Vijfduizend jazz-eipeet
voor de pure liefhebber-
Orkesten presenteren hun nieuwe vaste
dirigenten óók per grammofoonplaat
JAZZ
PLATE A
Concertagenda
3 februari Pili Pili Band,
De Paap, Papestraat 32 in Den
Haag.
4 februari Jethro Tuil,
Ahoy in Rotterdam.
6 februari Plasmatics, Pa-
radiso in Amsterdam.
7 februari Camel, Congres
gebouw in Den Haag, Plasma
tics, Paradiso in Amsterdam,
Hi Jinx, O' 16 (Oosteinde 16)
in Voorburg.
8 februari Adam and the
Ants, Paradiso in Amsterdam.
9 februari Camel, Vreden-
burg in Utrecht.
10 februari Laxative, De
Paap, Papestraat 32 in Den
Haag.
Styx Paradise Theatre A&M
Voor deze jübileumplaat, de tiende van Styx,
zijn kosten noch moeite gespaard. Paradise
Theatre is in een luxe klaphoes gestoken en
verraadt veel studio-uren. De laserbehande
ling van het zwarte vinyl is een aardig grapje
dat de verkoop verder moet stimuleren.
Wanneer je kunstlicht op de plaat laat schij
nen, zie je twee half ontblote dames en de
groepsnaam in alle kleuren van de regenboog
opduiken. De gemaakte kosten zullen onge
twijfeld worden terugverdiend, want sinds
hun doorbraak-elpee The Grand Illusion uit
1977, is de rockformatie uit Chicago een ui
terst rendabele groep geworden. Paradise
Theatre, de opvolger van Cornerstone, opent
zeer traditioneel met het ijle stemgeluid van
Tommy Shaw, een van de drie zangers die
Styx rijk is. Shaw bezingt het Paradise, een
groots theater in Chicago dat binnen dertig
jaar over de kop ging. Dit theater staat cen
traal op de plaat. Na een kort rondje recy-
cling-beukwerk met Rockin in Paradise volgt
Too Much Time On My Hands. Minder type-
rend voor Styx: geen ballad, geen rocker,
maar een aanstekelijk up-tempo nummer dat
strak geleid wordt door het ritme-tandem
van de familie Chuck en John Panozzo. Een
volkomen foute blazerssectie die een aantal
groeven later wordt ingezet, verandert de be-
tongroep in een soort showorkest van klasse
B. De waardige ballad The Best Of Times
redt Act One. Het is een herkenbare single
keus in het verlengde van Boat On The River
en Babe. Tijdens de opvoering van Act Two
ontstaan meer bedenkelijke momenten. She
Cares bijvoorbeeld, laat weinig heel van het
roek-image dat Styx met optredens heeft op
gebouwd. Het is niets anders dan een flieref-
luiterig deuntje dat lijkt te wachten op een
coverversie van pakweg Rob de Nijs. Alleen
Snowblind haalt nog een ruime voldoende.
Met een soepele solo van gitarist James
Young is het is een geslaagd voorbeeld van
degelijke Amerikaanse rock die groepen als
Styx en Kansas zoveel succes hebben ge
bracht. Conclusie: Paradise Theatre is leuk
tot aan de pauze. NM
Chas Jankei Chas Jankei (A&M)
De eerste elpee van het voormalig blokhoofd
van Ian Dury's groep The Blockheads Chas
Jankei bestaat eigenlijk uit twee langdurende
disco-singles Ai No Corrida en Am I Honest
With Myself Really? Daarnaast zijn Just A
Thought en Lenta Latina een paar jazzy
tracks die als B-kant van diezelfde singles
kunnen fungeren. Peace At Last en Reverie
met Chas Jankei achter de piano leveren
twee korte, klassiek aandoende, ingetogen
composities op, die net als het dertig seconden
durende Fuse geen na§m mogen hebben.
