De strijd om prikkels Benzine sparen is een kwestie van je poot stijf houden primeurgalerij PERSONE AUTO RAI ER ZULLEN MEER KILOMETERS UIT EEN LITER GEHAALD MOETEN WORDEN mm Igini A eei lift. "tome l do We zullen er niet aan kunnen ontkomen: ye moeten zuiniger met autobrandstoffen f[aan omspringen. Om twee redenen. Al- ereerst omdat de olie echt opraakt Ten tweede omdat de autobrandstof niet meer te betalen is voor de doorsnee-automobi list, zodat er wel meer kilometers uit een liter gehaald zullen moeten worden. De autofabrikanten hebben begrepen dat de klant nog best bereid is om een auto te ko- 'pen, maar dan alleen als het een zuinige auto is. Ze zijn dus op alle mogelijke ma nieren gaan proberen hun produkten zui niger te maken, zonder dat die daarbij aan snelheid en kracht inboeten. Het liefst zouden we een auto kopen die 1 op 50 verbruikt en dan ook nog 200 kilo meter per uur rijdt. Dat kan wat moeilijk. Want wie van een bepaald motortype meer vermogen wenst, zal meer brandstof moeten toevoeren. Maar wordt gebruik genaakt van energie, die anders onbenut blijft, dan wordt in zekere zin iets voor niets verkregen. Dit is het geval met een turbolader waarvan het turbinegedeelte wordt aangedreven door de energie die zich in de af te voeren uitlaatgassen be vindt. Door op de verlengde türbine-as schoepen aan te brengen die een compres sor of lader vormen, kunnen de cilinders onder druk worden gevuld of „opgela den". Er is dan een turbolader ontstaan die bij dieselmotoren de verbrandings lucht onder enige overdruk naar de cilin ders stuwt. De motor wordt dan turbomo tor genoemd. Een turbolader draait met enorme snelheden en moet dan ook met grote precisie en van hoogwaardige mate rialen worden gemaakt, vandaar dat de turbolader de motor wel een stuk duurder maakt. Voor een grote vrachtwagencom binatie die een aanzienlijke waarde verte genwoordigt maken die paar duizend gul den niet zoveel uit. Op de dieselmotor voor personenwagens drukken de kosten van een turbolader zwaarder en dit is dan ook de reden dat het vrij lang heeft ge duurd voor drukvulling op personenwa gens met dieselmotoren werd toegepast. Maar de steeds stijgende brandstofprijzen hebben voor deze categorie voertuigen ook de weg naar de drukvulling geëffend. Aanvankelijk had de turbolader voor ben zinemotoren niet veel te bieden. Bij een dieselmotor wordt alleen lucht naar de ci linders gevoerd. Komt deze onder druk in de cilinders terecht dan ontstaan er geen E roblemen. Maar bij een benzinemotor is et een mengsel van lucht en benzine dat naar de cilinders wordt gevoerd. Wordt dit mengsel onder druk gebracht om dan tijdens de compressieslag nog eens flink te worden samengeperst, dan treden de be kende problemen op van abnormale ver branding als gevolg van detonatie en/of gloei-ontsteking. De motor gaat dan „die selen". Dat is te voorkomen door de com- pressieverhouding van de motor te verla gen, maar dat betekent weer rendements- verlies. Daarom werd van een benzinemo tor slechts sporadisch een turbomotor ge maakt. Dit bleef beperkt tot de autosport, waar men op verschillende manieren pro beerde de motor voor overlading te be hoeden. Gedwongen door de vraag heb ben de constructeurs echter ook voor de gewone huis-tuin-en-keuken-benzinemo- tor een oplossing gevonden. Natuurlijk hebben de automobielfabrikan- ten ook naar andere wegen gezocht om auto's zuiniger te laten lopen. Door brand stofinspuiting bijvoorbeeld en door het toepassen van elektronische ontstekingen. De juiste hoeveelheid brandstof wordt op het juiste moment tot ontbranding ge bracht. En dat levert