Duizendpoot Hans Henkemans promoveert China kalmeren en toch onderzeeërs leveren mitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnen. DuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbuitensteBinnenhofbüitensteBinnerL IINNENLAND/BUITENLAND LEIDSE COURANT ZATERDAG 31 JANUARI 1981 PAGINA 9 ISTRi laardij 126408 2224» rspronkÖjVD/£ 1 ler en kamers, lijkt tegenwoordig 185^a geen week meer rbij te gaan zonder er op de publieke )une van de Tweede r HoOtmer één of andere 156, Lel m van ordeversto- r wordt gepleegd. r is dat niet. Het is >nlijk een logisch ge- van de steeds toe- ï)r\\\frende belansstelling vl lljv, de burgerij voor doen en laten van jring en volksverte- \woordiging. De toe- jouwers op de tribu- COURANT zjjn vaak sterk be- "kken bij de onder- Tifpen die beneden :N 7 in de politieke are- worden behandeld o/trio dan is het vaak ubadoun»7'}*' a,,een maar yetjes te luisteren en 7 '"Strut naar wat zjcfj )23-29.0f^e vergaderzaal af belt. Zeg nou zelf, bben wij niet allen bij tijd en wijle de neiging commentaar te leveren bij het zien van voetbal wedstrijden, films of andere schouwspelen die onze zintuigen prik kelen? Die neiging komt natuurlijk nog sterker naar boven als je anderen over jezelf hoort praten, of dat nu thuis, op het werk of in de Tweede Kamer is. Jongstleden dinsdag konden opnieuw enkele belangstellenden op de tribune zich op een ge geven moment niet meer inhouden. Het be trof een groepje landge noten van Surinaamse komaf, dat naar het Binnenhof was geko men om het debat over het Surinamebeleid van de regering van nabij te volgen. Geconcentreerd luisterden ze naar de inbreng van de ver schillende woordvoer ders en wisselden on derling af en toe blik ken van verstandhou ding. Maar ze hielden hun mond. Totdat de heer Van Rossum van de SGP aan het woord kwam en het onder werp„gezinshereni ging" aan de orde stel de. ZONDIG 2 Inwoners van Surina me, die in Nederland een echtgenoot of echt genote hebben, kunnen een visum krijgen om naar Nederland te gaan. Maar hoe zit het met mensen die niet ge huwd zijn, maar samen wonen? Mag een Suri naams meisje uit Para maribo zich in Neder land vestigen als haar vaste vriend, haar con cubine zogezeid, hier woont? Nee, in principe niet. Alleen in zeer bij zondere gevallen, vindt de regering. Van Ros sum was het daarmee eens. Waarom? Hierom. „U kent onze principië le bezwaren tegen het leven in concubinaat", zei hij. En hij voegde daaraan toe: „De zeer beperkende opstelling van de Nederlandse re gering ten opzichte van de import van deze zon dige samenlevingsvorm heeft dan ook onze vol ledige instemming". Deze uitspraken scho ten het handjevol Suri naamse toeschouwers recht in het verkeerde keelgat „Zondige sa menlevingsvorm! Bela chelijk!", riepen ze, waarna ze onder ver woed gehamer van voorzitter Dolman en kele gevarieerde emo tionele verwijten over de SGP'er uitstortten. Dolman bleef er echter vrij kalm onder. Toen hij bemerkte dat zijn vermaningen met het houten voorzittersge reedschap zonder resul taat bleven, gaf hij met een eenvoudig handge baar de immer op de tribune aanwezige rijks politieambtenaren (in dit geval eep man en een vrouw) opdracht de rustverstoorders te ver wijderen. En ziet, als makke schapen gingen de boze toeschouwers zonder gemor met de twee ordebewaarders mee naar buiten. Inci dent gesloten. Het viel dus allemaal best mee. De kranten die deze ge beurtenis de afgelopen week presenteerden als een rel-van-heb-ik-jou- daar, hadden gewoon ongelijk. PASPOORT Laten we, nu we het er toch over hebben, nog maar even verder gaan met het Surinamedebat. Achter de regeringsta fel zat staatssecretaris Haars van justitie, die een half uur tevoren nog door de Kamer was aan ge vallen van we ge het inwendig lichame lijk onderzoek van zi geunervrouwen door de naar verborgen identi