eer voor een geld itwijk de Breul FABEL OVER KWEEKPLAATS KATHOLIEKE JONGEHEREN KAN IN PRULLENMAND i er bepleit op grond dat ook aan de koning bekende katholieke families zich ge dwongen zagen hun kinde ren naar het buitenland te zenden om hun een weten schappelijke opvoeding te geven, strokend met hun godsdienstige beginselen". Het begin Ludovicus baron van Wy- kersloth kreeg zijn zin en zo ging op 7 juni 1831 te Katwijk aan de Rijn In „het Huis op het Zand" dit eer ste katholieke internaat voor middelbaar onderwijs van start. De leiding werd al spoedig in handen ge legd van jezuïeten en dat was logisch, gezien de eeuwenlange ervaring van deze orde met „op gang brengen van generaties denkende mensen", leder der leerlingen moest „bij zijne aankomst voorzien zijn van een bed of matras met deszelfs toebehoren, handdoeken, servetten en zilveren lepel, vork en mes". Dat klinkt elitair, maar men bedenke dat in die tijd alle universiteiten slechts voor de elite open stonden; dat gold voor le dereen, dus ook voor de roomsen van Katwijk. Kastevormlng Is Katwijk vaak verweten. Het kwe ken van een aan elkaar klittende katholieke kliek. De kronieken echter zien het anders. „De inrichting is, wat de lokaliteiten be treft, eigenlijk gezegd nooit up to date geweest. Dit mag echter In menig op zicht een geluk genoemd worden, want daardoor vooral is de ouderwetse, gezellige, huiselijke geest steeds bewaard geble ven". Dat veranderde nau welijks toen het internaat In 1929 het pand aan de Raamweg in Den Haag be trok waar tegenwoordig de Binnenlandse Veiligheids dienst zetelt, en werd ver sterkt toen men tijdens de oorlog kasteel Neubourg In het Limburgse Gulpen be trok. Pater Schelbergen: „Dat zwerven in de oorlog, het samen in kelders zitten bij bombardementen, de saamhorigheid in de hulp aan ondergedoken joodse leerlingen; dat heeft een aparte familiale band ge schapen, Ja. Na de oorlog kwamen we vervolgens hier op het landgoed De Breul in Zeist terecht, In barakken aanvankelijk, wat ook weer Iets gezelligs gaf'. Zo Is de hechte kaste van Katwijk de Breul (ze slaan geen reünie over en kiezen het Internaat vaak als doel van een zondags uitstapje) eerder een uit vloeisel van toevallige om standigheden dan dat er een jezuïtisch systeem achter zat, een rooms complot, een krijgslist ten bate van de katholieke emancipatie. „Ach nee", zegt pater Schelbergen. „U denkt nu aan de Nieuwe Linie uit de tijd dat hij nog de Linie heette en een jezuëtenblad was. Inderdaad was die Li nie oorspronkelijk gedacht vanuit het vooroorlogse emancipatiestreven, zo van: Roome, dat zijn wil en dat willen wij weten. Maar ik denk dat wij hier op het Internaat al afscheid van die emancipatie hadden genomen, lang voordat de Linie de Nieuwe Linie werd. Alleen een paar tra- ditietjes hebben we nog een tijdje bewaard, het wa pentje, het collegelied. grapjes". Geen geld En nu Is dan het moment aangebroken waarop zelfs voor dit Katwijk de Breul nieuwe stijl, gericht op de pedagogische hulpverle ning aan jongens met ver stoorde thuissituaties, geen plaats meer is. Of juister: geen geld. Op Kat wijk de Breul wordt een ta rief naar draagkracht ge hanteerd. Voor de minst draagkrachtigen ligt het kostgeld op 6300 gulden per jaar, voor de meest vermogenden op 18.500 gulden. Tien procent van de Jongens zit er op basis van een uitkering krach tens de Algemene Bij standswet. Ook wordt het kostgeld wel