e doos van Pandora is nog lang niet leeg „Minne strijd voor de R.M.S." itensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen itensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen BOEK OVER DE GIJZELING BIJ WIJSTER EN DE NASLEEP ERVAN Politiek Partij Parlement JENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 28 MAART 1981 AlectO' Wil. Sin Roombui Oame» in-Kamel^ fïAAF 1 os-Biauwf/ez/n^en van 26 '46-LUT|fere/J met rasse DKOD-P' Z'j het °P dit Vordi KW n°ë °P kouse- sko. B: want van een s. BE P- HWerkiezingssfeer omoliekljy£>f veej te mer- :al'or-RilV heb geduld, wilt, Exc#' nog vel. De tot de verkie- arel-Zuidie is al wel fneSn- fr aan toe- aantal spreek- A: Ons van kamerle- Kinderdili bewindslieden a,r°3- B'-ïrige, met affi- mm-oihangen ^ga les in alle uit- van ons land. ecte zendingsar- SRC, Ntijdens dergelijke scrum"'wnsfen vrijwel inerva-Oe i j RSRC-Tera om°at de of spreekster Ten bfi>'s uilsluitend i wacht P°ten tegenover 11.30 ef*an treft. Zo 'n eurt heeft dan Berge tfgenlijk alleen de 41\fect a]s zich een journalist onder REPORT, st c het gehoor bevindt, die ervoor zorgt dat de uit spraken van de politi cus op krantepapier worden afgedrukt. In het Friesch Dagblad van jongstleden dinsdag ontwaarden wij een aardig voorbeeld van zo 'n verkiezingstoe spraak. De CD A-af de ling van het dorpje Tijnje (de Friezen spre ken dat uit als Tienje) had maandagavond staatssecretaris Lou de Graaf van Sociale Za ken op bezoek. De Graaf hield daar een gloedvol betoog over de noodzaak, de sociale lasten en premies te verhogen. We komen daar straks nog op te rug. Eerst nog even dit. „Er waren veertien toehoor ders aanwezig", ver meldde het krante-arti- kel over de bijeen komst. Laat dat eens even op u inwerken. De staatssecretaris komt op maandagavond in zijn auto met chauffeur vanuit Den Haag hele maal naar het afgelegen Tijnje. Zijn speech heeft hij duchtig voorbereid. Hij zal de ongetwijfeld bomvolle zaal eens pre cies zeggen waar het op staat. Ook de CD A-af deling van Tijnje heeft kosten noch moeite ge spaard om er een mooie avond van te maken. Uiteindelijk komt Lou de Graaf het dorpszaal tje binnen en wat ziet hij daar? Veertien men sen, die het hadden kunnen opbrengen om zich door weer en wind, te voet, met de fiets of misschien wel per pols stok naar de politieke bijeenkomst te begeven teneinde de hoge gast te kunnen bezichtigen en aanhoren. Onder het veertiental bevinden zich minstens vier han den wringende plaa tse- lijke CDA-bestuursle- den („We hadden echt veel meer volk ver wacht") plus een ver slaggever. We gaan er tenminste van uit, dat de journalist van het Friesch Dagblad zich zelf ook onder de toe hoorders heeft gere kend. Blijft over: negen echte belangstellenden. Een treurige zaak. En naarmate je het tafereel duidelijker vóór je ziet, wordt het steeds droevi ger. Arme Lou, arme bestuursleden. DE GRAAF 2 Maar toch hebben de wakkere Tijnjenaren, die zich die maandag avond rond de staatsse cretaris hadden ge schaard, waar voor hun geld gekregen. En de thuisblijvers hebben wel degelijk iets gemist. Want blijkens het ver slag in de al eerder ge noemde krant heeft Lou de Graaf zijn ge hoor toegesproken in hun eigen taal: het Fries. Hij zei onder meer dit (letterlijk ci taat uit de krant): „It ferheegjen fan 'e preemjes en it ferswie- ren fan 'e lésten is yn sekere sin in needfer- ban. Der moat folie mear barre". Kortom: „Het verhogen van de premies en het verzwa ren van de lasten is in zekere zin een noodver band. Er moet veel meer gebeurenWij dachten dat dit wel een aardige vertaling was. Kijk, dat zijn nou leuke dingen voor de Friezen. Wij hebben ons laten vertellen, da t Lou de Graaf de hele avond nauwelijks een woord Hollands heeft gespro ken. Uitstekend. De eerlijkheid gebiedt ove rigens te zeggen, dat De Graaf zelf van Friese komaf is. Hij werd ge boren in het Friese Achtkarspelen en nog altijd is aan zijn tongval te horen, dat er Fries bloed door zijn ad'ren stroomt. Het hoofd van de afde ling Voorlichting van het ministerie van so ciale zaken, Jan Jager, is ook een Fries. Hij vertelde ons dat hij, als hij met De Graaf alleen is, regelmatig in het Fries met hem conver seert. En minister Wil Albeda van Sociale Za ken? Zijn naam doet toch op z'n minst ver moeden dat.