Op 20 januari 1481 vloog de \Raadkamer van het Leidse lstadhuis in de lucht: 36 doden Voorwaf hoort waf. Veiniggenuanceerde Ja ALLANG VERGETEN, MAAR HET WAS LEIDENS EERSTE BUSKRUITRAMP De anderen leer indringend pagAD/REGIO LEIDSE COURANT vrijdag 16 januari 1981 pagina 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. mi r Laad lOltUUti og dajjen heeft in vroeger in aerun >s winters heel wat te ofen 6e^ac* met onheil, enwoordig schijnt de jheid beperkt te blijven Ien"dal<te uitverkoopperiode, j„t Jir destijds was het vee» n af irr' januari 1807 zijn P8 het kruitschip in het hipnschuur >n de lucht, Hij if ramP die veel doden en %ielingen kostte. In uari is het 52 jaar den, dat het stadhuis de Breestraat grondig brand werd verwoest. nu krijg ik een aardige, kome tip van mr. C. J. ludstra, oud-voorzitter i de prot.-christelijke ctie in de Leidse raad i een jaar of 15 terug: den heeft nog een kruittoestand gekend, arbij 36 mensen om het en kwamen. Dat is dan 1 een flink eindje terug de geschiedenis lgende week dinsdag 20 uari precies 500 jaar eden), en je hoort er J| den of nooit van. skruitdrama's: in 1807 s het een ongeluk, op 20 H uari 1481 regelrechte eet: om een stel Hoeken j|| lucht in te blazen. II advies van de heer ||h ludstra ben ik te rade |1 ;aan bij Frans van Mieris, lil eeuwse |p ichiedschrijver, en bij gg neer W.S.G.A. van |||aeuwen, thans bijgezet in P| bijna onnaspeurlijke - f leken van het Leidse I imeentearchief en een f^lr of zestig terug een jrser in de kwartierstaten |n het geslacht der van ■euwens, die vooral in Iphen nogal wat in de |pl)[ te brokkelen hebben bid. Daartoe moest ik, laeng, in leeszalen op ig niveau gaan zitten; [ar waar de geur van x, karton en eeuwen ingt en waar een kuchje je liogst kwalijk wordt (nomen. Ach, laten we de lak nog maar eens [rakelen, want wie weet t fijne er nog van af 'e zullen even terug :ten gaan naar de lekse en Kabeljauwse twisten, een verzameling van slaande ruzies zo'n beetje op economische basis die in 1350 begonnen en met tussenpozen voortduurden tot in 1492. Toen ontdekte niet alleen Columbus Amerika, maar de Hoeken legden ook definitief het loodje tegen keizer Maximiliaan. De „lijstaanvoerders" van de twee partijen kwamen van goeden huize. Dat waren edelen zogezegd; met tegengestelde belangen. Hun volgelingen leken op de supporters van Ajax en Feijenoord, maar waren nog een stuk bloeddorstiger. De Kabeljauwsen begonnen het wellus-nietus als potige aanhangers van hertog Willem V, uitgedost potentaat van het Beierse Huis, dat een blauw- zilveren wapen voerde, wat zo'n visachtige indruk maakte dat zijn partijleden daarom waarschijnlijk „kabeljauwsen" werden genoemd. En kabeljauwen ving je nu eenmaal met een „hoek". Vandaar dus. O ja: de Kabeljauwsen waren progressief, de Hoeksen conservatief te noemen. In de laatste „competitiewedstrijd", die te vuur en te zwaard in bijna twintig jaar werd uitgevochten, vinden wij een zekere Willem van Lewen Dirckszoon. Wim van Leeuwen was van de zevende generatie der van Leewens (want dat kon je op allerlei manieren schrijven en geen ambtenaar die daar op lette). De van Leeuwens dan waren leenmannen die bijzonder in de gunst stonden bij de burggraven van Leiden, die toen nog op De Burcht van alles of niets omhanden hadden. Zo kreeg kleine Wim in 1442 al voorréchten in de ambacht van Alphen toen hij nog een ventje van twaalf was. Zwanen kreeg-ie ook, geloof ik, of één zwaan, van borchgreef Jacob van Wassenaar, een doorgewinterde hoekerige en Hoekse ridder. Ja, die van Leeuwens waren welgeboren mannen. In het jargon van die eeuw De grote brand in 1929 is een van de rampen die het Stadhuis in later eeuwen trof. werden ze zelfs „Mannen" genoemd. Zeker, die had je ook in hoge heerlijkheden als Alkemade en Ter Aar. Mannen en schepenen, een soort wethouders. Hier was sprake van Alphense (en ook Leidse) leenmannen. Wim werd door van Wassenaar, die met de van Leeuwens wegliep, als leenman erkend toen hij meerderjarig werd. Eén van Wims cadeautjes: leenman zijn. Dingen onderhouden voor je heer. 