bijgepast door een steunfonds van prominente oud-leerlingen. Pater Schelbergen: „Maar als we quitte willen spelen, zouden we een kostgeld van 25.000 gulden moeten vragen. De personeelslas ten zijn, omdat we steeds meer leken moeten Inscha kelen, gestegen tot 57 pro cent van de exploitatiekos ten. We verwachten dit jaar een tekort op de be groting van 1,2 miljoen gulden". Jarenlang heeft de Neder landse provincie van de je zuïetenorde geweldige be dragen vrijgemaakt om Katwijk de Breul kost wat kost In stand te houden. Het wordt niet langer ver antwoord geacht, verplich tingen elders in Indone sië waar de Nederlandse jezuïeten per traditie druk werkzaam zijn, maar ook in Latijns Amerika met zijn armlastige provincies genieten de voorrang. Een lichtpuntje toch? Geluk bij een ongeluk? Katwijk de Breul met zijn uitgestrekte, lommerrijke grondbezit ligt schitterend centraal op de Utrechtse heuvelrug. Iede re projectontwikkelaar likt er zijn vingers bij af. Daar valt geld aan te verdienen! Pater Schelbergen help* gegadigden uit de droom. Ten eerste Is het landgoed met zijn renalssance-ach- tlge kasteeltje (eens eigen dom van een joodse bankiersfamilie uit Amster dam met een staf van 28 personeelsleden) tijdens de oorlog het hoofdkwar tier geweest van de Duitse luchtmacht. Rijksmaar schalk Herman Göring placht er nogal eens te ko men. Op zich niet zo erg, maar aan dat stukje verle den heeft het landgoed een aanpalende, onder grondse bunker overge houden waar nu hel ze nuwcentrum van de Neder landse luchtmacht zetelt. In geval van oorlog geen prettige buurt voor een ho tel of bungalowpark. Ten tweede staat Katwijk de Breul op een terrein waar heel weinig mag. Krach tens bestemmingsplanner van de gemeente Zeisl dient het magnifieke grondbezit met zijn hoog opgaande geboomte er spiegelende vijvers behou den te blijven voor een so ciaal, cultureel of weten schappelijk doel.niet bepaald de meest draag krachtige categorieën in Nederland. Commerciële doelen zijn strikt taboe. Noch zal er toestemming worden gegeven om de bestaande bebouwing uil te breiden. Pater Schelbergen voor spelt dan ook: „De liquida tie van Katwijk de Breul zal de orde geen cent opleve ren die besteed kan wor den aan onze verplichtin gen In de derde wereld. In tegendeel: op het land goed rusten verschillende hypotheken. Het zal nog neel wat Jaren duren voor dat we ermee uit de schuL den zijn". PIET SNOEREN Pater Schelbergen voor het Internaat, dat gedoemd is te verdwijnen. Nu de Neder- irovincie van de Jezuïetien wegens ig van zijn paters- maar meer nog ^^^a^gebrek besloten ipf Jn fameuze inter- jtwijk de Breul in sluiten, doen half jche, half sarcastl- QWeten opgeld als van de broeikas gMngÉkomstige katholie- H^HBgentia" en „punt hoofdstuk uit het Roomse leven". wordt echter wel achtergelopen op lelijkheid. Pater H. rgen, de directeur: ik hier In 1959 heb ik inderdaad and horen mompe- jongen hoort hier niet thuis, want rothy E°[ 18 Groenteboer mJot was een heel die dal zei. En fenfi„ zijn houding vanuit r»*'rming als jezuïet m M. Het deed me dacht: wat gebeurt y rouwens: onze toen- i p/winclaal pater wan vroeg zich al g van lof Katwijk de Breul vaniI te elitair was. Hij try Clofi nauwelijks meer niets rfut van een opvoe- ar die jtituut voor de kat- caliste «upper ten". ?7/swaaj*wijk de Breul dat vijftig i jaar dicht gaat na ote gem aanstaande Juni- iigt ze nog even zijn 150- jeugds#taan