„Jaze ker", valt Jager in. „Hij komt uit een Friese fa milie, maar hij is niet in Friesland geboren en getogen. Fries spreken gaat hem niet zo best af, maar hij verstaat het wel goed. Trouwens, de vorige minister van so ciale zaken, Jaap Boers- ma, was weer een echte ras-Fries en diens voor ganger Bauke Roolvink eveneens. Sociale zaken is de laatste jaren echt een Fries ministerie ge worden Tenslotte. Wij hoorden van een collega van het Friesch Dagblad dat de president der Neder- landsche Bank, Jelle Zijlstra, ook wel eens Fries spreekt als hij in zijn moederland een spreekbeurt houdt. En de komende opvolger van Zijlstra, de voorma lige minister van finan ciën Wim Duisenberg, heeft bij bezoeken aan het land der elf steden ook nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij het Fries beheerst. Maar als hij in zijn nieuwe functie ooit nog eens een uitnodiging vanuit Tijnje ontvangt, moet hij eerst maar even met Lou de Graaf gaan praten. In het Fries uiteraard. AARDAPPEL-SA- LADE Van Tijnje over naar Maastricht. Gelezen over die gevallen van voedselvergiftiging tij dens de topconferentie van EEG-regeringslei ders, begin deze week? In het Maastrichtse stadhuis was dinsdag middag een gigantisch koud buffet aangericht. Tientallen journalisten, ambtenaren en politie agenten stortten zich op de salades. Nee, Van Agt, Giscard d'Estaing, Schmidt, Thatcher en de andere Europese leidslieden niet. Die aten ergens anders en daar boften ze behoor lijk mee, want het kou de buffet bleek besmet te zijn met gemene bac teriën, die voedselver giftiging veroorzaakten. Para tyfus dus. Met name de aardappelsala de was aangetast.. Ge volg: minstens 200 schranzers kregen dins dagavond en dinsdag nacht hevige buikkram pen, diarree en hoge koorts. Een collega van onze redactie was ook in Maastricht geweest en had zich duchtig tegoed gedaan aan het koude buffet. Dinsdagavond vertelde hij nog, zojuist teruggekeerd op de re dactie, hoe lekker het was geweest. Woens dagmorgen meldde hij zich ziek. Wat heb je?", vroegen wij deelne mend door de telefoon. „Buikpijn en veertig graden koorts", luidde het zwakke antwoord. Een dag later bleek dat hij niet de enige was met die verschijnselen. De Keuringsdienst van Waren en de gezond heidsdienst in Maas tricht hadden de oor zaak inmiddels vastge steld: het koude buffet (en vooral de aardap pelsalade) was lichtelijk bedorven. Wij belden opnieuw onze zieke collega. „Die aardappelsalade smaak te best lekker", mom pelde hij verdwaasd. „Hoe voel je je nu?", vroegen wij. „O, het gaat alweer beter", klonk het. „Eerst be greep ik er niets van. Zo plotseling die hoge koorts en zo. Ik had een dokter laten komen, maar die zei dat hij het op een griepje hield. Het speet hem, maar meer kon hij er niet van maken. Maar toen ik hoorde dat het voed selvergiftiging moest zijn geweest, heb ik 'em opnieuw gebeld en ver teld dat ik één van die Maastrichtse gevallen was. Nog geen kwartier later stond hij weef voor m'n neus met een stelletje speciale ontgif- tingstabletjes. Die neem ik nu in, opgelost in wa ter. En het gekke is: ze smaken naar aardappel salade". 