Ernstige kritiek op vrije busbanenplan Roosje Margadant en Ruud Spruit droomden terug voor Javaanse Jongens Er kan iets liefs aanspoelen in een medicijnflesje van overzee ii S *gin<STAD/REGIO „ZOIETS DOET JE WEL WAT, IN EEN TIJD VAN TELECOMMUNICATIE EN SATELLIETEN" WÊ A I pverrompelend Optreden SOndeko-Za REACTIE FIETSERSBOND JUIST POSITIEF LEIDSE COURANT WOENSDAG 4 MAART 1981 PAGINA 5 Debbie (links) met haar moeder en haar jongere zusje. Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Het was niet de fles waar de geest uitkwam, maar wat de branding met rollers aanvoerde was toch best wel aardig. Zoiets gebeurt al eeuwen lang. Een verhaaltje in een notendop; „a message in the bottle", al was het maar een klein medicijnflesje. Welnu, het geschiedde op een blakende winterdag, begin februari, dat een fotograaf (eigengereid z'n naam schrijvend als Tejo) de strandwandeling Noordwijk-Scheveningen maakte. Ter hoogte van het over zee uitkijkende Katwijk werd zijn vaak dromerige blik eensklaps getrokken door een piepklein wit flesje. Een medicijnflesje, bij nader inzien: „tussen een troep narigheid en rotzooi op het strand". Tejo kan best vertellen. O jee ja. Informeert ook bondig: „Ik zag, dat er een briefje in was gestopt. Er zat geen druppel water in het met een zwart schroefdopje afgesloten medicijnflesje. Het briefje was nog smetteloos. Er stond op: beste vinder, stuur een briefje, met erop waar en wanneer je het flesje gevonden hebt, naar miss D. Pitman in Winterton, Great Yarmouth, Norfolk. Daar wonen onze Engelse overburen, want op de kaart zie je, dat Winterton pal tegenover Katwijk ligt. Het flesje maakte een rechtstreekse oversteek op de westenwind en de stroming". Tejo reageerde subiet. Het zilte nat parelde nagenoeg nog in zijn wat verwilderde baard. Hij had zich bereids een redelijk betrouwbare voorstelling van mejuffrouw D. Pitman gevormd. Daar is hij sterk in. Bovendien houdt hij van flessenpost. Toen hij eens, als avontuurlijk broekje in de wilde jaren, diende op het Nederlandse weerschip Cirrus genoemd naar de vederwolk, maar weerschepen schijnen in de huidige meteo- conceptie achterhaald door allerlei kunstmanen smeet hij, achter Ierland liggend, in eenzaamheid door verlangens aangetast, tot driemaal toe een fles met briefje overboord. Daar hoorde hij tot z'n nadrukkelijke spijt nooit iets op. Maar hij kon zich de opwelling van ene miss D. dus wel levendig voorstellen. Daarom kocht hij een ansichtkaart van Katwijk, een Katwijks stickertje en een derzelver plattegrond en gaf aan waar ongeveer hij het flesje gevonden had. Hij schreef, tussen al z'n bedrijven door, een briefje en zowat per kerende post kwam het antwoord. Tejo wist toen, voor de zoveelste keer, waar hij aan toe was. Miss D. Tipman bleek een schattig meiske van acht jaar te zijn, Debbie geheten. Ze zit in Winterton op de Primary School en haar onderwijzeres is miss Briggs: geheel en al rijp voor een Engelse t.v.-serie waarschijnlijk. Winterton aan Zee is een klein dorpje, rustig in de winter en druk 's zomers. Er zijn maar vijf winkels in Winterton. Een verrukking. De Tipmans, die aan deze voorzieningen genoeg hebben, wonen in een woningwetwoning met een heel grote tuin en Debbie heeft een wit konijn. Debbie had haar flesje midden januari aan de Noordzeegolven toevertrouwd en Tejo vond het ruim twee weken later, tussen de heidense bende van een strand dat nog niet aan het seizoen toe is. Debbie gooide al meer dan eens zo'n flesje in zee; een ouwe rot derhalve in de flessenpost-business. Tejo toch benieuwd: „Ik zou wel willen weten of ze daar weieens respons op heeft gekregen. Dat ga ik haar nou vragen". Want Tejo is nu aan de beurt om Debbie in te lichten over zijn rijpere identiteit en gedetailleerde lichtgevoelige levenswandel, voorzien van een foto. Maar hij vindt het best leuk. die tijdloze communicatie over eb en vloed. Tejo zou een oversteek naar het bij Londenaren nogal gewilde, iets genivelleerde Great Yarmouth, niet eens zo gek vinden. De Tipmans