e doos van Pandora is nog lang niet leeg
„Minne strijd voor de R.M.S."
itensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen
itensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen
BOEK OVER DE GIJZELING BIJ WIJSTER EN DE NASLEEP ERVAN
Politiek
Partij
Parlement
JENLAND
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 28 MAART 1981
AlectO'
Wil. Sin
Roombui
Oame»
in-Kamel^
fïAAF 1
os-Biauwf/ez/n^en van 26
'46-LUT|fere/J met rasse
DKOD-P' Z'j het °P dit
Vordi KW n°ë °P kouse-
sko. B: want van een
s. BE P- HWerkiezingssfeer
omoliekljy£>f veej te mer-
:al'or-RilV heb geduld,
wilt, Exc#' nog vel. De
tot de verkie-
arel-Zuidie is al wel
fneSn- fr aan toe-
aantal spreek-
A: Ons van kamerle-
Kinderdili bewindslieden
a,r°3- B'-ïrige, met affi-
mm-oihangen ^ga
les in alle uit-
van ons land.
ecte zendingsar-
SRC, Ntijdens dergelijke
scrum"'wnsfen vrijwel
inerva-Oe i j
RSRC-Tera om°at de
of spreekster
Ten bfi>'s uilsluitend
i wacht P°ten tegenover
11.30 ef*an treft. Zo 'n
eurt heeft dan
Berge tfgenlijk alleen
de 41\fect a]s zich een
journalist onder
REPORT,
st c
het gehoor bevindt, die
ervoor zorgt dat de uit
spraken van de politi
cus op krantepapier
worden afgedrukt.
In het Friesch Dagblad
van jongstleden dinsdag
ontwaarden wij een
aardig voorbeeld van
zo 'n verkiezingstoe
spraak. De CD A-af de
ling van het dorpje
Tijnje (de Friezen spre
ken dat uit als Tienje)
had maandagavond
staatssecretaris Lou de
Graaf van Sociale Za
ken op bezoek. De
Graaf hield daar een
gloedvol betoog over de
noodzaak, de sociale
lasten en premies te
verhogen. We komen
daar straks nog op te
rug.
Eerst nog even dit. „Er
waren veertien toehoor
ders aanwezig", ver
meldde het krante-arti-
kel over de bijeen
komst. Laat dat eens
even op u inwerken. De
staatssecretaris komt op
maandagavond in zijn
auto met chauffeur
vanuit Den Haag hele
maal naar het afgelegen
Tijnje. Zijn speech heeft
hij duchtig voorbereid.
Hij zal de ongetwijfeld
bomvolle zaal eens pre
cies zeggen waar het op
staat. Ook de CD A-af
deling van Tijnje heeft
kosten noch moeite ge
spaard om er een mooie
avond van te maken.
Uiteindelijk komt Lou
de Graaf het dorpszaal
tje binnen en wat ziet
hij daar? Veertien men
sen, die het hadden
kunnen opbrengen om
zich door weer en wind,
te voet, met de fiets of
misschien wel per pols
stok naar de politieke
bijeenkomst te begeven
teneinde de hoge gast te
kunnen bezichtigen en
aanhoren. Onder het
veertiental bevinden
zich minstens vier han
den wringende plaa tse-
lijke CDA-bestuursle-
den („We hadden echt
veel meer volk ver
wacht") plus een ver
slaggever. We gaan er
tenminste van uit, dat
de journalist van het
Friesch Dagblad zich
zelf ook onder de toe
hoorders heeft gere
kend. Blijft over: negen
echte belangstellenden.
Een treurige zaak. En
naarmate je het tafereel
duidelijker vóór je ziet,
wordt het steeds droevi
ger. Arme Lou, arme
bestuursleden.
DE GRAAF 2
Maar toch hebben de
wakkere Tijnjenaren,
die zich die maandag
avond rond de staatsse
cretaris hadden ge
schaard, waar voor hun
geld gekregen. En de
thuisblijvers hebben
wel degelijk iets gemist.