1 3ihetapy: „Een volk dat zijn jdenis niet schrijft is geen recepr™^ avoihetapy (27) die met zes an- )or diringe Zuid-Molukkers in de- kbaar. r 7575 ter hoogte van het Leidep Wijster een trein tot stil- 93004. fracht en (je passagiers gijzel- \ft over die gijzeling en de aszodep daarvan een boek geschre- Iet wordt uitgegeven door GroeJend J°°P RIN masse (29), die g v °ed aan de bezetting van het Te( isische consulaat in Amster- 55 velke bezetting voor een deel k met de kaping van de trein 1 vond. Wanneer de plannen \naakt zijn over de uitgave let boek werkelijkheid wor- fetschijnt het op 25 april, de wiel ijkh eidsdag van de Re lt der Zuid-Molukken. ïzan onze verslaggevers had ijtken met schrijver Abe Sa- die in de gevangenis Esser- Jlij Veenhuizen een straf van •n jaar uitzit en met uitgever Jtirimasse in Amsterdam. De kreeg voor zijn aandeel in Uetting van het consulaat zes ear werd na vier jaar weer in d gesteld. Hij is nu ruim een vrije voeten. Het boek met jrhaal over de gekaapte trein 'Minne strijd voor de R.M.S. Iirimasse is niet alleen de uit- naar' ook de boekverzorger J uitgave. VEENHUIZEN AMSTERDAM Abe Sahetapy kwam verleden jaar op het idee een boek over zijn beleving van de kaping bij Wijster te schrijven toen hij een levensbeschrijving las van Ange la Davis, de bekende zwarte Amerikaanse activiste voor de burgerrechten. „Een ingeving ge woon. Ik dacht, dat moet ik ook doen. Herinneringen en gevoe lens opschrijven. In juni 1980 ben ik begonnen en nu is het af. Vroeger hadden mensen ook wei eens geopperd: waarom schrijf je niet op wat je beleefd hebt. Maar ik vond mezelf daar niet goed ge noeg voor. Nu is het anders. Nie mand kan voor mij schrijven wat ik heb meegemaakt. Dat moest ik zelf doen". De schrijver had overigens meer redenen voor het schrijven van „Minne strijd voor de R.M.S.". Hij wil probe ren het beeld dat na dertig jaar strijd voor de RMS is ontstaan recht te zetten. En het boek moet volgens hem ook meehelpen om de bewustwording van de Mo lukse bevolking in Nederland te vergroten. „We zitten nu in een stille periode. Er zijn geen acties meer en verder gebeurt er ook niets. Mijn boek is geen opwek king voor nieuwe acties, begrijp me goed. Ik wil wel proberen of ik er de vlam van de idealen mee brandende kan houden. Mijn boek moet een steentje bijdragen aan het wakker houden van mijn volk. Misschien komen an deren dan ook op het idee om hun ervaringen eens op papier te zetten". „Minne strijd voor de R.M.S." is ge schreven in het Nederlands, dat Zuid-Molukkers ook spreken. Vaak niet helemaal correct, maar wel au thentiek. Het boek is in de eerste plaats bestemd voor de jongere ge neratie Zuid-Molukkers. Die lezen Nederlands. Als het boek loopt komt er ook een Maleise vertaling voor wie het Nederlands niet of niet goed kunnen lezen. Volgens Abe Sahetapy wordt het tijd dat de mensen van zijn volk kiezen voor de toekomst: dat zij overtuigd ra ken van hun eigen identiteit. „We hebben ons te vaak vergeleken met andere groeperingen die moeilijk zaten. Met het volk van Israël of met de Indianen. Dat moeten we niet meer doen. Wij zijn Moluk- kers. Tot nu toe is er te veel ge praat. Het wordt nu tijd voor iedere Molukker om te beslissen wat hij gaat doen. Terug of niet. En dan de gevolgen aanvaarden. Wil je terug naar Ambon dan moet je daaraan werken. Dat kan op veel manieren. Bijvoorbeeld door het schrijven van een boek. Wil je niet terug laat dat dan weten. Dan weet iedereen Het gekaapte treinstel op de rails bij Wijster in het Drentse landschap. tenminste waar we aan toe zijn. Al leen maar filosoferen helpt niets. Dan blijf je rondjes draaien". In zijn boek beschrijft Abe Sahetapy de politieke bewustwording van de groep jonge Molukkers die in 1975 in Amsterdam en Wijster de acties uitvoerden. Abe, Sahetapy is na de voltooiing van zijn boek meteen begonnen aan een tweede. Dit keer wordt het een autobiogra fie. Op het ogen blik werkt hij daar niet aan, omdat de uitgave van „Minne strijd voor de R.M.S." hem erg bezighoudt. Hij is er wel van over tuigd dat hij doorgaat met schrijven en hoopt dat meer mensen van zijn volk zijn voorbeeld zullen volgen. „Want een volk dat zijn geschiede nis niet schrijft is geen volk", zegt hij daarover. Zijn