Het geheim ons lange bestaan is de service en het vakmanschap99 Alphen bezorgd over jongerenprobleem Yoorwal hoort wat .Zwarte handel wordt in de hand gewerkt door hoge honoraria veeartsen VANAF 1731 ROLLEN BOTEN VAN DE LANGERAARSE HELLING Ccidóc6oiiAcuit REGIO LEIDSE COURANTWOENSDAG 7 JANUARI 1981 PAGINA ALPHEN AAN DEN RIJN De raadscommissie sociaal- culturele zaken boog zich gisteravond over het jongerenpro bleem dat de gemeente Alphen sinds enkele jaren kent. Re gelmatig worden omvangrijke vernielingen aangericht door groepjes baldadige jeugd. Met Oud en Nieuw nog werden alle ruiten van enkele schoollokalen ingegooid, de visaqua- ria omgegooid en het meubilair volledig kapot geslagen. De gemeente Alphen overweegt op korte termijn maatregelen te treffen om de jongeren beter te gaan begeleiden. De baldadige jongeren zijn onder te brengen in twee groepen. De eerste is de groep die zichzelf „Heli's Bengels" noemt. Ver wacht wordt dat men deze groep gemakkelijk zal kunnen berei- Varkens houder bij Haagse rechtbank: ken wanneer men bevredigende voorzieningen treft, voor wat betreft de accommodatie en recreatie en dergelijke. Iets anders is het met de groep, die wethouder Haanstra gisteravond aan duidde met de „zwevenden". Deze groep is zeer moeilijk te be reiken en men denkt eraan om een straathoekwerker (een jon gerenwerker, die de jeugd op straat benadert) aan te trekken. Om tot vastomlijnde plannen te komen zal eerst een rapport worden opgesteld door de gemeentelijke afdeling sociaal-cultu rele zaken. Dit rapport zal omstreeks maart gereed zijn, waarna er daadwerkelijke stappen kunnen worden gezet om deze gewel ddadige groepen op een beter geleid spoor te zetten. Wethouder Haanstra benadrukte gisteraond nog eens dat het hier niet gaat om criminele jongeren maar om uit de hand gelopen baldadig heid van jongeren, die aandacht vragen. Volgens hem willen deze jongeren geleid worden en zijn ze bereid leiding te accepte ren nadat eerst een sfeer van vertrouwen is geschapen. Om duidelijker te zien waar de knelpunten liggen en uit welke hoek het baldadigheidsprobleem moet worden aangepakt had de raadscommissie gisteravond de heer Schaeffer uit genodigd. De gast is teamleider in een Haagse porbleemwijk. In die functie heeft hij veel te maken met jeugdproblematiek. Tijdens zijn le zing stelde de heer Schaeffer onder meer dat de kern van het probleem voor een groot deel ligt bij jongeren met een laag op leidingsniveau, die vaak weinig bevredigend werk doen. Ook werd het werkloosheidsprobleem in dit verband aangehaald. ning van de diergeneeskunst Voor het eerstgenoemde feit had de kantonrechter hem tot duizend gulden en voor het tweede tot driehonderd gulden boete veroordeeld, van welk vonnis de officier van justitie bij de Haagse rechtbank nu bevestiging eiste. De officier betoogde dat het hem be kend was dat vooral op de Leidse vee markt, veel dierengeneesmiddelen zwart worden verhandeld. De zwarte handel kan leiden tot een gevaarlijke situatie, omdat bet hier ook gaat om stoffen die in het vlees terecht kunnen komen. De varkenshouder, die als castreur en verloskundige in de veehouderij be paalde wettelijke bevoegdheden bezit, mag op grond daarvan voorgeschreven hoeveelheden injectievloeistoffen en antibiotica in voorraad hebben. Bij con trole was echter geconstateerd dat hij een te grote hoeveelheid van bepaald de stoffen in voorraad had. De var kenshouder wist dat zelf ook wel want hij had de stoffen verstopt in onder meer zijn auto, in een koelkast en in zijn kantoor. De Alphenaar voerde als verweer aan dat voor noodgevallen de hoeveelheden die hij in zijn bezit had noodzakelijk zijn. Hij gaf toe in over treding te zijn geweest. Overigens stel de hij als voorzitter van een onlangs opgerichte vereniging van varkenshou ders dat het in de bedoeling van deze vereniging ligt om de zwarte handel in diergeneesmiddelen aan te pakken. rechtbank wijst 20 januari Minister Gardeniers opent parochiehuis LANGERAAR De Minis- ter van Cultuur Recreatie Maatschappelijk Werk mevrouw M. Gardeniers opent zaterdag 17 januari om tien uur het vernieuwde parochiehuis 'Langeraar'. Het gebouw is ingrijpend vi anderd. Het omvat nu onder meer een vestzaktheater, creatiefkelder, een centrale ontmoetingsruimte annex café, een