d John Visser fiuit nu
11540liedjes met het oog
Iop de WestduitseRu
Bobby houdt van zwemmen
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
van Opoe op de plee en Ma
van der Plas. Ontzettend;
wat kun je op zo'n moment
zelfs naar de bollenvelden
verlangen. En John maar
grijnzen. Drieduizend
gedichten, in een
mappensysteem. Nou ja,
systeem. „Het was altijd
dank-je-wel voor een
gedicht dat je voor iemand
voor een tientje maakte,
maar centjes leverde het
piet op. Liedjes ja. Het
eerste dat ik begin '79
maakte ging over
Piggelmeetje, een
kinderliedje over de keulse
pot van steen. Op de band
ingefloten. Dat was het
nieuwe begin Nu zijn er
laden vol bandjes; de
goedkoopste voor een
gulden. Platen worden te
duur".
Nachtelijke liedjes,
onmiddellijk na geboorte
behoedzaam vastgelegd te
Rijswijk, met een
registratienummer en
getekend door een
ontvanger en een kassier
Poot, die de „Zingende
dichter" met een fiscaal
netwerk (geen renvooien)
hebben omgeven. John als
cartoonist Nou, af en toe
nog, want de dag heeft
maar 24 uur. „Na de pap
dat waren de gedichten
nu de aardappelen, want
pap alleen gaat vervelen".
Verder allemaal liedjes en
ingebouwd elektronisch
rikketikketik. Helegaar
eigen muziek; geen
duplicaten van anderen, o
nee, want wie zou iets
dergelijks ooit midden in de
nacht kunnen fluiten? John
wacht op feestavonden,
zoals binnenkort in een café
in Aalsmeer. Soms met acts
in kostuum. Dan is John
een pinguin, of een vaste
bajesklant, een bikini-klant,
of hij danst de charleston of
de vogeltjes-dans in een
lange jurk.
Zanger-acteur, zonder vrees
of blaam (ik herinner me,
dat het vroeger „zonder
vlees of braam" was). John
Visser ontwierp ook
hoegenaamd niet te
bevatten spreekwoorden:
„Zo als een dar is zonder
vrouwtjes bij, zo is een lijst
zonder schildering..." Een
paar stukjes kaas nog, en
een kelkje en een verre blik
op de condensstrèpen van
een negen kilometer hoog
overvliegend
transportmiddel dat
Schiphol niet aandeed en
waarschijnlijk op weg was
van Londen naar
Kopenhagen. De lucht
kleurde van fletsblauw tot
avondrood en John
verzuchtte, dat in Amerika
alles veel ruimer was en de
flats duizelingwekkend
hoog. Ik zag de Katwijkse
onderkomens en daarboven
de vuurtoren in de zeereep.
Klein Holland, perfecte
bedding voor een
kleinkunstenaar die niet
verder kan gaan dan
gelegenheidsgedichten.
Maar John Visser gromt
nog en zingt: „Een cent is
een spie..."; „dat is de
mooiste muziek die er is,
want alles draait om geld".
Eergisteren ging een briefje
naar Fernsehen WDR, in
Keulen, Duitschland,
afdeling Aktueel Arena,
met uitvoerige informatie
over Vissers duizenden
wrochtsels, composities en
tekstdichten, „met de
laatste dertig ook nog
voorzien van een komische
tekst en akt. Ik wil mijn
werk beleefd en graag ook
aan het Duitse publiek
vertonen.." Johns vrouw
Aida, die op velours zit en
aardig wat hoop heeft laten
varen: „John, je kunt niet
eens zwemmen John, die
er normaal twee per dag
drinkt (en dat ook officieel
op papier heeft laten
vastleggen) verrekende zich
en schonk de vijfde in: „Ik
zwem niet eens, nee;
trouwens tegen die hoge
golven kom je toch niet op!
Als ik in het water val, zie
je alleen maar kringetjes...."
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel verblijft
om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier
een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschreven hon-
den zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters naar het
asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende redenen afge
staan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig.
