Wijzen uit het Oosten
spelen handig in op
droombeeld van stewardess
Nederlandse stewardess
moet kunnen optreden
STEWARDESS, WAARHEEN IS UW VLUCHT?
Nederlandse stewardessen zijn
doorgaans minder rank, klein,
jeugdig en dociel dan de meisjes
uit het Oosten, wier charmes zo
vaak worden bezongen. „Dat
schijnt veel passagiers juist ge
rust te stellen", zegt men hier.
„Een gastvrouw in de lucht moet
wel aardig zijn om naar te kijken,
maar ook handen aan haar lijf
hebben, je het gevoel geven dat
ze alles onder controle heeft.
Kortom, ze moet kunnen optre
den".
Trudy Acquoy van Transavia
beantwoordt aan deze verwachtin
gen. Zij heeft het soort uitstraling
dat mensen met vliegangst (statis
tisch zeker een kwart van de pas
sagiers) gerust stelt, branieschop
pers een toontje lager doet zingen
en charmeurs zoetjesaan duidelijk
maakt, dat het niets worden kan.
Trudy is een van de tweehonderd
stewardessen die service bieden in
de B 737 machines van Transavia.
Zij is hoofdstewardess. Wat maakt
haar zo geschikt voor dit vak? Niet
alleen die fraaie glimlach, waarmee
fotomodellen laten zien hoe braaf
ze hun tanden poetsen. Ook niet
uitsluitend haar langdurige erva
ring als (hoofd)verpleegster. noch
het feit dat ze met een Fransman
getrouwd is en derhalve (ook) de
Franse taal vloeiend spreekt.
Trudy Acquoy van Transavia. Een (Nederlands) onderzoek
heeft uitgewezen, dat passagiers gesteld zijn op stewardes
sen die rust en kalmte uitstralen, zelfvertrouwen en vriende
lijkheid.
„Het is een combinatie van facto
ren die je een goede stewardess
opleveren, een waardig visitekaar
tje van de maatschappij", zegt
men bij iransavia. „Een markton
derzoek heeft uitgewezen, dat de
passagier gesteld is op stewardes
sen die rust en kalmte uitstralen,
zelfvertrouwen en vriendelijkheid".
De stewardess als minnares, zoals
blijkens een onderzoek door psy
chologen veel mensen haar ook
willen zien, een droombeeld waar
op oosterse vliegmaatschappijen
met veel succes inspelen, is voor
westerse maatschappijen geen
kaart meer waarmee openlijk kan
worden getroefd. Hun stewardes
sen laten zich niet meer ten tonele
voeren als veelbelovende schoon
heidskoninginnen met de ideale
maten. Dus gooit men het daar op
andere eigenschappen.
Trudy Acqouy: „Ervaring is erg be
langrijk. Ik vlieg nu al vijf jaar. Je
ziet met één oogopslag wie van de
130 mensen in zo'n B 737 extra
aandacht nodig zullen hebben.
Kinderen, mensen die bang zijn
voor hun luchtdoop, of niet hele
maal fit zijn, veeleisende passa
giers die hun ervaring demonstre
ren enzovoorts. Het is altijd weer
anders, je moet kunnen reageren
op allerlei mensen en situaties".
Een Transavia-gastvrouw begeleidt
veel vakantiegangers, die soms in
een spontaan applaus losbarsten
na de geslaagde landing. Maar het
kunnen ook hooggeleerden zijn,
die in Wenen een congres gaan
bijwonen, branchegenoten uit de
zakenwereld, met een reisje be
loonde topverkopers, sportvereni
gingen, leden van een groot or
kest. Achthonderdduizend per jaar.
Sierlijk ornament
En altijd is aller oog gericht op de
stewardessen in hun groene, met
kleine T's bespikkelde rok. Zij de
monstreert het gebruik van de
zuurstofmaskers, geeft het bevel
om sigaretten te doven en stoelrie-
men vast te maken, deelt kranten
en vluchtgegevens rond, is ser
veerster en verkoopster van tax
free-artikelen en het Transavia-as-
sortiment uit de „Wolkenwinkel".
Een veeleisende baan. Toch ko
men op één advertentie soms drie
duizend sollicitanten. In veler ogen
is de air-hostess nog altijd een
sierlijk ornament. Lokkende verten,
glamour, de omgang met stoere
captains, stopovers aan niervormi-
ge zwembaden onder de palmen
behoren tot het verwachtingspa
troon.