brandstofbesparing "\/erder hebben vele constructeurs gegre pen naar de vijfde versnelling als wapen in de strijd tegen verspilling. Zo'n vijfde versnelling gaat wel ten koste van de trekkracht, maar daaraan bestaat ook lang niet altijd behoefte. Als een auto met een redelijk constante kruissnelheid, zeg 100 kilometer per uur, op een vlakke weg rijdt, kan best met een verminderde trek kracht worden volstaan. De motor maakt dan minder toeren en dat levert echt wel een paar voordelen op. Allereerst wordt het motorgeruis minder, dan wordt de motorslijtage geringer, maar het belang rijkste van alles is dat er minder brandstof wordt verbruikt. Natuurlijk is dat alleen mogelijk zolang er geen groter beroep op de trekkracht van de motor wordt gedaan. Wie snel wil accelereren, een flinke hel ling moet nemen of gedwongen is de wa gensnelheid aanmerkelijk te verlagen, moet van de vijfde terug naar een lagere versnelling. En in de stad kunnen we de vijfde versnelling meestal wel vergeten. Wie echter geregeld vrij lange ritten maakt, kan vooral in het vlakke Ne derland van de voordelen van een vijf de versnelling profiteren. Zelf» in het stadsverkeer profiteert men er indirect van, want de vierde versnelling vormt dan gewoonlijk een geringe reductie, zo dat minder noodzaak bestaat om veel van de derde of lagere versnelling gebruik te maken. Dat hangt echter ook af van het type motor en het aantal cilinders. Zo'n. vijfde versnelling met een voor het brandstofverbruik gunstige overbren gingsverhouding wordt ook wel „overdri ve" genoemd, een benaming die niet ge heel juist is, want in de autotechniek ver staat men daaronder een afzonderlijk ver snellingsbakje dat achter de gewone ver snellingsbak is opgesteld. Weer andere fabrikanten zoeken het in een combinatie van al deze mogelijkhe den, of passen nog andere foefjes toe om het totale brandstofverbruik te verminde ren. Zo heeft autogigant Volkswagen de formule E geïntroduceerd. E staat hier, begrijpelijkerwijze, voor energie. Alle mo dellen in de Volkswagen formule E-serie hebben een schakelindicatie. Er gaat een lampje branden wanneer de bestuurder in de eerstvolgende hogere versnelling eco nomischer kan rijden. De rijders van de Volkswagen Passat kunnen bovendien door'een start-/stopmechanisme de motor bij verkeerslichten of andere stopplaatsen afzetten. Het opnieuw starten gaat een voudig door bediening van het koppe lmes- en gaspedaal. Het voordeel hiervan is dat de bestuurder, als hij ergens voor moet wachten, de,motor simpeltjes kan af zetten om brandstof te besparen. En dat tikt echt goed aan wanneer men in de stad rijdt met zijn vele stoplichten. Zowel in Amerika als in Europa zijn er fa brikanten die met uitgebreide onderzoe kingen bezig zijn op het gebied van het verminderen van het vermogen van de motoren onder bepaalde omstandigheden. Men onderzoekt of het niet mogelijk js'om bijvoorbeeld van een achtcilinder motor er vier uit te schakelen tijdens het rijden. Zowel Ford als Mercedes buigen zich over dit probleem. Allemaal uitingen die te betitelen zijn als loffelijk streven. Maar de fabrikant kan zijn auto's nog zo zuinig maken, de man die de auto uiteindelijk moet berijden, is degene die het verbruik van die auto in de hand heeft. De markt wordt zo langzamerhand over voerd met allerlei apparaten die het mo gelijk moeten maken de auto zuiniger te doen rijden. Eenzelfde hoeveelheid appa raten is inmiddels ook weer van de markt afgevoerd. Gewoon omdat het een milde vorm van bedrog was. Het meest berucht hierbij is wel de firma die een gegaran deerde bezuiniging van twintig procent beloofde mits men