieuwe stijl. Als ik een keer geen inspiratie heb en dat gebeurt vaker dan je denkt duik ik even in die zak om de geest eruit te halen. Verder steek ik vol energie, zeggen ze. Dat life van grootmoeders kant. Die had vroeger boekenplanken vol bundels, met werk van Vondel en Cats bijvoorbeeld. Ze schreef zelf ook, grootmoeder van Goeree; dat mens kon het wel". Zelf bracht Annemarie Onvlee, behalve zowat een kubieke meter poëzie, ook een generatie van journalisten voort. Daar zit de vaderlandse pers nu mee opgescheept. Jongens, die kunnen schrijven, tegen de klippen op. Klipfonteinen, lijken het soms wel. Niet dat deze knapen het allemaal nu zo geweldig vinden wat moe doet; in feite vinden ze dat een moe zoiets niet kan doen. Een vader, ja; maar een moeder moest toch maar niet van die bohémien-achtige wegen bewandelen. Annemarie is het daar in het geheel niet mee eens en ze laat haar jongens maar wat nukkig en grommerig doen; ze rooit het best zo. Nou, en waarom dan die Knotwilgen „Kijk. zie je, dat staat achter in de bundel afgedrukt. Daar zeg ik: Mijn leven is gelijk een knotwilg. Veel werd er van mij afgenomen. Gelijk (ze had „als" kunnen zeggen) de stronk, die krachtig en groter werd in zijn leven, zo is het ook met mij gegaan. Heel dankbaar voor de nieuwe stronkjes, die erbij zijn gekomen, sta ik ook blij, in 's mensen rij". Overigens gaat kwikzilveren Annemarie, die sinds een jaar regelmatig een rumoerig Leids huis-aan-huisblad verrijkt met haar geesteskinderen wat ze ook al doet in een Amersfoortse krant samen met kleindochter Corinne een bundeltje maken: „ieder op onze eigen manier, zo doen we dat". Dan vraag je, volgens een gangbare methode, een dichter al gauw: hoe komt u er toe Wat heeft u daartoe gedreven Stom natuurlijk, want je vraagt een groentenman ook niet waarom hij Granny Smith, de peterselie, de diepvries en de ritsen knoflook gekozen heeft als middel om zich waar te maken. Meestal slaat dat niet terug op een roeping. Annemarie geeft dan een enigszins onthutsend antwoord op mijn gezochte vraag: „Ik wil helemaal niet dichten. Nee, echt niet. Maar dan hè, dan word ik soms zenuwachtig en dan schijn ik geïnspireerd te zijn. Midden in de nacht desnoods. Dan schrijf ik ook wel. Dan wipt het op. Papier en pen heb ik altijd klaar liggen op het nachtkastje. In een zucht is het dan gebeurd en val ik weer in slaap. Kost geen tijd; ik slaap goed. Zo ben ik nu eenmaal. Het is weieens verschrikkelijk moeilijk, als je zo helemaal nerveus wordt". En dan heeft Annemarie het nog niet eens uitgebreid gehad over de profetische gave waarmee ze behept is. Eerste bundeltje. "De Knotwilgen". Op aandringen dus. Ze is nu meteen maar bezig met nummer twee; op weg naar een trilogie. „Ik denk zoiets van Knotwilgen en dan de Stronken en zo geleidelijk door naar ja, dat weet ik nog niet precies naar een overzicht of zoiets. Verder wil mijn uitgever, de goede man, dat ik aan de weg ga timmeren. Met hoempapa. Die zei: je hebt talent, meid, en dat moet je zien uit te Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Zitting Zojuist hoor ik van Annemarie Onvlee, dat, wegens succes, zij morgen, vrijdagmiddag van twee tot vier uur, opnieuw ftlaats zal nemen in unchroom Hendriks aan de Donkersteeg. Ook dan zal zij weer „De Knotwilgen" van de hand trachten te doen en ze tegelijk signeren. buiten. Tussen twee haakjes: De Knotwilgen is verkrijgbaar bij boekhandel De Kier in Leiden". Dinsdagmiddag zat Annemarie opnieuw in die gezellige lunchroom van dames onder elkaar, waar kwakken slagroom adembenemende verschijnselen zijn. Men