Ik schrijf een uur per dag, dat is genoeg' Miniatuurschildenjen op pseudo-postzegels HANNAH GREEN („IK HEB JE NOOIT EEN ROZETUIN BELOOFD"): OMDETUINGELEIbeen Folie is er goed vocgksnp; BINNENLAND LEIDSE COURANT VRIJDAG 23 JANUARI 1981 PAGINIQR' Hannah Green: een paar simpele regels... (Van onze correspondent Dirk Vellenga) DENVER De ontmoeting met de Ameri kaanse schrijfster Hannah Green liep bijna mis. Het kwam door de té grote gastvrij heid van de schrijfster, die erop stond dat ik een groot deel van de dag bij haar thuis kwam. Overnachten was ook best mogelijk. Diverse telefoontjes over en weer, waarbij ook haar man, Albert, zich behoorlijk weer de, leverden niet het gewenste resultaat op. Door vliegtuigvertraging was mijn tijd be perkt geworden en de afstand van mijn ho tel in Denver naar de woning tegen de eer ste hellingen van de Rockie Mountains was te groot. In de uren die overbleven moesten Hannah en haar man naar Denver om een uitvoering van de „Messiah" bij te wonen. „Ik kom vóór het concert naar je hotel toe", zei Hannah Green tenslotte. „Het is jam mer dat je hier niet kunt logeren, maar het is nu eenmaal zo. Leg mijn man maar even uit hoe we bij het hotel moeten komen. Die is organisatorisch beter dan ik." In het restaurant van het hotel, hoog boven een druk en kaal Denver, vond het gesprek plaats aan de koffietafel. De andere gasten ke ken niet op. De boeken van Hannah Green zijn wereldberoemd, de schrijfster zelf is een onopvallende vrouw van rond de vijftig, vriendelijk en zonder enige opsmuk. Ze praat te kalm, bedachtzaam en steeds met een onder toon van ironie. De vergelijking drong zich op met Judith Krantz, die na het succes van haar slim ge schreven boeken „Scruples" en „Prinses Daisy" ware wereldtournees maakt met uitge breide persconferenties. Hannah Green knikte met een glimlach toen ik opmerkte dat ik bij haar een heel wat nederiger instelling consta teerde. „Maar ik hou best van reizen hoor", voegde ze er aan toe. In Nederland is Hannah Green vooral bekend door „Ik heb je nooit een rozentuin beloofd". Maar het is niet haar eerste boek. „Mijn allereerste boek schreef ik ongeveer in 1957, dat was „Wie de koning eert". Voor die tijd schreef ik alleen poëzie. Schrijven heb ik altijd gedaan, vanaf mijn twaalfde. Ik geloof dat je in dit vak wel kunt spreken van een roeping. Je moet gewoon. En dan blijkt er opeens een uitgever zo gek te zijn je werk uit te geven." „Wie de koning eert" is een historische roman; onderwerp is een joodse kolonie in het Ameri ka van eeuwen gleden. „Daar had ik al over geschreven in het universiteitsblad. Ik heb En gels en culturele anthropologic gestudeerd, maar ik deed ook veel aan geschiedenis." Colorado Vrij snel na het beëindigen van haar studie verhuisde ze met haar man van de oostkust naar de ongerepte bergflanken in de buurt van El Rancho in de staat Colorado. Daar woont ze nu al 25 jaar in volle tevredenheid. Ze hoeft niet terug naar haar geboorteplaats Brooklyn. Daar liggen trouwens ook herinneringen aan 6 moeilijke jaren in haar leven. Tussen haar 16e en 22e jaar kampte ze met zware psychische iproblemen. Die ervaringen legde ze vast in „Ik heb je nooit een rozentuin beloofd". Was het pijnlijk dat boek te schrijven? „Ja, dat was het, omdat het veel meer autobio grafisch is dan mijn andere werk. Ik wilde be schrijven wat ik gevoeld heb en dat was erg moeilijk. Ik