'Dövelmeijer' verlegt emancipa tie-activiteiten naar 'pijpje, borrel en zoutje' 4 Gemeente trekt ton uit voor werving van bedrijven Busbaanplannen onaanvaardbaar voor bewoners Hoge Rijndijk rTeam Rijksmuseum -vuil Nederlands archeologische jverhaal aan DOOR SUCCESVOLLE HOPGRAVINGEN RIJNMOND Fascinerend recital Sergio Marengoni GINiU STAD/REGIO LEIDSE COURANT DONDERDAG 8 JANUARI 1981 PAGINA 5 ROOKONTWIKKELAARS MAKEN ER EEN GEZELLIGE BOEL VAN Nieuwlichters hebben vaak de tijd; ze kunnen zelfs langzaam werken. Ik merk dat i het reactievermogen van twee jongeheren die ruim drie maanden geleden een boodschap met nicotine te verkondigen hadden. Het waren de jongeheren Antoon Erftemeijer en Jean-Marie Dubelaar die binnen het Opleidingsinstituut Dövelmeijer een ondubbelzinnig project wilden gaan ontwikkelen. Studerende ontwikkelaars, die met een uitgekiend opzetje aan kwamen zetten. In deze rubriek stond op 1 oktober van het vorig jaar een opwekking, door Erftemeijer en Dubelaar aangeblazen, teneinde jongedames van 19 tot 23 xjaar ertoe te bewegen zich ovèr te geven aan het genot van de sigaar of de pijp. Via het instituut dan, immers Dövelmeijer Leiden wenste zich geheel in te zetten voor i verdere emancipatie i de vrouw. Dat konden beide jongeheren (inmiddels zich vrij ongelimiteerd bekwamend in mm Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. m door Ton Pieters kunsthistorie, geschiedenis en rechten) zich wel veroorloven, dachten ze. Welnu, ik mocht bij het scheiden van 1980 taal en teken van de ontwikkelaars ontvangen. Allereerst nog naar aanleiding van de publiciteit op 1 oktober, vervolgens met een uitloop naar voortgezette activiteiten. Dubelaar en Erftemeijer, die naar het schijnt nog steeds niet aan een serieuze opvatting van hun nazomerse zotheid hebben ingeboet, hebben drie maanden de tijd genomen om even bij te komen van de eerste klap die naar ik vermoed, nog lang geen daalder waard is geweest. In het teken van twee gekruisde sigaren met intacte aspegels schrijven ze me dat het te wijten was „aan de drukke werkzaamheden binnen ons Instituut en tevens aan onze zware studieprogramma's", dat ze eerst thans pas reageerden op het artikel. Ze schrijven verder, „haast verlegen te zijn geworden bij de gedachte, dat onze ideeën nu in zovele Leidse huiskamers hun entree hebben mogen maken". Zolang de twee vrienden niet in verlegenheid zijn gebracht en zolang zich binnen die huiskamers ook jongedames bevinden die tot de sigaar te brengen zijn, kan ik me hun deemoedige opgetogenheid wel voorstellen. Hoe dan ook: het Instituut met de gekruisde bolknakken heeft een doorgerookt succes te melden. „Wij kunnen u mededelen, dat wij reeds cursusavond achter de sofa. pardon achter de rug hebben, waarop wij zes cursisten hebben mogen ontvangen". Het Dövelmeijerse cursuspakket werd alle eer aangedaan. De cursisten hadden zich tevoren door middel van brieven met pasfoto's aangemeld. Het beoordelen van de brieven en foto's zou enkele weken in beslag hebben genomen. „En alhoewel op de bewuste avond bleek, dat enige „heren" gemeend hadden ons te moeten foppen door het schrijven van brieven onder een valse, vrouwelijke naam, menen wij toch van een succes te moeten spreken. Wij kijken hierbij dan minder naar opkomst, cijfers en meetbaar rendement dan naar de unieke wijzen waarop onze filosofie de wereld is ingegaan". Ik kan me voorstellen, dat bij het tikken van deze regels de gelaatskleur van heer Antoon wederom iets roder werd. Nog is geen illusie aan diggelen gerookt en daarom zet Dövelmeijer door: „Onze eerstvolgende activiteit zal zijn een excursie naar het Tabacologisch Museum in Groningen, alwaar de conservator, de heer Brongers, ons Instituut graag wil ontvangen met een pijpje tabak, een borrel en een zoutje. Verder