kent haar daar al zo lang. Ze komt er vaak en steevast viert Annemarie er haar verjaardag, vanwege de grote aanloop. „De mensen hier zijn schattig. Mijn privé-receptie maandag, rond m'n eerste bundeltje, was een samenkomen van oude goeie vrienden die blij met me waren. Als je blij bent, mag je dat wel een beetje laten blijken, vind je niet?" Dinsdag dus, zat de dichteres weer in die omgeving van koffie, omeletten en saucijzebroodjes. Vóór haar, in het „gezicht" van de klandizie, een stapel bundeltjes met knotwilgen, andere bomen en ook bossen als gaanderijen. Blank en puntig geïllustreerd door bevriende en kundige Amke Kwakernaak - Van der Heide. Annemarie signeerde de bundeltjes die verkocht werden, en zette er desgewenst een opdrachtje in. Ook dienstertjes met korter of langer dienstverband droegen hun belangstellend steentje bij. An vermoedde, dat er nog wel een signeerdag bij zou komen. Significant, zou men dat kunnen noemen. De bom is dan eindelijk gebarsten met knotwilgen („takken geknakt door geweld"), seringenboom en schoven, met de zon, de dodders, de kamperfoelie, de vogels en het najaar. Annemarie is een doorgefourneerde dichter. Ze noemt de bomen jou" en ,je"; totdat, tegen het einde, de grootsheid ervan haar bijkans overweldigt. Dan wordt het opeens, in eerste conceptie: O, tak met uw knoppen en O, boom met uw kracht; (maar) je geeft ons straks schaduw door uw bladerenpracht. Het zal ongetwijfeld de Oma Onvlee's spiritualiteit is ongeknakt, ook al is ze een vaak beproefde knotwilg die uitziet naar het ochtendgloren, omdat dan weer een nieuwe dag wordt geboren. O ja, ik begrijp haar wel een beetje, Annemarie Onvlee, die geraakt kan worden door motregen, die huizen rillerig maakt en bomen glimmend; „in een ongestoorde balladé van vochtigheid". Ik kreeg één van haar meest recente gevoeligheden toegestopt. En die gaat zo: „Lijkt je leven stil aan afgedaan, is je leeftijd in strijd met je geest. Denk je, onbevreesd nog in staat tot raad en daad Doe dan wat intuïtie je leidt tot ambitie. Grijp steeds datgene aan, wat geest verrijkt in je bestaan". Zo is dan Annemarie van de knotwilgen. Op het kaartje is duidelijk te zien, dat in sommige delen van ons land de temperatuur j i/an de grond (op grote diepte) kan oplopen tot meer dan 90 Celsius. kwijt f ol had aardig te wil Noord- omsten discus- politie, ond op int om de •MKldtfborg ten zjn aan de Aardwarmte lil Nederland 1 j 60°- 90°C 90°C en hoger LEIDEN Het Zuidhollands tuinbouwgebied blijkt geschikt te zijn voor een project met aard warmte. Dat is de warmte, die een paar kilome ter diep in de grond zit en via waterinjectie naar de oppervlakte kan worden gehaald om bijvoor beeld kassen te verwarmen. Het is niet ondenk beeldig dat in het Westland binnen enkele jaren van deze voor Nederland unieke vorm van ener gie gebruik kan worden gemaakt. Als aardwarm te goed wordt gebruikt, kan deze energiebron in prijs concurreren met energiebronnen als olie en gas. Deze conclusies zijn te trekken uit een gisteren open baar gemaakt onderzoek van Projectbureau Energie onderzoek van TNO in Apeldoorn. Behalve het Westland zijn er nog enkele andere gebieden in Ne derland, die in aanmerking komen voor de winning van aardwarmte. Zo valt uit een kaartje van de Stichting Energie Anders uit Hoek van Holland op te maken, dat ook de bodem van het noorden en het noord-westen van Nederland (gedeelten van Fries land en Groningen) relatief warm zijn, terwijl het zuiden (een gedeelte van Brabant) eveneens kansen biedt voor het winnen van relatief goedkope warm- te-energie. Volgens