Monumentenzorg
geen krampachtige
verplichting jegens
voor- en nageslacht
Helderziende
André Groote
zingt en geneest
De Wlllemekerk in Den Haag: een compleet nieuw
gebouw tegen de gespaarde gevel geschoven. Een
kantoor dat zich aan de straatzijde laf verschuilt
achter een wand die de schijn van een gave 19e
eeuwse bebouwing moet ophouden.
I van de tentoonstelling „Zorg om Monumenten-
AMSTERDAM „De fundamenten van |e ge-
achladania zijn bepalend voor de herkenbaar
heid én de manier waarop Iemand functio
neert", heeft etaataaecrotaria Wallia de Vriea
van CRM onlange In een vraaggesprek ge
zegd. „Je kunt alleen In vrijheid functioneren
ala Je ook kritisch bent ten opzichte van dat
gene wat in het verleden gedaan is. Dit ele
ment zit sterk In dat van monumenten, musea,
archieven en ook in natuurbescherming. De
hele problematiek van de zorgvuldige inrich
ting van het land met al zijn karakteristieke
gegevens ia van ontzettend groot belang voor
het geluk van mensen in de toekomst".
In dienst van dat geluk geeft het Rijk onder
meer jaarlijks 100 miljoen gulden uit voor mo
numentenzorg. Over de wijze echter waarop dit
geld wordt besteed, over de hele aanpak van
het monumentenbeleid en de samenhang daar
van met andere beleidsterreinen die de kwaliteit
van de omgeving bestrijken, is een steeds bre
dere discussie gegroeid. Waarom, wat, hoe en
voor wie wordt er eigenlijk beschermd en geres
taureerd? In het Nederland van vandaag doet
men, zolang er geen sprake Is van monumenten
dan wel beschermde dorps- en stadsgezichten,
veelvuldig Ingrepen In de omgeving op basis
van economische maatstaven; een zorgvuldige
omgang met de omgeving krijgt een veel lagere
prioriteit. En Is er sprake van een monument,
van een beschermd dorps- of stadsgezicht, dan
staat die zorgvuldigheid meestal wel op de eer
ste plaats, maar slaat de balans over naar het
andere uiterste en restaureert men niet zelden
veel meer dan voor het behoud van historische
waarden en stedebouwkundlge of architectoni
sche kwaliteit noodzakelijk Is.
Reizende expositie
Om deze kritiek vorm te geven en te verklaren,
heeft de Stichting Wonen In zijn gebouw Leldse-
straat 5 te Amsterdam de tentoonstelling „Zorg
om Monumentenzorg" Ingericht. Zij blijft op dat
adres tot 29 maart te zien en staat daarna ter
beschikking van steden die er belangstelling
voor hebben; dit In het kader van de doelstel
ling die de stichting nastreeft: „bij een breed
publiek "belangstelling wekken voor de vormge
ving, het gebruik en het beheer van de bebouw
de omgeving, bovendien het bevorderen van
een beleid ten aanzien van die omgeving waar
bij kwaliteitsmaatstaven meespelen".
„Zoals er nu monumentenzorg gepleegd wordt,
lijkt het op het aanleggen van een schelpenver
zameling", willen de samenstellers met hun ex
positie duidelijk maken. „Er wordt iets opge
raapt en vervolgens buiten de oorspronkelijke
voedingsbodem in een kastje geplaatst". Prof.
Nlek de Boer, hoogleraar stedebouwkunde aan
de technische hogeschool te Delft, daarover:
„Het bestaan van zoiets als monumentenzorg is
op zijn minst een twijfelachtige zaak. Het cultu
reel bewustzijn van onze samenleving Is blijk
baar niet zo sterk dat het een vanzelfsprekend
heid wordt de entourage van die cultuur, de ge
bouwde en aangelegde omgeving, stelselmatig
te onderhouden. Wat vorige generaties met
zorg en vakkennis hebben ontworpen en uitge
voerd, wordt niet logischerwijs zorgvuldig ge
bruikt en beheerd en voor vervanging bestaan
geen Ingewortelde criteria. En zo verwaarlozen
we; we laten tot verval komen; we laten verkrot
ten. En nu dat te gek wordt, blijkt elk onder
scheidingsvermogen te ontbreken en geloven
we dat alles wat oud is, ook waardevol is en het
nieuwe verwerpelijk".