hebben er in de buurt een vakantie-kamp en een speelterrein, niet ver van het strand. Debbie: „Ik heb een zusje van vijf jaar, Tanny. Mummy verwacht een baby die elk ogenblik geboren kan worden; ze heeft het druk als huisvrouw. M'n dad speelt in een groep die Country Cooking heet". Wat zoiets als een vrolijke keuken kan zijn. Je weet het nooit, met iemand die overdag in Norfolk Broads zo heet de streek werkt. Zo kan het lopen, als je plezier hebt in (onverwachte) flessenpost. Doorgaans zal het tevergeefs zijn, maar als je beet hebt, kan zoiets een kick geven, in deze tijd van vliegensvlugge verbindingen en satellieten. Het is weer eens wat anders dan een „bakkie". Fotograaf Tejo mag dat wel, zo'n levensteken in een sliert smoezelig en onbestendig schuim, aan de rand van zijn bloedeigen Holland. De brief terug is inmiddels door Tejo geschreven; „ik heb Debbie gevraagd, me terug te schrijven; maar dan liever via de PTT". Tabak, Java en Javaanse jongeAs: ze horen bij elkaar. Je kunt er van roken, van zingen en over mijmeren. Als je nu Koninklijke Bedrijven Theodorus Niemeyer b.v. heet, zing je zelf niet, maar laat je dat in commissie doen,«op de teevee bijvoorbeeld. En mijmeren doe je als koninklijk bedrijf al helemaal niet; daar ben je dan een veel te gewiekst stel z'akenjongens voor. mm d Toch zag de marketing-top van Theodorus in tabak en sigaretten wel heil in het oprakelen van ontboezemingen over Java. Men liet anderen zelfs over Java dromen. Allemaal vanwege die Javaanse Jongens, die als zware shag over duizenden toonbanken gaan. Je ziet het ook meteen op het merkplaatje: twee Javaanse Jongens die een sjekkie rollen, met één been nog bengelend in de Tempo Doeloe, de goeie ouwe tijd die niet weerom komt; ook op Java niet. Maar erover schrijven gaat altijd nog wel. Je kunt heel wat herinneringen in regels kwijt. Dat hebben ze ook bij Theodorus ervaren. Wat deed TN anno 1819? Men beging een uniek genoemd experiment. De als Javaanse Jongens gemerkte „zware" stelde de afgelopen maanden namens de tabaksfabrikant advertentieruimte beschikbaar om mensen, die over het thema „Dromen over Java" wilden schrijven, te laten debuteren onder Theodorus' sponsoraat. Als voorbeeld dienden drie stukjes proza van de hand van routiniers als Bob den Uyl, Hans Sleutelaar en Hans Verhagen, schrijvers die ook een jury vormden om inzendingen te beoordelen. Veel Nederlands talent met Javaanse dromen in het achterhoofd reageerden op de uitnodiging. Bijna 900 inzendingen werden ontvangen; het peil ervan (nog afgezien van opgestuurde complete bouwtekeningen van Javaanse vliegers) bleek hoog. Tenminste tien verhalen waren van zodanige kwaliteit, dat door de sponsor werd besloten deze pennevruchten, tezamen met die waarop ik zo terugkom, te bundelen onder de titel „Dromen over Java". En Theodorus kan weer een eind verder met z'n Javaanse Jongens. Vorige week dan werd een eerste boekje met een bloemlezing van Javaanse dromen ten doop gehouden. Daar staat werk in van veertien schrijvers en schrijfsters met uitgesproken talent, ontdekt door het professionele, jurerende driemanschap, wiens eigen dromen ook in het boekje zijn opgenomen. Onder de aldus gehonoreerde .jonge" auteurs bevinden zich twee uit onze streken: Ruud Spruit uit Leiden en de pittige jong belegen Roosje Margadant-Dom, die ik al eerder, op haar zonnige balkon in Alphens Ridderveld, strikte voor een verhaal. Ruud Spruit springt eruit met „Javaanse ogen", een raak beeld van een gerepatrieerde Hollandse knaap die in de ontdoen van een herinnering aan de sprakeloze verbazing in de ogen van een Javaanse jongen die hij, trillend van schrik, uit zelfverdediging had moeten doden. De Hollandse jongen, terug in Nederland, overleeft die herinnering niet. Een sterk geschreven droom. Roosje laat in „Mijn jaren op Java" ik vermoed autobiografisch een bestuursambtenaar vertellen over zijn tien gelukkigste jaren van zijn leven: de jaren op Java, onder de ontelbare onwezenlijke kleuren in de schapewolkjes en de