Want blijkens het ver
slag in de al eerder ge
noemde krant heeft
Lou de Graaf zijn ge
hoor toegesproken in
hun eigen taal: het
Fries. Hij zei onder
meer dit (letterlijk ci
taat uit de krant): „It
ferheegjen fan 'e
preemjes en it ferswie-
ren fan 'e lésten is yn
sekere sin in needfer-
ban. Der moat folie
mear barre". Kortom:
„Het verhogen van de
premies en het verzwa
ren van de lasten is in
zekere zin een noodver
band. Er moet veel
meer gebeurenWij
dachten dat dit wel een
aardige vertaling was.
Kijk, dat zijn nou leuke
dingen voor de Friezen.
Wij hebben ons laten
vertellen, da t Lou de
Graaf de hele avond
nauwelijks een woord
Hollands heeft gespro
ken. Uitstekend. De
eerlijkheid gebiedt ove
rigens te zeggen, dat De
Graaf zelf van Friese
komaf is. Hij werd ge
boren in het Friese
Achtkarspelen en nog
altijd is aan zijn tongval
te horen, dat er Fries
bloed door zijn ad'ren
stroomt.
Het hoofd van de afde
ling Voorlichting van
het ministerie van so
ciale zaken, Jan Jager,
is ook een Fries. Hij
vertelde ons dat hij, als
hij met De Graaf alleen
is, regelmatig in het
Fries met hem conver
seert. En minister Wil
Albeda van Sociale Za
ken? Zijn naam doet
toch op z'n minst ver
moeden dat.„Jaze
ker", valt Jager in. „Hij
komt uit een Friese fa
milie, maar hij is niet in
Friesland geboren en
getogen. Fries spreken
gaat hem niet zo best af,
maar hij verstaat het
wel goed. Trouwens, de
vorige minister van so
ciale zaken, Jaap Boers-
ma, was weer een echte
ras-Fries en diens voor
ganger Bauke Roolvink
eveneens. Sociale zaken
is de laatste jaren echt
een Fries ministerie ge
worden
Tenslotte. Wij hoorden
van een collega van het
Friesch Dagblad dat de
president der Neder-
landsche Bank, Jelle
Zijlstra, ook wel eens
Fries spreekt als hij in
zijn moederland een
spreekbeurt houdt. En
de komende opvolger
van Zijlstra, de voorma
lige minister van finan
ciën Wim Duisenberg,
heeft bij bezoeken aan
het land der elf steden
ook nooit onder stoelen
of banken gestoken dat
hij het Fries beheerst.
Maar als hij in zijn
nieuwe functie ooit nog
eens een uitnodiging
vanuit Tijnje ontvangt,
moet hij eerst maar
even met Lou de Graaf
gaan praten. In het
Fries uiteraard.
AARDAPPEL-SA-
LADE
Van Tijnje over naar
Maastricht. Gelezen
over die gevallen van
voedselvergiftiging tij
dens de topconferentie
van EEG-regeringslei
ders, begin deze week?
In het Maastrichtse
stadhuis was dinsdag
middag een gigantisch
koud buffet aangericht.
Tientallen journalisten,
ambtenaren en politie
agenten stortten zich op
de salades. Nee, Van
Agt, Giscard d'Estaing,
Schmidt, Thatcher en
de andere Europese
leidslieden niet. Die
aten ergens anders en
daar boften ze behoor
lijk mee, want het kou
de buffet bleek besmet
te zijn met gemene bac
teriën, die voedselver
giftiging veroorzaakten.
Para tyfus dus. Met
name de aardappelsala
de was aangetast.. Ge
volg: minstens 200
schranzers kregen dins
dagavond en dinsdag
nacht hevige buikkram
pen, diarree en hoge
koorts.
Een collega van onze
redactie was ook in
Maastricht geweest en
had zich duchtig tegoed
gedaan aan het koude
buffet. Dinsdagavond
vertelde hij nog, zojuist
teruggekeerd op de re
dactie, hoe lekker het
was geweest. Woens
dagmorgen meldde hij
zich ziek. Wat heb je?",
vroegen wij deelne
mend door de telefoon.
