Kees Rijvers bondscoach
met dank aan Jaap van der Leek
We doen
wat we
kunnen
Hennie Stamsnijder
heeft slechts
één ding tegen:
hij is geen winnaar
HARTEWENSNA TWAALF JAAR IN VERVULLING GEGAAN
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1981 PAGINA 10^p-p
DEN HAAG - Kees Rijvers, de nieuwe
coach van het Nederlands elftal, mag
Jaap van der Leek wel bijzonder
dankbaar zijn. Een kleine twintig jaar
geleden stelde de tegenwoordige secre
taris-generaal van de Vereniging van
Voetbal Oefenmeesters in Nederland
(WON) Rijvers in de gelegenheid
(hulp)trainer te worden, onder hem,
bij Willem II. Toen onlangs de KNVB
bij de pogingen een opvolger te vin
den voor de opgestapte Jan Zwart
kruis en na een weigering van Mi-
chels terecht kwam bij Jezek bleek
Van der Lecks invloed opnieuw van
beslissende betekenis. De "vader" van
de WON protesteerde tegen de kandi
datuur van de Tsjechische trainer, die
daarop zijn medewerking aan de
transactie opzegde. Waarop nummer
drie van het verlanglijstje. Kees Rij
vers, werd benaderd. Op zondag 8 fe
bruari werd Rijvers voor het eerst ge
polst en afgelopen dinsdag werd offi
cieel de vijf jaar lopende verbintenis
tussen de KNVB en Rijvers bekend
gemaakt. Wkarmee niet alleen een
eind kwam aan de betrekkelijke ano
nimiteit waarin Rijvers sinds zijn
voortijdig vertrek bij PSV in januari
vorig jaar en zijn entree bij de be
scheiden Belgische club Beringen be
landde, maar tevens een ideaal van de
kleine trainer in vervulling ging.
„Ik heb als voetballer altijd international willen
worden; ik wilde ook als trainer de top berei
ken". Die hartewens van Kees Rijvers is dan
dus eindelijk in vervulling gegaan, hoewel de
1,63 meter lange voetbalvakman er al veel eer
der rekening mee had gehouden. Al in 1968
was hij in de markt als kandidaat voor de op
volging van Georg Kessler, maar de KNVB
ging door met de huidige trainer van AZ'67,
met wie Rijvers in de nabije toekomst veel te
maken krijgt nu diens tegenwoordige club is
uitgegroeid tot hofleverancier van het Neder
lands elftal. Ook in 1972 stond Rijvers op de no
minatie voor de functie van keuzeheer van de
Oranjeploeg, maar ditmaal werd de verbintenis
met Franstisek Fadrhonc (1970 - 1974) ver
lengd. Kees Rijvers koos vervolgens voor PSV,
nadat hij FC Twente zes jaar had gediend. De
inmiddels 54-jarige trainer, die een erkend
voorstander is van langlopende contracten en
ook bij de KNVB nu een langdurige verbintenis
heeft afgesloten, heeft ook zeer lang bij PSV
.gewerkt. Maar de manier waarop hij de Eind-
ruimde, zelfs vrolijke man, die in niets herinne
ringen oproept aan zijn zwaartillende laatste
dagen in de PSV-periode. Maar ook dat is niets
nieuws. Die gedaanteverwisseling heeft de
nieuwe bondscoach al eerder gedemonstreerd.
Waarbij hij er echter nooit een geheim van
heeft gemaakt, in welke gemoedstoestand hij
ook verkeerde, dat hij er een broertje aan dood
heeft één verhaal tweemaal af te steken. Aan
dat facet van zijn toch publieke functie heeft
Rijvers zich nooit willen aanpassen. Mede geba
seerd op zijn achterdocht dat zijn woorden wel
licht niet zó zouden worden weergegeven als
hij ze had bedoeld, had hij liever de hele verza
melde pers tegenover zich dan dat hij individu
eel praatte. En juist daar lijken eventuele toe
komstige problemen te liggen, die gevoegd bij
Rijvers aangeboren argwaan nog wel eens tot
conflicten kunnen leiden.