Deze inventarisatie toont duidelijk
Chas Jankei voor de commerc
zen. Een stap waarmee hij in
komst verloochent. Tenslotte
die verantwoordelijk v
mers als Sex, Drugs and Rock
Me With Your Rhythm Stick. Maar Do It
Yourself was eigenlijk al onder zijn aanvoe
ring Ian Dury GoeS Disco, een richting die
niet bij deze voormalige pub-rocker paste. Do
It Yourself waren waarschijnlijk ook de af
scheidswoorden van Chas aan zijn broodheer,
want hij besloot op de solotoer te gaan. De el
pee Chas Jan kei is hiervan het eerste resul
taat. Ai No Corrida is inmiddels op single uit
gebracht. maar deze namaak-lOCC-composi-
tie blijkt vooralsnog niet bijster succesvol. De
volgende keus zal ongetwijfeld Am I Honest
With Myself Really? zijn: een disco-hit van de
eerste orde, die ruim een kwartier duurt;
misschien wel de disco-single van het jaar?
Daarmee is tegelijkertijd het oordeel geveld:
het eerste album levert twee min of meer pri
ma disco-hits op, die het echter beter doen op
single dan op een elpee.
TvR
Denny Laine Japanese Tears (Poly-
dor).
Wie trek heeft in gezellige ongecompliceerde
muziek, moet de tweede solo-elpee van
Wings-gitarist Denny Laine kopen. Zijn eer
ste solo-elpee met Paul McCartney was een
ode aan Buddy Holly en heet Holly Days.
Zijn tweede solo-project is een samenraapsel
van nummers die Denny in de jaren zeventig
schreef met de bedoeling er ooit nog eens een
elpee van te maken en dat is nu gebeurd. Het
meest recente nummer is Japanese Tears.
Een compositie die over de arrestatie van
Paul McCartney in Japan gaat.
Doordat de elpee over een lange periode
werd opgenomen, zijn er ook veel musici te
horen. Zo is in I Would Only Smile bijvoor
beeld de eerste Wings-samenstelling met
Denny Seiwell en Henry McCullouch aanwe
zig. De Wings-liefhebber wordt zeker niet te
leurgesteld. Nummers als Say You Don 't
Mind en I Would Only Smile, die Denny al
tijdens de Wings-toernee van 1972 zong, zijn
niet langer alleen op bootlegs verkrijgbaar,
maar nu ook op Japanese Tears terug te vin
den. Jammer is het misschien dat Go Now
weer wordt opgevoerd. Van dat nummer zijn
inmiddels heel wat versies in omloop. De
song is onder meer terug te vinden op de el
pees The Magnificent Moodies (Moody Blues)
en Wings over America (Wings) en dan ver
geten we maar even de singles.
Denny Laine heeft zich op Japanese Tears
niet aan een stijl gebonden. Ballades, rock
roll, maar ook country western-muziek
komt afwisselend uit de groeven. De num
mers zijn simpel van opzet, maar Denny be
wijst op deze plaat meer te zijn dan alleen
maar Wings' tweede gitarist. Een song als
Weep For Love, met lekkkere achtergrond
koortjes van Paul en Linda McCartney en
Steve Holy bewijst dat.
HP.
DEN HAAG Terwijl
Paul Acket al druk doende
is de financiële en andere
fundamenten te leggen on
der een komend zesde
Northsea Jazz Festival,
wordt er op andere fronten
ook gewerkt om Den Haag
weer een paar hoge noten
te laten mecblazen als jazz-
stad. Er wordt druk gecon
certeerd: Jazz in Pepijn,
wegens verbouwing van
dat theater verhuisd naar
het HOT draait daar op de
zondagavond zo goed dat
de HOT-directie er best van
zal dromen die attractie
binnen de muren te kunnen
houden. In het Schevening-
se theater aan de Haven be
ginnen de concerten van de
Ooyevaer stichting in sa
menwerking met de Nieu
we Komedie ook al een ste
vige traditie te worden.