„Buikpijn en veertig
graden koorts", luidde
het zwakke antwoord.
Een dag later bleek dat
hij niet de enige was
met die verschijnselen.
De Keuringsdienst van
Waren en de gezond
heidsdienst in Maas
tricht hadden de oor
zaak inmiddels vastge
steld: het koude buffet
(en vooral de aardap
pelsalade) was lichtelijk
bedorven.
Wij belden opnieuw
onze zieke collega. „Die
aardappelsalade smaak
te best lekker", mom
pelde hij verdwaasd.
„Hoe voel je je nu?",
vroegen wij. „O, het
gaat alweer beter",
klonk het. „Eerst be
greep ik er niets van.
Zo plotseling die hoge
koorts en zo. Ik had een
dokter laten komen,
maar die zei dat hij het
op een griepje hield.
Het speet hem, maar
meer kon hij er niet
van maken. Maar toen
ik hoorde dat het voed
selvergiftiging moest
zijn geweest, heb ik 'em
opnieuw gebeld en ver
teld dat ik één van die
Maastrichtse gevallen
was. Nog geen kwartier
later stond hij weef
voor m'n neus met een
stelletje speciale ontgif-
tingstabletjes. Die neem
ik nu in, opgelost in wa
ter. En het gekke is: ze
smaken naar aardappel
salade".
1 3ihetapy: „Een volk dat zijn
jdenis niet schrijft is geen
recepr™^
avoihetapy (27) die met zes an-
)or diringe Zuid-Molukkers in de-
kbaar. r 7575 ter hoogte van het
Leidep Wijster een trein tot stil-
93004. fracht en (je passagiers gijzel-
\ft over die gijzeling en de
aszodep daarvan een boek geschre-
Iet wordt uitgegeven door
GroeJend J°°P RIN masse (29), die
g v °ed aan de bezetting van het
Te( isische consulaat in Amster-
55 velke bezetting voor een deel
k met de kaping van de trein
1 vond. Wanneer de plannen
\naakt zijn over de uitgave
let boek werkelijkheid wor-
fetschijnt het op 25 april, de
wiel ijkh eidsdag van de Re
lt der Zuid-Molukken.
ïzan onze verslaggevers had
ijtken met schrijver Abe Sa-
die in de gevangenis Esser-
Jlij Veenhuizen een straf van
•n jaar uitzit en met uitgever
Jtirimasse in Amsterdam. De
kreeg voor zijn aandeel in
Uetting van het consulaat zes
ear werd na vier jaar weer in
d gesteld. Hij is nu ruim een
vrije voeten. Het boek met
jrhaal over de gekaapte trein
'Minne strijd voor de R.M.S.
Iirimasse is niet alleen de uit-
naar' ook de boekverzorger
J uitgave.
VEENHUIZEN AMSTERDAM
Abe Sahetapy kwam verleden
jaar op het idee een boek over
zijn beleving van de kaping bij
Wijster te schrijven toen hij een
levensbeschrijving las van Ange
la Davis, de bekende zwarte
Amerikaanse activiste voor de
burgerrechten. „Een ingeving ge
woon. Ik dacht, dat moet ik ook
doen. Herinneringen en gevoe
lens opschrijven. In juni 1980
ben ik begonnen en nu is het af.
Vroeger hadden mensen ook wei
eens geopperd: waarom schrijf je
niet op wat je beleefd hebt. Maar
ik vond mezelf daar niet goed ge
noeg voor. Nu is het anders. Nie
mand kan voor mij schrijven
wat ik heb meegemaakt. Dat
moest ik zelf doen". De schrijver
had overigens meer redenen voor
het schrijven van „Minne strijd
voor de R.M.S.". Hij wil probe
ren het beeld dat na dertig jaar
strijd voor de RMS is ontstaan
recht te zetten. En het boek moet
volgens hem ook meehelpen om
de bewustwording van de Mo
lukse bevolking in Nederland te
vergroten. „We zitten nu in een
stille periode. Er zijn geen acties
meer en verder gebeurt er ook
niets. Mijn boek is geen opwek
king voor nieuwe acties, begrijp
me goed. Ik wil wel proberen of
ik er de vlam van de idealen mee
brandende kan houden. Mijn
boek moet een steentje bijdragen
aan het wakker houden van
mijn volk. Misschien komen an
deren dan ook op het idee om
hun ervaringen eens op papier te
zetten".