De besten spelen
Het duo dat het Nederlands elftal de komende wedstrijden gaat begeleiden links Rob
Baan en Kees Rijvers, die het.roer vanaf 1 juli in handen krijgt.
hovense club, die onder zijn bewind driemaal
landskampioen werd, tweemaal de beker ver
overde en een UEFA Cup in de wacht sleepte,
na bijna acht jaar begin 1980 verliet was in
strijd met zijn verlangens maar opende wel de
weg naar zijn pas verworven functie bij de
KNVB.
Kees Rijvers had zijn trainersloopbaan bij PSV
willen afsluiten met een managerschap, waarbij
hem de figuur van de vermaarde Matt Busby
bij Manchester United voor ogen stond. Maar
Rijvers en zijn jarenlange rechterhand Ben van
Gelder groeiden vanaf het moment dat de laat
ste zijn terugtreden aankondigde in 1978 der
mate uit elkaar dat daarmee de basis was ge
legd voor «en voortijdig vertrek van de oefen-
meester. Vanaf dat ogenblik heeft Kees Rijvers,
die als trainer ook internationaal een goede re
putatie had opgebouwd, gewacht op dé aanbie
ding van een topclub, maar die bleef uit. Voor
een deel ook een gevolg van de bijna halsstar
rig principiële houding van Rijvers om geen za
ken te doen met bemiddelaars. Van links en
rechts kreeg hij aanbiedingen via managers,
maar Rijvers wenste alleen met clubbestuur
ders te onderhandelen. Het gevolg was dat de
op het technische vlak ontegenzeggelijk over
grote kwaliteiten beschikkende 33-voudige in
ternational, die in het persoonlijke verkeer
evenwel nogal eens nurks overkwam, buiten de
boot viel. Aanvankelijk dacht hij aan een jaar
rust, maar bij nader inzien koos hij voor Berin
gen, met welke club al eerder contacten waren
geweest. Evenals overigens met NAC, waar hij
zijn actieve carrière begon en in 1961 afsloot
Met zijn vertrek naar een onbetekenende vere
niging als Beringen leek Kees Rijvers een
streep te hebben gezet onder een allurevolle pe
riode als trainer, maar een samenloop van om
standigheden - het vertrek van Zwartkruis, de
weigering van Michels en de ingreep van Van
der Leek inzake Jezek - deed de als derde kan
didaat figurerende Brabander toch daar belan
den waar hij al ruim tien jaar geleden wenste te
komen: op de stoel van bondscoach.
Waarmee de KNVB zich zeker heeft verzekerd
van een leidsman die alom erkenning van zijn
technische kwaliteiten heeft afgedwongen.
Maar ook van een man die vooral tijdens zijn
laatste jaren bij PSV nadrukkelijk bouwstenen
aandroeg voor de theorie dat Rijvers een arg
wanende en snel geraakte voetbalman is, die
zich na een nederlaag van zijn ploeg in zichzelf
keerde en de oorzaken van falen vooral bij an
deren zocht. Die houding, gevoegd bij een nogal
gereserveerde stellingname waar het het venti
leren van privé-meningen buiten het directe
wedstrijdverband betrof, versterkten de indruk
dat Kees Rijvers naarmate het hem minder
voor de wind ging steeds wantrouwender en
humeuriger werd. Zijn ooit gemaakte opmer
king „veertig procent van de journalisten is
goed; zestig procent kan me gestolen worden"
spreekt in dat verband boekdelen. Het is dan
ook in dat licht dat moet worden bezien dat Rij
vers niet de eerste keus was van de man die de
eerste contacten met hem-legde, de inmiddels
verdwenen technische man in het sectiebestuur
Herman Choufoer.
Kees Rijvers wekt sterk de indruk zijn leven,
wat zijn „publicitaire waarde" betreft, te heb
ben gebeterd. De opvolger van de ooit een
toonbeeld van openheid zijnde Jan Zwartkruis
presenteert zich in deze weken als een opge-
Waarbij niet in de laatste plaats de huidige ma
laise in het vaderlandse voetbal, een rol kan
gaan spelen. Rijvers heeft weliswaar verklaard
dat hij zich gaat richten op het Europees kam
pioenschap en vervolgens het wereldtoernooi in
1986 in Colombia, maar zal zich toch in eerste
instantie geplaatst zien voor de taak om het
prestige van het Nederlands voetbal op te vijze
len. Rijvers toont zich daarbij optimistisch. Ziin
credo is „de besten spelen", maar daarmee lijkt
hij onmiddellijk in conflict te komen met vroe-
ger door hem gelanceerde kritiek; namelijk dat
et Nederlands elftal een duiventil was. „Er
moet een selectiegroep komen van 22 man en
daaruit wordt het Nederlands elftal gekozen".