overwegen wij, contacten te leggen met twee Studenten- Pijprokersgezelschappen die getooid zijn met de namen „De vlam in de pijp" en „Le Godet Bourré". Wij vermelden dit om u er kond van te doen, dat ook andere studenten het roken van tabak ter harte gaat!" Maar geen woord verder meer over die grote opdracht: de geestelijke ontspanning die Erftemeijer en Dubelaar de jongere dames wilden voorschotelen, als element van een verbrede vrouwenemancipatie. Dus toch een frontdoorbraak die in rook is opgegaan LEIDEN Een team van i het 'Rijksmuseum van Oud heden heeft in de gemeente t bi Spijkenisse verrassend waardevolle opgravingen netei verricht. De operatie een der belangrijkste van de laatste jaren vormt een 7ezailwelk°me aanvulling op het archeologische verhaal Nederland. Tevens is be kend, dat er nog aanmerke lijk meer in de grond zit. De mden^cheologen willen die nidschatten echter bewaren. Of dat mogelijk is, moet afge- helijwacht worden, want een nieuwe woonwijk dreigt het historische gebied te gaan overlappen. De onlangs uit-» gevoerde werkzaamheden (kosten twee ton), konden niet uitgesteld worden, om dat daar binnenkort met de bouw van huizen wordt be gonnen. Dat nabij Hekelingen (ge meente Spijkenisse) in de pol der Vriesland resten van ne derzettingen uit de late steen tijd aanwezig waren (van 2400- 2100 voor Christus), was al eerder aan het licht gekomen. Na de Leidse operatie werd echter duidelijk, dat de waarde van de bodemschatten was on derschat. De opgravingen hebben duide lijk gemaakt, dat in Vriesland geen dorpje heeft gestaan. Weliswaar zijn tot nu toe zo'n vijftien naast elkaar gelegen nederzettingen blootgelegd, maar deze hebben verspreid over langere tijd aan de bloot gelegde rivierbedding in de polder Vriesland vertoefd. De nederzettingen waren alle van tijdelijke aard. Aan de hand van de gevonden voorwerpen werd duidelijk, dat het kamp plaatsen zijn geweest van waaruit de bewoners op jacht gingen. „Vanaf bijvoorbeeld de Brabantse zandgronden ging men periodiek de delta in. De paalsporen van de on derkomens tonen aan, dat de huizen niet voor permanente bewoning geschikt waren. Uit de gevonden beenderen blijkt, dat men heeft geleefd van de jacht op edelherten, everzwij nen, bevers en zo voort. Daar naast werden vogels geveld en werd er gevist op steur en snoek. Veeteelt is in het ge bied niet op grote schaal be dreven en landbouw evenmin. Dat alles duidt erop, dat de be woners van de kampplaatsen er niet permanent vertoef den", aldus dr. L.P. Louwe Kooijmans, een van de leiders bij de opgravingen. De vele vondsten geven een goed beeld van de materiële cultuur: envoudige, niet ver sierde potten met vlakke bo dem, vuurstenen bijlen, krab- ln vakken van 1 bij 1 meter wordt het terrein, horizon taal werkend, met schop en troffel afgegraven. bers, pijlpunten, een deel van een bepaald niet primitieve boog en een doorboorde bere- tand, die kennelijk is gebruikt als hanger en vele andere werktuigen. Een vraagteken is vooralsnog hoe de bewoners zich in leven konden houden. De getijden hadden in het niet ingedijkte gebied namelijk vrij spel. Een deel van het nog niet ont gonnen gebied, dat bodem schatten bevat, is voorzien van het predikaat 'archeologisch monument'. De oprukkende nieuwbouwwijk kan de onder het aardoppervlak verborgen historische schatten dus niet meer bedreigen. Dat is wel het geval met een polderstrook, dat westelijk van de eerder ge noemde gebieden ligt. Graag zien de onderzoekers van het Rijksmuseum die strook even eens 'monument' worden. „Of dat lukt, is helaas zeer de vraag. Zeer wenselijk is het wel. Het gebied zou bijvoor beeld tussen een paar wegen in de nieuwbouwwijk een plaatsje kunnen krijgen. Zo niet, dan moeten we ook dat gebied afgraven. Liever laten we de grond