Vandaag begint men er aan
de tweede dag van een drie
daagse van moderne geïm
proviseerde nuziek, die het
tweede Ooyevaer festival
van dit seizoen heet en dit
keer een lichte nadruk op
werk van Haagse jazzmusi
ci legt
Voor de liefhebbers nog even
een paar namen van dit
weekeinde: Vanavond speelt
Richard Anijs, al bekend uit
o.a. het- Haagsche Hofje van
Gilius van Berge ijk, die nu
rond zijn eigen Franse hoorn
een septet met een opvallen
de bezetting heeft gegroe
peerd (trompet, bassax, gi
taar, percussie, bas en slag
werk). Hagenaar Luc Hout
kamp is op bariton sax zon
dagavond present in het Bel
gische saxofoon kwartet
Hommage, opgericht in 1977
door altist André Goudbeek,
nadat die een opdraag van
het Franse deel van de BRT
kreeg voor een compositie
voor een niet alledaagse be
zetting. Nou, dat. zijn die vier
saxen wel: Goudbeek zelf op
alt, Michel Mast op sopraan,
John Ruoccp op tenor en de
bas van Luc Houtkamp.
Speciaalzaak
Wat Den Haag al jaren ont
brak was een speciaalzaak
voor jazz-platen. Amsterdam
heeft er allang meerdere,
maar ook grot'e provincieste
den als Groningen en
Utrecht telden hun eigen ge
specialiseerde voorraadschu
ren voor de jazz-hongerigen.
Sinds vorig najaar kent Den
Haag een Jazz special, een
liem platenzaakje waarin
op een handvol uitgebuite
vierkante meters vijfduizend
verschillende jazz-elpees in
het gelid staan. Jazz Special
is opgezet door Aaldrik Hol
lander, een computerdeskun
dige en jazz-hobbyist, die van
zijn hobby zijn beroep wil
maken al weet ie dat zijn
broodbeleg op die manier wat
schraler zal worden. Beheer
der Jan, wiens gezicht jazz
liefhebbers allang kennen
van allerhande jazz-concer-
ten: „We hebben ons debuut
Jazz Special: Eerste Jazzspeciaalzaak in Den Haag
gemaakt tijdens het laatste
Norhtsea Jazz Festival. Daar
kregen we de bevestiging
van ons idee dat er behoefte
aan zo'n speciaalzaak be
stond, al was 80 procent van
de bezoekers niet-Haags. We
hebben er uit kunnen dokte
ren wat voor collectie we
zouden moeten gaan voeren.
Die was inmiddels steeds
maar mainstream bijgeko
men. Ons motto is nu: From
the forties into the eighties.
De echte oude jazz laten we
uiteraard over aan Jan
schoondergang en zijn unieke
speciaalzaak Only Yesterday.
We denken er nu over om de
collectie uit te breiden met
experimentele muziek, werk
van Philip Glass en John
Cage bijvoorbeeld, omdat dat
sterk verwant is aan de
geïmproviseerde muziek. En
jazz-rock, omdat daarin ook
goede muziek wordt gemaakt
en omdat die jazz-rock vaak
het begin is voor interesse in
pure jazz. Zo heb ik hier
mensen binnen gehad die
kwamen voor Weather Re
port en die met Archie
Schepp naar huis gingen. Zo
doe je ook nog iets aan muzi
kale opvoeding. Maar Oscar
Peterson en Billie Holyday
zijn bij ons uiteraard nog de
mee'st verkopende artiesten
Kleine labels
Zo'n jazz speciaalzaak is on
misbaar voor de echte jaz
zliefhebber, die de populaire
jazz-sterren best elders even
makkelijk op de plaat kan
vinden, omdat het werkelijke
nieuwe jazz-gebeuren zich
vaak afspeelt op kleine, min
der bekende labels. Vaak
door muzikanten geleide,
kleine maatschappijtjes, die
zich elk in een eigen jazzi-
dioom bewegen en waar je
vaak pas na veel moeite (ra
dio-luisteren, Michiel de
Ruyter, Aad Bos, telefoon
nummers in het buitenland
noteren) bestellingen kan
plegen. In de zestiger jaren
lag dat veel gemakkelijker in
Den Haag. Jazz-kennershe-
rinneren zich Trabsky in de
Nieuwstraat en indertijd ook
Caminada met grote jazzcol-
lecties die eigenlijk maar van
een paar grote platenmaat
schappijen afkomstig waren.
