VRiiE EiiD Er komt steeds meer vrije tijd om een frisse neus te gaan halen vaak met veel kennis, ervaring en culturele belangstelling. Deze onervarenheid schijnt ons nog altijd parten te spelen. „De consument is volwas sen geworden", roepen de touroperators om strijd, „prijsbewust, gesteld op kwaliteit", terwijl in hun eigen gelederen de onvolwas senheid leidt tot het leeglopen van de ene luchtballon na de andere. Er zijn al heel wat slachtoffers gevallen in deze branche, wel eens de handel in illusies genoemd. Zelfs oude rotten in het vak slaan de plank soms lelijk mis als zij hun bedrijfspolitiek moeten afstemmen op het wispelturige gedrag van de vakantieganger. Waaruit zou moeten blijken, dat het verwen de publiek weer oog krijgt voor het reizen als bron van verwondering, creativiteit en een vleugje avontuur? Misschien zijn het wel de van reisbureaus onafhankelijke landgeno ten die deze kunst het best geleerd hebben. Twintig procent van alle buitenlandse vakan ties wordt doorgebracht in het land van zon en wijn. Frankrijk. Daar lokt naar veler gevoel nog de vrijheid, een luchtiger bestaan vol impressies van een ander levenspatroon, landschappen in de provincie, waar de mensen en alles wat zij gebouwd hebben langzaam verweren. Er zijn nog echte reizigers, trouwe leden van de N.R.V., die bladen als de Toeristenkampioen uitpluizen en zelf hun routes uitstippelen. Gissen Het blijft gissen, ook na zoveel jaren van massatoerisme nog, naar de beweegrede nen en ware ervaringen van vakantiegan gers. Het wetenschappelijk onderzoek is nog maar net begonnen, voornamelijk ten dien ste van de commercie. Zo is vastgesteld, dat het bezit van baby's sterk remmend werkt op de vakantieparticipatie. Het kleinste aan deel, twintig procent, komt van gezinnen uit de lagere welstandsklasse, met kinderen jonger dan een jaar. En één derde van vol wassen Nederlanders tot 55 jaar die géén zuigelingen meer te vertroetelen hebben, gaat wel op vakantie. Vooral de beter gesi tueerden uit die groep scoren zeer hoog: 83 procent. Maar wie nu denkt dat die uitsluh tend in dure hotels worden aangetroffen, maakt een vergissing. Kamperen met tent of caravan is zeer in trek bij mensen die best een reis naar de Baha mas kunnen betalen, maar liever een vouw wagen achter hun dure Mercedes hangen. Socio-economische verkenningen moeten leiden tot een „segmentatie", het scheiden van de doelgroepen, die dan door de reisor ganisatoren in hun eigen taal aangesproken kunnen worden. Reisgigant Holland Interna tional, omzet bijna een miljard, marktaan deel meer dan dertig procent, is het verst gevorderd met de nieuwe, rationele benade ring van de vakantieganger. Daar onder scheidt men zelfs al negen „clusters", groe pen met een uiteenlopende belangstelling. Wie te Benidorm in het zand wil bijten moet anders aangesproken worden dan een rec tor die de Mogul-architectuur in India op zijn verlanglijstje heeft. Een gemiddelde zomer vakantie in het buitenland duurt zestien da gen, maar veertig procent blijft langer dan drie weken weg. Op de ranglijst van bezoch- Eer te landen staat Frankrijk dus bovenaan, Lfjj Duitsland volgt met zestien procent, Spanje scoort 15, Oostenrijk 12. we De statistieken vermelden niet hoeveel men sen er deelnemen aan de verre en avontuur lijke reizen naar landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Hun aantal moet nog betrek kelijk gering zijn, hoewel de brochures er zeer verleidelijk uitzien, met hun kudden oli- i fanten. Inca-tempels, de Chinese Muur en koraaleilanden. De afdelingen „Special Traf fic" presenteren het reizen weer als een avontuur. Actie k Een groeiend aantal mensen wil de tijd niet Hg meer in ledigheid doorbrengen, maar vraagt aktie op velerlei terrein. Maar nog altijd een HB kleine veertig procent zoekt de meer een- H voudige vakantiegeneugten in eigen land, H waarbij de voorkeur uitgaat naar zee en n strand. Veluwe en Veluwerand