veranderde mijn hoofdpersoon, ik maakte haar knapper en langer, om toch een beetje afstand van haar te kunnen nemen. Ik werd ontzettend geholpen door mijn man en door anderhalf kind." „Ik schreef Rosegarden niet als therapie, maar ik leerde er toch van. Ik leerde hoe mijn ou ders zich in die tijd gevoeld hebben. Daar had ik eigenlijk nooit eerder aan gedacht." Pseudoniem In Amerika schrijft Hannah Green onder haar echte naam, Joanna Greenberg. Voor „Ik heb 'je nooit een rozentuin beloofd" koos ze het pseudoniem Hannah Green. In Nederland handhaafde men na het succes van het boek dat pseudoniem. „Ik schreef Rosegarden niet onder mijn wer kelijke naam, omdat mijn moeder zei: als je be slist voor gek wilt staan, doe je het maar voor je eigen rekening..." .In „Ik heb je nooit een rozentuin beloofd" wordt de martelgang beschreven van Deborah Blau in een psychiatrische inrichting. De voor- oudes van Deborah zijn Oosteuropese joden en als kind wordt ze geconfronteerd met een golf van antisemitisme in Amerika. Heeft die jood se achtergrond iets te maken met de geestelijke druk waaronder ze in haar tienerjaren be zweek? „Haat en discriminatie heb ik persoonlijk mee gemaakt, dat wel. Maar het verklaart niets. Kinderen van alcoholici en mensen die in een concentratiekamp zijn geboren zouden psy chisch zwaar ziek moeten zijn, maar vaak zijn ze dat helemaal niet. Soms zijn ze juist sterker, omdat ze zo hard hebben moeten knokken." Gekken „Als je nu eens kijkt naar Amerika: we hebben een slecht jaar gehad. Veel geweld, Lennon vermoord. De mensen vrgen zich af: wat is daar toch aan de hand? Ze denken dat in de VS alleen maar gekken wonen. Goed be schouwd is het een gewoon verschijnsel en is mijn geval niks bijzonders. Ik weet niet wat de oorzaak is. Trouwens, als iemand een vreselij ke ziekte heeft, zoals kanker of tbc, ga je ook niet zoeken naar de oorzaak." „Mijn voorouders komen uit het grensgebied van Polen en Rusland. Mijn vader is daar ook nog geboren. De streek hoort nu bij Rusland. In de familie sprak men Jiddisch en Duits. Ik ben ik Brooklyn niet in een joodse wijk opge groeid. Mijn ouders waren eruit getrokken. Ja, ja, wij waren helden! Ik ben wel naar een jood se school geweest." In veel van haar boeken staan minderheden centraal, mensen of groepen die sociaal tegen de stroom in moeten varen. Als jodin kan zij weten wat het is lid te zijn van zo'n minder heid. „Ik heb dat wel gevoeld, ja. Maar nooit recht streeks. Ze zeiden nooit: je bent slecht omdt je joods bent, maar ze zochten altijd naar andere argumenten om te bewijzen dat ik niet deugde. Later kwam ik bij een andere minderheid. Die van mensen die contact met de werkelijkheid hebben verloren." Het kwam er niet bitter, maar een beetje spot tend uit. Hannah Green weigerde dramatisch te doen en reageerde bij voorkeur speels op de vragen. Ik vroeg haar of het succes van haar boeken als een verrassing kwam. „Ik was geschokt", zei ze met ingehouden pret, de beide handen gevouwen om haar koffiekom. „Ik was ge schokt en ik ben het nu nog." Wat betekent dat succes voor de concentratie? „Er zijn een paar simpele regels om de concen tratie te bewaren. Alle gedachten over wat ik moet schrijven zijn goed, andere gedachten zijn niet belangrijk. Ik denk niet aan een denk beeldige lezer of aan een uitgever. Ik schrijf op wat ik voor me zie en dat is al moeilijk genoeg. Ik kom niet eens toe