Hans van Doorneveldbescheiden trainer van een bescheiden club e I Sandra de Kruiff nog steeds een tafeltennisbelofte Si Financiën" beletsel SS bij indoor^A atletiek SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 28 FEBRUARI 1981 ^-ORÏ Hans van Door neveld vóór de Ingang van het stadion. Foto: Kees Verkerk. HAARLEM De roem is Hans van Doorneveld be paald niet naar het hoofd gestegen. Acht maanden pas is de 40-jarige IJmuidenaar werkzaam als hoofdtrainer, maar in die betrekkelijk korte perio de heeft hij al een aantal successen op zijn naam gebracht waar een groot aantal collega's de vingers bij aflikt. Maar bij de trainer van Haarlem, dat op overtuigende wijze lijkt af te stevenen op het kam pioenschap in de eerste divisie en herovering van de vorig jaar verloren positie in de eredivisie, is geen spoor te ontdekken van iets dat ook maar zweemt naar zelfgenoegzaamheid. Van Doorneveld is dezelfde ongecompliceerde voetbalman gebleven die hij eigenlijk vanaf het moment dat hij zijn trai nerscarrière begon, was. In het vaak zo bol van zelf voldaanheid en zelfoverschatting staande voetbal wereldje is het daarom bijna een verademing een fi guur als Van Doorneveld te ontmoeten. Een trainer die er geen enkel punt van maakt een gemaakte fout ruiterlijk te erkennen, waar collega's een wolk van nietszeggendheid doen opstijgen, waarachter het aangenaam verbergen is. „Ik houd niet van kapsones en egotrippers. Van een man als Wester hof (assistent-trainer van Feyenoord; red.) word ik doodziek. Die vervangt tijdelijk Jezek en maakt er een compleet eigen show van. Ongelooflijk". Hans van Doorneveld zégt niet alleen wars te zijn van dit soort showmatig gedrag, uit zijn optreden valt ook in vele opzichten af te leiden dat hij de daad bij het woord voegt Weliswaar bedient hij zich van een taalge bruik dat nauwelijks afwijkt van het door gaans door voetbaltrainers gebruikte jargon, maar inhoudelijk zijn er wel degelijk ver schillen. Waarbij het sympathiek aandoet hem te horen zeggen dat hij niet streeft naar persoonlijke erkenning, maar de eer groten deels bij zijn spelers legt. Terwijl het toch onmiskenbaar is dat juist in het geval van Haarlem dat, na het uitschakelen van Feye noord in het KNVB-bekertoernooi, afgelo pen woensdag opnieuw een gave prestatie neerzette door tegen AZ '67 een meer dan verdiend gelijkspel te bewerkstelligen, de invloed van de trainer aanwijsbaar is. Een dag na de spectaculaire verrichting le gen AZ '67 is voor Hans van Doorneveld de routine van alledag weer aan de orde. Wel iswaar wordt zijn stemming nog voor een groot deel beïnvloed door de tevredenheid over het bekerresultaat van daags tevoren, hij dient zich toch vooral weer te richten op het gebeuren van morgen, wanneer de eer ste divisiecompetitie weer de aandacht opeist En Haarlem mag dan kunnen bogen op een vrijwel onaantastbare voorsprong in dat milieu, vooralsnog dient het kampioen schap toch eerst tot een feit te worden ge maakt. Waarbij het tevens zaak is de aller wegen veroverde goodwill, vertaald in pu blieke belangstelling in het stadion aan de Jan Gijzenkade in Haarlem Noord, te conti nueren. En dat was de primaire taak van Hans van Doorneveld, die aan het begin van dit seizoen een onder zijn voorganger Barry Hughes behoorlijk uitgeblust werk klimaat aantrof. Met die interesse van de toechouwers voor de verrichtingen van Haarlem is het ondanks de riante competi tiepositie met een gemiddelde van tussen de drie- en