„Minne strijd voor de R.M.S." is ge
schreven in het Nederlands, dat
Zuid-Molukkers ook spreken. Vaak
niet helemaal correct, maar wel au
thentiek. Het boek is in de eerste
plaats bestemd voor de jongere ge
neratie Zuid-Molukkers. Die lezen
Nederlands. Als het boek loopt
komt er ook een Maleise vertaling
voor wie het Nederlands niet of
niet goed kunnen lezen. Volgens
Abe Sahetapy wordt het tijd dat de
mensen van zijn volk kiezen voor
de toekomst: dat zij overtuigd ra
ken van hun eigen identiteit. „We
hebben ons te vaak vergeleken met
andere groeperingen die moeilijk
zaten. Met het volk van Israël of
met de Indianen. Dat moeten we
niet meer doen. Wij zijn Moluk-
kers. Tot nu toe is er te veel ge
praat. Het wordt nu tijd voor iedere
Molukker om te beslissen wat hij
gaat doen. Terug of niet. En dan de
gevolgen aanvaarden. Wil je terug
naar Ambon dan moet je daaraan
werken. Dat kan op veel manieren.
Bijvoorbeeld door het schrijven
van een boek. Wil je niet terug laat
dat dan weten. Dan weet iedereen
Het gekaapte treinstel op de rails bij Wijster in het Drentse landschap.
tenminste waar we aan toe zijn. Al
leen maar filosoferen helpt niets.
Dan blijf je rondjes draaien". In
zijn boek beschrijft Abe Sahetapy
de politieke bewustwording van de
groep jonge Molukkers die in 1975
in Amsterdam en Wijster de acties
uitvoerden.
Abe, Sahetapy is na de voltooiing
van zijn boek meteen begonnen
aan een tweede. Dit keer wordt het
een autobiogra
fie. Op het ogen
blik werkt hij
daar niet aan,
omdat de uitgave
van „Minne
strijd voor de
R.M.S." hem erg
bezighoudt. Hij is
er wel van over
tuigd dat hij doorgaat met schrijven
en hoopt dat meer mensen van zijn
volk zijn voorbeeld zullen volgen.
„Want een volk dat zijn geschiede
nis niet schrijft is geen volk", zegt
hij daarover.
Zijn uitgever en vriend Joop Riri-
masse is dat roerend met hem eens.
De twee kennen elkaar sinds 1969,
toen Joop Ririmasse vanuit het
Gelderse Teuge naar Bovensmilde
verhuisde. Later trok Ririmasse
naar Amsterdam. Hij vertelt, dat al
bij het maken van het plan voor de
acties overwogen is wat er daarna
kon gebeuren. „We wisten dat we
met één been in het graf en met
het andere in de gevangenis ston
den als we eraan begonnen. Voor
het geval we in de gevangenis
kwamen werden er plannen ge
maakt". Zelf volgde hij in de tijd
dat hij in Esserheem zat een grafi
sche opleiding. Nu is hij student
aan de Rietveld Academie in Am
sterdam. Niet
makkelijk „want
als Molukker
moet je je dubbel
waarmaken",
maar dat heeft
hij over voor zijn
ideaal: een eigen
drukkerij-uitge
verij,waar hij de
produkten van zijn volk wil druk
ken.
„Ballingschap'"
„Met publiciteit rond etnische groe
peringen kun je veel bereiken. Er
zijn heel wat boeken in dit land
over Zuid-Molukkers, maar bijna
allemaal geschreven door Neder
landers. Het is onze taak het zelf te
doen en ze ook zelf uit te geven,
zonder subsidie van bovenaf. Pas
Het wordt tijd dat
Zuid-Molukkers
kiezen voor
hun toekomst"
dan kunnen we de Nederlandse be
volking en de rest van de wereld
ervan overtuigen dat in dit land
een Igroep mensen zit die al dertig
jaar in ballingschap leeft", meent
Joop Ririmasse. Hij zegt dat hij de
enige is, die zich in de gevangenis
voorbereid heeft op zijn terugkeer
in de maatschappij. „Maar laat ik
maar voor mezelf praten. Ik wil
vaardigheden verwerven waarmee
ik iets kan doen voor onze idealen.
