riMMf Met subsidie kan Matrogoth ongebonden blijven Vendy is een boerenhond 5TAD/ REGIO LEIDSE COURANT HET LIJKT OP LEVEN EN LA TEN LEVEN; MET EEN EERLIJKE ENTREE TOT DE JUNGLE Een te kleine werkruimte om alle ideeën te kunnen beplakken en te beschilderen, te klein ook voor dat hele reservoir van medewerkers waaruit de groep kan putten, inclusief een kaduke bakfiets die de begrippen transport en mobiliteit zowat tot nul gereduceerd heeft. Ziedaar het tableau de la troupe in het onderkomen achter het voormalige marinecomplex aan het'Noordeinde. Maar tot de aard der zaak behoren net zo goed de werkdrift, het enthousiasme, de inventiviteit, de nagenoeg slapeloze nachten en de vermoeidheid van een heel stel jongelui vlak vóór de „uitbarsting" die tentoonstelling of voorstelling heet. Nou dan, ik heb het zelf gezien en ik kan best begrijpen dat de groep voldoende argumenten achter de hand meent te hebben om zich te scharen onder al degenen die de moed hebben bij de gemeente Leiden aan te kloppen tot het verkrijgen van enigerlei financiële stean ofwel subsidie. Matrogoth heeft die stap (als stichting en met een lijvig werkstuk) nu gezet. Men wenst ondergebracht te worden onder de werkvorm „diversen". Het moest er toch van komen, na bijna vijf jaar activiteiten op een monetaire basis van liefdewerk oud papier en met een nieuwe manifestatie vlak voor de deur. Matrogoth. Het is niet de naam van een Iraanse minister van buitenlandse zaken, maar de gepinde titel van een cultureel program. Destijds namen initiatiefnemers een woordenboek ter hand, blinddoekten zich en prikten, verre van doelbewust, bovenin de pagina's. Aldus verkreeg men lettergrepen die Matrogoth niets deden Bram Gróothoff, Frank en Roosje Berbée keihard aan 't werk. betekenen maar des te meer ervan verwachten. Nog steeds een jong begrip, hier tèr stede, maar wel gehanteerd door jongeren (de jongste is 15 jaar, de oudste, 25) die, met een potentieel van bijna tweehonderd medewerkenden, gebaande wegen verlaten hebben en met een zich -geëigende expressie soms een ingeroeste appreciatie geweld aan doen. Matrogoth: met het zenuwcentrum in een bijna afgeschreven stenen lokaliteit vol ingrediënten die zo inherent zijn aan het doen en laten van „niet- gebondenen". Ongebonden komt men hier tot zeggingskracht. Ik zie er de toegeslagen legerstede van kerngroep-lid Frank Berbée (20), in een hoekje rust, waar alleen nog plek is voor de weinig aanstekelijke, grammofoonmatige pianistiek van Eric Satie, die niettemin een goede achtergrond gesprekspartner blijkt te zijrt. Het ameublement is niet meer dan elementair. Je kunt iets ergens opzetten: wat verderop staat een primustoestelletje, er moet nog een waterkraan zijn. Gedouched wordt in een ander appartement, waar nog meer sanitair aanwezig is. Terug naar de „werkplaats", waar de slaap de underdog is. Zo gauw er een „presentatie" op til is, wordt er onnoemelijk hard gewerkt. Frank: „dan zijn het dagen van 16 uur die we maken, en vlak voor de voorstelling is het helemaal een gekkenhuis met hooguit Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. een uurtje of drie nachtrust. Keihard werken. Als er weer geld nodig is, omdat de pot opgeteerd is, werken we elders, via een uitzendbureau, in een fabriek om iets aan onze draagkracht te doen". Een enkele keer zijn er gasten in het werkhok. Dat zijn soms punkies met een viltstift op zak, en die schrijven dan hun boodschappen op de nauwelijks toonbare muren: verstaanbare Engelse en Nederlandse punk-taties van ziel tot ziel. In termen die voor dit gebruik beter onvertaalbaar kunnen blijven Nog teëler zijn de ééndagskranten, het karton en de plastic emmer met stijfsel: de componenten van het papier-maché. Daarmee wordt gewerkt, tot in het driedimensionale toe. Dat mogen dan niet immer verbluffende resultaten zijn, maar dan toch zeker in het oog lopende. Rond het