vierduizend betalende kijkers nog niet zo imponerend gesteld. Met de sportie ve prestaties daarentegen kan het echter nauwelijks beter. Meest minimale Waarbij het typerend is voor de opstelling van Hans van Doorneveld, die bij Haarlem terugkeerde na een vijfjarig verblijf als hulptrainer bij AZ '67, dat hij zijn inbreng daarin terugbrengt tot het meest minimale. „Ik heb een aantal spelers op een andere plaats neergezet", klinkt het bescheiden. Zonder daar aan toe te voegen dat hij met een nauwelijks ander spelerspotentieel (Kramer en Reuser vertrokken, Leysner kwam) werkend dan Hughes, eveneens heeft gezorgd voor een aanzienlijk frissere aanpak, lees: positiever spel. Ondanks die verschillen in benadering én resultaten is Van Doorneveld niet te verleiden tot uit spraken, die op zijn minst kritiek zouden kunnen inhouden op zijn voorganger en te vens degene, onder wie hij zelf nog enige ja ren bij Haarlem als assistent heeft gewerkt. „Ik heb over Hughes als trainer geen oor deel, omdat ik in die tijd het jeugd team 's avonds onder mijn hoede had. Maar hij was altijd wel één brok enthousiasme. Je kon bovendien altijd erg met hem lachen. Een gevoel voor humor dat die man had, onge looflijk. Die grammofoonplaat van Hughes v '•,d ik ook schitterend. Alleen moeten ze 1 n hier na afloop van een wedstrijd niet meer draaien. Dat heb ik ze verboden". Weinig vleiend Het is tekenend voor de houding van Hans van Doorneveld dat hij zich op geen enkele wijze negatief uit over zijn voorganger Barry Hughes, hoewel deze zich een aantal keren toch weinig vleiend over hém heeft uitgelaten. „Hij heeft me een paar keer een snotneus genoemd. En hij vond het vreemd dat ik hem niet een paar keer had gebeld. Maar waarom zou ik contact met hem zoe ken? Ik kan mijn eigen boontjes wel dop pen. Ik ben zeker geen toptrainer, die de wijsheid in pacht heeft. Maar ik heb zo langzamerhand toch de overtuiging gekre gen dat ik niet zo'n slechte ben. Waarbij ik niet zal ontkennen dat ik een portie geluk heb gehad met Haarlem. Dat heeft er zeker toe bijgedragen dat we'nu zo'n goede, klasse ring innemen". Van Doorneveld geeft wel toe dat er in zijn. leven het nodige is veranderd sinds hij hal verwege vorig jaar het roer in handen kreeg bij Haarlem. Van een betrekkelijk anonieme rol in het betaalde voetbal als assistent van Georg Kessler bij AZ '67, die hij overigens verscheidene keren als verantwoordelijke man heeft vervangen, is hij geworden tot een figuur die nu regelmatig in de publici teit komt. Dat is naar zijn mening een niet eens zó onplezierige konsekwentie. Even min alsJiet grotere spanningsveld dat zijn privé-léven is binnengeslopen. Meer moeite heeft hij met de veranderde houding van een aantal betrokkenen in de voetbalwereld. „Er wordt anders tegen je aan gekeken. Dat is natuurlijk niet zo vreemd wat de pers betreft. Ik voelde me altijd wel gelukkig met die geringe belang stelling van de media vroeger. Vooral omdat je overal tussenin staat Ik heb me altijd achter de hoofdtrainer opgesteld. Dat is me goed bevallen. Daarom heb ik misschien zo'n hekel aan zo'n man als Westerhof. Waar ik ook moeite mee heb is het gedrag van sommige mensen in de voetbalwereld. Toen ik nog geen hoofdtrainer was zagen ze je niet staan. Nu willen ze ook een graantje van de publiciteit meepikken. Dat stuit me tegen de borst Daar houd ik niet van". Onwillige knie Ruim tien jaar nadat Hans van Doorneveld door een onwillige knie gedwongen een streep