uitgever en vriend Joop Riri- masse is dat roerend met hem eens. De twee kennen elkaar sinds 1969, toen Joop Ririmasse vanuit het Gelderse Teuge naar Bovensmilde verhuisde. Later trok Ririmasse naar Amsterdam. Hij vertelt, dat al bij het maken van het plan voor de acties overwogen is wat er daarna kon gebeuren. „We wisten dat we met één been in het graf en met het andere in de gevangenis ston den als we eraan begonnen. Voor het geval we in de gevangenis kwamen werden er plannen ge maakt". Zelf volgde hij in de tijd dat hij in Esserheem zat een grafi sche opleiding. Nu is hij student aan de Rietveld Academie in Am sterdam. Niet makkelijk „want als Molukker moet je je dubbel waarmaken", maar dat heeft hij over voor zijn ideaal: een eigen drukkerij-uitge verij,waar hij de produkten van zijn volk wil druk ken. „Ballingschap'" „Met publiciteit rond etnische groe peringen kun je veel bereiken. Er zijn heel wat boeken in dit land over Zuid-Molukkers, maar bijna allemaal geschreven door Neder landers. Het is onze taak het zelf te doen en ze ook zelf uit te geven, zonder subsidie van bovenaf. Pas Het wordt tijd dat Zuid-Molukkers kiezen voor hun toekomst" dan kunnen we de Nederlandse be volking en de rest van de wereld ervan overtuigen dat in dit land een Igroep mensen zit die al dertig jaar in ballingschap leeft", meent Joop Ririmasse. Hij zegt dat hij de enige is, die zich in de gevangenis voorbereid heeft op zijn terugkeer in de maatschappij. „Maar laat ik maar voor mezelf praten. Ik wil vaardigheden verwerven waarmee ik iets kan doen voor onze idealen. In het uitgeven van boeken, bro chures en kran ten zie ik een goed middel. Je kunt op die ma nier een bijdrage leveren aan de geschiedschrij ving van ie volk"Hij geeft in het kort een over zicht van de geschiedenis van zijn volk in Nederland. „Van 1950 tot 1970 is er democratisch gehandeld. Er werd op hoog niveau onderhan deld over het behoud van onze ei gen identiteit. Dat leverde niet veel op en daarom begonnen we in 1970 de protestacties. Niets ongewoons. Een vakbond roept een staking uit als hij resultaten wil zien. Stakers voeren ook actie om hun doel te bereiken. Onze eerste protestacties hadden geen merkbare invloed. Daarna werden er wapens gebruikt om de aandacht te vestigen op de hapering in het beleid van de Ne derlandse en de Indonesiche rege ring. Die acties varen geen kwa jongensstreken, maar een politieke strijd". Zelfstandig „Een volk dat zijn geschiedenis niet schrijft is geen volk" Ook Joop Riri masse meent dat er nog een lange weg te gaan is naar een zelf standig Ambon. „Het is wel zo, dat je al in Ne derland kunt be ginnen om er aan te werken. Je kunt er bijvoor beeld voor zorgen dat je een econo mische factor wordt, waarmee men rekening moet houden. Dat je vol doende kennis vergaart om de za ken te kunnen opbouwen. Maar het blijft moeilijk om terug te gaan met alle kennis die je nodig hebt voor die opbouw zonder dat de techni sche mogelijkheden er zijn". Als een van de resultaten van de in het verleden gevoerde acties noemt hij het bewustwordingsproces, dat op gang is gekomen zowel bij de Nederlandse bevolking als bij zijn eigen bevolkingsgroep. „Onder de jonge Molukkers merk je dat onder meer aan de veranderde houding ten opzichte van hun toekomst. Er gaan er bijvoorbeeld steeds meer studeren". Hij noemt dat een goede zaak. Vergelijkt zijn volk met de Surinamers die veel korter in Ne derland zijn, maar al wel een eigen. Surinaamse uitgeverij hebben. „Wij zijn hier al dertig jaar en er is nog bijna niets gebeurd op dit gebied". Gevangenis Over zijn ervaringen in de gevan genis praat Joop Ririmasse koel en zakelijk. „Wij voerden een politie ke strijd en beschouwden onszelf als politieke gevangenen. Maar zo werden we niet behandeld. Als men zou toegeven dat wij voor onze politieke idealen vrijheids straffen uitzaten, moest men ook toegeven dat