In het uitgeven
van boeken, bro
chures en kran
ten zie ik een
goed middel. Je
kunt op die ma
nier een bijdrage
leveren aan de
geschiedschrij
ving van ie
volk"Hij geeft in het kort een over
zicht van de geschiedenis van zijn
volk in Nederland. „Van 1950 tot
1970 is er democratisch gehandeld.
Er werd op hoog niveau onderhan
deld over het behoud van onze ei
gen identiteit. Dat leverde niet veel
op en daarom begonnen we in 1970
de protestacties. Niets ongewoons.
Een vakbond roept een staking uit
als hij resultaten wil zien. Stakers
voeren ook actie om hun doel te
bereiken. Onze eerste protestacties
hadden geen merkbare invloed.
Daarna werden er wapens gebruikt
om de aandacht te vestigen op de
hapering in het beleid van de Ne
derlandse en de Indonesiche rege
ring. Die acties varen geen kwa
jongensstreken, maar een politieke
strijd".
Zelfstandig
„Een volk dat
zijn geschiedenis
niet schrijft
is geen volk"
Ook Joop Riri
masse meent dat
er nog een lange
weg te gaan is
naar een zelf
standig Ambon.
„Het is wel zo,
dat je al in Ne
derland kunt be
ginnen om er
aan te werken. Je kunt er bijvoor
beeld voor zorgen dat je een econo
mische factor wordt, waarmee men
rekening moet houden. Dat je vol
doende kennis vergaart om de za
ken te kunnen opbouwen. Maar het
blijft moeilijk om terug te gaan met
alle kennis die je nodig hebt voor
die opbouw zonder dat de techni
sche mogelijkheden er zijn".
Als een van de resultaten van de in
het verleden gevoerde acties noemt
hij het bewustwordingsproces, dat
op gang is gekomen zowel bij de
Nederlandse bevolking als bij zijn
eigen bevolkingsgroep. „Onder de
jonge Molukkers merk je dat onder
meer aan de veranderde houding
ten opzichte van hun toekomst. Er
gaan er bijvoorbeeld steeds meer
studeren". Hij noemt dat een goede
zaak. Vergelijkt zijn volk met de
Surinamers die veel korter in Ne
derland zijn, maar al wel een eigen.
Surinaamse uitgeverij hebben. „Wij
zijn hier al dertig jaar en er is nog
bijna niets gebeurd op dit gebied".
Gevangenis
Over zijn ervaringen in de gevan
genis praat Joop Ririmasse koel en
zakelijk. „Wij voerden een politie
ke strijd en beschouwden onszelf
als politieke gevangenen. Maar zo
werden we niet behandeld. Als
men zou toegeven dat wij voor
onze politieke idealen vrijheids
straffen uitzaten, moest men ook
toegeven dat er sprake was van een
ideaal. Die straf van vier jaar heeft
niets veranderd aan mijn idealen.
Maar hoe gek het ook klinkt, op
zich heeft die straf me geen kwaad
gedaan. We waren nog jong toen
we begonnen. Ik heb lang kunnen
nadenken. Het is een heel proces
geweest, waardoor ik mijn leven
nu beter kan indelen. Met meer
zelfdiscipline. Maar ik heb in elk
geval geleerd, dat ik tegenover ie
dereen eerlijk mezelf moet blijven.
Ik blijf dus idealist met een eigen
filosofie". Hij verheelt niet dat ie
dereen die tussen vier muren zit er
wel uit wil. „Je mist vooral mate
riële dingen. Dat soort gedachten
moet je van je afzetten en vooral
niet bij de pakken neer gaan zitten.