teitspapieren speurende politie. Bij de bespre king van het Suriname beleid kwamen er op nieuw identiteitspapie ren ter sprake. PvdA- woordvoerder Van Thijn vroeg mevrouw Haars, waarom de poli tie bij alcoholcontroles vaak aan Surinaamse mensen vraagt of ze hun paspoort willen la ten zien. Haars ant woordde daarop, dat de politie soms bij alcohol controles of andersoor tige verkeerscontroles nagaat of ze misschien toevallig een illegaal hier verblijvende vreemdeling kunnen snappen. „Ja, maar sputterde Van Thijn te gen, (we geven hier even een vrije verta ling) „moeten alle Suri- namers die hier al lang legaal verblijven dan altiid een paspoort bij zich hebben om zich te kunnen legitimeren? Dat kun je toch van niemand verlangen? Welk recht hebt u om uitgerekend Surinamers en niet mensen zoals u en ik om paspoorten te vragen?". Opeens spéelde er een glimlach om Van Thijns mond. „Hebt uw pas poort bij u?", vroeg hij triomfantelijk, in een uiterste poging, me vrouw Haars klem te praten. Het antwoord bleef nog geen twee se conden uit. „Ja!" riep Haars met grote stellig heid. „Dat heb ik altijd bij me!". Ai. Jammer nou. De truc was mis lukt. Maar Van Thijn lief zich er niet geheel en al door uit het veld slaan. „Ja natuurlijk", antwoordde hij gevat Want u weet wat u bo ven het hoofd hangt!". IN T VOORBIJ GAAN Toch nog even flink ge lachen tijdens het span nende debat over de le vering van onderzeebo ten aan Taiwan. Eén van de kernvragen in de gedach ten wisseling was: hebben Van Agt en Van der Klaauw tij dens hun bezoek aat^de Volksrepubliek China in de herfst van vorig jaar de Chinezen op de hoogte gesteld van het plan, Nederlandse duik boten aan J.Taiwan te verkopen? „Nee", had Van der Klaauw enkele weken geleden gezegd. „Om de drommel wel", had Van Agt beweerd. Wie had gelijk? Joost mag het weten. In ieder geval trok de premier aan het langste eind. Na een ongetwijfeld 'fikse woordenwisseling met Van Agt kwam Van der Klaauw opeens met de publiekelijke verkla ring dat de levering van onderzeeërs tijdens ge sprekken met Chinese hoogwaardigheidsbe kleders wél ter sprake was geweest, maar slechts zijdelings, ter loops, in het voorbij gaan. Die laatste uitdrukking, „in het voorbijgaan bezigde Van der Klaauw onlangs ook in een televisie-uitzending. Boer Koekoek had dat programma ook gezien. In zijn bijdrage aan het debat vertelde hij daar het volgende over. „Ik zat toevallig te kij ken en ik hoorde de mi nister van Buitenlandse Zaken zeggen: in het voorbijgaan. Toen zei mijn vrouw nog: „Wat is dat eigenlijk, in het voorbijgaan?". Ik zei: „Nou, dan komt er toe vallig een Chinees langs tegen wie de minister van buitenlandse zaken zegt: Denk erom, wij zijn ook nog van plan enkele onderzeeboten aan Taiwan te leveren. Zo gaat dat in het voor bijgaan". De kamerle den en ministers sloe gen dubbel van het la chen. „Ach", zei Koe koek, „het allerbeste is, er maar een grap over te maken 10066. "ergeN „De ochtend na jn promotie lag er een ge- rtekaartje op de ontbijt- !el. Een patiënt van me, jongeman die altijd ilijkheden had om met ies in contact te komen, voor de eerste keer va- geworden. Dat is het jiste cadeau dat ik gekre- iquanunt heb... oeDodenjns Henkemans, 67 jaar, rmTa.^enin Den Haag, vijf en- m. looxfintig jaar geleden een be- /i.3oo.