moest zetten onder zijn actieve loop baan, die hij als grillige linkerspits bij Stormvogels (waar hij op 16-jarige leeftijd in de eerste divisie debuteerde en waar hij een uitverkiezing door Elek Schwartz voor het UEFA-team door een meniscusoperatie te loor zag gaan) en vaardige linkshalf bij eerst KFC en later FC Zaanstreek (één van de partners van de latere fusieclub Alkmaar- Zaanstreek '67) gestalte gaf, heeft de IJ muidenaar als trainer de top bereikt. Een positie die nog meer allure krijgt als hij er niet alleen in slaagt Haarlejn terug te bren gen op eredivisieniveau, maar tevens weet te bewerkstelligen dat zijn team zich in de hoogste afdeling op aanvaardbare wijze zal weten te manifesteren. Of de mogelijkheden daartoe toereikend zullen zijn dient te worden afgewacht. „Ik hoop in ieder geval dat ik jonge spelers als. Gullitt en Balm kan behouden. Mocht één van beiden onverhoopt verloren gaan (naar verluidt heeft Feyenoord belangstelling voor Gullitt) dan moet in ieder geval het daarmee gemoeide transferbedrag opnieuw worden geïnvesteerd. En niet worden ge bruikt om in de kas te houden. Maar als deze ploeg bij elkaar blijft en er bovendien nog een rechterspits en een brekende mid denvelder kunnen worden aangetrokken ik heb beiden al op het oog en binnenkort worden waarschijnlijk de contracten met hen getekend dan moeten we volgend jaar in de eredivisie een behoorlijke rol kunnen spelen". Waarmefe Haarlem dan weer terug zou zijn op het niveau, dat slechts een klein aantal clubs in ons land weer weet te herwinnen als eenmaal degradatie uit de eredivisie «en feit is. Met Excelsior heeft Haarlem zich wat dat betreft een zekere reputatie eigen ge maakt „Een kwestie van het juiste bestuursbeleid, dat de salarissen ongemoeid liet en alleen de premies verlaagde, en de goede mentaliteit", meent Hans van Doorneveld. „Voor dit sei zoen was mijn opdracht van bestuurszijde zeker niet terug te moeten naar de eredivi sie, maar open, spectaculair voetbal te spe len. Wel, dat is gelukt, dunkt me. Als je daarmee bovendien terug kunt keren naar de eredivisie is dat mooi meegenomen". „Ik heb tot dusver eigenlijk alleen maar succes sen meegemaakt. Eerst een aantal kam pioenschappen met het interregionale jeugd- team van Haarlem, vervolgens een aantal ti tels met het C-team van AZ en nu met dit Haarlem. Ik heb als trainer meer mee gehad dan als voetballer. Maar ik ben voorbereid op tegenslag. Hoewel het toch nog hard zou kunnen aankomen". Waarna Hans van Doorneveld bemerkt daf het interview meer tijd heeft opgeëist dan verwacht. „Ik moet de ballen even nakijken en de trainingsshirts klaar leggen". Een op merking tot slot van een trainer met succes. Maar bij een uiterst bescheiden club. Een club en een trainer met overeenkomsten. FRANK WERKMAN SCYLLA-SPEELSTER TRAINT NU EVEN HARD ALS BETTINE VRIESEKOOP Sandra de Kruiff (22) kijkt bijna voorbijgaand aan de reeds op 14 en 15 maart te spelen nationale titelstrijd verlangend uit naar de wereldkampioenschappen In Joego-Slaviö in de tweede helft van april. LEIDEN Terwijl Bettine Vriese- koop een spoor van vernielingen achterlaat tijdens internationale da- mestoeraooien en in de heren tafel- tenniscompetitie zelfs nationale se lectiespelers kansloos laat, kent de Leidse Sandra de Kruiff in wed strijden weliswaar minder opval lend bezig een trainingsprogram ma dat minstens even indrukwek kend is als dat van Vriesekoop van Avanti. De 22-jarige speelster van Scylla