aan" andere gedachten." Schrij Mop Ik noemde de naam van Jospeh Heller, die een heel boek heeft opgehangen aan het begrip „Het joodse gebeuren", („jewish experience"). Hannah Green had het boek, „Eerlijk als Gold", niet gelezen. „Het joodse gebeuren" zou haar in ieder geval nooit kunnen inspireren tot een lijvig boek. „De ervaringen van de joden zijn zo verschil lend, dat je nooit van „een gebeureq" kunt spreken. Het doet me denken aan die mop over die olifant. Een paar mensen wordt ge vraagd een olifant te beschrijven. De Duitser doet het zeer pünktlich, de Fransman komt met een filosofische beschouwing, de Engels man dist een verhaal op over de jacht op een olifant in Rhodesië. De jood houdt tenslotte een redevoering over de olifant en het Joodse Probleem". ven „Schrijven is mijn werk, een deel van de dag. Ik schrijf per dag één uur, dat is genoeg. Daar na ga ik me ontspannen. Skiën, praten of uit gaan. Ik doe over een boek twee tot vier jaar. Als ik langer zou werken, zou ik een produktie hebben als Balsac of Dostojewski. Dat kan een beklemmende gedachte zijn." Is dat isolement in de bergen van Colorado soms niet een nadeel? Sommige mensen moe ten af en toe naar New York om het „echte leven" te voelen. „Oh nee, er zijn onderwerpen genoeg. Ze kie zen mij, niet andersom. Ik ben een deel van het leven hier in deze gemeenschap. Ik geef les op school. Als een kind hier in de straat een ongeluk krijgt, weet ik meestal direkt waar het woont en hoe het heet. Ik heb ook veel contac ten door mijn werk in de bloeddruk-kliniek." „Het is trouwens niet echt zo sereen waar ik woon. Er loopt en snelweg langs ons huis. Je hebt burenruzies. Er gebeurt veel meer dan je aan de buitenkant ziet. Je ziet mensen hier in verschillende hoedanigheden. In de stad zie je iemand alleen in zijn beroep, maar hier kom je hem ook tegen als huisvader of als lid van een oudercomité. Dat is een groot voordeel." Albert Greenberg hield zich de hele tijd op de achtergrond, maar toen het gesprek uitliep, wees hij voorzichtig op zijn horloge. Hannah Green zou nog uren hebben kunnen doorgaan. Ze vertelde dat ze in Israel zoveel herinnerin gen aan Nederlandse weldoeners had gevon den. „Je mag er trots op zijn dat je uit Neder land komt", zei ze. Ze wilde verder weten wat er in ons land aan de hand was, maar de klok was onverbiddelijk. „Ze heeft zich het hele jaar op de Messiah ver heugd", zei Albert. „De hele zaal zingt mee, wij zijn het koor." „Waarom ga je niet mee?" vroeg Hannah Green. Bereden politie in Nieuwkoop NIEUWKOOP Voor het eerst sinds lange tijd reed gisteren weer politie te paard door Nieuwkoop. Twee leden van de bereden politie uit Wassenaar reden ongeveer twee en een half uur rond door de gemeente. Het is de bedoeling dat dit korps op ongeregelde tijden gaat surveilleren in alle 24 groepen in het district Zuid- Holland. De politie te paard startte deze uitbreiding van haar werkter rein enige maanden geleden. Hoe vaak zij zal verschiji niet bekend. Dat is afhanl van de drukte. In de heeft de, uit elf mens< paarden bestaande, groeJ Wassenaar het te druk" surveillances in duiner stranden om ook in de la lijke gemeenten te vei nen. Daarnaast voert nogal eens controles uil veevervoer. Onder mee^ dens paarderennen in dorp. Eén van de gistere Nieuwkoop surveillei agenten, de heer Emi „Het surveilleren te biedt ook in de landelijk! meenten voordelen. Er I veel wegen waar je met auto of fiets moeilijk kui men. In Nieuwkoop geldi vooral voor de weg naa Meij. Bovendien rij je mt paard niet of nauwelijl wassen kapot. Milieu vria lijke surveillances dus". 