-emd pianist, nu een druk ei. na ifeet psychotherapeut, en jn leven lang een verdien- luarium blijlc componist, is vorige imkomsfek aan de Universiteit n de main Amsterdam gepromo- i: v.d. Ltjerd tot doctor in de ge- 06 w!eskunde. Zijn proefschrift |oeg de titel: „Aspecten n club!11 sublimatie, haar stoor- ssen en de therapie hier- m-les V. m-; Een paar dagen na zijn promotie, op een druilerige morgen, zoeken wij de heer Henkemans op in zijn woning, een lage bungalow, ver scholen tussen de bomen in het landelijke Bergen (N.H.). Een nage maakt parkeerbord in zijn tuin geeft aan waar we onze auto moe ten wegzetten. Wanneer we over het smalle paadje naar de voordeur lopen, staat de heer Henkemans, lang en mager, maar opmerkelijk kwiek, al in de deuropening. In zijn geluiddichte werkkamer staan, hoe kan het ook anders bij een psy chotherapeut, een bureau en een ligbank. De rest wordt in beslag ge nomen door een vleugel. „Ik speel nog steeds vrij veel, al wordt het grootste deel van mijn, overigens schaarse, vrije tijd in beslag geno men door moe-zijn en slapen". Tijdens de oorlog heeft Henkemans gestudeerd bij de beroemde psy chiater Rümke. In 1945 slaagt hij voor zijn artsenexamen. In plaats van in de geneeskunde, stort hij zich echter in de muziek. Hij ves tigt zijn naam als vertolker van pianowerken van Debussy, Mozart en Ravel. In 1968 zet hij echter een punt achter zijn pianisten-carrière. „Het voortdurende reizen en optre den werd te zwaar. Voor de oorlog heb ik drie jaar op bed gelegen met longtuberculose. Ik ben genezen, volgens de blijf-maar-op-bed-en- eet-en-drink-maar-goed-methode, maar een van mijn longen heeft nooit meer gefunctioneerd", vertelt Henkemans. „In de jaren zestig gaf ik een paar uur per week les in Amsterdam en Groningen in com positie- en instrumentatieleer, hoe wel ik de lesboot zolang mogelijk heb afgehouden. Lesgeven is vol gens mij funest voor kunstenaars. Daarom luidt een van mijn stellin- ;en ook, dat jonge, getalenteerde kunstenaars een stipendium moe ten krijgen, op voorwaarde dat ze nooit les zullen geven. Tijdens die jaren heb ik diverse leerlingen ge- jtomaal >1828-65 anbiedi vachten pevacht ipevacht Ook zoogdie Ise Sierl deinde -12.07; rt«S, uw li »r rulmte4e| lakkelijk I. ^Züïlei 3ELS. verbaar, kkelijk itanleym oninginr ensteeg 4 KEUS g-. war Fa. De Noordwfi „Ik speel nog steeds vrij veel, al wordt het grootste deel van mijn vrije tijd in beslag genomen door moe-zijn en slapen" holpen wanneer ze moeilijkheden hadden. Op die manier ben ik als het ware weer mijn oude vak inge rold. Toen ik in 1968 ophield met het geven van concerten, ben ik bij het Instituut voor Medische Psy chotherapie in Amsterdam gaan werken". Desondanks is twee jaar geleden nog een dffera van zijn hand verschenen, „Wintercruise", 'die op 27 januari 1979 in het Sche- veningse Circustheater in première is gegaan. Hiërogliefen Eén ding heeft hij aan het begin van ons gesprek al duidelijk ge maakt: over zijn patiënten zal hij niets vertellen. Hij wijst op de brandkast in zijn kamer. „Daarin zitten alle gegevens van mijn pa tiënten. Zelfs als ze eens in ver keerde handen zouden vallen, heb ben ze er niets aan. Strikt persoon lijke dingen heb ik in een soort hiërogliefen genoteerd". Ook over de gevallen die hij in zijn proef schrift beschrijft, wil Henkemans niets vertellen. „Wanneer ik er be paalde uit zou lichten, lijkt het als of ik die belangrijker vind dan an dere. Bovendien is het wereldje van kunstenaars zo klein, dat het gemakkelijk is na te gaan, over wie ik het heb". Het onderwerp van Henkemans' proefschrift, sublimatie, is niet een- twee-drie uit te leggen. Volgens het woordenboek betekent sublimeren: naar een hoger niveau verheffen. Henkemans gebruikt de definitie, die in de psycho-analyse gebruike lijk is: „Sublimatie is een tot het voordeel van het individu ge slaagde vorm van afweer, waarbij de, doorgaans uit de vroegste kin derjaren stammende driften wor den omgevormd tot handelingen, die qua inhoud weliswaar een be langrijke wijziging hebben onder gaan, doch waarvan de begeleiden de emoties onveranderd zijn geble ven". Een op het eerste gezicht onbegrij pelijke definitie, die Henkemans echter vrij goed weet uit te leggen. „De oerdriften van een kind, bij voorbeeld alles willen voelen en proeven, moeten door de buitenwe reld geremd, gefrustreerd worden. Meestal