Dat daarbij ook Johan Cruiiff en bijvoorbeeld
Jan van Beveren („Nog steeds de beste doelman
van Nederland") kunnen worden opgenomen,
beschouwt Rijvers als een zeer reële mogelijk
heid.
Kees Rijvers heeft zelf de stoot gegeven tot zijn
uiteindelijke benoeming als bondscoach. Twee
weken geleden nam hij zelf het initiatief om de
contacten met Nederland te herstellen door de
wedstrijd PSV - AZ te bezoeken. Een dag later
ontstond het eerste gesprek met de KNVB,
waarmee de aanzet was gegeven tot het op
nieuw creëren van een gezonde relatie, waar
van de slechte aard het best werd getypeerd
door het door Rijvers vorig jaar geweigerde af
scheidscadeau van de spelers van PSV. Zij had
den hem een Delfts blauw bord, toebedacht,
waarop zijn portret was verwerkt in een afbeel
ding van het nieuwe Eindhovense stadion. Een
slechtere smaak hadden zijn voormalige pupil
len, naar Rijvers' oordeel, niet kunnen demon
streren. Maar afgaande op zijn uitlatingen zul
len die zaken geen rol meer spelen als hij straks
ook spelers van PSV zal (moeten) uitnodigen
voor het Nederlands elftal. Zónder Rinus Mi
chels. Maar mét dank aan Jaap van der Leek.
FkANK WERKMAN
*0$
ENTER De prestatie
grafiek van Hennie
Stamsnijder vertoont
nog altijd een stijgende
lijn. Elk jaar opnieuw
slaagt de veldrijder er
weer in betere resulta
ten te boeken dan in het
seizoen ervoor. Wanneer
die tendens doorzet,
moet de 26-jarige cou
reur uit Enter morgen in
het Spaanse Tolosa ten
minste een zilveren me
daille grijpen bij de
strijd opi het door de
Belg Roland Liboton
verdedigde wereldkam
pioenschap voor profs,
nadat hij bij zijn eerste
mondiale titelgevecht
als beroepsrenner vorig
jaar de regerende en
viervoudig kampioen
Albert Zweifel bijna in
diens eigen achtertuintje
van het brons afhield.
Maar Hennie Stamsnijder is
nuchter genoeg om te besef
fen, dat het leven van een vel
drijder snel kan worden ver
stoord door onvoorziene om
standigheden. De nog altijd
smalle wereldtop is zó aan el
kaar gewaagd, dat een val of
een ongelukkige manoeuvre
de kansen op succes meteen
tót een minimum kan beper
ken. Wie niet de vorm van de
dag heeft, kan zijn illusies op
een regenboogtrui gevoeglijk
begraven.
Wie echter de namen van de
kandidaten voor de wereldtitel
bij de coureurs om den brode
achter elkaar zet, kan onmoge
lijk on) de Twentenaar heen.
Na een tweede plaats bij de
amateurs in de modderpoel
van het Italiaanse Saccolongo
en het brons bij de profs in het
besneeuwde Zwitserse Wetzi-
kon, gaat Hennie Stamsnijder
morgen opnieuw op jacht naar
het goud. In de wetenschap
dat hij één ding tegen heeft:
hij is geen échte winnaar....
Hennie Stamsnijder „Mijn
Erobleem is dat ik op elk par-
oers uit de voeten kan, maar
dat er geen omstandigheden te
bedenken zijn, waarbij ik wer
kelijk boven de rest uitsteek.
Moet er veel gelopen worden,
dan kun je Albert Zweifel wel
vast als wereldkampioen op
schrijven, wordt er vooral
techniek gevraagd, dan zijn
Roland Liboton en Klaus Pe
ter Thaler de grootste favorie
ten. En kom ik met die ande
ren in de sprint aan, dan weet
ik dat ik bijna zeker wordt ge
klopt. Ik zit altijd ergens mid
denin, met wat voor weer of
traject we ook te maken krij
gen. Ik geloof inderdaad dat
dat een handicap voor me is."