middaguur in de werkplaats: gelegenheids werkzaamheden van Roosje Berbée (18), het zusje van Frank, en de kerngroepleden lange Bram Groothoff (19) en Frank zelf: zagen en lijmen. Peter Lindhout is er net niet, hoewel hij lid is van het triumviraat. Buitendien zijn er nog vrijblijvend een stuk of vijftien mensen die regelmatig meewerken aan projecten en geruggesteund worden door ongeveer honderdvijftig jongelui die incidenteel meedoen aan voorstellingen; dat zijn onder andere scholieren, beeldende kunstenaars, studenten, schilders, muzikanten en „makers". Het lijkt op het Halleluia van Handel, maar dan wel handgevormd. Na een geschiedenis die eigenlijk in het voorjaar van '78 begon (toen Frank Berbée voor een tijdje naar Engeland ging en daar veel invloed onderging die de ontwikkeling van Matrogoth ten goede is gekomen), kan men nog steeds ervaren dat deze jonge beweging bijna zo eerlijk als goud is. Matrogoth vraagt de gemeente voor '82 een subsidie van 22.500 gulden, maar voegt daar onmiddellijk aan toe: „Stichting Matrogoth weet niet exact wat ze wil. We lopen als iedereen over paden, maar wijken vaak af naar onbegaanbare wegen. We gaan vaker de jungle in dan de jungle uit. De jungle van subsidies en geld, de jungle van het maken van een produkt dat geen geldswaarde maar een emotionele waarde heeft; de jungle van de stad. Wat wij ook doen, het is geen theater, geen beeldende kunst, geen muziek, geen dans; het is niets dan het zoeken naar een reden, een kracht om te genieten. We hebben geen methode aangeleerd, maar volgen een noodzaak. We zoeken, zijn hopeloos verdwaald en verward, uitgeput. We geven hoop en wanhoop zo eerlijk mogelijk weer in ons werk. Niets meer en niets minder. We „maken" omdat we niet anders kunnen. We bekeren niemand, we zijn niet verslavend". Zo, ongeveer, spreekt Matrogoth, en de stichting heeft nu op deze manier het gemeentebestuur benaderd om het te vermurwen teneinde een flink zonnestraaltje binnen de werkruimte en in de harten van de Matrogothers te doen werpen. Het zij zo. Daarbij in aanmerking genomen, „dat als je niet tijdig zaait, je later niet meer kunt oogsten". Het gemeentebestuur mag dit in zijn oren knopen. Eind '75 was Matrogoth een groep die op straat ging werken. Berbée vertelt ervan: „Het ging wat rommelig, met attributen en ter plaatse verzonnen stukjes. Grof en ruw; vrij wilde stukjes ook, waar we veel van leerden en die de fantasie losmaakten. Simpele verhaaltjes en sprookjes, fantasiegebeurens die „vervreemdend" werkten op de toeschouwers die vaak heftig reageerden daarop. Na mijn Engelse periode werd het „maakwerk" bij Matrogoth heel belangrijk. Welke troep ook, we konden het gebruiken; de kwaliteit van de dingen werd beter. Wel, bij het maken van expressie met fantasie en verbeelding is op het moment geen ouwe troep meer betrokken. Alles is zelfgemaakt, van karton en papier-maché. Alle voorwerpen spreken de taal van papier-maché. Het is een op zichzelfstaand wereldje". Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel verblijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven hon den zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende redenen afge staan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van62,50 ten bate van zwerfdie ren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Be sjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maan dag gesloten. Frank Berbée en consorten hanteren een filosofie die ze inmiddels aan de potentiële gemeentelijke geldschieter hebben doorgegeven. Berbée die, als hij in Leiden werkt, meestal leeft op brood en hagelslag, omdat hij al z'n geld in Matrogoth stopt; „in Engeland werkte ik op een behoorlijke manier, kreeg genoeg geld om goede materialen te kopen en ik had er goed te eten" heeft het over „een stukje warmte uitstralen". „Wij maken geen risicoloze voorstellingen; men hoeft bij