komen op de K| tweede plaats met elf procent. Slechts zeven H8I procent van de mensen die de vakantie in Big Nederland doorbrengt, schakelt een reisbu- H reau in. Het gaat hierbij nog steeds om die vakanties 3J van tenminste vijf dagen en vier nachten. ||j Misschien beantwoorden de vele niet geregi- Pa streerde uitstapjes een gigantisch aantal reisdagen en overnachtingen overigens Kg wel beter aan de verwachtingen, omdat er Fg minder eisen aan gesteld worden. De deel- |s nemers lopen niet het risico van de (Gro- ningse) boer en boerin, bezongen door Mar- Ejfè tine Bijl. Het echtpaar heeft er zich toe laten opjutten, om nu eindelijk ook eens echt op 1|| vakantie te gaan, maar eenmaal in Tirol aan- fft gekomen, denkt het elke dag met diepe |9 treurnis aan de koeien. „Hoe zou 't met gn Rosa zijn?". Het loopt er dan ook slecht af. IjB Arie zoekt vergetelheid in de drank en IH breekt op de gladde stoep van een Stube rjm zijn been, zodat de thuisreis voortijdig aan- gH vaard moet worden. Op het platteland (gebieden met een lage B urbanisatiegraad heet dat in de scripties van B sociologen) wonen de meeste mensen met Efi weerstanden tegen de vakantie. Zij behoren B niet tot de grote massa in de welvaartslan- B den die zich „hun vakantie niet meer laten B afpakken". Onlangs heeft een opiniepeiling B van de World Tourist Organisation uitgewe- g3 zen, dat slechts zes procent van de onder- B vraagden eerst dan hun vakantie wilden „in- BH leveren" indien een drastische bezuiniging B onontkoombaar zou blijken. II h i ^B—tf M >'13 VOOR KWART VAN REIZIGERS IS VAKANTIE „ZWARTGAT VAN NIETS DOEN" Vorig jaar maakte de 63-jarige Jesse Rosdail uit Chicago zijn laatste reis in een begrafenis- auto, na in zijn toch niet al te lange leven 233 landen bezocht en 2,5 miljoen kilometer afge legd te hebben. In het Guiness Book of Records leeft hij voort als een wereldkampioen onder de reizigers. Wie er lust toe ge voelt, kan een poging onderne men zijn record te breken. Er komt steeds meer vrije tijd be schikbaar om een frisse neus te gaan halen in Alaska, of om zich onder de evenaar te koes teren in het tropenzonnetje. Er zit nog rek in de vakantie. Georganiseerd toerisme staat nog maar in kinderschoenen Jaarlijks geven de reisorganisatoren in Ne derland circa veertig miljoen gulden uit aan hun verleidelijke brochures. En dat is nog maar één onderdeel van hun campagnes om de gunsten van de vakantieganger. De reis markt is een industrie geworden. Dromen en verwachtingen van miljoenen landgeno ten leveren een „produkt" op, dat met winst verkocht kan worden. Afgezien van de peperdure reisgidsen met hun overproduktie van vijftien twintig exem plaren op één boeking, besteden deze droomfabriekennog eens 36 miljoen gul den aan reclame in de media, voornamelijk de dagbladen (20,6 miljoen). De markt is dermate belangrijk, dat het Cebu- co (Centraal Bureau voor Courantenpublici teit) een Vakantie-brancherapport heeft sa mengesteld, als aanvulling op de onderzoe kingen van CBS en NIPO. De reeksen getal len, statistieken en grafieken geven echter een zeer onvolledig beeld van de werkelijk heid. Zij lichten maar een tipje van de sluier op. De reisorganisatoren en hun vijfduizend verkoop punten (reisbureaus en banken) verlenen hun diensten aan nog geen achttien procent van onze bevolking. Zes miljoen mensen worden als thuisblijvers geregistreerd, omdat zij niet voldoen aan het begrip „vakantie": tenminste vijf dagen en vier nachten buiten dé eigen wo ning doorbrengen, anders dan bij familie ol kennissen, voor recreatieve doeleinden. En van de 8,3 miljoen Nederlanders die wel aan deze voorwaarde voldoen, gaat maar liefst 72 procent op reis zonder de bemiddeling te vra gen van touroperators. Het georganiseerde toerisme staat dus nog maar In de kinder schoenen en het Is de vraag, of het die ooit zal ontgroeien. De explosie in wintersportva kanties (van 170.000 in 1972 tot 780.000 