Toch wordt Hennie Stamsnij
der door kenners als Roger de
Vlaeminck een potentiële
wereldkampioen genoemd.
Sterker nog, zijn Belgische
ploeggenoot uit de stal van
Fred de Bruyne zegt zelfs er
voor 90 procent van overtuigd
te zijn dat voor de Nederland
se kampioen morgen in het
Spaanse Baskenland het Wil
helmus zal worden gespeeld.
Stamsnijder is blij met die er
kenning, maar waarschuwt
voor een te groot optimisme.
„Ik weet dat ik er helemaal
naar toe heb geleefd en heb ik
de vorm van de dag en alles
zit mee, ja, dan kan ik mis
schien wereldkampioen wor
den. Maar er zijn er nog vier"
voor wie dat ook opgaat. Be
halve Zweifel, Liboton en
Thaler verwacht ik ook Bert
Vermeire voorin. Ik kan er al
leen maar op hopen dat de rest
elkaar eens goed in de ogen
gaat kijken en dat de een voor
de ander niet de kastanjes uit
het vuur wil halen. Misschien
kan ik daar dan van profite
ren. Als ik evenwel eerlijk
ben, dan is voor mij Thaler de
grote man. Hij is de rapste en
heeft bovendien het voordeel
dat het parkoers vrij veel tech
niek vraagt. Bovendien kan
hij het gemakkelijkste eventu
ele problemen vooraf oplossen,
want hij spreekt vloeiend
Spaans, zoals hij trouwens vrij
wel alle talen beheerst."
Puur professioneel
Aan de voorbereiding zal het
in elk geval niet liggen wan
neer Hennie Stamsnijder zijn
vooruitgang niet kan onder
strepen. De opbouw van het
crossseizoen was volledig ge
richt op het WK in Spanje,
zoals dat de laatste jaren trou
wens steeds het geval is ge
weest. Stamsnijder is nog altijd
de enige Nederlander, die het
crossen puur professioneel be
drijft, zijn hele programma af
stemt op de belangrijkste race
van het seizoen. In tegenstel
ling tot bijvoorbeeld de andere
topper, Reinier Groenendaal,
tracht hij ook niet zoveel mo
gelijk wedstrijden te winnen.
Stamsnijder heeft er boven
dien geen hele of halve dag
taak bij naast het fietsen. Een
keus, die hij vier jaar geleden
maakte en die hem tot dusver
nooit heeft verdroten.
Om in Tolosa goed voor de dag
te komen heeft hij zich verze
kerd van de nuttige adviezen
van Roger de Vlaeminck. De
Belg vervult zo ongeveer de
functie, die plaatsgenoot Bert
Boom in de aanloop naar de
profcarrière van Stamsnijder
bekleedde en in wat mindere
mate dan toen nog steeds uit
oefent, die van de mentor, de
vertrouwensman. Een beeld
dat vaak wordt uitgelegd alsof
de Entenaar op eigen kracht
nog niet de helft waard is van
Hennie Stamsnijder heeft zijn hele seizoen afgestemd op het toernooi om de wereldti
tel dat morgen in het Spaanse Tolosa wordt gehouden.
wat hij kan presteren met ie
mand als Boom in zijn nabije
omgeving.
Baarlijke nonsens
Stamsnijder zelf wuift dèrge-
lijke opmerkingen als baarlij
ke nonsens weg: „Het hele
punt is, dat ik gewoon ver
schrikkelijk leergierig ben.
Misschien is dat ook wel de
oorzaak ervan dat er nog
steeds progressie in mijn rijden
zit. Ik neem graag wat van ie
mand aan die» zijn sporen ver
diend heeft. Roger de Vlae
minck heeft me de afgelopen
weken gewéldig begeleid, goe
de adviezen gegeven, ook psy
chisch is hij me enorm tot
steun geweest. Hij is iemand
tegen wie je goed aan kunt
praten".
„Roger heeft het voordeel de
laatste jaren ook nog actjef te
zijn geweest. Het is niet zo, dat
ik niet zonder zo iemand kan,
dat ik ze om me heen moet
hebben om me safe te voelen.