eventjes een paar tien- tjss wilde overmaken op girorekening zo veel en zoveel. Zij die dat deden kregen na veertien dagen een rubber blokje in huis dat dan onder het gaspedaal moest worden gemonteerd. Bezuiniging gegaran deerd. De winst van de firma trouwens ook! Het werkelijke bezuinigen bij het autorij den moet van de berijder zelf komen. Houd de poot stijf! Dat wil zeggen: laat u nooit verleiden om onregelmatig te gaan rijden of zo nu en dan eens een stukje te „scheuren". Maar ook nog in een andere betekenis: laat die rechtervoet niet of nau welijks bewegen van boven naar beneden. Zoek de voor u meest zuinige snelheid en houd die snelheid aan. Er zijn echt wel een aantal regels op te stellen voor een gunstig benzineverbruik, regels die u een brandstofbesparing op kunnen leveren van een twintig procent of misschien nog wel meer. U zult echter wel zelf moeite moeten doen om u aan de regeltjes te houden. Een fabrikant kan na melijk uw rijgedrag niet inbouwen in zijn laatste model! Die regels zijn eigenlijk heel erg simp Gebruik bij het starten de choke ni overmatig, dat wil zeggen alleen bij e< koude start. Doe hem dan ook weer j gauw mogelijk in. Laat de motor niet i deloos warm draaien. Als u de eerste kill meters kalm aan rijdt wordt de automou vanzelf goed warm. Het intrappen va een gaspedaal hoort geleidelijk te geschil- den. Elke plankgas-handeling is een i spraak op uw portemonnee. Blijf zo stant mogelijk rijden, met de bij de s: heid passende versnelling. Schakel soep niet te vroeg, niet te laat en zeker niet abrupt Elke keer met zeer veel gas inh len is echt niet nodig. Let eens op, he vaak staat bij het volgende stoplicht i door u ingehaalde auto vlak achter u. F paar seconden winst hebben u dan to< I maar een gulden meer aan bènzine g 1 kost. Zorg dat u een redelijke afstand t 1 uw voorligger hebt, zodat u niet gedwoi gen wordt om te sterk af te remmen. EU keer hard remmen, terugschakelen weer optrekken kost een slok aan brani stof. Rijd met zo weinig mogelijk 1 in uw auto. Elke kilo meer gewicht 1 brandstof meer. Haal ook de imperial van uw dak als u er geen bagage op heb U ziet het, het zijn allemaal simpele reg« tjes, die op zich allemaal gemakkelijk zi na te volgen. Geen probleem dus mee .J Als het aan u ligt verbruiken we het vc gend jaar in Nederland minstens twinti procent minder autobrandstof. Hoewe zou het dan net eender gaan als met h( 4 minder verbruiken van elektriciteit? D J.4 de benzine dan duurder wordt omdat minder van wordt verbruikt? GERARD CRON 5 t|m 15 februari AMSTERDAM fHH zm Niet met de auto naar Schiermon nikoog dus. Maar dat er een nood wetje aan te pas moest komen om een gemotoriseerde aanranding van deze maagdelijke Wadden welving te voorkomen, bewijst eens te meer hoezeer het blik be reid is te kruipen waar het niet gaan kan. Laten milieuverdedi gers en energiebespaarders vooral geen illusie putten uit de klacht van het bedrijfsleven dat de auto verkoop daalt, want die wettigt voornamelijk de conclusie dat Nederlanders onder de druk van - de economische omstandigheden Zelfs net rijden in langer met hun wagen doen of dagelijkse fi- eerder een tweedehandsje aan- s. z,t V01 pr,K" schaffen.niet dat ze minder rij- den. „De. mens van de jaren tachtig zal liever oud brood eten dan dat hij zijn auto laat staan", is bij herhaling gewaarschuwd door prof. dr. L. Bak, hoogleraar in de praktische planologie en deskundige op het gebied van consumentengedrag. Hij voorspelt dat de benzine, gerekend in gul- zo niet drie gulden per liter zal kosten. Hij vreest dat er dan onder de 30.000 gulden geen middenklas wagen