ruisende tjemara's.. Nee, daar kun je nooit tabak van krijgen! Bob den Uyl (links) overhandigt Leidenaar Ruud Spruit zijn boekje „Dromen over Java". est en__ m( EIDEN De Schouwburg was gisteravond geheel in ^Paarfe ban van de Japanse groep Ondeko-Za, die voor de "oe ,er(*e keer een wereldtoernee maakt. De basis van deze zich oeP *s ^en boeddhisme; door middel van meditatie ar ges:re^en sPe*ers de juiste concentratie voor het bespe tn va? bommels, en omgekeerd, door het spelen ra- tn in meditatie. Er is een groot aantal groepen in gevonlPan <?at °P deze manier werkt, maar Ondeko-za is de met rige die zich terug trekt op een eiland om daar een ri- >ureus dagprogramma af te werken; iedere dag 20 kilo- i« eter hard lopen, vegetarisch eten, de kachel pas aan bij n geb Celsius enz. n 1907 1 de n Döfdonderdeel van het optreden zijn de trommels, te verde- tegern kleine, middelgrote, en één grote trom van 400 kilo. ijdencet nummer Monochrome II demonstreerde al de grote con- genon ntratie van de spelers. In perfecte samenhang lieten zij het wege duid van hun trommels aanzwellen en weer afsterven, en ïten kleine ritmeverschillen optreden die weer naar het ba- ens wiritme teruggebracht werden. Monochrome bootste de ver- hillende manieren na waarop regen kan vallen: zacht rui- onde nd, in enkele dikke druppels, hard kletterend, in een com- ie ete wolkbreuk, en steeds in dezelfde harmonie. Na de pau- en va werd de grote trom bespeeld, die de Schouwburg tot in de h° h terste boeken deed trillen. Het publiek werd omspeeld met "ff b duid en meegevoerd in de ritmeversnellingen, tegenritmen iz. Direct daarop volgde het slotnummer, met de kleine en 6 th 1 'dde'6rote trommels. VV0^ bijzonder knap werd de samisen bespeeld, een snaarin- Haarl ument dat op de banjo lijkt, maar bespeeld wordt met een 'ingei ectrum dat meetikt op het klankbord. In Tsugaru kwamen 'ef musici tot uitstekend samenspel, doorweven met enkele '°'s- Ook het samenspel tussen de twee spelers van de sha- ge 'hachi, een fluit gesneden uit het onderste deel van een et gei 'mboestengel, was perfect. Het samenspelen is des te moei en oiker, daar door het ontbreken van een riet de spelers tel- gegrc ins de juiste toon op de fluit moeten vinden. Bewonderens- ol bez aardig was ook de zuiverheid van de tonen, die hoofdzake- geve k tot stand kwamen door overblazen. Jacqueline Mahieu LEIDEN De Stichting Leidse Binnenstad en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijn land hebben de nodige kritiek op het gemeente lijke busbanenplan (Le- vendaal-Hoge Rijndijk). De stichting stelt, dat de belangen van het auto verkeer (indirect de winkeliers) niet mogen worden verdrongen. Ook met betrekking tot de parkeergelegenheid in de binnenstad heeft de stichting kritiek. De Ka mer van Koophandel vreest vooral dat de aan leg van vrije busbanen, de doorstroming van het autoverkeer negatief zal beïnvloeden. De kamer zegt zich tevens te kun nen vinden in de argu menten van de winke liers, die menen dat de busbaan een goede be reikbaarheid voor clien tele en bevoorradings- verkeer in de weg staat. De ENFB (Echte Neder landse Fietsersbond) blijkt daarentegen nogal ingenomen met de ge meentelijke plannen, waarin met name het langzame verkeer en het openbaar vervoer de no dige aandacht krijgen. Uit het gegeven, dat de ver voerswijze bij winkelbezoek voor een groot deel per auto geschiedt, concludeert de Stichting Leidse Binnenstad, dat aan het autoverkeer veel aandacht moet worden ge schonken. „Het stimuleren van openbaar vervoer en lang zaam verkeer mag niet ten koste gaan van het overige ge motoriseerde vervoer. Het eenzijdig terugdringen van met name de auto's betekent een belemmering voor het economisch functioneren van de bedrijven in de binnen stad", aldus de stichting in een brief aan het Leidse gemeente bestuur. Voorts vreest zij dat de aanleg van vrije fietspaden op een groot gedeelte van het Levendaal en het handhaven van de brede trottoirs tot een versmalling van het wegpro- fiel leiden. Ook