Ons land telt vier miljoen sporters in clubverband Hoge score bij verkoop van sportartikelen Henk is dag en nacht voor zijn club in touw V^iic UlO DEN HAAG De term recreatiesport is eigenlijk een nogal mis leidend begrip. Wanneer gesproken of geschreven wordt over recreatiesport wordt er vrijwel altijd mee bedoeld de sportbeoe fening, waarbij geen echt wedstrijdelement aanwezig is: het voor de lol, en niet méér dan dat, beoefenen van sport. Maar vergeten wordt dan, dat voor velen juist het wedstrijdelement in de sportbeoefening een belangrijk deel van de echte recreatie is. Dat geldt misschien niet voor de pure professionals, die met hun sport bezig zijn om er geld uit te slaan, maar toch wel voor' bijna al diegenen, die op hoger en lager niveau als enkeling of in clubverband proberen een zo goed mogelijke prestatie neer te zetten. Als men dan al een onderscheid zou willen maken, dan zou er dus eigenlijk veel beter kunnen worden gesproken over wedstrijdsporters en niet-wedstrijdsporters. Jong en oud op de fiets tijdens de landelijke fietsdag. Het zijn er intussen in ons land vele miljoe nen, die sport beoefenen en bedrijven en er een werkelijke mogelijkheid tot recreatie In hebben ontdekt. Alleen al in clubverband zijn het er meer dan vier miljoen volgens de laatste ramingen. En dan is geen rekening gehouden met al diegenen, die „op eigen houtje" bezig zijn en de tallozen, die niet di rect actief sporten, maar er toch wel nauw bij betrokken zijn. Denk eens aan die velen, die op bestuurlijk niveau uiterst belangrijk werk verrichten; degenen, die in clubhuizen en kantines bezig zijn; die als scheidsrechter fungeren om het anderen mogelijk te maken hun sport te bedrijven en de vele vrijwilli gers, die zich als chauffeur beschikbaar stel len om sportende jeugd te vervoeren naar het terrein van de tegenstanders) of om oud papier ophalen. Variatie Gerard van Baarlen, het hoofd van de afde ling sportontwikkeling en kadertraining van de Nederlandse Sport Federatie, die al vele jaren met het bijltje van de recreatiesport hakt, zegt er dit van: „Er is een enorme va riatie onder al die mensen, die zich met sportbeoefening bezighouden. Enerzijds heb je de „uitlopers", die minstens viermaal per week trainen en zich van alles ontzeggen om een zo hoog mogelijke conditie en prestatie te bereiken, anderzijds zijn er de velen, die bijvoorbeeld in een achtste elftal van een vereniging spelen louter voor de lol en de gezelligheid. Maar het zijn in wezen allemaal recreatiesporters". De Nederlandse Sport Federatie, die Inder tijd door de autonome nationale sportbon OMZET GEMIDDELD TACHTIG GULDEN PER NEDERLANDER Met z'n allen besteden we per jaar voor meer dan één miljard gulden aan sportar tikelen. Dat is gemiddeld acht tientjes per Nederlander. Het aantal zaken waar sport artikelen over de toonbank gaan is in tien jaar verdubbeld. Er zijn er nu meer dan zestienhonderd. |Ult een onderzoek 'dat de Algemene Bank Nederland dit jaar voor de detailhandel in sportartikelen verrichtte blijkt, dat mensen vooral aan sport doen „omdat ze het leuk (vinden". Bovendien wil men door sportbe oefening „fitter worden en proberen meer conditie en een grotere weerbaarheid te krijgen". Stormachtig De sportbeoefening heeft zich de laatste vijftien jaar stormachtig ontwikkeld. Dit is onder meer af te lezen uit de groei van het aantal leden van de Nederlandse Sport Federatie. In 1966 telde de NSF 1,8 mil joen leden. Dat aantal Is inmiddels geste gen tot 4,2 miljoen. Ook de recreatieve sport scoort hoog. Zo wordt het trimmen door 12 procent van de bevolking van 18 jaar en ouder beoefend. In het „ABN-rapport" staat dat sportbeoe fening nauw samenhangt met inkomen, opleiding en leeftijd. In de hogere wel standsklasse wordt relatief veel aan sport gedaan. Daarbij ligt veel nadruk op de re creatieve sport. In de lagere welstands- klasse wordt het sporten vrij serieus geno- KOOpjeS men en komt het prestatie-element sterk naar voren. Deze gegevens zijn ontleend aan het onderzoek „Sportbeoefening in Nederland". jongste bediende doet dat ook. Skiën is ook een sport die door alle lagen van de maatschappij beoefend wordt. Men heeft er geld voor over en het staat op de priori teitenlijst". Ongebonden In het ABN-rapport wordt de verwachting uitgesproken dat met de toename van de vrije tijd en de groeiende voorkeur voor het ongebonden sporten, alsmede door de toenemende nadruk op het lichamelijk en geestelijk welzijn, de markt van sportbe- nodigdheden zich positief zal ontwikkelen. Alleen daling van