Absurd
Prof. De Boer noemt dit een absurde situatie.
„Tot het wezen van de stad behoort de aanpas
sing aan nieuwe Inzichten en ontwikkelingen",
betoogt hij. „Het willen bewaren van stukken
stad is a-hlstorisch en het bewaren van alleen
uiterlijkheden Is ronduit bizar. Dat leidt tot een
schljnstad waar grote aantallen panden een in
houd en een betekenis suggereren die volstrekt
afwijkt van de werkelijkheid. Architectuurbe
drog. De stad als prentenboek". Als voorbeeld
geeft prof. De Boer (en toont de expositie) de
Willemskerk In Den Haag. Daar Is tegen de ge
spaarde gevel een compleet nieuw gebouw ge
schoven, een kantoor dat geen enkel verband
heeft met de oorspronkelijke architectuur, maar
dat zich aan de straatzijde laf verschuilt achter
een wand die de schijn van een gave 19e eeuw-
se bebouwing moet ophouden. En de Haagse
Willemskerk staat niet alleen. „Het huidige mo
nument- en restauratiewezen zet ons talrijke ge
vels voor die als loze schermen tegen gebouwen
staan waarmee ze geen wezenlijk contact heb
ben. De historische schijngevel die een totaal
andere bestemming suggereert dan de werkelij
ke bezigheden in het achterliggende gebouw. Is
al lang geen zeldzame verschijning meer in ons
land. De zorg om het ons overgeleverde stads
beeld is op die manier nogal huichelachtig. Ze
miskent onder meer de mogelijkheid dat toe
komstige bebouwing met contrasterende archi
tectuur een boeiende dynamiek In het stads-
'beeld kan brengen".
Het bewaren van curiosa als hunebedden, plag-
gehutten, stadspoorten, molens, het inrichten
van enkele openluchtmusea: waarom niet?
„Maar geen krampachtige verplichting jegens St6fi6l
voor- en nageslacht", waarschuwt prof. De
Boer. „Geen dwangmatige verzamelwoede.
hardstenen stoep, aangepaste antieke verlich
ting; het draagt alleen maar bij tot de histori
sche idylle die slechts kapitaalkrachtigen zich
kunnen veroorloven. Wie van de oorspronkelijke
bewoners woont er nog in het Bergkwartler van
Deventer? Wat Is Bourtange In Groningen („met
een subsidie van 20 miljoen gulden heeft men
deze 400 jaar oude, schilderachtige vesting te
ruggebracht naar de stand van 1750 toen de
schans op zijn sterkst was") anders geworen
dan een maquette met een schaal van één op
één? Niet alleen Is de vroegere bewoners de
huur veel te hoog, maar ze kunnen er ook niet
meer wonen: een leven in schoonheid Is slechts
voor weinigen weggelegd. En de nieuwe, kapi
taalkrachtige bevolking? Diens Inbreng bestaat
hoogstens uit een levenloze netheid".
Waarom zouden we zinloos geworden spoor
wegstations beschermen? Ze zijn op oude
prentbriefkaarten niet alleen aardiger, maar ook
meer verantwoord voor het nageslacht
bewaard: in bedrijf en In een authentieke omge
ving. Het is oprechter oude boerderijen af te
breken dan ze te verminken tot (tweede) wonin
gen, cash- en carrybedrijven of restaurants".
Onherkenbaar
Orvelte in Drente de toeristenfolders prijzen
het de hemel in. „Oud-Saksich kijkdorp. Dit mo
numentendorp is geheel in oude staat hersteld.