meer te krijgen zal zijn. „Maar de mensen zullen volgens mij toch auto willen blijven rijden, ten koste van besnoeiingen op andere uitga ven, als het moet. Uit de praktijk blijkt dat het de meeste Nederlanders weinig kan schelen hoezeer de auto inhakt op het gezinsbudget. Bijna niemand rekent uit wat het bezit en gebruik van een wagen hem precies kost. Ook in de jaren tachtig zullen we aan geen enkele bestedingscate gorie zoveel geld uitgeven als aan de auto". of het meubilair vernielt.hetgeen din e ook steeds meer gebeurt. jerui Het wassen van de auto, bijna een rituiindi cp zich geworden: het zelf sleutel|»rde Waarheen zullen we het weekend eciard gaan? Waarheen met vakantie? Spanncgere mee met een rally, lekker crossen over nlijl hei. Als ik er eens een bakkie achter hi 1 een caravan? Als ik er eens een bakkie zette en ging tokkelen? Prikkels, prikkên"f De auto heeft zich met name in de Amic'.d kaanse samenleving zo onuitroeibaar itlsc nesteld vanwege de gewoonte die „p ting" heet, het prille of niet zo pr©el vrijen op dë achterbank. Prikkels. Het niale van Henri Ford indertijd is gewe t zi dat hij heeft ingezien welke rol de aitbr« kon spelen bij de massale strijd om pril di kels. Hij was al een gedragswetenschap! 1 ve toen de universiteiten die discipline tfijke moesten uitvinden. Gek genoeg bevestlen het uitgelaten gedrag van Nederland 1 da de autoloze zondagen van 1973 deze prielbe keitheorie eerder dan dat hij hem or kracht. Wat waren die immense, 1< snelwegen immers anders dan.juist: lden prikkel? mpb dichter benaderd worden door wat de hun natuurlijke vijanden, in het voort- Amerikaanse essayist Elwyn White ge- brengen en opvoeden van hun nageslacht zegd heeft: „Alles in het leven gebeurt er- en in het bouwen of repareren van hun gens anders en je komt er per auto"? onderkomens. Het is een uitspraak die in elk geval in- W anverhouding Wie becijfert hoeveel duurder een uur au torijden is dan een uur wonen, zou vreemd opkijken. Tussen de prijs die we bereid zijn te betalen voor de luxe van ei gen vervoer en voor de levensbehoefte van een dak boven het hoofd, bestaat een verbijsterende wanverhouding. „De auto is het wereldlijke heiligdom van h$t indi vidu geworden, het tabernakel voor zijn ego, zijn mobiele Walden-vijver", aldus de socioloog McDonagh. En cultuurfilosoof McLuhan: „De auto is een kledingstuk ge worden zonder hetwelk we ons onzeker, naakt en onvolledig voelen". Waar of niet waar? Zou de werkelijkheid 'misschien stemming zal oogsten bij beoefenaren van de moderne gedragswetenschappen. Vol gens hen hebben levende wezens en ze ker mensen voortdurend prikkels uit hun omgeving nodig om goed te kunnen functioneren, om zich wél te kunnen be vinden. Dat zit gewoon in de biologische aard van het beestje. Onze verre voorou ders kostte het krijgen van prikkels wei nig moeite. Ze werden meer dan bezig ge houden door de eisen die het simpele overleven stelde. Al hun tijd, energie en vindingrijkheid ging zitten in het zoeken naar voedsel en water, in de verdediging van hun leefgebied, in het ontlopen van Hoe anders is het gesteld met hun moder ne nazaten in een verstedelijkte wereld. Die zijn verzekerd van voedsel en water. Ze genieten alle mogelijke bescherming tegen de elementen en kennen geen na tuurlijke vijanden meer. Hygiëne en ge zondheidszorg zijn vanzelfsprekendheden. Maar hun behoefte aan prikkels is dezelf de. Bijgevolg heeft „de strijd om het be staan" plaats gemaakt voor „de strijd om prikkels". Krijgen we die niet automa tisch, zoals bij onze voorvaderen het geval was, dan gaan we ze zoeken. We zullen wel moeten. Ons