vorig jaar) geeft misschien een antwoord op deze vraag. Twee-derde van deze sneeuwvakanties wordt doorgebracht zonder enige tussen komst van reisbemiddelaars. Er is een groeiende vraag naar bezigheden in de vakantie, variërend van paardrijden aan het strand tot het volgen van een cursus in koken of vreemde talen. Moesten sigarenmakers nog na de eeuwwis seling tevreden zijn met één vakantiedag per jaar, deskundigen houden nu rekening met een uitloop tot maximaal dertig dagen. Zes weken dus. Thans reeds wijst de kalender nog maar 219 dagen aan, waarop de plicht roept, zestig procent van de jaarcyclus. De resterende veertig procent kan naar eigen goeddunken besteed worden. Maar afgezien van die overvloed aan week einden, snipperdagen, erkende feestdagen, vakanties enzovoorts, biedt het etmaal waarin wél gewerkt wordt, een royale ont snappingsclausule in de verhouding van 2 op 1. Zestien uren dus ongeveer buiten de baas zijn tijd, waarin wél de slaap zijn rechten doet gelden, maar die volop ruimte laten voor ontwikkeling en ontspanning. Welk deel van deze indrukwekkende hoe veelheid vrije tijd wordt gereserveerd voor reizen en trekken? Er is niemand die daar een antwoord op kan geven. In de bouwvak vakantie krijgt men de indruk, dat de geest van de lemming vaardig is geworden over ons volk. Evenals dit knaagdier, dat bezeten zou zijn van een onstuitbare en noodlottige trekdrift, reist men In gesloten formaties naar de kust. zij het niet met de bedoeling om zich van de rotsen in zee te storten. Volgens de laatste becijferingen neemt 61,1 procent van onze bevolking deel aan het op windende vakantiegebeuren. Vakantie heb ben betekent lang niet voor alle landgenoten dat zij ook met vakantie gaan. Er zijn men sen die wel willen maar niet kunnen opgaan, zou de dominee zeggen met een blik op de halfvolle kerk, en anderen die wel kunnen maar niet willen. Evenals deze eerwaarde trachten reisorgani satoren er achter te komen, wat de thuisblij vers bezielt. Vette kluif Jaarlijks brengen de 8,3 miljoen Nederlan ders die wél hun koffer pakken volgens het CBS 10,8 miljoen vakanties op hun naam, 1,31 dus per hoofd van de bevolking. Dit wekt de indruk,-dat de reisbranche een vette kluif krijgt toegeworpen, maar in feite be perkt haar invloed op onze vakantiebeste dingen zich tot rommelen in de marge. Niet alleen de circa zes miljoen thuisblijvers ont trekken zich immers aan hun dienstbetoon. Van alle landgenoten die in binnen- en bui tenland met vakantie gaan, laat slechts 28 procent hun reis geheel of gedeeltelijk orga niseren door deze bemiddelaars. Een zeer kleine minderheid dus. Wie pogingen doet om enigszins wegwijs te worden in deze sec tor van onze vrijetijdsbesteding, moet zich tevreden stellen met een duizelingwekkende hoeveelheid kille getallen. Bezigheden die hun fleur (zouden moeten) ontlenen aan de zeer persoonlijke beleving van die vrijheid, rollen als produktiecijfers uit de computer. Statistieken en grafieken geven echter een vals beeld van de werkelijkheid. Misschien worden juist de leukste reisjes niet geregi streerd. Want wat is vakantie? In deze offi ciële becijferingen wordt alles geweerd dat niet voldoet aan de formule: „een periode van vijf of meer dagen met tenminste vier opeenvolgende overnachtingen, anders dan bij familie of kennissen, buiten de eigen wo ning doorgebracht voor recreatieve doelein den". Deze sleutel wordt door statistici gehanteerd voor al hun berekeningen. Het gevolg is, dat die gezellige weken bij oom Sjoerd en tante Aafke in Friesland zonder pardon worden prijsgegeven aan de vergetelheid. Die vier ontspannende dagen in Parijs tellen ook niet mee. En mocht een reislustig gezin zoveel van die meerdaagse trips naar het buiten land maken dat de buurt er schande van spreekt, dan behoort het voor de statistiek toch nog tot de beklagenswaardige families die nooit aan vakantie toekomen. Het is duidelijk, de officiële