Prachtige boerderijen staan aan smalle straat
jes die voor verkeer gesloten zijn". De tentoon
stelling „Zorg om Monumentenzorg" echter
toont de aanzienlijk minder glanzende keerzijde
van de medaille. „Een dorp als Orvelte wordt
als bouwkundig geheel hersteld tot een vorm
die voor een Drentse boer van voor de industri
ële revolutie waarschijnlijk volstrekt onherken
baar zou zijn. Bovendien heeft al dat mooie en
volledige restaureren op het sociale vlak vaak
een rampzalige uitwerking: de oorspronkelijke
bewoners keren niet terug. Wonen er in Orvelte
nog boeren? Een gereconstrueerde topgevel
met nieuw oud beeldhouwwerk, een stralende
Zo'n monumentenzorg vervreemdt een huis, een
dorp, een wijk, een binnenstad juist van zijn ei
gen geschiedenis, wil de expositie van de Stich
ting Wonen bewijzen. Ze worden op een sokkel
geplaatst. Er komt een sierlijst omheen. Het le
ven is er al te vaak uit verdwenen. Restaureren
is prachtig, maar niet ten koste van de gegroei
de sociale structuur. Wie er woont, moet er kun
nen blijven wonen. Het best Is het voortbestaan
van belangrijke restanten uit het verleden ge
diend met eenvoudig herstel. Onhistorisch res
taureren dat wil zeggen het bevriezen van
een als Ideaal geziene toestand in het verleden
leidt tot starre, onaantastbare, dikwijls ste
riele monumenten In plaats van tot gebouwen
die nut hebben voor het heden als waardevolle
en onvervangbare bestanddelen.
Prof. Nlek de Boer blijft er pessimistisch onder.
„Wat te zeggen van het culturele perspectief?
De liefde voor de gebouwde omgeving ligt blijk
baar niet In onze samenleving verankerd. Het
restauratiewezen kan enige munt slaan uit de
nostalgische behoudzucht, maar die Is modieus
en gespeend van inzicht en kan dus spoedig
weg-ebben. Noch deugt ons onderwijs. We le
ren niet of nauwelijks naar de omgeving te kij
ken laat staan hoe we die kunnen gebruiken
en moeten inrichten. Voorlopig is er geen
hoop".
PIET SNOEREN
niet
De mensen schuifelen langs de winkels. Het Ie
In de etad. En koud. Winterjassen en rooie neuzen. And ré
loopt langs de rand van het trottoir. HIJ Is tien Jaar en
uit school. De grote mensen gaan niet voor hem opzij en
„hindert hem. Voor de etalage van een speelgoedzaak ver-
wkano hjj 2ijn ijchaam. HIJ zweeft omhoog tot hij de mensen on-
wasikh ifeL Zijn willoze lichaam la veranderd In een beetuur-
cocon. André Groote zweelt boven de etraat en zorgt er
dat zijn lichaam op het trottoir nergens tegenaan botst
een spelletje dat hij vaker speelt om de verveling te ver-
it 8oms laat hij zijn lichaam achter op aarde en reist
het universum naar planeten en werelden achter zon en
maai,twL Alt h|iWMr <hu,# k°mt vertelt hij moeder wat hij gezien
Tnaf Ze luistert naar zijn verhalen en zegt niet veel. Haar
)ji is paranormaal begaafd, dat heeft ze al gemerkt toen hij
'fy"droumoo wn on voorapolllngon dud dié altijd ultkwa-
;klgat>r
?''SnP Qroole ls Inmiddels een volwassen man. HIJ woont In een
ïJmbF Zwolle en heeft 660 drukke praktijk als paranormaal gene-
Honderden mensen komen met lichamelijke en geestelijke
ï/nVtementen b|J hem en velen O®00 oPQOknaP1 naar hul#- H,J
■[!P fj.gebeurtenlssen uit het verleden en spoort verdrongen ang-
hiin* opSoms heeft h,J aan 660 telefonisch contact met een pa-
tnlnai vo,doende om te vertellen wat er aan schort. Of aan een
te skldj08** ln het fl0val van 60-jarige Herman Jacobs uit Nlj-
u!!oWbs was door hu,sarts ongeneeslijk ziek verklaard. Zijn
Srren kregen te horen dat vader nog enkele maanden zou Ie-
"yfJUZijn dochter legde een foto van hem voor aan Andrö en die
//oérft?do dat er van 660 drnstige ziekte geen sprake was. Op aan-
'r van E00 van de fam'"8 vond ©en nieuw onderzoek plaats, waarbij
/»«fl/Cpecla,lst vastste|de dat de kwaal Inderdaad onschuldig was.