met de beste bedoelingen overigens. Het meubilair moet ten slotte heel blijven! Maar door die frustratie ontstaat een innerlijk spanning die een uitweg zoekt. Wanneer deze spanning zich in po sitieve zin ontlaadt, spreken we van sublimatie; bijvoorbeeld wan neer iemand die energie omzet in kunst. Wanneer een kind die span ning ongunstig verwerkt, spreken we van een neurose". Stoornissen Het komt regelmatig voor dat het compromis tussen drift en frustra tie niet optimaal is. Dergelijke stoornissen in de sublimatie moeten verholpen worden. Omdat Henke mans' praktijk druk bezocht wordt door kunstenaars (die in hem een collega herkennen) en omdat Hen kemans zich kan verplaatsen in hun denkwereld, bevindt hij zich in een unieke positie om allerlei as pecten van sublimaties te onderzoe ken. Zo beschrijft Henkemans in zijn proefschrift de problemen van een patiënt, een beeldhouwer die zijn creatieve impulsen voelt verzwak ken en steeds hardere materialen wil gebruiken. Tijdens de therapie blijkt dat de beeldhouwer „kei hard" door zijn moeder is opge voed. Onder de grootste geheim houding vertelt de beeldhouwer dat hij in stilte met was boetseert. Elke keer komen dan vrouwenbor sten onder zijn handen vandaan. De psychotherapeut herkent daarin duidelijk een gefrustreerde hang naar moederliefde, die zichzelf wil ontkennen door steeds harder ma teriaal te gebruiken. Later herin nert hij zich, dat hij, al bij het eer ste bezoek van de patiënt, in zijn aantekeningen het Volgende heeft genoteerd: „Zijn handen bewegen als kinderhanden, zoekend naar de moederborst". Tijdens de therapie blijkt de patiënt getrouwd te zijn met een kopie van zijn moeder. Na dat hij van deze vrouw is geschei den en hertrouwd is met een ande re, zachtere vrouw gaat het al stuk ken beter. Maar de echte genezing komt pas na een ernstige ziekte, die aanvankelijk geweten wordt aan patiënts overmatig alcoholgebruik. Henkemans wijt die inzinking ech ter aan de verwoede pogingen van de patiënt om met zichzelf 'in het reine te komeiv Kritiek In zijn proefschrift gaat Henke mans in op de verschillende manie ren waarop de sublimatie gestoord kan worden. Bij de meeste catego rieën geeft hij een of meerdere voorbeelden uit zijn eigen praktijk. Echte conclusies trekt hij echter niet. Mede op dat punt richt zich dan ook de kritiek die in het Am sterdamse studentenblad Folia Ci- vitatis op het proefschrift is ver schenen. Het studentenblad vraagt zich af of de promotie „een flauwe grap" geweest is. Henkemans wordt verweten dat hij zijn uitspra ken nergens hard maakt. „Hij kwebbelt er lustig op los", aldus het blad. Henkemans heeft bij zijn dis- sertati? nauwelijks gebruik ge maakt van het werk van anderen. „Omdat dat er niet was", aldus Henkemans. ïn totaal verwijst hij maar naar veertien boeken en arti kelen. Het grootste deel van het proefschrift is gebaseerd op zijn ei gen ervaringen en interpretaties. Henkemans voelt zich niet geroe pen op deze kritiek te reageren. „Modder!", luidt zijn enige com mentaar. Veel meer erkenning van zijn werk ziet Henkemans in het feit dat er zoveel ex-patiënten bij zijn promotie aanwezig waren. „Er kon geen man meer bij in de aula van de universiteit", vertelt hij. „Nee, zenuwachtig was ik eigenlijk niet. Alleen tijdens mijn toespraak brak mijn stem even. De eerste drie woorden kwamen er wat krakerig uit. Daarna ging het weer". Een korte stoornis in de sublimatie? RENE BOGAARTS foto's: CEES VERKERK HAAG Het merendeel van de iwezigen bij het tweede-kamerdebat r de onderzeeërs voor Taiwan was vreemd te moede. Zelfs verslagge- die in het parlementaire wereldje itfcokt en gemazeld zijn, hieven nadat tfrzitter Dolman de hamer had laten len, vertwijfeld de armen. „Wat wil CDA nu? Moeten die onderzeeërs wel of niet worden geleverd?". 