onberoerd. Voor later, als de mogelijkheden van de archeologen nog ver fijnder zijn. Wie wat bewaart, die heeft wat", aldus dr. Lou we Kooijmans. Gisteren werd bekend ge maakt, dat het Leidse team 65.000 gulden krijgt, zodat een uitgebreid wetenschappelijk opgravingsverslag gemaakt kan worden. Louwe Kooij mans toonde zich zeer ver heugd over de onverwachte gift: „De opgedane kennis is dermate belangrijk, dat het in ieder geval in de vakwereld verspreid moet worden. Dat is het meer dan waard. Maar daarnaast lijkt het me zinvol, dat met name de toekomstige bewoners van de 'oude neder zettingen' door middel van een boekje aan de weet kunnen komen, wat er in de steentijd onder hun tapijt allemaal voor bedrijvigheid is geweest Ook daar hopen we aan te gaan werken". LEIDEN De gemeente Leiden is van plan 100.000 gulden uit te trek ken voor een wervingsaktie voor het Schuttersveld. Het doel van de aktie is het bedrijfsleven opmerkzaam te maken op de gunstige aspecten van het Schuttersveld. Door het aantrek ken van nieuwe bedrijven hoopt het gemeentebestuur de werkgelegen- eid in de Leidse regio te versterken. in de wervingscampagne past een sym posium dat in samenwerking met de gemeente Alphen, de Kamer van Koophandel, de Leidse Universiteit en de Leidse Vereniging voor Industrie bij de universiteit wordt georganiseerd. Onderwerp van de manifestatie is „Be drijfsvestiging en bedrijfsverplaatsing". Qua tijdstip zal aansluiting gezocht worden bij de opening van de Schip- hollijn in juni van dit jaar. Leiden heeft via het spoor in vergelijking met ande re steden de kortste verbinding met Schiphol. Met het symposium zal getracht wor den vertegenwoordigers van investeer ders van bedrijven uit binnen- en bui tenland en opinieleiders uit werkgevers en semi-overheidskringen te bereiken. De gemeente Leiden hoeft geen bijdra ge te leveren aan de kosten van deze bijeenkomst Daarnaast zal het organisatiebureau Bakkenist, Spits en Co opdracht krijgen de wervingsmogelijkheden ten aanzien van Schuttersveld te onderzoeken als mede de opvang en begeleiding van geïnteresseerden op zich te nemen. De kosten hiervan bedragen voor zowel de gemeente Alphen als de gemeente Lei den ruim 84.000 gulden. Een voorstel van het college om een bedrag van 100.000 gulden voor de wervingsaktie uit te trekken wordt vanavond in de raadscommissie economische aangele genheden besproken. LEIDEN De plannen van de gemeente om onder meer op grote delen van de Hoge Rijndijk een aparte busbaan aan te leggen en het open baar vervoer ook bij stop lichten voorrang te geven, mogen niet uitgevoerd wor den. Dat vindt een groot deel van van de Hoge Rijn dijk-bewoners. Tijdens een inspraakbijeenkomst die gisteravond door de gemeen te in de Stadsgehoorzaal werd belegd over de recon structie-plannen van de ge meente voor het traject Ko- revaarstraat. Levendaal, Plantagelaan, Hoge Rijn dijk uitten zij op soms emo tionele wijze hun bezwaren tegen de busbaan. De bewo ners zijn van mening dat hun financiële belangen ge schaad worden en dat de le vensomstandigheden ver slechteren. De reconstructie van dit traject is een onderdeel van het 'Experimenteer Project Leidse Baan' van de gemeente Leiden. Het doel van dit project is het openbaar ver voer te stimuleren. De vrije busbaan op de Rijnsburgerweg en de Hoflandbrug maken ook onderdeel uit van het Experi menteerproject. De fase die gisteravond aan de orde was, houdt onder meer in: fietspa den langs een groot deel van het Levendaal en de Hoge Rijndijk, tweerichtingverkeer in de Oranjeboomstraat, voor rang van de bus bij stoplich ten, een vrije busbaan vóór de diverse stoplichten, zodat de bus na het kruispunt weer kan invoegen en een voetgangers tunnel bij de Leiderdorpse- brug. Het gehele traject zal geasfalteerd worden en waar