OTefcT™1116 haalde opgelucht adem en vader knapte zienderogen
5//<rS?1^Nederlands echtpaar haalde André naar Amerika waar hij
5®° met de politie naar hun verdwenen zoon zocht. In Neder-
vertelde hij de ouders al dat hun zoon gevonden zou wor-
1oor „mensen in het groen". Tijdens een hypnose-experl-
waarvan Amerikaanse onderzoekers rapport opmaakten,
'9 André feiten die later bleken te kloppen. Jagers vonden
aam In de bossen.
„Op een congres van politiefunctionarissen Is het rapport
ken en Ik heb een brief gekregen waarin de politie zegt
t experiment erg is Ingeslagen. In Nederland werk Ik niet
met de politie. Ik word wel eens opgebeld met de vraag of Ik
MLlets kan zeflSen over een bepaalde zaak. Op de vraag: kan
'tigo vfy u samenwerken, krijg ik dan vaak te horen: „Nee, want wij
©n daar niet In, maar de ouders vroegen of we u wilden bel-
De politie begrijpt niet dat een paragnost een stukje van de
..r* kan pakken. De politie heeft vaak ook een stukje en sa-
z® kun je dan tot resultaat komen".
Groote werkt niet mee aan experimenten die er op gericht
'"srziendheld te verklaren. HIJ zegt: „Het testprogramma
Engelse professor Is totaal anders dan van een Amerl-
of een Nederlander. Als je daaraan mee gaat doen, verdoe
korte tijd dat je op aarde bent aan het bewijzen van de
i van die bewuste onderzoeker. Ik ga geen cijfertjes op
IJes raden als ik daardoor mensen die mijn hulp nodig heb-
et laten schieten. Laten de onderzoekers mij maar volgen
de mensen praten die ik behandeld heb. Ik hoef mezelf
bewijzen. Ik vervul de opdracht die Ik in dit leven mag
en daar heb Ik genoeg aan".
j
rge wh
ardlg
Ie ski
ok lai
9. die
italns j
Tor w/f.
keken i,
des
örs
Op
Ie Ci
komst
flZ!llj!( aan de toekomst denk, zie Ik dat over een paar duizend
7 skl&lbereikt Is waar wij nu naar streven. Ik geloof In een toe-
waarln planten, dieren en mensen zich bewust zijn van
'geestelijke en lichamelijke bestaan. Het kanlbalisme dat
wallen nu nog uitoefenen op dieren en planten Is dan niet meer
Er zal een bewustzijn komen waardoor gedachten en wen-
toffelljk gemaakt kunnen worden. De taal Is dan overbodig
er is communicatie mogelijk via de geest, tussen alles wat
at. Reizen In tijd en ruimte is dan voor iedereen mogelijk,
we nu naar Amerika gaan kunnen we dan naar werelden en
sten ln de onbeperkte uitgestrektheid van het universum".