meegepikt te ia Me" f Is dus heel iets van Pater Schelbergen e") wasptt het Internaats- lits vaiit ar gedaan wordt, f gaat if vorm van lichte 0, 11 evening". Die betreft igens met behoefte i tijdelijk onderdak. ferwikkelingen rond Ichtschelding zijn, «,0e vader veelvuldig 1 buitenland is, dat jngen. Het gaat lou- jongens met een de thuissituatie, het een vereiste lan katholieke huize later Schelbergen: J&bben ook protes- V Die zet ik wel eens .auto bij de gerefor- I kerk af, als het re- |De fabel over de faats van katholie- heren kan, kort- de prullemand; die gggghzelf al lang over- het algemeen blijkt gQachte dat het nog zijn katholieke innen te kweken, ch el be rgen vreemd: Iets van vroeger, al bisschop Gljsen er ten anders over. Het bit de tijd dat de iken zich nog n afzetten. Maar in- I hebben we een an gelJP* maatschappij mede>- V®n de voor- odig wordt alleen ver- isriSfaRLE® hun V8ran|- ten en P'Jkheden op een n uit b' roonler dragen. Het uitenial dan k®8' o°k ka- rmijdeP zijn. mits ze hun voor ^aar 'n samenspraak r Ook] andef®n verrichten r Meer hun normen dwln- goed J? Proberen te leg men eLgsfö*^Wv^ill housiasï* gedacht". h betro nog 6608 schal- li» V..Pr het park en over in pPertiJen die de in- fajjfr Jsgebouwen meer DaarlnX omgeven: ■n besif® nle'- 'en- nl39 broedertrouw." otyK woorden zijn loos Ben de geladenheid ge^d door 1c Jurgens (nu voor- SANDben de NOS), door is van Thiel, oud- voorzitter van de Tweede Kamer, door de telgen van het geslacht Brennlnk- meljer, door een De Quay, een Van Lanschot, toen die zich hier onder de schutse van de Heilige Geest voorbereidden op een bij voorbaat succesrij ke politieke, bestuurlijke of zakelijke loopbaan. Lang vervlogen de tijd waarin geschreven kon worden: „Wij hebben de kinderen van de meest aanzienlijke katholieke familiën die eenmaal in de burgerlijke maatschappij invloedheb bende betrekkingen zullen bekleden". En: „Een keur bende van leken en gees telijken,- hier gevormd, heeft zich verspreid over ons land en over de gren zen, hun vaandel hoogge houden en het aanzien hunner kerk doen stijgen tot de hoogte die haar vol gelingen verblijdt en haar bestrijders eerbied af dwingt". Signaaltje Pater Schelbergen rouwt er niet om dat de laatste echo van dit snorkendè proza verstomd Is. Zijn zorg betreft meer dè vraag waar zijn 90 huidige pupil len heen moeten voor hun „lichte hulpverlening" wanneer Katwijk de Breul net over de drempel van zijn 150-Jarlg bestaan de poorten sluit. „Ik moet er gewoon niet aan denken dat ik ze straks goeiedag moet zeggen". Wel wil hij kwijt dat hij de sluiting een signaal vindt. „Of liever: een signaaltje. Een van de vele. Weer een Internaat weg. Kijk maar op het lijst je wat we al af hebben moeten strepen. Onze Lie ve Vrouw ter Eem In Amersfoort. Sint-Willibrord in Deurne. Hageveld in Heemstede. Mariënwold In Steenwijkerwold en zo gaat het door. Bij elkaar elf". Het komt, denkt pater Schelbergen, „omdat het katholieke volksdeel zich vroeger lekker kon laten verwennen door al die goedkope krachten In de vorm van paters, broeders, zusters, die de golf van roepingen opleverde. Jaar In, Jaar uit. Zo konden de scholen, de ziekenhuizen, de pastorieën eenvoudig en tegen geringe kosten bemand worden. Maar sindsdien zijn de roepin gen schaars geworden. Steeds meer leken moes ten bijspringen en die wil den vanzelfsprekend een normaal salaris. Ik waar deer die