't Betekende ook wel, dat hij „een man" moest leveren als de borchgreef, als leenheer, om wapenknechten verlegen zat. Laten we kijken wat de verre nazaat W. S. G. A., ook uit „Alfen", van Willem te vertellen had. „Evenals zijn voorvaderen (immers het gebakkelei begon al anderhalve eeuw eerder, T. P.) was Willem van Lewen betrokken in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Hij hield de partij der Hoeksen, als leenman en bloedverwant van de burggraaf van Leiden. Hetgeen hem ontijdig het leven kostte. Bij de overval van Leiden op 3 juli 1479 door de Kabeljauwse partij werden onder andere Claes van Lewen, leenman van Holland, met leengoederen in Voorschoten en Leiderdorp, en Willem van Lewen, uit Leiden verdreven". Uiteraard zon men van Hoeksen kant op wraak. Twee jaar later, op 20 januari 1481, werd de stad opnieuw overrompeld. Ditmaal door de rechtse Hoeken, onder aanvoering van Rijner van Broekhuizen en Heinric van Zuylen van Nijevelt; ook zo'n beste. Ha, dat zouden die Kabeljauwen even op hun boterham krijgen. Daar kwam Wim van Leeuwen dan aan; samen met veel Leidse ballingen die door de Kabeljauwsen een paar jaar eerder, met grimmen, grauwen en klauwen buiten de muren van de stad waren gezet. Wim had een werkzaam aandeel in de overrompeling van Leiden, waar oom burggraaf geen kant meer uit kon. Na de bezetting, door de Hoeken, van het stadhuis op de dijk die de Brede straat werd genoemd, sloegen Willem van Leeuwen en Willem van der Graft („twee rijke Mannen van de Hoekse partij") het toneeltje buiten gade. Dat was heel wat anders dan wat burgemeester Cees Goekoop nu te zien krijgt, als hij door de groene ruitjes z'n blik werpt op de rij bushaltes, en de delicatessen, de dure bloemen en confectie aan de overkant. O herejee nee; de twee Wimmen van 1481 waren nog maar luttele seconden van hun levenseinde verwijderd toen ze voor het venster het tumult voor het stadhuis gadesloegen. Het was in één klap gebeurd. Bij de buskruitontploffing die toen volgde „verloren beiden, benevens de Leidse schepenen Adriaen van der Mije en Coomen Goossens, met 32 andere personen (vorser Van Leeuwen zag er twee over het hoofd, T. P.) het leven". Dat was geen wereldnieuws, want het viel onder het begrip „interne aangelegenheden" in de middeleeuwen en er bestonden trouwens nog geen kranten. Maar het was wel degelijk een buskruitramp, zoals er nog zelden of nooit had plaatsgevonden. Dit was Hoekse van Lewen, die op een bijzonder dramatische manier naam heeft gemaakt. Hij komt nu toch nog, in 1981, in de krant. Frans van Mieris, die moeilijker te lezen is dan W. S. (laat die nou ook Willem heten) van Leeuwen uit het begin der 20ste eeuw, had ook van de aanslag gehoord. Hij schreef rond 1770 drie enorme delen als Beschrijving der Stad Leyden. Die zijn in het bezit van de Universiteits Bibliotheek en daar kun je ze, bijna onder gewapend toezicht, raadplegen terwijl om je heen allerlei lieden zich min of meer verdiepen in boekdelen die een mens een eind kunnen helpen als die voor een scriptie, tentamen of dissertatie zit. Een ruimte waar ook plaats is voor een zekere irritatie. Echt op je gemak