0< |t de Igoe rolle se hc Indien het weer in het nieuwe jaar blijft zoals het de week was, belooft dat niet veel goeds. In verschillende <jneni van het land onweerde het van Oud op Nieuw hevig en gi(erhe de knallen van het vuurwerk gepaard met natuurlijke dojt ge€ en bliksem. ec Daarna is het overal vochtig en kil geweest, en in een&r S1 waarin toch al weinig plezier te beleven valt voor (moes)n liefhebbers, geeft dat een extra mistroostig gevoel. In onsn hoeven we meestal niet te rekenen op buitengewoon fC weersomstandigheden en dat is waarschijnlijk de rederC menigeen zich de „mooie zomers" van jaren geleden herinl toen de zon weer eens een paar dagen achtereen wilde s Foefjes Om in ons klimaat toch nog enigszins redelijke oogstresuliCfl1 te behalen bestaan er tal van foefjes. Daarmee „bedotten' de planten die door wat extra warmte en vochtigheid dqp I gauw denken dat het zomerser is dan in werkelijkheid. To|d foefjes behoren de onlangs op de markt gebrachte nieuwg hee lies voor oogstvervroeging. Door het gebruik daarvan kan t van eerder planten in de grond zetten, zodat het seizoen verl^edsi wordt. Er volgt dan een grotere en betere opbrengst. ireeg Deze „meegroei-folie" beschermt tegen koude, hagel, raj)0 gu wind, vogels en ongedierte. In de folie zitten duizenden sp^ereni jes die in het begin nog gesloten zijn. Door de hogere temp tot h tuur en vochtigheid onder de folie worden ontkiemen en van van de plant bevorderd. fling. Bij het groter worden van de planten gaan de spleetjes dot) k van onder komende plantendruk open en daardoor neem) vond oppervlak van de folie met ongeveer een kwart toe. De „flsrech groei-folie" kan onder meer gebruikt worden voor aardbje Du radijs, sla, koolsoorten, erwten, bonen, wortelen, spinazie, [g mir ten en zomerbloemen. (n de Anti-onkruid n—FC jehouc Ook nieuw is een anti-onkruidfolie voorzien van spleetjes )/ang. het doorlaten van water en lucht. Deze folie is zwart en hChatin de grond vrij van onkruid. Bovendien verhindert de sttPeter 1 natuurlijke verdamping waardoor de grond langer v<xhebb« blijft. Daarnaast houdt ze nog de warmte in de bodem vaieze tt dat heeft weer tot gevolg dat de wortelontwikkeling vaird aa plant heel goed is. Meststoffen worden beter in de plant Mier, c nomen. Aardbeien en groenten blijven schoon en worde® Leo schermd tegen rotting en ziekte. I. Ichtco Hoes bï Voor mensen die graag tomaten kweken is er nu een figer groeiende tomatenhoes die een ideale bescherming biedt tfhoofd regen, hagel, wind en lage temperaturen. Het principe vapaling hoes is hetzelfde als van beide bovenbeschreven folies; splejde o in het plastic gaan open naarmate de plant meer ruimte rtfien heeft. Onder de hoes vormt zich een klimaat dat de groele Utr vordert waardoor eerder én later in het jaar geoogst kan wen Tenslotte als nieuwigheidje een kleine kweektunnel bestai uit twee stabiele kunststof kruisbogen waarover gaatjes! wordt gespannen. Dat gaatjesplastic geeft een goede warfl spreiding en voorkomt verbranding. In lente, zomer en hi te gebruiken voor groente-, kruiden- en bloementeelt. De nel is er in een lengte van 250 cm, de breedte varieert vaj tot 120 cm. Deze nieuwe artikelen zijn