bioscoop, vergaderruimten en een zaal voor festiviteiten. ALPHEN AAN DEN RIJN/DEN HAAG „Wanneer de veeartsen eens begonnen met redelijke prijzen te berekenen voor medicijnen, dan zou het met de zwarte handel binnen de kortste keren afgelopen zijn". Dit stelde een 51-jarige varkenshouder uit Alphen aan den Rijn, die in ho ger beroep van een veroordeling door de kantonrechter zich voor de Haagse rechtbank moest verant woorden wegens overtreding van de anti-bioticawet en de wet op uitoefe- Gezicht op de werf (1918). LANGERAAR Weinig bedrijven in ons land kunnen bogen op een 250-jarige historie. Maar ze zijn er wel. In Langeraar bijvoor beeld. Daar staat fier op de Woudsedijk de scheepswerf Valentijn en Zonen. Een klein be drijf dat al jaren boten bouwt en repareert. Tweehonderdvijftig jaar geleden werd de ba sis gelegd voor het bedrijfje. Jacob Bevelan der, de toenmalige schout van Voshol, verleen de op 3 januari 1731 in het bijzijn van twee schepenen toestemming voor de verkoop van een stuk grond ten bate van de vestiging van een werf voor ene Van Zanten. Deze Van Zan ten begon daar met het bouwen en verhuren van baggerbokken, schouwen en pramen. Na dat Van Zanten ermee op was gehouden ver wisselde het bedrijf nogal wat keren van eige naar. Pas in 1910 duikt de naam Valentijn op. Deze gaf de werf de naam „Gerardus Majella". Een naam die 70 jaar later nog steeds het klei ne bedrijf op de dijk siert. Het geheim van het lange bestaan schuilt volgens Wil Valentijn in de service en het vakmanschap. Voor de Valentijnen begon het allemaal in 1910. De heer J.W. Valentijn kocht de werf, die toen nog „de Helling" heette, van Gerardus Koeleman. De nieuwbakken eigenaar ging op de door Koele man ingeslagen weg door met het verhuren, bou wen en repareren van baggerbokken en wat dies meer zij. Na het uitbreken van de Eerste Wereld oorlog besloot Valentijn over te gaan op staal bouw. In 1924 kwamen de eerste stalen motor schepen van de Langeraarse helling. Dat waren prima schepen, want ze varen nog steeds op de Hollandse wateren. Het ging dan ook goed met „Gerardus Majella" in die begin periode. Daarna werd het minder. De economische crisis in het be gin van de jaren '30 raakte ook de werf van Va lentijn. De enige inkomsten kwamen nog van de verhuur. Maar dat ook dat viel weg toen de Ter Aarse tuinders hun producten niet meer kwijt konden en derhalve ook de huur voor de boten niet meer konden opbrengen. Hét ministerie van Landbouw en Visserij moest er aan te pas komen om de boel draaiende te houden. De tuinders gin gen pepermuntplanten kweken en de werf van Valentijn zou de uit de planten pepermunt-olie gaan destilleren. Juist toen het leek goed te gaan kwam de heer J.W. Valentijn om het leven. Bij het plaatsen van een schoorsteen op de distillatie ketel viel hij van het dak. Het bedrijf werd wel voortgezet. Mevrouw Koeleman slaagde er met hulp van haar drie zonen in de werf weer winst gevend te maken. Diezelfde drie zonen, Nol, Jan en Wil runnen het bedrijf met behulp van Jan's zoon Fons nog steeds. Wil Valentijn: „We werken hier met z'n vieren en allemaal Valentijns. Het is een echt familiebedrijf en dat zal het ook wel blijven. Mijn oudste broer heeft zeven zoons en mijn zoon zal ook wel in de scheepsbouw belanden, alhoewel je dat nooit hele maal zeker weet. Ikzelf rolde er ook min of meer toevallig in. Ik wilde eigenlijk jurist worden maar moest tijdens de oorlog noodgedwongen op de werf werken. Ik heb nog wel een opleiding voor kantoorwerk gevolgd, maar aan een rechtenstudie ben ik nooit meer toegekomen". Boekje Ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan heeft Wil Valentijn een 20 pagina's tellend boekje sa mengesteld over de geschiedenis van de werf. Hij had veel meer willen schrijven over de geschiede nis van het bedrijf. Zoals over de tijd waarin zijn vader 's avonds het werk van de mensen die de staalplaten aan elkaar hadden genageld contro leerde. „Dat waren speciale ploegen die aangeno men werk deden en per duizend nagels werden betaald. Mijn vader ging dan 's avonds na het werk gewapend met een hamer naar buiten en begon tegen de de nagels te slaan. Aan het geluid kon hij horen of ze er goed inzaten of niet. Als het niet in orde was, konden ze het de volgende dag over doen". En ook het verhaal over de