Je moet je nu eenmaal instellen op
omstandigheden. En tenslotte zit
ieder mens waar die ook is, altijd
binnen de vier muren van zijn ei
gen bestaan. Dat heb ik in die vier
jaar in de gevangenis erg goed in
de gaten gekregen"
„Buiten"
Zijn eerste ervaringen „buiten" wa
ren niet zo prettig. „De eerste da
gen toen ik weer gewoon op straat
kon lopen dacht ik vaak, buiten is
het nog erger dan binnen. Ik was
niet meer gewend aan de drukte
van een stad. Het haastige leven,
daar moet denk ik iedere gevange
ne aan wennen als hij weer buiten
komt. Dat je weer helemaal op je
eigen benen moet staan. Dat is zo
moeilijk. Want hoewel er gezegd
wordt dat er hoop is voor je, moet
je wèl jezelf waarmaken als je iets
wilt. Dan ben je alleen met je
vrienden en met familie. Verder is
er niets", aldus Joop Ririmasse die
benadrukt dat hij alleen over zijn
eigen ervaringen kan vertellen.
JAN VAN KOOTEN
KOMISCH HERSTEL KAN NOG JAREN UITBLIJVEN
fJHAAG De ministers Van der
[financiën) en Albeda (sociale za-
ukten deze week, als waren zij
|ra zelf, een heuse doos met pla-
pen. Het mes moet er nog veel die-
I en wie mocht denken dat we het
ior binnenkort toch weer een
leter zullen krijgen vergist zich:
kenmeesters van de regering kon-
I voor de jaren na 1985 nog veel
T onheil aan.
'haast om moedeloos van te worden,
lit geen krant openslaan die niet bol
7an de ellendige gevolgen van de re-
Massa-ontslagen zijn aan de orde
fe dag. Iedereen moet inleveren en
korting is nog niet doorgevoerd of
al weer met je portemonnee klaar
■voor de volgende bezuiningsronde.
1 nauwelijks meer bij te benen. En
I dan nog zicht op herstel was
n, de barometer blijft op storm
teeds hoort men kenners in Den
f mompelen (zij het steeds zachter)
t aan het einde van dit jaar wellicht
sen beetje beter gaat. Ook de jongste
voorspellingen van het Centraal Planbu
reau wijzen in die richting: de betalings
balans vertoonde over 1980 nog een tekort
van zes miljard en zou aan het einde van
dit jaar krap in evenwicht kunnen zijn.
Maar een nadere bestudering van de cij
fers leert dat dit alleen maar een bijko
mend voordeel van alle ellende is. Van
elke gulden die in Nederland wordt ver
diend wordt voor 50 cent in het buiten
land gekocht. De investeringen zijn intus
sen zo grondig ingezakt en de koopkracht
is zo drastisch verminderd, dat die aanko
pen in het buitenland flink zijn gedaald.
Door de recessie loopt de invoer dus sterk
terug. Een eventueel evenwicht op onze
betalingsbalans in dit jaar is derhalve he
lemaal geen structurele verbetering als
gevolg van gestegen exporten, maar van
gedaalde importen en is derhalve bepaald
geen symptoom van economisch herstel.
Hard gelag
De gevolgen van het te royale leventje uit
de jaren zeventig en het potverteren van
de aardgasopbrengsten door dit kabinet en
hun voorgangers komen wel erg hard aan.
Zelfs de slogan dat de sterkste schouders
de zwaarste lasten moeten dragen gaat al
niet meer op. Het is een hard gelag dat de
allerzwaksten in onze maatschappij, die
als gevolg van de recessie hun baan al zijn
kwijt geraakt, nu nog eens extra moeten
boeten door een achteruitgang in koop
kracht die eigenlijk in geen verhouding
staat tot wat de hogere inkomens moeten
inleveren. Terecht staat het CDA op z'n
achterste benen dat de laagste uitkeringen
nu zo'n forse veer moeten laten. Maar
deze partij zou zich ook moeten realiseren
dat het grotendeels aan haar te wijten is
dat in het begin van deze regeerperiode zo
weinig van Bestek '81 terecht is gekomen.