De in „hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed
gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig
ingeënt. Tegen betaling van 62,50 ten bate van zwerfdie
ren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel. Be
sjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr 10-12
en 14-17 uur, za. 10 tot 12 en 14-16 uur. Zondag en 'maan-
■AD/REGIOLEIDSE COURANT
ZATERDAG 10 JANUARI 1981 PAGINA 5
een u
hiervJ
nes Pi
de el
vriend m
y
NA 3000
GEDICHTEN
ZAG DE
KATWIJKSE
BARD DE
HORIZON
NIET
HELEMAAL
MEER
n jodi
e pub
ieschi
ne k;
/ezig
Hooi
c, nai
rusai
voor [Nauwelijks hadden de drie
wijzen de hielen gelicht en
e doii rechtsomkeer gemaakt,
uitslai richting het oosten, of John
jndmi Visser belde. Of ik
Ie plaj misschien idee had, hem
ïvendlaan te horen en iets te
Dod vernemen aangaande zijn
verdere, nauwelijks te
peilen ontwikkelingen op
officii het gebied van te verhuren
scherts en luim. Twee jaar
plaat! geleden gebeurde hetzelfde,
aid, Dat was tegen Kerstmis '78,
toen John Visser uit
>als v3 Katwijk Zee zijn gedichten
werll wilde slijten en hij deed
ïg md z'ch toen zelfs kennen als
Hoe 1 hofleverancier, want voor
een Oranje-gedicht werd hij
via het secretariaat
geprezen door de koningin
^idie toen-Juliana heette. Nu
weer: John had iets te
vertellen. Toen ik op weg
J ging, wist ik wat me te
wachten stond, maar ik
nt vo) zette door. In twee jaar tijd
was er niets veranderd, zag
ik. De flat bood een glimp
van de Noordzee en in de
barokke huiskamer blonk
het gewreven koper me
weer tegemoet en op de
bank van velours zat de
vrouw, de Zeeuwsvlaamse
die eens haar lot verbond
aan dat van Katwijker John
Visser, die zichzelf amper
mens acht, "want", zo vroeg
men eens in de haven van
New York (toen John nog
I lichtmatroos op de grote
0 uur h vaart was) aan een
schipper: „hoeveel mensen
iir Hoa aan hoord?" Waarop
de schipper even aarzelde
jchie: en antwoordde: „36 en twee
10.00 Katwijkers.."
ur met) jfc kon natuurlijk één en
ander verwachten. Johns
vrouw steunde en vroeg
zich af: „Hoe verzint hij het
10.01 allemaal, hoe komt-ie er
in nn il aan' Maar je hoeft niet alles
artinus' mo°* te vinden, van hem",
koor] Daar waren ook nog steeds
de twee valkparkieten Aidi
en Aido, door John, die net
aan z'n tweede kop koffie
toe was, van adel genoemd:
Valk von Parkiet. En ze
hebben ook nog een kuifje,
snt Kri Net gierende begin van een
uurlach in zijn keel heb ik nog
>mst inf vele malen moeten horen,
later in de middag. John
•meuier Vissers haar liet nog steeds
r. geen manen langs de slapen
toe en het enige verschil
rhot. met '78 was, dat hij nu 59 is.
lenstert Valkparkiet Aido was bezig
7.00 uj z n veren te verliezen, wat
e Zeeuf voor Visser aanleiding is
j geweest om hem te laten
1 Tonk^ inschrijven „voor de
I nudistenvereniging in
Zandvoort". Daar heeft
John trouwens een gedicht
'ei0 301 0Ver Êesc^reven-
.00 ui» De hoedanigheden van
amp. i John Visser, man van
I dromen en illusies, hebben
.30 uur) Zich inmiddels opgehoopt in
'waan ziJn briefhoofd:
Internationaal Troebel
i Water Periscoopnist,
rden, i Levensweg Dichter,
Cartoonist, Tekstschrijver,
I Componist, Zanger-acteur.