inkomens kan de markt nadelig beïnvloeden. Beerendonk: „In de hele sport- en recrea tiebranche is een behoorlijke groei te zien. Een groot gedeelte van de omzetstijging ligt in de campingsector en In de sportma- terialen: artikelen die niet direct met de wedstrijdsport te maken hebben. We ver kopen vooral veel dat verband houdt met wielrennen, fietsen, krachtsport en trim men. Er gaan veel trimfietsen en roeima- chines over de toonbank. Verder is een grote toename bij badminton te zien. De schoenenbranche gaat met sprongen vooruit. Die dingen worden overal voor ge dragen. Sportschoenen zijn een mode beeld geworden, ze worden niet alleen voor de sport gebruikt". A. Beerendonk, voorzitter van de directie van Perry Sport, Nederlands grootste ver kooporganisatie op het gebied van sport artikelen, gelooft niet dat er nog verschil is tussen de sportbeoefening van de ver schillende welstandsklassen. Hij zegt: „Wij zien dat niet meer. Het gaat vervlakken. BIJ tennis is het „bekakte" eraf, de wieler sport wordt door iedereen beoefend en ga zo maar door. De directeur fietst 's a- vonds na z'n werk een paar rondjes en z'n Ondanks de economische teruggang, koopt de Nederlander zeker niet minder. Maar hij let meer op koopjes. „De economische teruggang is bijvoor beeld in de wintersport niet te merken. Wel is men prijsbewuster. Men laat de auto thuis. Ook het vliegtuig laat men voor wat het is. Men neemt een busreis", aldus Beerendonk. Voor de skikleding van het zelfde laken een pak. De mensen kopen zelfs meer dan voorheen, maar daarbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat de skikleding per onderdeel zo'n veertig gulden goedkoper is gewor den. g In de zeldzame vrije ogenblikken is Henks lectuur.het clubblad. Angst voor slechte gezondheid voedt animo voor trimmen Zwemmen, een van de meeat geliefkoosde vormen van recreatie. Zo maar een willeKeurige figuur, een van de velen, die zelf niet meer actief sporten, maar er toch wel nauw bij betrokken zijn. Die, zoals elders op deze pagina al werd opgemerkt, in clubhuizen en kantines bezig zijn. Kortom, wie niets te veel is wanneer het om hun club gaat.Henk is zo'n figuur, die dag en nacht voor zijn ver eniging klaar staat. Gelukkig zijn ze in het Zuidhollandse nog te vinden, de clubfanaten, die voor een vereniging van onschatbare waarde zijn. „De dictator van de vereniging" wordt hij wel eens genoemd, deze 59- jarige vader van de doelman van het eerste elftal. Die bijnaam wordt be slist niet gebezigd om hatelijk te zijn of kritiek te hebben op zijn optreden. Verre van datl Henk is een van die in ons land steeds zeldzamer wordende figuren, die uit zuiver hobbyisme al tijd voor hun club in touw zijn. Derge lijke mensen worden steeds zeldza mer in onze materialistisch ingestelde wereld, waarin men meestal alleen nog werk en prestatie wil leveren te gen betaling. „Zo af en toe lijkt de club net een fa briek, want er zijn nog maar weinig mensen te vinden, die zonder betaling een klusje willen doen", aldus Henk, die al 45 jaar een fanatiek en actief aanhanger is van zijn vereniging. Op veertienjarige leeftijd speelde hij bij de junioren, maar omdat in de crisis jaren van voor de oorlog geld verdie nen ook belangrijk was ging hij 's za terdags bij een kruidenier werken. Noodgedwongen werd hij toen over geheveld naar de zondagelftallen van de senioren. Daar speelde hij in alle elftallen van hoog tot laag als doel man. Zijn zoon heeft het dus bepaald niet van een vreemde. Geen „stoelzitter" Toen hij met het actieve voetballen stopte bespeelde hij een vijftal jaren de scheidsrechtersfluit. Maar bij de vereniging had men intussen al lang gemerkt, dat Henk geen „stoelzitter" was. Men charterde hem met gemak voor allerlei clubwerkjes. Vele jaren onderhield hij helemaal alleen de vel den, die toen nog met een gewone handmachine moesten worden ge maaid en waarop vervolgens de kalk- lijnen moesten worden getrokken En dat moest dan allemaal tussen het gewone werk door gedaan worden. Met het gevolg, dat hij 's morgens, weer of geen weer, in alle vroegte en voor het begin van zijn normale werk zaamheden, al druk bezig was op de velden. En nog altijd heeft hij het op pertoezicht, hoewel hij nu wel enige hulp heeft. Dictator Het is bij figuren als deze Henk zo, dat het werk gewoon op hen afkomt. Daardoor komt het, dat hij ook de kleding van de spelers van het eerste elftal helemaal verzorgt, waarbij hij in derdaad wel eens als een soort dicta tor moet optreden om alle spullen na een wedstrijd weer bij elkaar te krij