ons dingen die vertoond worden niet klakkeloos aan te nemen. Matrogoth brengt geen saaiheid, geen gevestigde voorgekauwde kunst die je mooi moet vinden. Het gaat erom voorstellingen te maken die intrigeren en irriteren. Volgens onze filosofie proberen we uit te drukken wat voor moeilijkheden we zelf hebben, met onze hoop, ons verdriet en onze vrolijkheid, die we in ons werk in felle kleuren uitdrukken. Ofschoon, we kunnen niet van de wind leven en geregeld moeten wij, via een uitzendbureau, werken in een fabriek, stiefkind van onze filosofie, om ons lege inkomstenpotje weer wat te vullen". De mensen van Matrogoth zijn zelfdoeners; iedereen doet iets van de ander. Zo kan de muziekmaker ook met een masker bezigzijn en de student kun je schilderwerk zien afmaken. Voorstellingen komen gezamenlijk tot stand. Ook de zelfgemaakte kostuums vallen binnen deze sfeer. Werken de Matrogothers niet aan een project met thema, dan werken ze op de fabriek. Wat in hun overtuiging niet voor zou mogen komen, maar het is nu eenmaal niet anders. Zo'n project wordt door de kerngroep opgezet en de anderen werpen zich erop, spelen zich er op in. Men is dan bezig met een rode draad die gaandeweg verandert. „Het thema van onze kerstvoorstelling van '79 was: „Tot stilstand komen van de mens in de winter", vertelt Frank Berbée; „zoals men vroeger in de winter tot rust kwam, veel las en voorlas, wachtend op de zon, tot de lente weer uitbrak. Een paar maanden terug hadden we hier, in deze werkruimte, nog een tentoonstelling met als thema:„De verhouding tussen droom en realiteit". Oude kranten, stapels kartonnen dozen, oud hout; alles wat de Vlicobak levert is voor Matrogoth van een hoog gehalte, alles is geschikt voor deze uitdrukkers en vormgevers van „Dit is vermaak, dit is leuk; zoals mensen van mensen houden, zo werken wij". „Geen inteelt, geen kliekvorming". Een beetje chaotisch Kan best wezen. Ze zijn niet voorspelbaar, de dansjes van Matrogoth; men staat er ver weg van gedwongen routines en afstandscheppende illusies. Chaos, waar toch een lijn in zit. Het is Matrogoth^ met de vragende beweging: „we zouden echt niet weten hoe het allemaal wordt". Dit geldt evenzeer voor de komende manifestatie, die op vrijdag de dertiende van februari (met opzet gekozen datum, als om het noodlot te tarten) van wal steekt in een grote „kijkdoos", drijvend op het begrip „environment-omgeving", in een driedimensionale bui die z'n neerslag vindt in galerie 't Pand, Schoolstraat 10, Voorschoten. Nieuw in opzet, voor Matrogoth, in een grote ruimte. Het publiek kan van buiten op straat door grote gaten in het papier, waarmee de ramen zijn afgeschermd, naar binnen kijken. Nauwelijks voorspelbaar is wat er allemaal te zien zal zijn. Maar het is heel wat, aan gemaakte dingen, aan toneeltjes die misschien van dag tot dag, vier weken lang, van elkaar kunnen verschillen. De kijkdoos volgt niet de verwachtingen van een instituut. Het is, volgens .ideeënopwerper Frank Berbée, „een groeiend verhaal van dag tot dag, tot aan de voorstelling die de periode gaat afsluiten. In de lege ruimte zullen de eerste dag alleen beschilderde gedichten worden opgehangen, met muziek. De rest volgt. Tot na vier weken er een voorstelling SIDEN Het Nieuw Leidse Dierena- :1 herbergt steeds minder dieren. De nd Wendy is een van de weinige be- iners van de hokken. Vandaag krijgt i de kans om via de krant aan een euwe baas of bazin te komen. Wendy overigens de enige hond, die in aan- erking komt, want de andere tijdelij- bewoners zijn door de entingsplicht de daaraan gekoppelde quarantaine n twee weken nog niet toe aan een euwe vrijheid. zoek naar eten en warmte. Uiteindelijk itfermde de in Leiderdorp actieve rijks- •litie zich over haar. Een kort ritje per 'litiebusje bracht haar in het Leidse [ar korte verblijf maakt het wat moei- om een goede indruk te hebben van r gedrag, maar