Ook Hennie Weijn van het
Discabinet, die zijn zaak
vroeger dreef in het pandje,
Wagenstraat 73, dat nu Jaz
Special herbergt begon met
een hoop jazz in zijn rekken.
De situatie nu is veel ondoor
zichtiger. Jazz Special: „We
importeren rechtstreeks uit
Japan, Italië, Frankrijk Ame
rika, noem maar op. Vooral
Japan brengt ongelooflijk
veel jazz op de plaat uit. Het
begon met die heruitgaven
van Blue Note en Prestige-
platen, het is inmiddels de
grootste jazz-producent ter
wereld. We hebben hier de
nieuwste catalogi en wat we
niet in huis hebben, bestellen
we zonder vooruitbetaling.
Bovendien bestaan er „auc-
tion-lijsten" een soort inter
nationale veiling van jazz
platen die niet meer normaal
te krijgen zijn en waarop
klanten kunnen bieden. Jij
zegt bijvoorbeeld wat je wilt
betalen voor een plaat die al
tien jaar niet meer te koop is,
en wij geven dat door. Er zijn
bovendien plannen om ook
een tweedehands jazz-plate-
nafdeling te beginnen. In
Amsterdam heb je daar een
paar zaken mee. Mensen die
spijt hebben van een koop, of
die uitgekeken zijn op een
muzikant, kunnen hun pla
ten bij ons weer kwijt".
Mini-
concertjes
Juist omdat de jazz-muziek in
een commercieel ongunstige
hoek zit, mag Den Haag blij
zijn met Jazz Special. Trou
wens, je koopt er niet
platen, je krijgt er mi
certjes voorgespeeld m
gebreid commentaar Va
heerder Jan. Hij wijst
nieuwe labels, vertelt
een Amsterdammer
gek van trombonist J
Knepper was en die Al
kaan zo ondergewaar
vond, dat hij Knepper
een toernee met een
Nederlandse musici de
insleepte en met het re
eenmalig als platenprodi
optrad. Vandaar ook d
het risico loopt voor een
bij Jazz Special binm
stappen en enkele eti
draaigenot torsend de s>
deur achter je sluit.
Jazz Special wil daar
:r ikend<
itestat
im de
deze
tmj en.
s gezet
r ook
leid r
k
wel op letten: „Er kwam
een man binnen die tusf
die jazz-elpees steeds
wach tiger werd. Hij
alsmaar platen aan reike
hij mee wilde neme
graaide steeds wilder
rekken, tot hij met ee,
hoofd naar de veertig
in mijn handen kijkt,
te stotteren dat' ie eve
moest en als een haas de
kei uitvlucht. Ik heb
nooit meer gezien. Maar
ook, want ik zie hier l
geen jazz fans hun laatste
tje versnoepen".
BERT JANie toe
DEN HAAG Het lijkt ge
woonte te worden dat de or
kesten hun nieuwe vaste diri
genten ook als zij door hun
aktiviteiten elders genoeg
zaam bekend zijn in hun
ambt bevestigen met de publi
ka tie van een of meer gram
mofoonplaten, meestal buiten
de handel om. Het ouderwetse
visitekaartje heeft voor de
musicus al even weinig zeg-
gingskracht behouden als de
traditionele receptie. Voor
wat heet „public relations"
zijn de wijd en zijd verzend ba
re platen of musicassettes met
(karakteristieke?) opnamen
van het orkest onder de nieu
we man wel zo in for ma ti&f en
belangwekkend, vooral als
het opgenomen repertoire om
de een of andere reden ook
nog wat bijzonders biedt
Het Brabants Orkest presen
teerde eind vorig jaar André
van der Noot in de Tweede
symfonie van Beethoven en
liet solohoornist Theo Schoon-
brood het vierde concert van
Mozart spelen. Het is best een
aardige plaat geworden maar
te weinig bijzonder om reden
van bestaan te hebben naast
het al zo omvangrijke handels-
repertoire, waarin dezelfde
werken overvloedig aanwezig
'zijn.