bereidt zich puur voor op de wereldkampioenschappen van 14 t/m 26 april in het Joegoslavische Novi Sad. „Het damesteam bereikte bij de WK in Korea de hoogste divi sie en voor handhaving daarin wil ik me graag inspannen", merkt San dra de Kruiff met de juiste team geest op. Het getuigt van haar sterke instelling dat Sandra zich, geenszins gefrustreerd door haar positie in de schaduw van haar trainingspartner en goede vriendin Vriesekoop, zo sterk kan richten op slechts één ti telstrijd. Zonder de tegenstand van Vriesekoop is voor Sandra de Kruiff het deelnemen aan de nationale da mescompetitie een nutteloze bezig heid (haar verzoek voor de heren competitie te mogen inschrijven, werd eergisteren twee maanden eerder dan verwacht door het bondsbestuur afgewezen), terwijl haar tijdens de nationale kampioen schappen, op 14 en 15 maart in Utrecht, opnieuw een schijnbaar on beduidende tweede plaats staat te wachten. Haar grootste individuele succes tot nog toe, ongeslagen win nares van de Limburg Coupe eind vorig jaar, geschiedde buiten de aan wezigheid van haar enige rivale in Nederland. In een oude broodfabriek, waar de le den van het Leidse Scylla met eigen handen een oergezellige thuishaven hebben gecreëerd, onderbreekt Sandra de Kruiff gaarne haar slagenoefenin gen om duidelijk te maken dat zij en het clubbestuur van Scylla zeker een tweede verzoek zullen indienen bij de NTTB inzake deelneming aan de he rencompetitie. Ze lijkt deze (voorlopi ge?) tegenvaller wel het hoofd te kun nen bieden. Ook haar 'zilveren' status achter Vriesekoop heeft haar nog nooit uit haar evenwicht kunnen brengen. En terwijl Vriesekoop rondjes loopt om zich op te warmen, vertelt Sandra: „Ik ben 'maar' tweede van Nederland. Bet tine is 'maar' tweede van Europa. Nou, probeer maar eens tweede te worden. Het blijft een eer. Bettine is erg jong aan de top gekomen, bij mij duurt dat misschien wat langer. Ik ben wel 22, maar in het tafeltennis is dat helemaal niet oud, ervaring is ook erg belangrijk. Op het.ogenblik is mijn trainingspro gramma net zo zwaar als dat van Betti ne. Ik tafeltennis minstens vier uur per dag, loop vijf tot zeven keer per week hard en daar bij komen dan nog de conditietrainingen van clubtrainer Theo Bakker en bondstrainer Gerard Bakker. Ook geef ik bij Scylla twee maal per week tafeltennistraining aan ongeveer twintig kinderen". „We maken meer trainingsuren dan de heren, maar echt overdreven vind ik het niet. Net zomin als zo'n trip van Bettine Vriesekoop en Jolanda Noor- dam naar China, die wel degelijk zeer uitputtend is, maar onmisbaar. Zodra er geld is, ga ik ook naar China. De tijd heb ik er in elk geval wèl voor. Ik ben gediplomeerd kleuterleidster, maar nergens is een vacature. Ik ben daar dan ook maar één ochtend per week mee zoet Verder volg ik een studie voor onderwijzeres, wat me ook maar twee dagen per week kost, en zodoende kan ik me de overige dagen volledig aan het tafeltennis wijden". Sandra de Kruiff gaat verder „Toch zou een volledige baan in het onderwijs best welkom zijn. Geld heb ik praktisch niet. Ik woon gelukkig nog thuis en dat scheelt een stuk. Bovendien heeft Scyl la een verenigingssponsor en doet alles voor me. Maar het is geen vereniging die alleen aandacht aan zijn topspelers besteedt en de overige leden vergeet. Er heerst een gezellige clubsfeer, waar in iedereen gelijk is. Ik zou dat ook niet anders willen". Gemakkelijk Sandra de Kruiff, 1.60 meter lang en 53 kilo