nodig wordt de riolering ver nieuwd. De gemeente houdt over deze plannen in totaal vier inspraakbijeenkomsten. I}e volgende staan op het pro gramma voor 26, 27 en 28 ja keerplaatsen", „de busbaan is gevaarlijk voor kinderen", „door de busbaan gaan de bus sen nog harder rijden en nog meer lawaai maken", „de ge meente vergeet de automobi list" en „de Wilhelminabrug gaat veel te vaak open". Eén van de aanwezigen schreeuw de de ambtenaren en wethou der C. Waal toe: „Wanneer je de doorstroming van al het verkeer verbetert, rijdt het o- penbaar vervoer ook sneller. Die busbaan is een lachertje." Met name deze laatste opmer king fkreeg applaus van een groot deel van de tientallen aanwezigen. Voorzitter van de vergadering, gemeentesecreta ris Lodder, erkende dat de hoofdlijnen van het project niet meer veranderd kunnen worden. „De subsidie is toege zegd voor wat nu op tafel ligt. Wanneer daar te veel aan ver anderd wordt, krijgen wij he lemaal geen geld. En dat is het laatste wat wel willen." Veel vragen naar detailpunten bomen, zebra's, geluidsover last, groene golf verwees hij naar de nog komende in spraakavonden. Wethouder Waal zegde wel toe, dat de ge meente nogmaals met Provin ciale Waterstaat gaat praten over de openingstijden van de W ilhelmi nabrug. Waarschijnlijk nog deze zomer stelt de gemeenteraad de voor stellen definitief vast. Nog dit jaar kan dan met de werk zaamheden begonnen worden. Applat Een aantal opmerkingen van de bewoners tijdens de soms chaotisch verlopende bijeen komst: „er wordt geen reke ning met de bewoners van de Rijndijk gehouden", „de win kels worden onbereikbaar door het vervallen van par- LEIDEN Wat betreft het klassieke muziekseizoen be gon 1981 voor Leiden met een pianorecital door de als „Italiaanse mcesterpianist" aangekondigde Sergio Ma rengoni. Dat deze betiteling juist was, bewees zijn optre den gisteren in de Kapclzaal met werken van Mozart, Beethoven, Clementi en Schumann. Ook al bleek Marengoni Mo- zarts sonate KV 310 technisch overtuigend meester te zijn, muzikaal gezien kwam hij pas in het Presto op dreef door daar een gedreven spanning aan te brengen. In de eerste twee delen beperkte hij zich tot een directe en exacte aan slag waarmee weinig emotie gepaard ging en die Mozart nogal droog en met zware, soms ondoorzichtig klinkende bassen kleurde. Veel boeien der klonk Beethovens sonate op. 31 nr. 2. De glasheldere toon was nu doortrokken met een fascinerend geconcen treerde spanning die de basis vormde voor een sterke ex pressieve contrastwerking. Met een snelle op- en afbouw naar respectievelijk zware vo lumes en grote verstildheid. De zich daartussen bevinden de overvloed aan nuances klonk met een eveneens hel dere, doordringende precisie. Alleen jn het derde deel ver zachte de toon zich en kreeg een warmere intonatie. In het gedeelte na de pauze kwam Marengoni's fabelachtig technich kunnen meer naar voren. Zowel de sonate op. 26 van Clementi als die van Schumann op .11, leenden zich daar uitstekend toe. Marengo ni is echter een te groot musi cus om virtuositeit als deel op zich na te streven en niet te onderwerpen aan de grote mu zikale lijn door op een heel na tuurlijke manier vaak subtiele muances in tempo en dyna miek aan te brengen. Zo be reikte hij in Clementi een voor deze componist ongewone diepgang en schiep hij klaar heid en uitdrukking in de soms rommelige harmonieën van Schumann. Deze grandioze lijn zette Ma rengoni voort in de reeks toe giften waartoe het enthousias te publiek hem bracht. Na de briljante stukken van Chopin en de Ville Lobos klonk de so nate in g kl. van Scarlatti m$t een uiterste aan verfijning en vormde daarmee een verstildfe en ingetogen slot van een in veel opzichten sensationeel op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 5