een voorlopige schatting van de TNO-onderzoekers kan aardwarmte voor circa twee drie procent in onze energiebehoefte voorzien. Met ondergrondse opslag en terugwinning kunnen hier nog enkele procenten bijkomen. In samenwerking met de dienst Grondwaterverken ning van TNO heeft de Rijksgeologische Dienst een inventarisatie gemaakt van gebieden, die geschikt 'zijn voor de winning van aardwarmte. Drie geologi sche formaties blijken in aanmerking te komen voor nadere studie. „Vooral het Westland biedt goede vooruitzichten voor een succesvol project voor de winning van aardwarmte", zegt het Projectbureau van TNO. De warmte kan worden gewonnen door middel van een warmtewisselaar op een diepte van 1500 tot 3000 meter, waar de temperatuur in enkele gevallen kan oplopen tot 150° C. Voorwaarde voor economische exploitatie is een poreus en doorlatend gesteente, dat een voldoende toevoer van water kan opleveren. Uit het onderzoek van TNO is gebleken dat onder grote delen van ons land „watervoerende" lagen op de voor aardwarmtewinning vereiste diepte bevinden. Ondiepe watervoerende lagen (400 tot 1000 meter diep) kunnen worden gebruikt voor on dergrondse seizoensopslag van warmte. Het water op deze diepte kan in de zomer worden opgepompt en verwarmd worden met bijvoorbeeld industriële rest warmte. eind vo rontreinii et bassinJ :iDEN Er komt een lan- ïlijk instituut voor gezond heidsethiek, dat zich onder leer gaat bezighouden met et opstellen van regels roor het doen van experi- lenten en research op pa tten. Dit deelde de Itrechtse psycholoog dr. W. falters gistermiddag mee lens een „actualiteitencol- dat werd verzorgd de Rijks Universiteit riden. Dr. Wolters sprak »ver „Medische experimen- met mensen", een onder werp dat onlangs in het lieuws kwam door de om- ;den promotie van de tdhovense neuroloog He ides. Tijdens drukmetin- die hij verrichtte voor promotieonderzoek in de ruggemergvloeistof is een 20-jarige jongen verlamd ge raakt. Voor deze drukmetin- gen was geen toestemming vooraf gevraagd aan de jon gen, noch aan zijn ouders. „Het begrip „experiment" is zwaar emotioneel geladen", al dus dr. Wolters. „Al snel wordt het beeld opgeroepen van enge proeven op kinderen en gevangenen en ook verha len over experimenten met mensen uit concentratiekam pen tijdens de Tweede We reldoorlog liggen vers in het geheugen. Velen zijn daarom van mening dat research en experimenteren dan maar af geschaft moeten worden. Ik vind dat echter naief. Ze zijn van groot belang voor een goe de ontwikkeling van de ge zondheidszorg. Neem bijvoor beeld geneesmiddelen speciaal voor kinderen. Daar is nauwe lijks onderzoek naar gedaan en de kinderen krijgen meest al „volwassenen-medicijnen" in aangepaste doses. Boven dien is in Amerika gebleken dat patiënten in speciale re search-centra beter af zijn dan patiënten die in gewone zie kenhuizen worden behan deld". Het grote probleem bij het doen van experimenten met mensen is welke voorwaarden daarbij moeten gelden. Daar voor zijn nog geen wettelijke regelingen in Nederland, in te genstelling, vreemd genoeg, tot wat betreft proeven met dieren. Gevolg was dat de me dische wetenschap nooit erg open is geweest en de eigen gang kon gaan. In enkele zie kenhuizen zijn er de laatste ja ren ethische commissies inge steld, zoals bijvoorbeeld vijf jaar geleden in het Acade misch Ziekenhuis Leiden. Dit ziekenhuis heeft bijvoorbeeld als stelregel dat de behande lende arts zelf nooit een pa tiënt mag vragen om mee te doen aan een extra ingreep, of experiment. Dat wordt gedaan door een ander zodat de pa tiënt vrijer