gegevens lichten maar een tipje van de sluier op. Waarheen is onze vlucht? Van de reisbranche is al even min andere informatie te verwachten dan het goochelen met cijfers. In berg en dal wedij vert het hoorngeschal met de kreten van touroperators op studiereis die zojuist een natte vinger in de lucht hebben gestoken en vertellen uit welke hoek de wind waait. Veranderingen Zelfs wetenschapsmensen die onze ziele- roerselen trachten te doorgronden, spreken elkaar falikant tegen als zij het vakantiege beuren trachten te doorgronden. Een sterk voorbeeld leveren drs P.C. Huilmand en drs M.J. Kosters, beiden ten tonele gevoerd als adjunct-directeur van het Nederlands We tenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie te Breda. Eerstgenoemde verklaarde volgens Else- vier's Magazine op een congres in Lissabon: „Er zijn drastische veranderingen op til in het Nederlandse vakantiepatroon. De toerist wil geen kuddedier meer zijn, hij zal in toe nemende mate zelf het vervoer gaan regelen en later ook de accomodatie". In hetzelfde jaar 1980 vertelt drs Kosters aan een redacteur van NRC-Handelsblad: „Het wordt steeds moeilijker om zelf op pad te gaan, de welvaartsmens wil blijkbaar steeds meer door anderen „gereisd" wor den. Het zijn de hostesses die uitmaken in welk restaurant men eet, in welke souvenir winkel men koopt en welke tempel gezien moet worden. En het is de toerist van van daag en nog meer die van morgen, die dat graag wil ook". Deze verklaring wekt de indruk dat heel Ne derland zwaan-kleef-aan speelt met de cnar- mante hostesses. Maar zelfs van de mensen die bijna acht miljard gulden besteden aan Veertig procent van de mensen die „officieel" met vakantie gaat, blijft in eigen land. Klassieke trefpunten als de Bedriegertjes verschaffen die thuisblijvers nog evenveel plezier als vroeger. buitenlandse vakanties, drijft meer dan de helft op eigen wieken: zestig procent. De reisindustrie domineert slechts ogen schijnlijk onze vrijetijdsmarkt, omdat een kleine categorie groepsreizigers overmatig veel publiciteit krijgt. Vooral vliegcharters spreken nog altijd tot de verbeelding, hoe wel slechts vijftien procent van de vakantie gangers die naar het buitenland gaat daar gebruik van maakt. Grote belangen Deze eenzijdige belangstelling is verklaar baar. Er staan grote economische belangen op het spel voor reisorganisatoren en over heid. Hoe groot die belangen zijn, is blijk baar ook al moeilijk vast te stellen. Gewaagt de ene deskundige van een wereldmarkt in dollars van 75 miljard, de andere schudt on bekommerd 450 miljard uit zijn mouw en voorspelt, dat reeds in 1995 het toerisme de grootste industrie op onze aardbol zal zijn. Wie zijn de inzet van deze astronomische berekeningen? Misschien ook de 3,5 miljoen Europese gezinnen die nu nog hun caravan achter de auto hangen en er vandoor gaan zonder tussenkomst van de reisbranche. Ne derland spant de kroon met 410.000 exem plaren, een caravandichtheid van één op elf auto's. Er wordt ook frequent in tenten ge woond. Beide categorieën omvatten 38 pro cent van alle vakantiegangers in ons land. Aan cijfers geen gebrek. Zeker 65 procent trekt met de eigen auto over de grens en 83 procent kiest dit voertuig voor de binnen landse vakantie. Touroperators zijn al jaren lang bezig deze vrijbuiters in het gareel te brengen, door hen accomodatie aan te bie den en overnachtingshotels. Er is weinig aan te verdienen, maar wat niet is kan komen. Er doen zich steeds verschuivingen voor. Bracht vroeger zestig procent de vakantie in eigen land door en trok veertig procent over de grenzen, nu zijn de rollen precies omge draaid, met als gevolg een toenemend tekort op onze reisbalans, nu al 5,5 miljard gulden, en jammerklachten van regeringswege. Mis schien heeft men in Den Haag een zucht van verlichting geslaakt toen bleek dat in 1980 het aantal vliegvakanties met 140.000 was afgenomen. Diezelfde