gen. Zijn echtgenote zorgt er voor. dat de spullen worden gewassen. Vroeger hield ze ook de kleedkamers nog schoon, maar toen ze er twaalf jaar op had zitten vond ze dat welle tjes. Intussen namen do werkzaamheden van Henk nog steeds toe. Hij zorgt ook nog voor de ontvangst van de scheidsrechters en voor de ballen, schenkt thee of koffie voor spelers en arbiters tijdens de rust van de wed strijden, zorgt voor verzending van het clubblad (waarbij zijn vrouw assis teert). bemoeit zich met het inzame len van de toto-formulieren en Is ten slotte ook nog lid van de elftalcom missie. Zodat je je wel kunt afvragen, of hij nog wel een vrij uurtje heeft. „Amper", zegt zijn vrouw, „maar hij zou niet anders willen". Gelukkig de vereniging, die nog over dergelijke mensen beschikt. Overigens, om he lemaal compleet te zijn, deze wille keurig gekozen clubfanaat is ook nog bestuurslid van een buurtvereniging. Sportieve recreatie of recreatiesport, het zijn termen, die vooral de laatste Jaren steeds veelvuldlger worden gebruikt. De (recreatlé)- sport Is meer en meer in de belangstelling ko men te staan, niet alleen ten gevolge van het feit, dat de mensen over steeds meer vrije tijd beschikken, maar ook en zelfs voor een groot deel ten gevolge van een soort „ge zondheidsangst", die voortkwam uit talrijke goed bedoelde, maar dikwijls volkomen ver keerd uitgelegde slogans, waarin de mens wordt aangeraden „meer te bewegen" ter be vordering van zijn lichamelijke conditie en ge zondheid. Ontspanning en inspanning op de trimb trimbaan groeide het aantal van jaar tot den In het leven werd geroepen als een overkoepelende organisatie, is in de loop der jaren In haar opzet toch wel wat veran derd. Uiteraard is zij er om de belangen van de aangesloten bonden te behartigen, maar tegenwoordig houdt zij zich ook terdege be zig met de belangen van de „particuliere" sportbeoefenaren. Dat is een ontwikkeling, die gewoon parallel loopt met de maat schappelijke ontwikkeling. Het is van belang, dat ook die groep van particulieren, die niet gebonden wil zijn, een goede begeleiding heeft. In dit kader kan onder meer worden gezien de aanleg van trimbanen, waarmee in 1968 werd begonnen en de uitgifte van trimbro- chures. Langzamerhand kwam intussen toch de overtuiging, dat „het helemaal alleen doen" ook niet de ware methode Is. De KNBvLO en de NWB organiseerden In 1972 gezamenlijk een nationale trimwandeldag en daarmee werd eigenlijk de vraag beant woord of ook de recreantensport niet vanuit de diverse sportbonden zou moeten worden aangepakt. De vraag werd in feite positief beantwoord doordat talrijke sportverenigin gen recreantenafdelingen stichtten, waar men op volkomen vrjwillige basis, maar wel onder deskundige leiding, sport kon beoefe nen. Gezondheidsangst Juist die deskundige leiding is een belangrij ke zaak. Veel mensen, die door de zoge naamde „gezondheidsangst" besloten te gaan trimmen, overdreven de zaken naar de andere kant door meteen maar prestaties te Sinds de stichting in 1968 van de eerste willen leveren. Ze moesten ineens zo nodig flink spierpijn hebben en volledig „kapot" zijn na een uurtje of langer trimmen en be reikten daarmee het tegendeel van wat de bedoeling was. Daarom is goede voorlichting ook voor de recreatiesporters van uitermate groot belang. Daarom is deskundige leiding, ook en juist bij het beoefenen van recrea tiesport, in feite een noodzaak. Sportbeoefe ning kan leuk, gezellig en gezond zijn, maar dan wel als het gebeurt met inzicht. Er staat Intussen bij de NSF een nieuwe bro chure op stapel over „Hoe moet je als niet- getrainde recreatiesporten?" Kader Door de inzet van de verenigingen zal zowel het aantal wedstrijdsporters als het aantal recreatiesporters blijven toenemen, maar dat betekent, dat er steeds meer kader no dig zal zijn. En aan kader is nog altijd een enorm gebrek. Er zal derhalve het nodige moeten worden gedaan aan de opleiding, de vorming van kader. En daarmee komen we terecht bij het probleem, dat in feite overal bij komt kijken: de financiën. De overheid heeft in de loop der Jaren steeds meer geld uitgetrokken ten behoeve van de sportbeoefening, maar er is ook steeds meer geld voor nodig. Daarom zijn de Inkomsten uit de Toto/Lotto een welkome aanvulling. Sinds 1976 is er voor de verde ling van de Toto/Lottogelden een speciale rubriek „Promotie recreatiesport". In 1978 deden vijfentwintig bonden een beroep op dit „potje" en voor 1981 zijn er al meer dan veertig aanvragen binnenl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 21