Het Residentie-Orkest komt
nu met Strawinski's populaire
„Vuurvogel", weliswaar niet
met de befaamde suite eruit
maar met de complete ballet
muziek die ook meer dan eens
is vastgelegd maar in de con
certzaal in elk geval weinig
aan bod komt. Toch klinkt de
muziek veel vaker dan het
ballet in zijn geheel wordt op
gevoerd.
Het meest apart is met dat al
de NOS, de Nederlandse Om-
roepstichting, die Ernest Bour
als nieuwe vaste dirigent van
het Radio Kamerorkest zelfs
een dubbelalbum gunde.
Daarin is opgenomen de...Ze
vende symfonie van Beetho
ven, evenwel niet zoals wij dat
gewend zijn. De dirigent wilde
een poging wagen het werk te
laten klinken zo ongeveer als
dat in de tijd van de componist
het geval moet zijn geweest'
Balletmuziek
zonder ballet
Van oude instrumenten moest
Bour bij zijn bestaande ensem
ble afzien maar hij reduceerde
de bezetting aanzienlijk en ge
bruikte, wat h$t meest belang
rijke is, 18e eeuwse tempi en
dynamiek, voor zover hij die
kon vaststellen. Aan deze ex
ceptionele Beethoven werden
nog vier goed gekozen compo
sities van levende Nederlan
ders toegevoegd, wat het al
bum een aktuele en speciale
artistieke waarde verleent
Hoewel geen van de hier ge
noemde platen zuiver tech
nisch voldoet aan de aller
hoogste eisen die gesteld kun
nen worden bij handelsplaten
(ook die voldoen aan die aller
hoogste eisen maar uiterst zel
den) is de plaat van het Resi
dentie-Orkest, opgenomen in
de Haagse Nieuwe Kerk, alles
zins redelijk. Dirigent en or
kest spelen de sfeerscheppen-
de muziek precies zoals in een
vertellend danssprookje moet
worden gemusiceerd. Van
Vonk die bij het Nederlands
Balletorkest debuteerde en een
passie heeft voor Strawinski,
viel trouwens niet anders te
verwachten.
In zijn eerste meesterwerk
blijft de kosmopolitische Rus
die zich later in zoveel andere
stijlen en stijlperioden zou
gaan thuisvoelen, nog heel
dicht, in de buurt van zijn va
derlandse traditie. Strawinkski
was begin twintig toen Rims-
ki-Korsakow toezicht ging
houden op zijn compositori
sche aktiviteiten. Dat zal ook
wel de reden zijn geweest dat
Diaghilew hem bij wijze van
proef voor zijn fameuze ballet
twee stukken van Chopin liet
orkestreren. Toen daarna voor
een nieuw ballet naar het cho
reografisch ontwerp van de
beroemde Fokine, twee com-
ponisten-candidaten afvielen,
Ter herinnering aan een Parijse opvoering
van L'Oiaeau de Feu" (De Vuurvogel)
maakte Marc Chagall in 1949 deze tekening
met een portret van Strawinski..
durfde Diaghilew het aan
Strawinski op korte termijn de
partituur voor „De Vuurvo
gel" te laten maken.