is de stichting tegen de plannen om het ver keer komend vanaf de Bree- straat richting Levendaal via de Geregracht om te leiden, omdat dan een knelpunt op de Geregracht zou ontstaan. Het vervallen van de verkeerslich ten op de Garenmarkt zal tot gevolg hebben, dat de parkeer plaatsen op de Garenmarkt vanaf het Levendaal nauwe lijks zonder gevaar te bereiken zijn. Het is voor de stichting onaan- vaardbaaar, dat de bereikbaar heid van de bedrijven in de omgeving van het Levendaal wordt verminderd door de herinrichting van het traject. Bovendien vermoedt de SLB, dat bij foutief parkeren in de laad- en losvakken, het laden en lossen op het rijvak in de hand gewerkt wordt. Een dat zou de doorstroming van het verkeer weer belemmeren. Ook de aanleg van fietspaden kan volgens de stichting leiden tot problemen met het laden en lossen. De stichting draagt ook mogelijke oplossingen voor een aantal problemen aan. Zo wordt gepleit voor een fietssuggestiestrook, aanleg van schuinparkeerplaatsen en de aanleg van een parkeerga rage op de plaats van het San ders-complex. Circulatie De Kamer van Koophandel schrijft in principe te-Jcunnen instemmen met maatregelen die het busverkeer bevorde ren. „Echter, in het onderha vige project is er, evenmin als in het. verkeers-circulatieplan, sprake van een onvoldoende evenwichtige benadering", al dus de kamer in een brief aan B en W. De verbeterde verbin ding Hooigracht-Lammen- schansweg wordt evenwel po sitief beoordeeld, omdat de functie van de City-ring hier door ondersteund wordt. De Kamer waarschuwt er reke ning mee te houden dat de toekomstige parkeergarage 'Sanders' bereikbaar moet blij ven. Over het gehele traject zullen er, als gevolg van de smalle wegprofielen, proble men voor het gewone verkeer ontstaan en parkeerplaatsen verdwijnen, vreest de kamer. De kamer stelt het college dan ook voor de zogenaamde fysie ke verkeersgeleiders (vlucht heuvels, etc.) uit het plan te schrappen. Hierdoor zou meer ruimte worden geschapen voor het doorgaande verkeer. Bo vendien moet het scheepvaart en wegverkeer beter op elkaar afgestemd worden door de bruggen in het traject tijdens de spitsuren niet meer te ope nen. Een betere afwikkeling van het verkeer zou ook ge vonden kunnen worden in het creëren van alternatieve rou tes. „Daartoe moet met kracht worden gestreefd naar de aan leg van rijksweg 11", aldus de Kamer. De aanleg van het grootste gedeelte van deze weg is inmiddels door de Tweede Kamer tot na 2000 uitgesteld. Volgens de kamer is met name het gedeelte tussen de A4 en de A44 (Rijksweg 11-west), mede in verband met de aan leg van het industrieterrein Roomburg, van essentieel be lang om het verkeer uit Lei den, en dus van de Hoge Rijn dijk, weg te houden. Tijdverlies De ENFB, die als doelstelling heeft voorrang te verlenen aan die vormen van verkeer, die veilig zijn en het milieu sparen (maar ook voor voet gangers en openbaar vervoer), staat positief tegen de plannen. Toch plaatst de bond enige kanttekeningen. In het ge meentelijke plan mist de bond schattingen over het tijdverlies van voetgangers en fietsers, het effect op de rijtijd van het autoverkeer op de route en de afname van het aantal auto's op de route. De ENFB is niet in alle gevallen voor vrijlig- gende fietspaden, omdat het op veel kruispunten beter voor de vlotte afwikkeling zou zijn om de fietsers mee te laten stromen met het overige ver keer. Voorts stelt de bond in zijn reactie op het busbanen plan, dat de aanleg van vrije fietspaden niet tot gevolg mag hebben, dat de autoweg een racebaan wordt. Voorgestelde maatregelen daartegen zijn bo menrijen, bochten en goede oversteekplaatsen. Voorts moeten de tijdstippen van in- en uitschakeling van de ver keerslichten niet vastgesteld zijn op enkele vaste uren per dag. De Fietsersbond vindt, dat de lichten verkeersafhan- kelijk moeten kunnen werken. Tenslotte vindt de ENFB. dat bromfietsen op de rijweg en niet op vrijliggende fietspaden thuishoren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5