Trudy Acquoy: „Dat klinkt veel te
romantisch. Soms heb je zo'n stop
in een vreemd land en krijg je de
kans om iets van de wereld te zien.
Maar vaak is 't gewoon heen en
weer vliegen. Dan blijft je gezichts
veld beperkt tot de airport"
Westerse collega's
laten zich niet meer
ten tonele voeren als
veelbelovende
schoonheidskoninginnen
met ideale maten
AMSTERDAM Stewardessen zijn geen
engelen. Zij brengen wel het geduld op
dat aan deze bovenaardse wezens wordt
toegeschreven, maar vliegen kunnen ze
niet. Zelfs het lopen valt hen soms moei
lijk, na een transatlantische vlucht waar
op zij 20 kilometer hebben afgelegd in
de gangpaden. Toch lijkt het er soms op,
dat de stewardess het luchtruim door
kruist als een vederlicht serafijntje met
het hooglied op de lippen. Deze indruk
wordt gewekt door de luchtvaartmaat
schappijen. In menige reclamecampagne
zweeft als het ware een aureool boven
de onberispelijke kapsels of hoedjes van
deze werkneemsters, als waren zij reeds
aan het aardse tranendal ontstegen.
In het verleden hebben de air-hostesses
wel eens fel geprotesteerd tegen de ont
luistering van hun beroep, toen de in een
felle concurrentiestrijd verwikkelde maat
schappijen graag zinspeelden op de fraaie
rondingen van hun gastvrouwen.
De jaren zestig gaven in Amerika onver
huld erotische advertenties te zien, waar
tegen zowel de stewardessen als toen
ook al vrouwenorganisaties in verzet
kwamen. Vóór het massatoerisme losbars
tte, werden veel machines bevolkt door
zich stierlijk vervelende zakenlieden. Ze
werden naar de luchthavens gelokt door
plane-mates van de maand", die hen
vanuit reisbureaus-etalages smachtende
blikken toewierpen en meer beloofden dan
waar de passagiers recht op hadden.
„Coffee, tea or me?"
Uit die jaren stamt de dubbelzinnige uitno
diging „Fly me" en het gevleugelde zinne
tje „Coffee, tea or me?", dat overigens
nog altijd in omloop is. Nieuwelingen als
Air Jamaica deden er nog een schepje bo
venop met verblindend mooie stewardes
sen die op steelbandmuziek bikini's show
den in de gangpaden, terwijl hun passa
giers zich tegoed deden aan gratis rum.
Een eerzaam beroep voor meisjes van
goeden huize was de inzet geworden van
ordinaire wervingscampagnes.
Deze wilde jaren behoren wat de westerse
maatschappijen betreft tot het verleden,
Niemand spreekt meer over de fameuze
„5.000 meter club", waarvan iedereen au
tomatisch lid zou worden die in het bezit
was van een ticket. Deze sprookjes date
ren trouwens nog uit de tijd dat Supercon-
stellations zo slecht bezet waren, dat voor
iedere twee pasagiers een stewardess
meevloog. Dit leidde weieens tot sugge
sties over een meer persoonlijk contact.
Na zoveel jaren echter is de stewardess
gebleven wat zij was, het toch wel attrac
tieve zinnebeeld van alles wat haar maat
schappij te bieden heeft aan „inflight-ser
vice", het dienstbetoon in de cabine. Bij
gebrek aan ander vergelijkingsmateriaal
alle machines lijken op elkaar heb
ben ^e concurrenten elkaar altijd de vol-
maakste gastvrouwen en beste cuisines
betwist.
Visitekaartje
Stewardessen verdienen eigenlijk veel
meer dan zij aan loon ontvangen voor hun
gevarieerde werkzaamheden. Zelfs in het
soberste chartervliegtuig hebben zij een
symbolische functie. De directies presen
teren hen als een sierlijk bedrukt visite
kaartje, met haar beschaafde make-up,
het door een modekoning ontworpen uni
form en geruisloze efficiency.
Toen de KLM in 1935 voor het eerst air-
hostesses nodig had, meldden zich 300
sollicitanten. Hilda Bongertman, Ans Her-
manides, Mia Nieuwenkamp en Nel de
De gevreesde
Singapore-girls,
die Singapore
Airlines het
gezicht geven van
een tedere en
onweerstaanbare
fee uit
dromenland.