zwaar, lijkt geen moeite te hebben met alle inspanningen en opofferingen. Qua inzet voor dames onverant woord menen minder ambitieuze insi ders doet Sandra de Kruiff momen teel niet onder voor Vriesekoop, en wat haar felheid betreft evenmin. „Ik ben tijdens een wedstrijd zelfs feller dan Bettine, hoewel je dat in de competitie niet aan me zult merken. Daarin is het helaas ook niet nodig. Je moet je eens voorstellen: elke dag zó hard trainen als ik nu doe en dan zaterdags je wed strijdjes winnen met 21-8, 21-10 enzo voorts. Dat is stomvervelend en stimu leert niet. Ik blijf hopen dat de bond zijn beslissing om mij niet aan de he rencompetitie te laten deelnemen zal herzien. Het damesteam van Scylla is weliswaar Nederlands kampioen, maar het clubbestuur steunt mijn verzoek voor 100 Deze uitzondering op de competitiere glementen, die indertijd wel voor Betti ne Vriesekoop werd gemaakt en, door de nationale kampioene moeite loos werd waargemaakt zou ook Sandra de Kruiff niet onthouden mo gen worden. Zelf zegt ze bescheiden: „Ik zou niet zoals Bettine kunnen mee draaien in de ereklasse, maar vlak daaronder waarschijnlijk wel"f De aan vallend ingestelde Sandra de Kruiff, dié graag zo snel mogelijk tot scoren overgaat, neemt in haar spel beduidend meer risico dan Bettine Vriesekoop met haar enigszins afwachtende speltype doet. Toch gaapt tussen de Nederlandse nummer twee en het merendeel van de andere tafeltennisdames in ons land een te grote kloof om niet verlangend uit te zien naar regelmatige wedstrijd- confrontaties met de heren, met wie zij dagelijks wel veel traint als ze niet met Bettine speelt. Stevig blijven oefenen is voorlopig het devies voor Sandra de Kruiff, in af wachting van de dingen die komen gaan. Elke maand heeft een aparte ver rassing. Maart de nationale kampioen schappen in Utrecht („Pas als ik de titel verover wanneer ook Bettine meedoet, komt er een groot feest bij Scylla"), april de wereldkampioenschappen in Joego-Slavië en op nog onbekende datum een volgende beslissing op het tweede 'heren'verzoek van Sandra de Kruiff. En al is ze in Nederland 'maar' nummer twee, Sandra de Kruiff is ondanks haar volwassen leeftijd nog steeds een belofte voor de toekomst. En dat alles louter op eigen kracht. Zelfs erfelijke factoren voor haar tafeltenni- sprestaties zijn niet aanwijsbaar. „Nee zeker niet. Mijn ouders hebben nooit aan sport gedaan en mijn drie broers doen ook niets op sportgebied. Ik ben de enige. Ik ben zo vanaf de schooltrai- ning naar Scylla gegaan toen ik twaalf was en ben er gebleven". Een clubge bondenheid, waarvoor Scylla met pas sende hulpvaardigheid nog steeds zijn waardering laat blijken. GRENOBLE Als he trainingscoördinator man Buuts ligt za KNAU binnenkort eet tal beslissingen moett men die de indooratleti ons land definitief ui slop zal moeten halei Europese kampioen: pen van vorig weekeii} Grenoble vormden hi wijs dat de Nederland leten ondanks hun a stand op de meeste a Europese landen een rt" betekenis tijdens deze strijd kunnen spelen, zij in de gelegenheid w gesteld om in ieder een aantal keren aan d latingseisen te vo! Sinds een jaar of vijf nationale top voor hi drijven van indoorat uitsluitend op Zwolle a wezen, nadat de baf^ Groningen was afgel^ En de IJsselhal in de selse hoofdstad voldoei alle respect voor de n die het kader van Zwolle zich elk jaar gei om de atleten in ieder Na twee indoorwedstrijdelseizoe jaar aan te bieden, eigjor het niet aan de eisen