één ding lijkt duidelijk: ndy is een boerenhond. Deze omschrij ving is geen samenvatting van zeer slecht gedrag, maar van haar uiterlijk. Haar hals vertoont rechts en links achter haar kop twee plekken, die wat minder behaard zijn dan de rest van haar lijf. Daaruit kan worden afgeleid, dat zij veelvuldig aan de riem of aan de ketting gelegen heeft om de koeien, de mest, de kippen, het erf en de tractor van een agrariër te bewaken. Of zij dat niet goed genoeg meer deed of dat ze er zelf geen zin meer in had, blijft een vraag. Duidelijk is wel, dat Wendy behoorlijk waaks is. Zeker in het begin is ze tamelijk blafferig tegen mensen die haar onbekend zijn. Dat is dan ook iets, waar een toekomstige baas rekening mee moet houden. Dit houdt niet in, dat zij on vriendelijk is, maar de onvriendelijke toon, die ze soms bezigt, is slechts een kwestie van wennen voor de andere par tij. Wendy is hond, die behoort tot het asbak - kenras. Zij is ongeveer 50 centimeter hoog. Haar vacht is kortharig en voorna melijk lichtbruin gekleurd. Hier en daar banen een paar zwarte haren zich een weg naar de oppervlakte. De staart nou ja staart is opmerkelijk en komisch. Wendy is gesierd met een staart, die niet langer is dan tien centimeter. Dit laatste gedeelte van Wendy is wel volop in bewe ging. Deze ultra korte staart is waarschijn lijk niet gecoupeerd, maar aangeboren. Met poezen kan ze het prima vinden. Ge confronteerd met een volkomen zwart exemplaar, gedroeg zij zich zeer vriende lijk en vol belangstelling. Na enig snuffe len aan de poes, kwam zij tot de conclusie, dat er geen reden is om een poes de stui pen op het lijf te jagen. Met andere hon den kan zij ook leven, al is het niet van harte. Hertha De hond van vorige week, Hertha de bast aardherder, heeft een nieuw tehuis ge vonden. Het dier werd opgehaald door een inwoner van Roelofarendsveen. Windy het „asbakkenhondje" met de leuke staart. ZATERDAG 7 FEBRUARI 1981 PAGINA 5 Vruchten van Matro goth; types uit 't volk". komt die een week te zien zal zijn. Dit is nieuw voor ons: dat de toeschouwer de ontwikkeling van het hele project tot aan de voorstelling kan volgen". Daarna verhuist de beweging naar Leiden, waar in de werkruimte achter het Noordeinde een theatertje zal worden opgebouwd en waar dan ook gesleuteld gaat worden aan een heel andere voorstelling, eind maart; ook een week lang. In die tijd zullen er door Matrogoth tevens bepaalde stukjes op straat gedaan worden. Ze ontwikkelen activiteiten op verschillende fronten, deze jongens en meisjes, die wars zijn van etikettenplakkerij. 't Kan zijn, dat ze de uitdrukking niet prettig vinden, maar hier „kliederen" expressionisten van het zuiverste water zodanig, dat het geen kliederwerk is. En dan is er nog de „poster" van het jaar. De zesde sinds de geboorte van Matrogoth. Frank Berbée ontrolt 'm. Een grafisch werkstuk dat twee maanden vergde om het op papier te zetten. Wat stelt de poster voor? Joost mag het weten. En zo wil Matrogoth het ook. Affiche voor een onderneming. Lijkt, naar mijn smaak, op een kadastraal fijne luchtfoto van eën wereldhavenstad. Dat mag; hoe dan ook. Berbée geeft me het voordeel van de twijfel. Zie de poster met de boot „die de rivier opvaart". Het krioelt er rondomheen. De titel is: „Deze plezierjacht m'n eerste huwelijksreis". Klein misverstand omtrent het geslacht van „jacht". Hier is duidelijk bedoeld „het jacht" als boot, en niet zozeer „de jacht" op plezier, 't Had dus „dit plezierjacht" moeten wezen, maar de poster was al vermenigvuldigd. Dit was dan een vermenigvuldiging, die hij eigenlijk had willen tegenhouden. „Spijt me", verontschuldigt Frank zich. Maar soms kan ook Matrogoth het tempo des levens niet meer bijhouden. En dat is dan weer helemaal de opzet van deze zoekers naar een wezenlijke opvulling van hun jonge

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5