„Meisjes van
Singapore, wie
zijn jullie, waar
dromen jullie
van? Nu ik uitrust
in de slumberette
aan boord van
deze exclusieve
Jumbo, serveer je
een glas
champagne. Je
doet dit met een
glimlach die zo
natuurlijk is dat
het bijna
onmogelijk wordt
om niet terug te
glimlachen.
Wanneer zie ik je
weer?".
Stewardessen uit
Europa en
Amerika wijzen
elkaar gnuivend
op de mooiste
passages uit het
Hooglied van Lin
Chin Beng van
SIA, maar hun
hoogste bazen
lezen
knarsentandend
dit soort poëzie.
Vrieze bereidden de weg voor duizenden
stewardessen. Zij werden op Schiphol ge
huisvest boven de personeelskantine. Op
de eerste vluchten fungeerden zij als ge
zelschapsdames, want er was niets te ser
veren. Een Amerikaan op weg naar Ko
penhagen zaaide schrik en ontsteltenis
toen hij een kopje koffie bestelde. Nu heb
ben de Royal class passagiers keus uit
acht soorten koffie. Pas later, toen het
toerisme op gang kwam, begon men de
passagiers met goede zorgen te omringen.
Welgestelden herinnerden zich hun per
soonlijke hutsteward aan boord van trans
atlantische stoomschepen en de overdadi
ge weelde van treinen als de Orient Ex
press, en dus ontstond ook in het lucht
ruim die sfeer van luxe en comfort, waar
zakenlieden al evenzeer de smaak van te
pakken kregen.
Het massatoerisme heeft geleid tot een ze
kere vervlakking. Luchtvaartmaatschap
pijen als TWA serveren nu jaarlijks zestien
miljoen maaltijden. Zij doen soms wanho
pige pogingen om die behaaglijke ambian
ce te handhaven, een sfeer van exclusivi
teit. En stewardessen spelen daarin als
vanouds de hoofdrol.
Wie voelde zich niet lichtelijk ontgoocheld
als hij bij het betreden van een Lufthansa-
machine de kartonnen ontbijtdoos met
broodjes in de hand gedrukt kreeg, terwijl
zelfs in de spotgoedkope Sky Train van
Laker nog tien stewardessen rondlopen,
en bepaald niet met mantelpakjes uit de
vendu. En op vertoon van de maaltijdcou
pon verstrekken ook zij een portie „warm
eten".
De reuzen die het zwerk exploiteren zijn
verwikkeld in een genadeloze strijd om de
gunsten van de passagier. Hun nieuwste
verlokkingen bestaan uit een bijna deca
dente weelde voor topmanagerss en politi
ci en andere mensen met een ruime beurs,
de klasse-passagiers.
Allerlei nieuwe benamingen worden inge
voerd. De stewardess schrijdt als een vor
stin door de „Crown Class" van British
Airways, dat ook al geschermd heeft met
aanduidingen als „Sovereign" en „Mo
narch". Aan de eerste klas passagiers
zeven op de honderd verdient deze
maatschappij één miljoen pond per dag!
Men heeft het ook al eens gepresteerd om
de „Clubservice-afdeling" te vergelijken
met een traditionele Engelse club, zonder
te bedenken dat een stewardess daar vol
gens diezelfde clubtraditie streng geweerd
zou moeten worden. Intussen doen ook
overal slaapstoelen, slumberesttes, slui-
merfauteuils, snoozers of hoe dit meubilair
ook genoemd mag worden, hun intrede.
De vervlakking, het teloorgaan van een ei
gen identiteit, wordt met alle middelen be
streden. Nadat Oosterse maatschappijen
begonnen waren om het bovendek van
een Boeing 747 als een echte slaapzaal in
te richten, hebben tal van navolgers deze
lounge van bedden voorzien. Pasasagiers
kunnen hier echt onder zeil gaan, op com
fortabele slaapbanken, tegen betaling van
zo'n 500 gulden extra.
Veler lang gekoesterde dromen over
beeldschone stewardessen die je lekker
komen instoppen, schenen in vervulling te
gaan. Tandjes poetsen, pyama aan en dan
maar zoet wachten op het nachtkusje. Een
aantal stewardessen heeft al heel wat te
stellen gekregen met deze erotische lucht
kastelen en bedankten voor de eer om ge
confronteerd te worden met mannen in
verregaande staat van ontkleding.
Maar ook dat is al weer bijgelegd, al zijn
er mannen die het nooit leren en hardnek
kig avances blijven maken.