zit je er nooit, vrees ik. Zeker niet, als je als kranteman op iets onnozels uit bent, terwijl, om je heen, men zich voelbaar zit af te vragen wat die buitenstaander daar nu onhandig zit te doen. Nou, ik zat daar voor Frans van Mieris. Gewoon. In de gaten gehouden door een zaalwacht. Uiteindelijk had ik drie dikke volumina door te bladeren want als je iets niet meteen weet te vinden, ga je al gauw bladeren en die stamden van vóór 1800 en dergelijke uitgaven worden niet uitgeleend, maar hooguit onder bewaking ter raadpleging aangeboden. Daar moet je dan ook voor tekenen. Redelijk. Welnu, Frans van Mieris (in m'n onnoemelijke naïeveteit dacht ik aan een schilder, en in m'n verbeelding hoorde ik de muren een gegradueerd gegrinnik weerkaatsen) liet zijn Beschrijving destijds uitgeven bij de Weduwe Abraham Honkoop, Cornelis van Hoogeveen, junior. Hij stond dichter bij de Hoeken en Kabeljauwen dan ik, maar omdat het niet zo cultureel was, bepaalde Van Mieris zich tot enkele zinsneden aangaande de buskruittragedie. Onder het hoofdstuk Het Raadhuis, in deel twee: Een van de Waereldlijke Gebouwen der Stad Leyden. Bij dat Raadhuis dan, „naar de oude Godtische wijze deftig, sierlijk en ruim honderd gemeene schreeden breedt", daar valt Frans met de deur pardoes in huis. „In 1481 wierdt het gebouw geweldig (Van Mieris wist tenminste nog dat geweldig gewelddadig betekende, L. O.) geschonden, en door het buskruit wierdt de gantsche Raadkamer met die er op en bij waren in de lucht gedreeven, zoo dat er vier aanzienlijke Mannen en tweeëndertig anderen onder het Huis dood bleeven". Daar was dan Wim van Leeuwen bij. Natuurlijk, het Leidse stadhuis werd weer opgebouwd en bruikbaar gemaakt, tot ongeveer 1597, toen het bijna geheel vernieuwd en verbeterd is geworden. Het stadhuis heeft wel meer meegemaakt. Maar een buskruitramp waar anderhalve eeuw later boosaardige en roomse Guy Fawkes in Londen van droomde, om het hele gecalviniseerde parlement, inclusief het Book of Common Prayer, te kunnen opblazen nee, dat is er nooit meer van gekomen. Stadhuisrevoluties worden in onze dagen totaal anders opgelost. midde DEN - Martin Sherman heeft door „De anderen (Bent)" ihrijven eenvoudig een daad van rechtvaardiging ver- t. Opvoeringen van het stuk, zoals gisteravond door w iter in de Leidse Schouwburg, zijn cvenzovele daden k, vaifrechtvaardiging. anderen" maakt de onwetende toeschouwer bekend met stappe itukje verborgen geschiedenis. Iedereen kent de geschiede- den a an de Joden voor en tijdens de wereldoorlog, maar tot voor was er uiterst weinig bekend over de vervolging, deportatie aitroeiing van zigeuners en homosexuelen. Over die laatsten sl 'De anderen'. wee ien de geschiedenis van Max vanaf de dag in Berlijn na de md zi t van de lange messen tot aan een dag in Dachau na de 1 twei npische Spelen van 1936. Aan de hand van die geschiedenis aalt a I Sherman de toeschouwer voor de pauze een beeld van wat le dal i die tijd in Duitsland onder andere met homo's gebeurde, ruite Ie pauze vindt het stuk zijn eigenlijke bestemming samen Max wanneer deze Wolf ontmoet. 