Een litanie die met enige
fantasie nog uitgebreid zou
kunnen worden. Het
winkeltje van zijn vrouw is
opgedoekt: John staat er nu
zelf helemaal voor om het
huishouden met de
snuisterijen in stand te
onze houden. Een paar jaar terug
komt deed hij dat nog met kunst-
eerst) en vliegwerk, vervat in
oende 3000 gedichten, verzameld
iviteid rijmwerk van een
Maaij vlieggewicht. Daar is Visser
1 bestj onderwijl van terug -
1 eens gekomen. Dat ging niet
te gej
™g alL
16.00
LEIDEN Deze rubriek is
bedoeld voor het aan de man
brengen van honden. Zo nu
en dan is ook een poes de
hoofdpersoon in deze kolom
men. Deze opzet schiet deze
week echter een beetje te
kort. Ook nu is een hond de
gene, waar het om gaat,
maar hij is een hond met
een speciale eigenschap. Met
een beetje fantasie zou hij
tot de visachtigen gerekend
kunnen worden. Hij heet
Bobby en Bobby houdt erg
veel van water. Wanneer hij
een sloot ziet, krijgt hij de
neiging om erin te springen
en een stuk te zwemmen.
Koud of warm weer, geen
sloot of vijver is hem teveel.
Hij snuffelt langs waterkan
ten en zodra hij iets opmer
kelijks in het water be
merkt, springt hij erin en
amuseert zich best.
Zijn zwemneigingen zijn niet
de reden van zijn verblijf in
h^{ asiel. Bobby vertoont ook
op andere gebieden een op
merkelijk gedrag. Zijn vorige
baas hij woonde in Katwijk
heeft Bobby de deur uitge
daan, omdat hij het speelgoed
van de kinderen kapotbeet.
Dat is niet zo verwonderlijk,
want hij is wel jong met zijn
anderhalf jaar. Zo'n jonge
hond is nog erg speels en dar
tel. Hij heeft attributen nodig
oi£ zich op uit leven. Dit pro
bleem is dan ook simpel op te
lossen. Geef hem een kluif,
een speelgoedbeer of iets der
gelijks en hij richt daar zijn
aandacht op.
Bobby is wel lief. Jong en
speels dat wel, maar wanneer
je hem ziet, wordt de neiging
om hem in huis te halen erg
groot. Een flat is door zijn leef
tijd niet zo geslaagd. Hij heeft
etügszins de ruimte nodig.
lmati{
n ge-fe
jdera- 4-
vordtl i
jresti- N>
goec
e heel
?t ons
speels.
Bobby is een leuk handzaam
hondje. Veel aandacht en uit
laten is ook een manier om
hem van zijn overtollige ener
gie af te helpen. Hij heeft een
zwarte vacht met middelmatig
lang haar. Ook de bef en het
onderste gedeelte van zijn po
ten zijn wit. Voor de rest is hij
lichtbruin. Hij heeft een korte
staart en zijn schofthoogte is
ongeveer 40 centimeter. Ande
re honden en poezen zijn geen
probleem. Ook voor kinderen
is hij erg lief.
Caesar
De hond van vorige week zit
niet meer in het asiel. Hij is
naar Voorschoten verhuisd,
waar een moeder hem aan
haar dochter cadeau heeft ge
daan.
langer zo; daar kwam geen
zinnig mens meer op af.
Nog vroeger maakte hij ook
schilderijtjes-, maar toen hij
eenmaal met Sonja Barend
moesf telefoneren („ze
weten me te vinden") had
hij daar geen tijd meer voor.
Nu, sinds een kleine twee
jaar, heeft Visser ook geen
tijd meer voor rijmelarij. Hij
is overgegaan op de
liederen, de moppen en de
acts. Daar wilde hij me op
wijzen. Spreekwoorden
komen ook zó bij hem op.
"Knaapje zag een roosje
staan, maar hij zag geen
roosje staan Dat kreeg ik
bij m'n binnenkomen al te
horen. Op weg naar z'n
werkkamertje maakte hij
een. begroting: in twee jaar
tijd 1500 liedjes, nee 1540. In
het kamertje nog een
verrassing: elektrisch
orgeltje met pedaalwerk en
daarnaast een stereo-toren
die meer weg had van een
wolkenkrabber met een
stuk of zeven verdiepingen.
Vrij recente aanwinsten,
gedeeltelijk voor een prik
aangeschaft. Liederen,
John, liederen wilde ik
horen. Hoe doe je dat nou?