on enkel prestatie van formaat 4>en bi der geval voldoende a keer deelname aan de EK fs wel lijk te maken. (hap u Onlangs heeft het höfermai stuur van de atletiekulerdaai knoop willen doorhaklïlen. D de nationale kampioenFerd. R pen van 1982 toegewez^itgevc het Ahoy-sportpaleis irfm pre terdam, waar in '73 helwee V Indoor werd gehouden.Koos dien onthield de directi nu vi, deze accomodatie zich v*s-spel< dewerking aan de atlgen. K bond, tot vorig jaar met(maani terland tegen de BelgeD die schuchtere poging wei| kunm daan om de vroegere s werking in ere te heri0^ st« Ahoy deed een gebaar! W3rd vorm van een financiëll11 de moetkoming, waardooP Meze\ KNAU in ieder geval®! >n 1 wedstrijdruimte ter W Inter king kreeg, terwijl ij had f noorden een stichting rftDord steun van de Gasunie?0®**01 doende is om in de®06»231 Bern hard Hoeve te Zu) Na de een behoorlijke accomoq voorsj creëren. geslotei Herman Buuts: „Drie a* rust r daties maken het in ie<p gezet yval mogelijk om volgein 4-4, i een soort circuit van wf^l en den te organiseren ePaar mi denk ik aan een stuk toch I mogelijkheden om ziclpten Ji Milaan, waar de volgeririnning worden gehouden, te «ransv; ceren. Dat zou al een stap in de goede richtir maar daarmee ben ik n(7~ -w j niet tevreden". Een L y droom van de trainings^ nator, die in Zweden i soortgelijke functie een van ervaring heeft opg is echter een permanent nings- en wedstrijdhal i verlangen heeft hij ze 1 drükkelijk in het plai meld dat hij onlangs l hoofdbestuur heeft inge De KNAU staat niet onv lend tegenover deze Tï"f Sterker nog, er bestaan ze plannen om in Nieut een complex neer te waarin voor de atleti£]|tgpo een dergelijke ruimteen geschapen. De KNAU, voornemen van een eign^f jjj ningshal in samenwerkk verw het Koninkjlijk Ned^j Gymnastiek Verbond L^j sje] opgezet, tracht momenli Stichting Nationale Sptjj lisator voor dit project, t ook de provincie UtrecJj gQ belangrijke rol speelt, tft jjejr resseren. Voor Buuts is %.j'e 2W duidelijke zaak dat een {jppQ nent onderkomen vq yj0v wintermaanden veel ,hn kan sorteren. „Veel mijden het indoorseizoe dat dit niet in hun voo"" ding zou passen, maar oi dat ze niet in staat zijn 4 der behoorlijke omstap den aan hun vorm te «21 fel Ik ben wel wat gewend gebied, want ook in Tpoooty bestond een soortgelijk^a/fo, tie, terwijl daar inmiddj* Uital zo'n tachtig 400 metel*oonfi van kunststof zijn aanf fn- Zo Dat is natuurlijk ook ^aardh gek en ik heb er destijww i nooit een geheim v#aar Is maakt, dat Zweden mren bot slechte weersomstandip RCL veel meer gebaat zou zj^ns". een trainingshal." Penningmeester Eddy*"2" van dp KNAU is echr*f scl vreesd dat de planneren, c zo'n hal op korte termt kunnen worden gereapi „De financiën vormen lijk een struikelblok. II /O) dat we blij mogen zijn' onze atleten volgend ftduidei wedstrijden, verdeeld3ze^er| drie accomodaties, tyasse j aanbieden. Naast Rot) QujCJ en Zuidlaren blijft Zw<W,Siüe degelijk in de picture. V traine len onze baan voor een ijes> „e, lisch bedrag aan de geL./ 0f Zwolle schenken, ondeyr;e waarde dat die de IJsse»en durende een aantal [me( j voor een redelijk bedrr aan ons verhuurt Met Ah|/,ej bereid is ons in een sofayg aanloopfase in financi^^vj zicht tegemoet te konf speelc Zuidlaren, kunnen v/w, jjq schien voorkomen dat (jumme ten voor het halen van^^ pittige limieten naar tltaaf e« tenland moeten gaan." w;n HES LAQoeift Vumme

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 12