kan beslissen. „Maar het blijft griezelig ba lanceren, volledig vrij is de pa tiënt nooit", aldus dr. Wolters. „In de mediche centra bestaat veel weerstand tegen zo'n et hische commissie. Zij krijgen immers een controle op hun doen en laten en moeten ver antwoording gaan afleggen. Maar zij moeten daar door heen, want de medische we- tions en aan openheid. De et hische commissies dienen ver der in de toekomst ook patiën ten op te nemen en anderen van buiten de medische we tenschap. De discussie over het doen van experimenten zal in de toekomst belangrijk blijven. Bezuinigingen worden onver mijdelijk en dan moet er wor den gepraat over de vraag wie er op een gegeven moment ge holpen kan worden door een nieuwe, experimentele behan deling en wie niet. Dan gaat het om kwesties van leven en dood", aldus dr. Wolters. De ethische discussies worden op het ogenblik vooral ge voerd in Amerika, waar men volgens dr. Wolters tien jaar voorloopt op de rest van de wereld wat betreft medische ethiek. Onderwerpen zijn on der meer de technische voor waarden voor het doen van experimenten. De noodzaak moet bijvoorbeeld altijd kun nen worden aangetoond en het algemeen belahg van de we tenschap moet worden ge diend. De patiënt moet garan ties voor behoud van privacy hebben en in geen geval mag deze worden gedwongen tot medewerking aan een experi ment. Discussie is er ook over de vraag welke groepen wel en niet kunnen worden ge vraagd om mee te doen aan onderzoek. Dr. Wolters vindt het in dit verband belangrijk om kwetsbaar gebleken groe pen als zwakzinnigen, gevan genen, chronisch zieken en kinderen extra te beschermen. Zijn college afsluitend: „Het is in elk geval belangrijk dat de medische wetenschap nu over de ethische kant van het be roep praat. Maar zij moet er voor waken dat dit onderwerp niet wordt behandeld alsof het de introductie van een nieuw geneesmiddel betreft" Hazel Andrea veelzijdig zangeres LEIDEN De Britse zangeres. Hazel Andrea, voerde 'On wings of songs' haar publiek gisteravond in de Kapelzaal, zowel muzikaal als visueel, mee naar (verre) landen, op zoek naar schoonheid, zoals ze zelf aankondigde. Achtereenvolgens passeerden op deze manier West- en Oost-Eu ropa, Azië en een gedeelte van Afrika de revue. Het begrip 'schoonheid' bleek voor de zangeres, als rechtgeaard inwoonster van de Britse eilanden, in de eerste plaats uit natuur te bestaan, die ze op artistieke wijze in diabeelden had vastgelegd. De origi nele beeldenreeks gaf ze samenhang via gesproken en gezongen commentaar, het eerste voornamelijk via citaten van componis ten en auteurs, het laatste door middel van een liederenscala, variërend van inheemse volksliedjes tot liederen van Purcell, Mendelssohn, Dvorak en Franck. Met haar opvallend groot stembereik en inlevingsvermogen was Hazel Andrea in staat elke 'couleur locale', elke stemmingswis seling snel te treffen. Daarbij werd ze soms instrumentaal bege leid via bandopnames, soms begeleidde zij zich zelf niet onver dienstelijk op de gitaar. Haar voordracht, vooral ook in de ge sproken gedeelten, was duidelijk gearticuleerd en perfect van ti ming, in de gezongen gedeelten soms wat theatraal, hetgeen vaak passend was in het genre, maar soms ook storend kon wer ken. De boodschap die Andrea tot slot mee gaf met César Franck en beelden van het 'Heilige Land' was duidelijk, maar niet opdrin gerig. Kortom hier was sprake van een veelzijdige avond, waar op ik met plezier terug kijk en die een groter aantal bezoekers zeker verdiend had. FLORA STIEMER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5