ontwikkeling ove rigens positief. Nu gaat de uitdaging naar de leken toe. Het brengt een nieuwe bezinning op gang. We groeien naar een nieuw beeld op allerlei terreinen. Misschien heb je het wel nodig dat dingen wegval len om tot het inzicht te komen: het moet eigenlijk allemaal ook anders. Wel vind Ik dat er Internaten op confessionele grondslag moeten blijven, desnoods met de overheidssteun die Katwijk de Breul dus niet heeft gekregen. De Inter naten houden zich bezig met opvoeden. Nou, ou ders dienen het recht te blijven hebben om te zeg gen: ik zou graag willen dat ons kind in onze geest wordt opgevoed. Ze moe ten kunnen beschikken over keuzemogelijkheden. Alleen maar hulpverlening en de confessionele kleur doet er verder niet toe. nee, daar voel ik niks voor". Ondertussen zal een ge denkboek ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan Een blik In een van de leerlingenkamertjee. do laatste daad zijn die Katwijk de Breul naar bui ten toe stelt. Merkwaardig genoeg wordt dit tevens het eerste gedenkboek In de geschiedenis van het Internaat. Beter laat dan nooit. In 1928 werd een poging ondernomen en een zekere pater F. van Hoeck zette trouw de eer ste vijftig Jaren op papier, maar een andere (anonie me) geschiedschrijver die de rest voor zijn rekening zou nemen, liet hot blijk baar afweten. Nu wordt dat historische gat einde lijk gedempt; en gelukkig. Zij die zo graag ironisch gewagen van „een broei kas van katholieke voor mannen, de kweekplaats van de 200 van Mortens", zullen gewaar worden hoe zeer een dergelijk Instituut 150 Jaar geleden broodno dig was. Schoolkwestie De schoolstrijd, en daaruit het volgende typerende staaltje: „WIJ, roomse Jon gens en meisjes die op de dorpsschool welke ik be zocht, drie-vierde van het gehele getal uitmaakten, moeeten het gereformeer de Onze Vader meebidden en ons twee maal '8 weeks laten stichten door het ver haal van de gruwelen der Inquisitie, van de heilige geloofsijver der protestant se martelaren en de geze gende gevolgen der Her vorming. Op zekere dag viel het de jongeheer N. die rooms was, te beurt een stuk te moeten voorle zen waarin werd gezegd dat de katholieke leer van de transsubstantiatie een onwaarheid was. De jonge heer N. weigerde en wierp tenslotte de onderwijzer het boek naar de oren. Grote onstettenis, gewlchte schoolkwestie". Ging het zo al op de lagere scholen toe, geschikte ge legenheden voor katholie ke Jongeren om zich voor te bereiden op een univer sitaire studie, kende Ne derland helemaal niet. Dit ervoer Cornelius Ludovi cus, baron van Wykersloth van Schalkwyk, „voortge sproten uit een familie die sinds de dagen van de re formatie steeds fier haar Roomsch Geloof was blij ven belijden". Ludovicus moest helemaal naar de koetechool Borgh, twee uur ten zuiden van het Duitse Munster, om zich op middelbaar en hoger niveau te kunnen bekwa men. Het was In die dagen dat de eerste plannen in hem opkwamen om „voor Jon gelieden die zich wilden voorbereiden tot de studie aan een universiteit, een Inrichting van opvoeding en onderwijs te stichten waar zij op godsdienstig en wetenschappelijk ge bied alles zouden vinden wat verlangd kon worden. HIJ schijnt persoonlijk ko ning Willem van zijn plan In kennis te hebben geeteld en het verlof tot uitvoering hoofdzakelijk te hebben nog heel wat jaren duren voordat we ermee Ehulden zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 23