Het ging om een bekend gege
ven uit de Aziatisch-Russische
sprookjeswereld. Al in 1822
was er op het gegeven een li
bretto uitgewerkt en al in 1902
had Rimski het onderwerp be
handeld in zijn opera „Onster
felijke Koschtschei". Bij zijn
haastwerk kon Strawinski
zich bovendien inspireren op
de opera „De gouden haan"
van zijn inmiddels overleden
leraar omdat hij het ontstaan
van het werk had meege-
meekt. Dit alles neemt niet
weg dat de „Vuurvogel"-mu-
ziek Parijs en het hele Westen
verrassend en verfrissend
nieuw aandeed, ook al zouden
later Strawinski's partituren
voor „Petroesjka" en „Le Sa-
cre du Printemps" veel origi
neler blijken te zijn.
Is het nu vertandig deze
„Vuurvogel"-partituur in zijn
geheel zonder ballet uit te voe
ren? Voor mensen die het
complete ballet herhaaldelijk
zagen, zal het mogelijk wel
eens prettig zijn zich geheel en
al op de muziek te kunnen
concentreren maar zij zullen
de choreografische illustratie,
vooral in het begin, zeker mis
sen. Dat is stellig nog meer het
geval bij wie de muziek in zijn
juiste samenhang zelden of
nooit ondergingen. Juist in het
begin is de illustratieve opzet
van de muziek zo dominerend,
dat de muziek op zichzelf niet
voldoende pakt. Het was be
paald niet zonder reden dat
Strawinski voor de concertzaal
een suite samenstelde waarin
wel wat aantrekkelijke mu
ziek wegviel maar waarin het
muzikaal essentiële krachtig
werd samengevat.
Deze kwestie buiten beschou
wing gelaten, spreekt vooral
het tweede deel van de plaat
goed aan. Hij zal dan ook wel
aan de verwachtingen beant
woorden.
De andere
Beethoven
'Zacht gezegd, vonden veel
tijdgenoten van Beethoven
diens zevende symfonie over
moedig, té overmoedig. „Ge
componeerd toen hij beschon
ken was", schreef er een, „uit
gebroed in een gekkenhuis",v
zei een ander. Ook als we uit
gaan van de tegenwoordige
gangbare uitvoeringen, waarin
naar Wagners uitspraak over
„de apotheose van de dans" de
nadruk wordt gelegd op het
ritme, dan nog zijn deze uit
spraken voor ons onverklaar
baar. Maar ze worden hele
maal onverklaarbaar als we
luisteren naar de weergave
van Bour met het Radio Ka
een ei
teerd i
brand
ilpae
merorkest: rustig, evènwichtig
en toch levendig en natuurlijk,V
zonder zware accenten, zonder^
tempowisselingen, zoals v
gewend zijn. Ik laat ii
midden of Bour de vethoudin-,
gen steeds even raak heeft ge-
troffen maar in zijn perfect ge- fj,"'
realiseerde versie gaat hij de r_rer~
kant op van de in Spanje ge- Pp
vestigde, Nederlandse i
Willem Talsma die in Oosten
rijk kort geleden een hoogst
opmerkelijk boek publiceerdeiijt
over de naar zijn mening drin-1
gend noodzakelijke „wederge-
boorte van de klassiekenals iSlect
gevolg van de door hem
voerig geanalyseerde „ontme-
chanisering" van de muziek.
Alleen al daarom is deze
symptomatische NOS-uitgave
bijzonder welkom. Bovendien
echter zijn er de vier uiteenlo
pende maar boeiende stukken
van Nederlanders: een suite
uit de opera Dorian Gray"
van Hans Kox die de aandacht
vasthoudt, de spirituele „Toon-
en van Guus Janssen, de felle
Electric Blue" van Chiel
Meijering en de al van vroege
re opnamen bekende maar nog
steeds de moeite van het luis
teren waard zijnde „Entelechie
I" van Peter Schat.
De NOS heeft Bour compleet
en verrassend voorgesteld, ook
aan wie meenden hem al vele
jaren tejeennen.
JOHN KASANDER
vliegl
felacl
ger v
krani
Wat!
oefer
uitvo
de pi
geste
op v
Na 1
hetze
proje
de b