er sprake was van een ideaal. Die straf van vier jaar heeft niets veranderd aan mijn idealen. Maar hoe gek het ook klinkt, op zich heeft die straf me geen kwaad gedaan. We waren nog jong toen we begonnen. Ik heb lang kunnen nadenken. Het is een heel proces geweest, waardoor ik mijn leven nu beter kan indelen. Met meer zelfdiscipline. Maar ik heb in elk geval geleerd, dat ik tegenover ie dereen eerlijk mezelf moet blijven. Ik blijf dus idealist met een eigen filosofie". Hij verheelt niet dat ie dereen die tussen vier muren zit er wel uit wil. „Je mist vooral mate riële dingen. Dat soort gedachten moet je van je afzetten en vooral niet bij de pakken neer gaan zitten. Je moet je nu eenmaal instellen op omstandigheden. En tenslotte zit ieder mens waar die ook is, altijd binnen de vier muren van zijn ei gen bestaan. Dat heb ik in die vier jaar in de gevangenis erg goed in de gaten gekregen" „Buiten" Zijn eerste ervaringen „buiten" wa ren niet zo prettig. „De eerste da gen toen ik weer gewoon op straat kon lopen dacht ik vaak, buiten is het nog erger dan binnen. Ik was niet meer gewend aan de drukte van een stad. Het haastige leven, daar moet denk ik iedere gevange ne aan wennen als hij weer buiten komt. Dat je weer helemaal op je eigen benen moet staan. Dat is zo moeilijk. Want hoewel er gezegd wordt dat er hoop is voor je, moet je wèl jezelf waarmaken als je iets wilt. Dan ben je alleen met je vrienden en met familie. Verder is er niets", aldus Joop Ririmasse die benadrukt dat hij alleen over zijn eigen ervaringen kan vertellen. JAN VAN KOOTEN KOMISCH HERSTEL KAN NOG JAREN UITBLIJVEN fJHAAG De ministers Van der [financiën) en Albeda (sociale za- ukten deze week, als waren zij |ra zelf, een heuse doos met pla- pen. Het mes moet er nog veel die- I en wie mocht denken dat we het ior binnenkort toch weer een leter zullen krijgen vergist zich: kenmeesters van de regering kon- I voor de jaren na 1985 nog veel T onheil aan. 'haast om moedeloos van te worden, lit geen krant openslaan die niet bol 7an de ellendige gevolgen van de re- Massa-ontslagen zijn aan de orde fe dag. Iedereen moet inleveren en korting is nog niet doorgevoerd of al weer met je portemonnee klaar ■voor de volgende bezuiningsronde. 1 nauwelijks meer bij te benen. En I dan nog zicht op herstel was n, de barometer blijft op storm teeds hoort men kenners in Den f mompelen (zij het steeds zachter) t aan het einde van dit jaar wellicht sen beetje beter gaat. Ook de jongste voorspellingen van het Centraal Planbu reau wijzen in die richting: de betalings balans vertoonde over 1980 nog een tekort van zes miljard en zou aan het einde van dit jaar krap in evenwicht kunnen zijn. Maar een nadere bestudering van de cij fers leert dat dit alleen maar een bijko mend voordeel van alle ellende is. Van elke gulden die in Nederland wordt ver diend wordt voor 50 cent in het buiten land gekocht. De investeringen zijn intus sen zo grondig ingezakt en de koopkracht is zo drastisch verminderd, dat die aanko pen in het buitenland flink zijn gedaald. Door de recessie loopt de invoer dus sterk terug. Een eventueel evenwicht op onze betalingsbalans in dit jaar is derhalve he lemaal geen structurele verbetering als gevolg van gestegen exporten, maar van gedaalde importen en is derhalve bepaald geen symptoom van economisch herstel. Hard gelag De gevolgen van het te royale leventje uit de jaren zeventig en het potverteren van de aardgasopbrengsten door dit kabinet en hun voorgangers komen wel erg hard aan. Zelfs de slogan dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen gaat al niet meer op. Het is een hard gelag dat de allerzwaksten in onze maatschappij, die als gevolg van de recessie hun baan al zijn kwijt geraakt, nu nog eens extra moeten boeten door een achteruitgang in koop kracht die eigenlijk in geen verhouding staat tot wat de hogere inkomens moeten inleveren. Terecht