'De anderen' eindigt met volledige aanvaarding van zijn homosexualiteit. Dat is, van d t de kaleidoscopische geschiedkundige informatie, de 'hoge- Irekking. Het is alleen te hopen dat niet alle homo's hoeven It te maken wat Max mee moet maken om hun eigen te waar- ob va i vinden. mi sen daad van rechtvaardiging kan men haast geen kritiek va ren. Daarom deze opmerking: vervolging, marteling, depor- va en uitroeiing bieden de toneelmaker een uitgelezen scala is he eten waarmee de toeschouwer overdonderd kan worden, de vij die gemakkelijke weg, die valkuil weet te vermijden, heeft uiste houding tegenover zijn onderwerp. Sherman met zijn ijd en wijlen tot het essentiele beperkte stuk en Theater met zeer sobere vertolking bleken gisteravond die goede hou- te bezitten. PAUL VAN DER PLANK open. Burgemeester feliciteert 100-jarige Mevrouw H. A. Tegelaar-Ouwerkerk vierde gisteren haar hon derdste verjaardag in het bejaardentehuis 'Zuydtwijck' aan de Aaltje Noorderwierstraat in Leiden. Namens de gemeente felici teerde burgemeester C. Goekoop haar met het bereiken van deze uitzonderlijk hoge leeftijd en overhandigde haar een leren tas. Mevrouw Tegelaar is in Leiden geboren. Zij woonde aan de Uiterstegracht en de Maredijk. Sinds anderhalf jaar woont zij in Zuydtwijck. Temidden van haar acht kinderen en zeventwintig (achter)kleinkinderen stond zij de gehele dag in het middelpunt van de belangstelling. De kleine moeite van het aanbrengen van een nieuwe abonnee beloont uw krant u graag met een fraai hangertje van uw eigen sterrebeeld. Weet u al iemand? 9? in /erkge Alphei IDEN De Leidse amateurtoneclgroep Stoel hanteert het principe dat zij met zo nig mogelijk attributen toneel wil spe- om de dramatische spanning te vergro- Bij hun 'Eindspel' van Beckett vorig werkte dat principe voortreffelijk, en ïgevoe |(on(j cen voorstelling die mij nog steeds ft. Na een tweede Beckett-stuk ('Wach- op Godot'), ging De Stoel over op Pinter, r-wonde zij gisteravond in een vol LAK- „voo iter de première van 'De Huisbewaar- De rommelige kamer waarin het stuk zich af speelt was teruggebracht tot een speelvlak met twee kale ziekenhuisbedden. Alle overige attri buten werden gemimed. Met de kostuums, die het midden hielden tussen schermpakken en dwangbuizen, werd aldus de suggestie van een ziekenhuis gewekt. A En door het spel van de ac teurs werd dat bovendien een psychiatrisch zie kenhuis. De drie mannen in het stuk leveren daardoor niet meer een machtsstrijd met elkaar in een gewone wereld, maar reageren zich in een spel tesamen $f tegen die gewone wereld waarin zij gek zijn verklaard. Hiermee is de essentie van Pinter teniet ge daan. Pinter toont een wereld die op het eerste gezicht normaal is, maar die langzaam voor de ogen afbrokkelt. De relaties tussen mensen worden scherp en absurd blootgelegd. De Stoel •heeft een wereld van krankzinnigen geschapen die doen alsof ze in een normale wereld leven. De toeschouwer ziet noch hoe krankzinnigen met elkaar omgaan (want zo is het stuk niet ge schreven), noch hoe 'normale' mensen met el kaar omgaan Door de spelopdracht staarden de spelers voor namelijk langs elkaar heen de zaal in wat erg vermoeiend werd om te zien. Tevens legden de spelers niet veel nuances in de tekstzegging waardoor die vlak werd. De bedden boden wei nig mogelijkheid tot dynamisch spel; het rond rijden ermee, op- en neerklappen van de hoofd steunen enz. had bovendien geen dramatische functie en werd als stijlbreuk ervaren. De Stoel werd in 'De huisbewaarder' alleen maar gehinderd door haar uitwerking en inter pretatie van het stuk. Hopelijk revancheert de groep zich binnenkort. JACQUELINE MAHIEU Naam Adres noteer m.i.vals nie abonnee van de Leidse Courant Postcode/Plaats Betaalt wordt per maand (automatische afschrijving) per kwartaal Stuur mij als dank voor de moeite een zilveren •hangertje met het sterrebeeld Naam Adres Postcode/Plaats_ Telefoon Stuur deze bon in open envelop - geen postzegel plakken - naar: Leidse Courant, Antwoordnummer 349, 2300 VB Leiden. fieidócSoiwci/rit IN FEITEN DE BESTE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5