achteruitgang (500 vliegtuigen vol!) bezorgt de touroperators grijze haren. De vakantieganger laat zich niet zo gewillig manipuleren als velen wel zouden wensen. Is men op zoek naar het verloren paradijs? Als dat zo is, ontbreekt het vaak aan een gron dige oriëntatie over de ligging van deze hof. Al jarenlang doet het standaardmopje de ronde over een vrouw in de tram, die aan een medereizigster vertelt, de vakantie op Madeira te hebben doorgebracht. „Madeira, waar ligt dat?". „Nou ja", luidt het ant woord, „dat weet ik ook niet, maar het was een eiland en de zon scheen er elke dag". Welzijnswerkers hebben de neiging om in zo'n geval meteen de vinger aan de pols te leggen." Een ernstig geval van vervreemding. luidt hun diagnose dan waarschijnlijk. In het vliegtuig naar Togo hebben wij eens landge noten aangetroffen, die eigenlijk naar Suri name wilden. Toen die reis wegens politieke woelingen niet door kon gaan, hadden zij een bestemming gezocht die dezelfde eisen stelde ten aanzien van injecties tegen tropi sche ziekten. Het aantal prikken in de bo venarm was beslissend voor hun keuze! In welke statistiek wordt daar rekening mee gehouden? Overspannen Maar ook wie ?ich minder ver van huis waagt kan verstrikt raken In een identiteitscrisis. Vluchten kan niet meer, zeggen veel sociolo gen en psychologen. Welzijnsfobieën over schaduwen een periode die de meest zorge loze zou moeten zijn. Werd 1979 niet uitge roepen tot het jaar van de overspannen va kantieganger? Grootmoeder zei het al: „Je neemt jezelf mee". Volgens de bespieders van ons inner lijk is vakantie voor een kwart van de reizi gers een zwart gat van gedwongen niets doen. Velen raken in psychische nood om dat de verwachtingen veel te hoog gespan nen waren. Bestaande (relatie)problemen worden onder het romantische tentdak niet opgelost, maar verhevigen zich vaak tot een crisis. De touroperator heeft daar geen boodschap aan. Hij verkoopt de geachte clientele een vlucht uit de soms zo harde en monotone werkelijkheid van het dagelijks bestaan. Op zijn kleurenfoto's worden alle knellende ban den geslaakt. Zijn passagiers zitten nooit mokkend aan het ontbijt, maar springen haasje over in de branding, jong, mooi en uitbundig. Lang niet alle reisjes beantwoorden aan deze visioenen van dartelheid en genot. Al les moet geleerd worden, ook reizen en ge nieten van de mogelijkheden die het eigen vakantiepatroon biedt. Het zou trouwens een wonder zijn als alles van een leien dakje ging. Ook ons land is overrompeld door een combinatie van twee zegeningen: een nooit gedachte welvaart en méér vrije tijd dan Jac. P. Lissone heeft kun nen dromen toen hij in 1876 zijn eerste reis je naar Londen organiseerde. Zowel reisor ganisatoren als reizigers wisten van toeten noch blazen toen deze wonderboom na de oorlog pijlsnel begon te groeien. Wederopbouw In 1946 werkte men in ons land, in een afge dragen plunje, aan de wederopbouw, dik te vreden met een vakantietoeslag van twee procent. Tien jaar later haalde reispionier Mol van Gennip 28 mensen bij elkaar voor de eerste vlucht naar Mallorca. De vloedgolf van het toerisme, snel aangezwollen na de jaren rond 1965, liet geen tijd tot bezinning op de kunst van het reizen, vroeger voorbe houden aan een kleine, bevoorrechte groep. Reizen naar verre gewesten worden door een betrekkelijk gering aantal landgenoten on dernomen, maar ze brengen wel veel geld in het laatje. Thailand is een van de favoriete bestemmingen. Nederland heeft de grootste caravandichtheid van Europa: een op de elf auto's. Het aan tal caravanvakanties in eigen land bedroeg vorig jaar 1.100000, in het buitenland 850.000. Aan deze „vrijbuiters" is voor de reisorganisatoren geen cent te verdienen. De autobus of toeringcar is sterk in opkomst als vervoermiddel naar het vakantieadres en voor rondritten op de plaats van bestemming.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1981 | | pagina 16