Per sé niet, maar ik voél me
niet te groot om wat van die
mensen aan te nemen. Zoals ik
ook die opmerking van Hen
nie Kuiper ter harte heb geno
men dat ik eens een dikke jas
aan zou moeten trekken om
me dan verdekt langs het par
koers op te stellen. Alleen
maar om eens op m'n gemak
te kijken hoe de concurrentie
te werk gaat bij de training.
En dat is zinnig, op die manier
ben je steeds met iets nieuws
bezig."
Hennie Stamsnijder kent het
lesie dat zijn brood niet in de
veldrijderij te verdienen valt,
overigens al van buiten. Daar
over: „Roger de Vlaeminck
heeft me pas nog gezegd, dat
hij het niet meer zou kunnen
opbrengen wat ik doe, zowel
de cross als de weg als werk
terrein te benutten. Hij is er
van overtuigd dat ook ik op
een gegeven moment zal moe
ten kiezen. Die keus is voor
mij nu nog niet aan de orde. Ik
heb altijd gezegd dat ik graag
een goede knecht op de weg
wil zijn, maar in de cross mijn
eigen plan zou willen trekken.
Kijk, ik verdien met het vel
drijden in Zwitserland nu echt
wel leiik, maar als ik in Ne
derland start moet er geld bij.
Ik kan het mijn supporters
echter niet aandoen om hier
niet te fietsen. Daarom zeg ik:
voor mij is de cross leuker,
maar mijn boterham moet ik
nog op de weg verdienen.
Voorlopig blijf ik dan ook nog
op beide fronten actief."
WILLEM PFEIFFER
Costas Talianos, eigenaar van een zaak in sportai
tikelen en coach van het Cypriotische elftal.
COACH TALIANOS VAN CYPRUS
MET WÉINIG TEVREDEN
:N J
estaan
Leidst
impioi
an on
eigen
ie coni
rent i
t wore
van
nstpur
gen D
lerlan
iu bel
ig da:
ven ir
n DIC
OK-bt
lar no
tegen i
denaa
lan. E
s dez
rijke
BRUSSEL In de kwalificatiegroep voor het toernoaen 1
om het wereldkampioenschap 1982 is Cyprus de bhet k:
voorbaat totaal kansloze. De Cyprioten voetballen dait wa:
ook niet om Spanje te halen „want", z~egt coach Costa
Talianos, „we denken slechts aan het behalen van eei tegen
of twee punten. Als we dat kunnen bereiken, is hog op
voor ons een succes. We hebben geen enkele reden onzum. T
eisen hoger te stellen maar een enkele keer prestereiok tw
we iets meer dan van ons wordt verwacht". Daarbi zijn t
verwees hij naar het duel in de Europese bekercomptar vo<
titie tussen Omonia en Ajax en naar het gedenkwaan over
dige treffen afgelopen woensdag in Brussel, waar hejeklop
nietige Cyprus Belgie aan de rand van de afgront
bracht. Uitschieters, want zowel de wereldvoetbalorgj» jaar
nisatie (FIFA) als de Europese (UEFA) rekenen Cj bij S
prus tot de zwakste voetballanden van Europa eter v:
daarmee hebben de Cyprioten geen enkele moeite, lub
reidin
Nochtans is voetbal sport nummer een op het eiland. Ba: titel
ketbal volgt als tweede op verre afstand. Voetbal wordt oge ont
volkomen amateuristische wijze geleid. Bondssecretarin een
Demetrakis Stephanides is werkzaam op een bank, bond: Al k
coach Talianos heeft een winkel in sportartikelen. Eeüchtei
bondsgebouw heeft Cyprus niet. Als er wat te bespreke&oddi;
valt, gebeurt dat op het kantoor van de overkoepelendals po
sportfederatie. Daarvan mag men ook weer niet te hog
verwachtingen koesteren, want dit bondsbureau bestaat ull.