2^sluidend was de constatering, dat st van Iersel, de woordvoerder van christen-democraten, niet veel an- s had gedaan dan mist verspreiden. r- nu, twee dagen later, is het niet een- ^pdig uit te leggen waar het CDA staat. Teerst moet echter worden gezegd dat Iersel weinig blaam treft, omdat hii veel anders kon doen dan zijn tijd praten en nadere vragen stellen aan de ïring. Zijn fractie was er toen het de- begon, nog niet uit welke houding zij moest nemen. Onder die omstandig- ;n wenste voorzitter Ruud Lubbers „afconcluderen", zoals dat heet in het rj jon van het Binnenhof, uit te stellen ^dinsdag. Anders gezegd: de neuzen wa- nog niet geteld en „Joost mocht het ïn", zoals een fractielid het uitdrukte. ^ie kampen verklaring voor de moeide, die het 'A heeft in deze affaire, is dat er in de ruwweg drie kampen zijn. Eén groep (I) staat vierkant achter de rege ring, vanuit de redenering dat belofte (aan RSV) schuld maakt en dat werkgele genheid belangrijker is dan goede relaties met China. Dat zijn er een stuk of negen. Een andere groep (II) streeft precies het tegenovergestelde na, omdat zij het onver antwoord vindt internationale overeen komsten te schenden, temeer als het gaat om een zo belangrijk land als de Volksre publiek. Deze CDA'ers menen dat leve ring van wapens aan Taiwan inbreuk maakt op het protocol van 1972, waarin Nederland verklaarde de mening van China te respecteren dat het eiland een van zijn provincies is. Hoeveel leden er zo over denken is niet bekend. Sommigen in de fractie menen dat het er inmiddels meer zijn dan de zeven, die in december meestemden met een motie van de opposi tie. Hebben zij gelijk, dan is er kans op weer een confrontatie tussen het kabinet en een deel van het CDA. Niet zo leuk, temeer nu de verkiezingen voor de deur staan. Mede tegen die achtergrond is er een der de groep (III) ontstaan, die voorstander is van een compromis. Daarbij speelt ook een belangrijke rol, dat dit kamp geen hoge dunk heeft van de manier, waarop de regering opereert. Van Agt en Van der Klaauw worden wel aangeduid als de fir ma „Stoet en Haspel", vooral vanwege de manier, waarop zij er in slaagden de Chi nezen telkens weer en steeds erger voor het hoofd te stoten. Ruud Lubbers behoort tot Groep III. Hij meent dat waar de regering heeft gefaald, het parlement moet proberen de schade zoveel mogelijk te beperken. Vandaar dat hij donderdag zijn fractie het voorstel deed een motie in te dienen, waarin de re gering werd aangespoord onderhandelin gen te beginnen met China en Taiwan. Beide zou moeten worden duidelijk ge maakt dat de onderzeeërs-affaire geen millimeter verandering heeft gemaakt in het standpunt van Nederland, dat er maar één China is en wel dat van Peking. Te genover de Volksrepubliek zou dan tege lijkertijd moeten worden erkend, dat Ne derland een fout heeft gemaakt door in te stemmen met de levering van wapentuig aan Taiwan en dat zoiets nooit meer zou gebeuren, f Maar de overredingskracht van Lubbers schoot vooralsnog tekort om de Groepen I en II achter, deze motie te krijgen. Deze wensten te weten of het compromis nu wel of geen afkeuring inhield van het re geringsbeleid. Maar aangezien nu iuist de crux was dat daarover geen duidelijkheid zou worden verschaft, reageerde zowel I als II niet erg enthousiast. Het resultaat was dat de woordvoerder in de Kamer maar moest beslissen of de motie zou wor den ingediend. Van Iersel dacht er goed aan te doen, als ltij de reactie peilde van de betrokken bewindslieden. Maar toen Van Agt, Van Aardenne en Van der Klaauw ook niet bepaald in gejuich los barstten, besloot hij het papier in elk ge val tot dinsdag in de zak te houden. Handicap Een handicap voor Lubbers was ook dat hij er (nog) niet in geslaagd was de opposi tie te winnen voor zijn compromis. In twee gesprekken met Relus ter Beek, bui tenlandspecialist van de PvdA, hamerde