Wel, John werkt nog steeds
's nachts. Dat wil zeggen: hij
gaat om een uur of twaalf
naar bed en komt er tegen
half drie weer uit. Peinst en
werkt dan tot zeg maar vijf
uur en kruipt er dan weer
in tot een uur of negen.
Maar als hij werkt komen
de influisteringen. Dat
gebeurde al toen hij op de
wereldzeeën als ketelbink
aan dek zat te luisteren
naar het geluid van de
scheepsschroef. „Door de
deiningen zat daar dan een
melodie in en dan floot of
neuriede ik mee. Daar heb
ik ook m'n sambaballen van
overgehouden". John Visser
is behalve die toren en
geprogrammeerd orgeltje
nog niet veel verder
gekomen, maar zijn horizon
schijnt verlegd. „Ik kan
amper spelen, maar als ik 's
nachts een melodie hoor,
fluit ik die; die fluit ik in op
een bandje, en een kennis
speelt het later op het
orgeltje en dat wordt
opgenomen".
John zingt ook zelf. „Hoor
maar". Visser zocht een
cassettebandje uit en
draaide het. Rikketikketik,
ging het ritme op het
orgeltje, op de wijs die eens
door John gefloten werd.
Hartstikke leuk. Het leken
wel sambaballen aan een
rijsttafel. Nog geen stemme
Vissers. Even verder
doordraaien, op zoek naar
de stem. „Ik ben een
makkelijke vent hoor".
Rikketikketikketik, ging
het ritme onfeilbaar verder.
John bleef zoeken, want
zijn stem is zeldzaam op een
bandje. Een ander bandje
dan maar, 's kijken of
daar wat..." Een soort
lachliedje; in elk geval
schaterlachgeluiden van
John Visser „in bikini".
Niets dan schateren. Maar
John heeft tweehonderden
drieëntwintig bandjes, dus
we konden vooruit. Maar
daar was-ie dan eindelijk:
John Vissers gesluierde
stem die zong: "Ik ben een
vaste bajesklant; ottenooie,
wat een rijk bestaan!"
Gevolgd door „Ik ben een
vaste oranje klant".
„Heel serieus nu",
waarschuwde John en hij
zong wat nasaal verder op
een melodie die sterk op de
voorgaande leek: Geloof,
hoop en liefde. Ook in het
Frans verkrijgbaar: Foi,
espoir, amour. Mooi, heel
mooi; vertaling van leraar
Frans en kennis Guus van
Hoogstraaten. Daar had je
het al: Nederland is te klein
voor plaatwerk, John wil de
grens over, al is het maar
binnen de Benelux. John
zong het ook, in het Frans.
Er was niets van te
verstaan, maar John zong
met z'n gezicht naar het
raam gericht, waar op de
buitengalerij enkele
kinderen hun neus tegen
het glas drukten. Toch
Moppen. Je hield je hart
vast. Daar was de mop
„over de loopse hond" dan
maar, en de mop over
„wachten op de zak van
Max", (een gierlachje), en
over „Bij ons in Turkije te
gebruiken". Het was niet te
volgen, evenmin als de mop
John Visser: „Alles draait om geld".
hoorde ik, dat z'n accent
lang niet gek was.
„Kinderhandjes, die zijn zo
teer; grote handen doen
veel meer..." En:
„Nederland heeft een
nieuwe Moeder". De
bandjes stonden voor niets.
Even de ballen erbij
gehaald; lekker op het
ritme laten rammelen,
koppie scheef, rechtervoet
in geciseleerd velvet:, tap
tap tap. Het leven is mooi,
ook in dat kamertje van
John Visser dat
langzaamaan vol raakt.
Maar het gaat voort. De
gedichten zijn opgeborgen;
de liedjes, de moppen en de
acts moeten het gaan doen.
„Ik wil de liedjeskant uit",
vertelde John. Hij heeft
zeker „150 moppen zitten"
en hij zou ook best Max
Tailleur, die er toch mee
uitscheidt, willen opvolgen.
Op 15 februari gaat John
een gokkie wagen, op een
auditie bij Henk Elsink in
de Kopermolen in
Amsterdam.