staat het CDA op z'n achterste benen dat de laagste uitkeringen nu zo'n forse veer moeten laten. Maar deze partij zou zich ook moeten realiseren dat het grotendeels aan haar te wijten is dat in het begin van deze regeerperiode zo weinig van Bestek '81 terecht is gekomen. Eensgezind sloegen de christen-democra ten en socialisten forse gaten in deze be zuinigingsoperatie, die intussen toch wel een absoluut noodzakelijk minimum is ge bleken. Mede daardoor moet het kabinet nu wel zijn toevlucht nemen tot de beurs van de lager betaalden. Zij zijn immers het tal rijkst in onze maatschappij en daar is dus meer te halen dan bij de in getal toch vrij beperkte groep van hoge inkomens, die overigens al jaren lang op de minlijn staan. Nu het beleid van pappen en nat houden, dat de laatste jaren is gevoerd, zijn bedorven vruchten gaat afwerpen komt het allereerst op de omvang van de bezuinigingen aan. Ter illustratie: de per 1 januari doorgevoerde korting op de sala rissen van (semi-)politieke topambtenaren (al gauw goed voor meer dan een ton) le vert slechts een paar honderdduizend gul den op. Alle 170.000 ambtenaren leverden vorig jaar samen met veel tam-tam, pijn en moeite maar 300 miljoen in. De nu aan gekondigde premieverhoging, die voor de lagerbetaalden er zo inhakt, brengt maar liefst 1480 miljoen in het laatje. Dat begint pas wat zoden aan de dijk te zetten. Risico's Toch lopen we met deze „operatie '81" enorme risico's. De kans is groot dat al die aanvallen op de koopkracht van grote groepen alleen maar averechts werken; dat er steeds minder gekocht gaat worden, waardoor steeds minder produktie nodig is en het leger van werklozen nog veel groter wordt dan de half miljoen die ons nu in het vooruitzicht wordt gesteld. Het kabinet mag dan besloten hebben de prijs compensatie op 1 juli niet aan te tasten, veel schieten de werknemers er natuur lijk niet mee op als ze op diezelfde dag weer 1,5 procent meer premie moeten gaan betalen. Voor het kabinet was er volgens Albeda en Van der Stee echter geen alternatief. Op 26 mei zijn er verkiezingen en wordt dit kabinet demissionair. Er kunnen vlak voor die datum geen rigoreuze, principiële maatregelen worden doorgevoerd. We moeten onze opvolgers niet te veel bin den, zo is de daarachter liggende gedach te. Een ander kabinet moet deze operatie- desgewenst gemakkelijk kunnen terug draaien. Of liever gezegd: vervangen door een andere. Want dat het volgend kabinet aan diep ingrijpende pijnlijke maatregelen zou kunnen ontkomen is een illusie. De eerste tekenen hebben we daarvan al kunnen zien: een heroverwegingsoperatie die kan leiden tot nieuwe bezuinigingen van 20 miljard. En reken maar dat het zo ver komt! Volgens het Planbureau blijft de werkloosheid zeker toenemen tot 1990. Pas rond 1995 slaat de groei van het ar beidsaanbod om in een daling en zal de werkloosheid als vanzelf gaan teruglopen. Dat wordt althans voorspeld. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat de doos van Pandora snel leeg zal zijn. Er zullen nog heel wat plagen over ons hoofd worden uitgestort. Al was het alleen als gevolg van het opraken van ons aardgas in de tweede helft van de jaren tachtig. Er wordt dan op een negatieve energiebalans van dertig miljard gulden (nu vertoont zij nog maar een tekort van vijf miljard) ge rekend. De Nederlandse export moet wel enorm worden opgepept om die energie importen te kunnen betalen. Nederland zal dus goedkoop moeten worden en blij ven en dat betekent voor ons blijvend la gere lonen dan onze concurrenten beta len. Misschien is er alles bij elkaar toch nog een lichtpuntje in de duisternis. Toen alle plagen de doos van Pandora waren ont vlucht restte er slechts één ding. Dat was de hoop. Daar moeten we ons dan maaf aan vast houden. Voorlopig echter tegen beter weten in. ARJEN BROEKHUIZEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 7