verkrijgbaar bijl tuincentrum in plastic tassen met een gebruiksaanwijzing.. tt AMSTERDAM In het Prentenkabinet van het Stedelijk museum zijn tot 8 februari zeer won derlijke postzegels te zien. Ze zijn uitgevoerd in schitterende kleuren en van een zo zeldzame verfijning dat je onwil lekeurig denkt:, wat vreemd dat ik dit soort nooit eerder gezien heb. Na nauwkeuriger turen vallen namen op van landen die niet bestaan. Namen als Republica Banana, Katibo en Li chaam en Geest. Fanta sielanden ontstaan in het brein van de jonge Amerikaan, Donals Evans die drie jaar gele den, pas 31 jaar oud, omkwam tijdens een brand in Amsterdam. Deze tentoonstelling heeft het karakter van een overgezich- tentoonstelling. De postzegels van Donald Evans zijn niet uitgevoerd in opdracht van de FIT maar drukken zijn eigen verbeeldingswereld uit Wel lijken ze net echt omdat de zegels geperforeerd zijn en voorzien van stempels. Het zijn unieke aquarellen in mi niformaat: het formaat van een postzegel. Postzegel kunst ofwel de op komst van de altenatieve ze gel vond plaats in de vijftiger jaren. Evans is de meest con sequente vertolker ervan ge weest. Postzegelkunst vormde samen met mailart (postkunst) en stempelkunst een belang rijk onderdeel van Fluxus: de kunststroming die de golfbe weging tussen kunst en leven in evenwicht wilde brengen. Kunst moest weer een rol gaan spelen in het dagelijks leven en niet langer als sta tussymbool gezien worden. De alternatieve zegel biedt behal ve de mogelijkheid tot het ge ven van maatschappijkritiek ook een middel tot communi catie. Wat het laatste betreft lijkt het op mailart. De kun stenaars schrijven elkaar brie ven en sturen hun zegels. De pseudozegels mogen niet als echte gebruikt worden. Een voorbeeld van hoe deze zegels ook maatschappijkritisch ge bruikt kunnen worden, wa ren de postzegels met het hoofd van president Trudeau met daarnaast de woorden: ie dereen weet dat de posterijen in dit land langzaam werken. De natuur De zegels van Evans zijn van een heel andere orde. Ze zijn gemaakt als miniatuurschilde rijen. Deze minikunst stelt zijn eigen wetten van duide lijkheid en eenvoud in lijp, kleur en compositie. Het gat'.t niet om schaalverkleining. Daarom is het niet de bedoe ling dat je met een loep de miniaturen bekijkt. Behalve gefingeerde landen laat Evans de natuur in al zijn verschijningsvormen zien. Mi niaturen gevangen in zegels met palmbomen, vlinders, bloemen, exotische vruchten en vogels. Er spreekt heim wee uit naar een ongerepte wereld zonder revoluties, ge- ruraals en vreselijke rampen. DoiiMd Evans is het voor beeld /an hoe iemand een jeugddroom bewaart, die later weer opneemt en daarna doelbewust en geconcentreerd zonder zijwegen in te slaan, uitbouwt tot een middel waar in hij kwijt kan wat er in hem omgaat. Hij werd geboren in Morris- ton. New Jersey 1945. Als enigst kind bouwde hij een rijke fantasiewereld op waar in hij samen met een vriendje steden bedacht in vreemde landen. Hij was gefascineerd door verre landen en reizen. De miniatuurwereld van post zegels vormde een hulpmid- ierDozijn dromen verder uit te bouten. Naast het verza melen van postzegels ging hij op twaalfjarige leeftijd zelf postzegels! maken. Hij tekende ze soms fia maar meestal be dacht hiyze zelf, voor verzon nen lapden. Landen als Slo- bovia, Frandia en Doland met ieder hun eigen vlag en rege ring. Toen hij vijftien