door zijn vader opgevolgde raad die achteraf veel geld kost te: „Mijn vader was een goed katholiek en luister de dan ook naar alles wat de pastoor voorschreef. Tijdens een van de preken vertelde de geestelijke dat er een rooms-katholieke bank geopend was en dat je daar je geld maar naar toe moest brengen. Dus mijn vader bracht daar zijn centen heen. Tot zijn grote schrik moest hij enige tijd later verne men dat de bank failliet was. Weg centen". In de lange geschiedenis van het bedrijf heeft de werf nogal wat veranderingen ondergaan. Ander gereedschap, een wisselend aantal personeelsleden en het veranderde materiaal voor fyet vervaardi gen van (zeil)boten. De komst van de kunststof boten hebben de Valentijns niet bepaald met gejuich begroet. „Die vaartuigen hebben alles ver ziekt. Dat komt geen vakmanschap aan te pas. Ie dereen kan ze bij wijze van spreken maken. Ze zijn dan ook minder degelijk. De verschillende platen van het dek worden tegenwoordig zomaar tegenelkaar geflanst. Het gevolg is dan ook dat ze juist daar gaan rotten. Die boten worden nooit erg oud. Vroeger was dat anders. Op het ogenblik hebben we een boot in de loods die jaren op de Middellandse Zee heeft gevaren. Dat ding is 20 jaar oud en is nu pas aan z'n eerste grote beurt toe". Service Dat de boten van Valentijn het zo lang uithouden is nou juist de kracht van het bedrijf zo legt Wil uit. „Het zit hem in de service. Laatst belde een klant uit Gibraltar dat er een Onderdeel kapot was. Die dingen zijn niet in de winkel te koop, maar wij hebben ze in voorraad en dus kon ik hem via de post op zijn wenken bedienen. En dat is nou de kracht. Wij verzorgen de klant, of eigen lijk de boot, van het begin tot het eind. Het liefst willen we ook nog dat de mensen de boot bij ons verzekeren. Dat lijkt op winstbejag maar dat is het niet. Ik heb wel eens tegen iemand gezegd die een boot bij ons had gekocht: „Dit is hem, je mag er in varen, maar wees er enorm voorzichtig mee". In feite voel ik dat ook echt zo. Het doet me haast pijn als er iemand met een boot 'van ons' terug komt en er zitten allemaal deuken en krassen op. Dat is natuurlijk financieel prima voor het bedrijf, maar daar gaat niet het om. Geld vind ik niet zo belangrijk. Ik moet bijvoorbeeld nog rekeningen van 1979 uitschrijven". Hoeveel 'Valentijnboten' er precies rondvaren, weet Wil Valentijn niet. Het moeten er honderden zijn en verspreid over de hele wereld. Ze zeilen overal. Van de Olympische Spelen in Tokyo tot voor de kust van de Bermuda eilanden. Dat levert natuurlijk bekendheid en faam op. Faam die de firma dan weer te danken heeft aan het werk van neef Johan Valentijn. Een ontwerper, die thans in Amerika de kost verdient. Op het ogenblik bestaat de werf van de Valentijns alleen van het repara tie- en onderhoudswerk. Dat betekent niet dat ze binnenkort zonder werk zullen komen. „We bar sten van het werk", zegt Wil Valentijn in zijn kantoor dat uitkijkt op de loodsen. Een kantoor dat bol staat van de dingen die aan scheepsvaart herinneren. Van de bootvormige bloembakken tot de sigaretten waarop een fiere matroos staat, toe. Boven het kantoor verzamelt Wil attributen die het bedrijf in de loop der tijd heeft gebruikt. Scheepsmodellen van baggerbokken en pramen, een oud huurcontract van de schout van Voshol, antiek gereedschap. „Het is de bedoeling een soort museum in te richten met veel spullen die ge bruikt zijn bij het bouwen van de boten. We ho pen dat wij en onze opvolgers daar nog lang mee kunnen doorgaan". MAARTEN NOOTER De loods voor de staalbewerking (1918). I i i i i i tm De kleine moeite van het aanbrengen van een nieuwe abonnee beloont uw krant u graag met een fraai hangertje van uw eigen sterrebeeld. Weet u al iemand? Postcode/Plaats Telefoon Stuur deze bon in open envelop - geen postzegel plakken - naar: Leidse Courant, Antwoordnummer 349, 2300 VB Leiden. IN FEITEN DE BESTE Adres. Postcode/Plaats. Betaalt wordt per maand (automatische afschrijving) U per kwartaal Stuur mij als dank voor de moeite een zilveren hangertje met het sterrebeeld. Naam. De firma Valentijn (vlnr Wil, Jan, Nol en Fons) achter de modellen van de baggerbok en andere platbodemsin het aanstaande bedrijfsmuseum. abonnee van de Leidse Courant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 4