DICK r*6'1 hoe hij in zijn jeugd een sterke drang voelde om zieke
mensen aan te raken. Een onbedwingbare drang pm zijn hand
op het voorhoofd van de zieke te leggen. „Dat was wei eens erg
moeilijk want ik durfde het niet te doen. Ik was bang dat de men
sen het gek zouden vinden. Jaren later had Ik een oude buur
vrouw die ernstig ziek werd. Ik vond haar op een dag in een toe
stand die geweldig slecht was. De dokter gaf haar nog maar een
paar weken te leven. Ik voelde weer die onstuitbare drang om
haar aan te raken en legde mijn hand op haar voorhoofd. Toen Ik
dat een paar keer gedaan had zei ze dat ik er mee door moest
gaan. „Ik voel dat je me helpen kunt" zei ze. Binnen enkele da
gen knapte ze helemaal op en ze heeft nog jaren geleefd. Dat
was voor mij een keerpunt. Ik wist dat ik iemand genezen kon".
Muziek
Terwijl hij langzaam maar zeker mensen om zich heen verzamel
de die In zijn heilzame kracht geloofden, speelde hij In de pop-
Sroep Alrbubble en trok daarmee door het land. HIJ schreef lied-
)s en werkte onder meer mee aan de Ip's van zijn neef Peter
Schaap. Alrbubble haalde de hitparade en maakte zeven singles.
Op het ogenblik werkt André aan een Nederlandstalige lp waar
op hij eigen liedjes zingt. In de teksten klinkt zijn paranormale
begaafdheid door. „Ik denk er over om met een liedjesprogram
ma door het land te gaan en de muziek en het paranormale te
combineren. Hoe dat precies moet weet ik nog niet maar Ik leef
al heel lang in twee werelden en die wil jk samenvoegen".
De ervaring die hij In de popgroep opdeed, kwam hem goed van
pas toen hij begon mee te werken aan openbare voorlichtings-
en demonstratiebijeenkomsten. Avond aan avond reist hij door
het land om lezingen te houden over onder meer parapsycholo
gie, reïncarnatie en leven na de dood.
André Groote ontmoette eens een man die erg rusteloos was. Hl)
was beroepsmilitair geweest en pas met pensioen gegaan. „Ik
zag dat hij In een vorig leven een Amerikaanse militair was ge
weest die In de Eerste Wereldoorlog sneuvelde". Ik beschreef
een kerkhof In Zuld-Frankrljk en zei dat hij daar eens moest gaan
zoeken. De man ging Inderdaad naar Frankrijk en vond in een
omgeving die ik letterlijk had beschreven een kerkhof. Er was
'een aula met een boek waarin namen stonden van gesneuvelde
militairen. Toen de man het boek opensloeg, zag hij zijn eigen
naam. Het scheelde maar één letter. De man is op zoek gegaan
naar de geboorteplaats van de militair en vond uit dat de soldaat
In Amerika was geboren in een plaatsje dat Rotterdam heet. Het
gekke Is, dat de man in dit leven ook in Rotterdam is geboren.
De periode na zijn pensionering leek voor hem een grote leegte,
maar het pakte anders uit. Hij Is nog dagelijks bezig om meer te
weten te komen over de Amerikaanse militair die op zijn twintig
ste sneuvelde".
Helpen
André weet dat dergelijke verhalen door weinig mensen geloofd
worden maar dat deert hem niet. Zijn belangrijkste bezigheid is
het helpen van mensen die op welke manier dan ook ziek of on
gelukkig zijn. Hij werkt samen met fysiotherapeuten, psychiaters
en doktoren. HIJ zegt niet rijk te willen worden van zijn patiënten.
Ze komen uit het hele land. „Sommige paragnosten hebben een
kruldenfabrlekje en worden miljonair. Ze moesten zich dood
schamen. Als Ik maar gewoon kan leven ben ik gelukkig. Geld is
niet belangrijk".
„Eigenlijk ben Ik een paranormale socialist, want Ik laat de men-
,sen betalen naar de hoogte van hun inkomen. Sommigen betalen
niets en anderen vraag Ik voor een consult van anderhalf uur vijf
tien gulden. Mensen die geld genoeg hebben kunnen best wat
meer betalen. Ik kan tenslotte niet op een houtje bijten".
AB DRIJVER