de CDA-voorman erop dat het parlement in deze een belangrijke taak te vervullen had. Ter Beek was het er geheel mee eens dat de Tweede Kamer moest proberen de scherven, die de regering had gemaakt, te lijmen. Alleen de wiize waarop Lubbers dat wilde doen, beviel hem niet helemaal. Naar de mening van de PvdA, en ook die van D'66, kan China alleen worden gekal meerd als het besluit over de exportver gunning voor RSV tenminste wordt opge schort. Lubbers zet daar een vraagteken bij. Hij acht het niet onmogelijk dat China er ge noegen mee neemt, wanneer een, liefst zeer ruime meerderheid in het parlement slechts duidelijk afstand neemt van het tot nu toe gevoerde beleid. Volgens Lubbers kan dat er misschien toe leiden dat Pe king al is het nog wat nagrommend, de le verantie van déze twee onderzeeërs ac cepteert. Het sparen van de kool én de geit dus. Tegenstrijdig De gedachtengang van Lubbers was bij Van Agt wel in goede aarde gevallen, al had hij dan geen behoefte aan een daartoe strekkende motie. Diverse keren tijdens het debat verklaarde de premier met na druk dat er geen vergunning zou worden gegeven voor nog meer wapenleveranties aan Taiw.an. Het was onvermijdelijk dat hij zich daardoor schuldig maakte aan een innerlijke tegenstrijdigheid. Eerder had hij namelijk gezegd dat de regering de „pittige" reacties van China had ingecal culeerd. Maar nu gebruikte hij diezelfde reacties om te bewijzen dat vervolgleve- ranties niet zouden kunnen worden toege staan. Waarom dan wel een vergunning voor deze onderzeeërs? Die vraag pareer de de premier door te wijzen op het unie ke karakter van deze order: een groot deel is van civiele aard en er wordt con tant betaald. Maar als er dan weer zo'n unieke order komt? informeerde Jan Ter- louw. Dat nu leek de minister-president uiterst onwaarschijnlijk Belang CDA Tot welke conclusie moet al het boven staande leiden? Niemand die het weet Eén ding staat echter wel vast: Lubbers zou Lubbers niet zijn, als hij niet alsnog alles in het werk stelt om zijn fractie bijeen te houden. Er is immers ook nog zoiets als het belang van het CDA. Lub bers zal het uiterste proberen om te voor komen dat dinsdagavond dankzij een deel van zijn fractie een motie van de oppositie wordt aangenomen, waarin de regering wordt verzocht haar besluit over de ex portvergunning in te trekken. Een derge lijke botsing tussen partijgenoten zou het imago van het CDA geen goed doen en bovendien het risico scheppen van een kabinetscrisis. PvdA of D'66 zou dan im mers vervolgens vragen of het kabinet de motie uitvoert en bij een ontkennend ant woord een motie van wantrouwen indie nen. 33 of 61 Het bijeenhouden van de fractie lijkt Lub bers echter alleen te kunnen gelukken als het CDA toch nog met een eigen motie ikomt, namelijk die van hemzelf. Gezien de vage formulering kan hij daarvoor misschien zelfs de steun van de VVD en van kleine fracties als die van SGP, GPV, DS'70 en Boerenpartij krijgen. Het nadeel daarvan is dat hij ook in dat geval hooguit 82 stemmen krijgt. Ook niet bepaald een meerderheid, waarmee men de Volksre publiek er gemakkelijk van overtuigt dat net Nederlandse volk zich massaal distan tieert van het tot nu gevoerde beleid. De steun van de oppositie verkrijgt Lub bers echter alleen, als ook hij het intrek ken van de belofte aan RSV bespreekbaar wil maken. Daarmee verliest hij dan wel de 33 stemmen van de genoemde fracties en wellicht ook een aantal in zijn eigen club, maar krijgt hij er 61 bij van PvdA en D'66. Dat zou het totaal opvijzelen tot bo ven de honderd, hetgeen misschien wel indruk maakt op de leiders in China. Te meer omdat daar ook de stemmen van de linker zijde bij zouden zijn. Ook die mogelijkheid zal Ruud Lubbers dit week einde door het hoofd spelen. RIK IN T HOUT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 9