geluk en welbevinden hangen er van af. Wie de strijd om prik kels niet aangaat, „verveelt zich dood"; Belangwekkend wapen Voor het voeren van die strijd heeft de mens (precies hetzelfde valt waar te ne men bij dieren in een dierentuin, ook een prikkelarme omgeving) een belangwek kend wapen uitgevonden. Hij schept, al dus bioloog en gedragswetenschapper Desmond Morris in „The Human Zoo", overbodige problemen die hij vervolgens gaat oplossen. Hij maakt zijn bestaan on nodig ingewikkeld, louter om er weer lek ker uit te kunnen komen. En door geen uitvinding in de geschiedenis wordt dit mechanisme beter gediend dan door de auto. Ga het aantal prikkels maar na dat de auto oplevert. De statusprikkel natuurlijk hij moet groter, sneller, duurder zijn dan die van de buren en daaraan ge koppeld de prikkel van de keuze, het vlooien in advertenties en folders, het be zoek aan de showroom, de proefrit. Dit zelfde is uiteraard evenzeer van kracht voor wie juist niet aast op status, maar een zuinig, goedkoop, minder milieubelastend wagentje zoekt. Bijkomende prikkels: hoe raak ik mijn oude auto zo gunstig moge lijk kwijt; welke greep zal ik doen in de grabbelton van accessoires? Tot zover valt de prikkelbuit misschien nog te vergelijken met die bij de keuze van een nieuwe woning. Maar een ander huis betrek je niet om de vijf jaar en voor al: met een huis kun je niet deelnemen aan het verkeer. Onvoorstelbaar rijk is de schat aan prikkels die de automobilist op zijn baan ontmoet, talloos zijn de situaties waarvoor hij een oplossing moet vinden. Zelfs het rijden in de dagelijkse files zit vol prikkels. Hoe lang zal ik er nu weer over doen? Welke baan zal ik kiezen? Weet ik een sluipweg? Kan ik er tussen kruipen? Durf ik de vluchtstrook probe ren? Het verschil tussen zitten in een file en zitten in een trein is nog altijd dat tus sen het Wilde Westen en een kinderbe waarplaats. Wat voor prikkels levert een trein nou op? Tenzij je zonder kaartje reist pa kli persoonlijke ruimte is weggevallen, do^Ji hun uiterste best om elkaar te negeren. £fn'cj Persoonlijke ruimte De gedragswetenschap heeft in zijn joi n bestaan bovendien nog iets ontdekt, 1 aut*J melijk het feit dat ieder mens, waar fer ook gaat of staat, een draagbaar territoPSge um bij zich heeft. Zijn „persoonlijke rui te" heet dat in vakjargon. Wanneer meir a mensen die ruimte binnendringen, enn P ren we dat als bedreigend. Bestude®10® maar eens wat er gebeurt in een volo^ -lakte lift, wachtkamer of trein. De op e luit gedrongen mensen waartussen cjjj vermijden krampachtig eikaars blik. {j^e] vegen elke uitdrukking van hun gezic n Ze kijken naar het plafond of naar n vloer en ze beperken hun lichaamsbev/^ gingen tot een minimum. Ze prober«nt' kortom, „er niet te zijn"; zo ellendig v< to-s len ze zich wanneer ze hun persoonlij mer ruimte kwijt zijn. De conclusie- ligt vo t0 g de hand. Waar eigen vervoer de onaal tastbaarheid van die persoonlijke ruim garandeert en openbaar vervoer niet, zi Og< len mensen altijd de voorkeur blijven g ven aan de auto boven trein, tram of btB "J Ook .hier geldt weer het zit in de biolo|or 1 sche aard van het beestje, zoals gedraj wetenschappers op grond van honder duizenden waarnemingen en proev hebben ontdekt. „Blij dat ik rij" is mei1 ei* dan een loze reclameleus en wie de ad aan wil pakken, dient terdege te besefft welk formidabel mechanisme hij tracht ontregelen en met welke gevolgen, i PIET SNOERE Van links naar rechts: Renault 18 Diesel: Wtwbm Uncw. 2000 Rally Turbo; Lada 2105, Daihatsu Cuore, driedeurs

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 16