was. liet hij deze hobby vallen. Hij werd minder introvert en raakt meer geïnteresseerd in andere mensen. Op de mid delbare school begon hij er naar te streven net te zijn als ieder ander. Hij ging naar voetbalwedstrijden en kleed de zich net als zijn leeftijdge noten. Omdat hij talent in die richting had, moedigden zijn ouders hem an om voor archi tect te gaan studeren. Aan vankelijk wilde hij kunste naar worden en net als Willen de Kooning, de beroemde Amerikaans schilder van Ne derlandse afkomst, grote schilderijen maken. Hij hield ervan om met taal symbolen en synoniemen te spelen. Hij geloofde in het collectieve on derbewustzijn en in reïncar natie. De boeken van Gur- dieff (filosoof van Russische afkomst) droegen ertoe bij dat hij zichzelf beter leerde ken- Achterdijk Tijdens zijn baan op een ar chitectenbureau in New York vroeg hij zich echter af waar hij naar toe moest en wat hij moest gaan doen. De eigenge maakte postzegels van vroe ger liet hij af en toe zien aan vrienden. Een vriend van hem die aan de Achterdijk bij Schalkwijk (U) woonde, no digde hem uit. Hij verkocht zijn postzegelverzameling aan zijn vader, pakte zijn eigenge maakte postzegels en aquarel verf in en vertrok naar Ne derland. Ziin eerste zegels daar dragen allemaal de naam Achterdijk. Het grote aantal postzegelver zamelaars in dit land, de win terse gezelligheid en het spe ciale licht deden hem beslui ten zijn oude jongensliefde weer op te pakken. In 1972 maakte hij 561 postze gels van 20 landen. Zijn werk 1.349 g< aid vc was een soort levensjournaal Wereldcatalogus waarin hn znn wereld, vnen- seerde vastlegde. Zelfs de con sumpties in zijn lievelingscafé naast het Rijksmuseum wer den vastgelegd in zegels: zo bestaan er afbeeldingen van een kopje koffie, een grote en een kleine pils etc. onder de naam: Barcentrum Hij kreeg zijn eerst expositie bij Galerie Asselijn in 1972. Het jaar daarop bij Collection d'Art ook in Amsterdam. Net als bij de echte uitgiftes van -de PTT werkte hij altijd in se ries. Hij volgde het voorbeeld van de postzegelcatalogi na. Een hoenderserie van Dh nald Evans met de na% n< Achterdijk. (boven) De natuur was inspiratp van Donald Evans. Hl een pseudo-zegel van Zwijndrechtse wijnpi met eigen „poststemp< op een 'maxikaarj29,9ö. (rechts) gaf ziin postzegels namen bedacht voor ieder een dati van uitgifte. Dit zeer methi disch uitgevoerde onderdi van zijn werk noemde hij wereldcatalogus. Zijn zegels werden techni: steeds beter en begonnen steeds meer uit te zien echte postzegels. Hij was bezk'c, met de voorbereiding vod Eagle een expositie in Londen. Ocu het Stedelijk Museum wil( zijn werk laten zien. Zije-f|T)E dood maakte een abrupt eindE divi aan dit alles. Tijdens zijn lêsterda ven was men al bezig met e€F,scha - Teist sitie in het Stedelijk is er ifct'er^fac na drie jaar toch van gek&eure.' men. Het boek: „The World Donald Evans" was net vo< de opening klaar. Uit dit l dat is geschreven door WillpHC. a Eisenhart, een vriend va) Evans, blijkt dat aan iedeill serie zegels een anecdote KLA voorafgaat. Er staan prachtijius—g afbeeldingen in van de zegeTd'a, en het geeft op een speeljpm~l manier de nodige informatife Het boek dat is uitgegeven n zwar, Bert Bakker is o.a. te koop «dhl— de reproduktie-afdeling het Stedelijk Museum, prijs is 39,50 Iklas JOSE VAN BREUKELET_sjc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 14