Eensgezind sloegen de christen-democra
ten en socialisten forse gaten in deze be
zuinigingsoperatie, die intussen toch wel
een absoluut noodzakelijk minimum is ge
bleken.
Mede daardoor moet het kabinet nu wel
zijn toevlucht nemen tot de beurs van de
lager betaalden. Zij zijn immers het tal
rijkst in onze maatschappij en daar is dus
meer te halen dan bij de in getal toch vrij
beperkte groep van hoge inkomens, die
overigens al jaren lang op de minlijn
staan. Nu het beleid van pappen en nat
houden, dat de laatste jaren is gevoerd,
zijn bedorven vruchten gaat afwerpen
komt het allereerst op de omvang van de
bezuinigingen aan. Ter illustratie: de per 1
januari doorgevoerde korting op de sala
rissen van (semi-)politieke topambtenaren
(al gauw goed voor meer dan een ton) le
vert slechts een paar honderdduizend gul
den op. Alle 170.000 ambtenaren leverden
vorig jaar samen met veel tam-tam, pijn
en moeite maar 300 miljoen in. De nu aan
gekondigde premieverhoging, die voor de
lagerbetaalden er zo inhakt, brengt maar
liefst 1480 miljoen in het laatje. Dat begint
pas wat zoden aan de dijk te zetten.
Risico's
Toch lopen we met deze „operatie '81"
enorme risico's. De kans is groot dat al die
aanvallen op de koopkracht van grote
groepen alleen maar averechts werken;
dat er steeds minder gekocht gaat worden,
waardoor steeds minder produktie nodig
is en het leger van werklozen nog veel
groter wordt dan de half miljoen die ons
nu in het vooruitzicht wordt gesteld. Het
kabinet mag dan besloten hebben de prijs
compensatie op 1 juli niet aan te tasten,
veel schieten de werknemers er natuur
lijk niet mee op als ze op diezelfde dag
weer 1,5 procent meer premie moeten
gaan betalen.
Voor het kabinet was er volgens Albeda
en Van der Stee echter geen alternatief.
Op 26 mei zijn er verkiezingen en wordt
dit kabinet demissionair. Er kunnen vlak
voor die datum geen rigoreuze, principiële
maatregelen worden doorgevoerd. We
moeten onze opvolgers niet te veel bin
den, zo is de daarachter liggende gedach
te. Een ander kabinet moet deze operatie-
desgewenst gemakkelijk kunnen terug
draaien. Of liever gezegd: vervangen door
een andere. Want dat het volgend kabinet
aan diep ingrijpende pijnlijke maatregelen
zou kunnen ontkomen is een illusie.
De eerste tekenen hebben we daarvan al
kunnen zien: een heroverwegingsoperatie
die kan leiden tot nieuwe bezuinigingen
van 20 miljard. En reken maar dat het zo
ver komt! Volgens het Planbureau blijft
de werkloosheid zeker toenemen tot 1990.
Pas rond 1995 slaat de groei van het ar
beidsaanbod om in een daling en zal de
werkloosheid als vanzelf gaan teruglopen.
Dat wordt althans voorspeld.
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de
doos van Pandora snel leeg zal zijn. Er
zullen nog heel wat plagen over ons hoofd
worden uitgestort. Al was het alleen als
gevolg van het opraken van ons aardgas
in de tweede helft van de jaren tachtig. Er
wordt dan op een negatieve energiebalans
van dertig miljard gulden (nu vertoont zij
nog maar een tekort van vijf miljard) ge
rekend. De Nederlandse export moet wel
enorm worden opgepept om die energie
importen te kunnen betalen. Nederland
zal dus goedkoop moeten worden en blij
ven en dat betekent voor ons blijvend la
gere lonen dan onze concurrenten beta
len.
Misschien is er alles bij elkaar toch nog
een lichtpuntje in de duisternis. Toen alle
plagen de doos van Pandora waren ont
vlucht restte er slechts één ding. Dat was
de hoop. Daar moeten we ons dan maaf
aan vast houden. Voorlopig echter tegen
beter weten in.
ARJEN BROEKHUIZEN