slechts enkele kamers en is een fractie van de omvang vai1Ild
het KNVB-centrum in Zeist. was
Niettemin is de Cyprus Sports Federation van eminent be
lang, zeker voor het voetbal. Het moderne Makariosstadioi
even buiten Nicosia, met ook een atletiekbaan van kunst.—
stof en accommodatie voor 25.000 toeschouwers, is tot stam
gekomen door toedoen van de federatie, die ook eventuel
tekorten van de voetbalbond voor zijn rekening neemt M
Sinds de scheiding in 1974 wordt voetbal nog slechts doo'
Grieks-Cyprioten in Europees verband beoefend. „De boni
telt 6000 leden", aldus secretaris Stephanides. „Op het nie(N
bezette deel van het eiland is eenzelfde aantal jeugdvoe(dig
bailers, dat zich op hun vijftiende jaar via de clubs bij oi^sse i
aansluit. Zo komen we tot 12.000 voetballers en dat is o^chte
een bevolking van een half miljoen niet veel". De wedstrijn LI
den trekken gemiddeld acht- tot tienduizend toeschouwer}! bli,
Stavros Lagoudis, voorzitter van de voetbalbond:„Wedstrij Gei
den in Europees verband kosten ons altijd geld vanwegDL,
het feit dat we zo ver bezijden het middelpunt van Europblgei
liggen. De sportfederatie past bij als dat nodig is maar tal tus
nu toe teren we nog steeds op de winst die wij in mei 19'ig, d
hebben gemaakt met de wedstrijd in Limasol tegen Engemet
land. Er waren toen ruim 20.000 toeschouwers en de in
komsten bedroegen anderhalve ton".
Trots
Cyprus koestert zich met successen uit het verleden. Dip
profijtelijke wedstrijd tegen Engeland werd met slechts 1-f
verloren - op Wembley werd het 5-0 - en ook West Duits
land heeft het op Cyprus niet verder geschopt dan 1-p
Dergelijke resultaten, evenals het resultaat tegen Belg|:
een paar dagen geleden, vervullen de Cyprioten met trotf
maar ze zijn er aan gewend geraakt dat hun nationaf
ploeg in kwalificatieronden voor wereld- of Europees kan
pioenschap steevast de laatste plaats bezet.
Stephanides:„De resultaten zijn altijd voorspelbaar, maa|
er is voor ons geen andere mogelijkheid om het spelpep
omhoog te brengen. Dan moet je tegen sterke(re) ploegejj
spelen en dat kan als we deelnemen aan Europese toe??
nooien". Doordat in 1974 tweevijfde van het land dor'
Turken is bezet, heeft de voetbalbond het sindsdien ze<
moeilijk gehad. Stephanides:„We raakten zestien sporta<|
commodaties kwijt, waaronder het nieuwe stadion var1
Omonia dat door zelfwerkzaamheid en uit eigen middelej
tot stand was gekomen. Een aantal verenigingen ve||
dween. Er warén verenigingen die opnieuw begonnen, a
ontheemden- of vluchtelingenclub. Daarvan hebben we t
vier in de eerste, acht in de tweede en vijf in de derde d
visie. En al heeft het verenigingsleven zich hersteld, h|
voetbal in zijn totaliteit is in zijn ontwikkeling een stuf
achteruit geworpen". I
Coach Talianos (58) is oud-speler van Apoel Nicosia ma®
bracht het nooit tot international. Hij zegt:„We werken m|j
amateurs. Omdat ons land klein is kunnen we één keer p
week gezamenlijk trainen, maar een oefenkamp hebb
we nooit. Als we een thuiswedstrijd spelen, komen de sj
Iers de avond tevoren in een hotel bij elkaar. Dat is 1
maximum haalbare. Ik ben part-timer, krijg een vergd
ding van de bond, maar kan daarvan niet leven. Maar dm
is van minder belang. We weten dat voetbal in een kleig
land anders is dan in een groot. Je leeft onder de omstaiK
digheden die het bestel bepaalt. We mikken dan ook nif?
hoog. We gaan uit van een of twee punten in de kwalific®
tieronde. Dat mag voor een ander erg weinig lijken, vo<*
ons is het juist veel. We zouden wellicht meer kunnen b
reiken als ik zou kunnen beschikken over spelers die
prof in Griekenland werken. Dat zijn er zes: Papadopoulj
en Sova bij Olympiakos, Kyzas bij Panathinaikos, Pandzir
zas bij Aris, Hadji Loizou bij AEK en Ayas bij PAOK. Mal
ik weet da( ik niet over hen kan beschikken en aanvaai
dat. We doen wat we kunnen binnen onze mogelijkheden!