Stewardess, waarheen is uw vlucht? Nieu
we luister omringt haar en de mannelijke
collega's in witte smoking met een
zwart vlinderdasje, de volmaakte ober uit
éen klasserestaurant in de Concorde,
het krachtigste antwoord op de gelijkscha
keling in het luchtruim.
Het klassebewustzijn in de Concorde
wordt niet alleen gestreeld door de fabe
lachtige snelheid van tweemaal het geluid
en derhalve een peperduur ticket, ook de
bediening getuigt van een uitzonderlijke
distinctie. Uit een fqjder: „Het Concor-
desymbool staat op het handgeblazen
glaswerk, het Royal Doulth porselein en
het zilver-pleet bestek. Een typisch menu
aan boord van de Concorde zou kunnen
zijn: kaviaar gevolgd door fazant Souvarof,
verse aspergepunten en geboorde aardap
peltjes, vervolgens Concorde-soufflé,
kaasplank en koffie. Dit alles natuurlijk
vergezeld van een ruime keuze aan aperi-
tiefs, wijnen en likeuren".
Hoe deerniswekkend is het lot dan van de
miljoenen sloebers, die zich in „gewone"
machines en vooral chartervliegtuigen, te
vreden moeten stellen met een opge-
warmnde kliek!
Alle reclamecampagnes hebben dezelfde
teneur, de suggestie dat men iets te bie
den heeft waar de concurrent niet aan kan
tippen, of dat nu meer beenruimte is, de
kalkoen met veenbessensaus op Dankdag
(PanAm), het prachtige servies van Chi
nees porselein en de menukaarten van
Swissair, of het in roosvorm gevouwen
zakdoekje voor de vrouwelijke passagiers
van Martinair.
Verzakelijkt
Luchtvaartmaatschappijen in de verzake
lijkte, westerse regionen van de wereld,
aangesloten bij de IATA, hun internationa
le organisatie, trachten door de mazen van
een door henzelf opgestelde hinderwet te
glippen. Strenge bepalingen schrijven hen
precies voor welke service zij hun passa
giers mogen verlenen. Maar juist kleine
extraatjes bieden nog een mogelijkhheid
om zich te onderscheiden, al was het maar
een minitandenborsteltje op de nacht
vlucht of dat slaapmaskertje.
Er wordt in deze regionen zelfs getwist
over de vraag, of erwtjes en worteltjes nu
tezamen één groente vormen of twee.
Kunnen allerlei bepalingen met enige fan
tasie nog ontdoken worden, wat de wes
terse stewardessen betreft, die laten zich
niet meer ten tonele voeren als veelbelo
vende schoonheidskoninginnen met de
ideale maten.
Onze eigen KLM en veel andere maat
schappijen zijn wat het uiterlijk van de ste
wardessen betreft overigens altijd erg te
rughoudend geweest en legden meer de
nadruk op betrouwbaarheid en vakman
schap. Evenmin kan van veel uniformen en
vooral hoedjes gezegd worden dat zij de
charme van deze vrouwen sterk benadruk
ken. Maar hoe men haar ook presenteert,
in elk vliegtuig voegt zij een vleugje teder
heid en warmte toe aan de kille technolo-
van een drukcabine met zwemvesten
onder de stoelzitting, zuurstofmaskers in
het vakje boven je hoofd en arctische tem
peraturen aan de andere kant van het
raampje.
Minnares
Psychologen hebben vastgesteld, dat de
stewardess op veel mensen overkomt als
de droomgestalte met een meervoudig rol
lenpatroon: onder meer dat van moeder
en van minnares. Dit thema wordt thans,
tot grote schrik van westerse maatschap
pijen, op vernuftige wijze uitgewerkt door
veel oosterse luchtvaartmaatschappijen.
Zij exploiteren de stewardess als een col
lectief symbool van alles wat het myste
rieuze Oosten te bieden heeft aan lieflijk
heid, soepelheid en schoonheid.
„Meisje van Singapore, wie ben jij?". Een
Amsterdamse stewardess zou verbaasd
opkijken als zij in een advertentie aldus
werd toegesproken: „Wie ben je? Waar
droom je van? Nu ik uitrust in de slumbe
rette aan boord van deze exclusieve Jum
bo, breng je me een verfrissingsdoekje en
serveer je een glas champagne. Je doet
dit met een glimlach die zo natuurlijk is
dat het bijna onmogelijk wordt om niet te
rug te glimlachen. Ik weet dat je naar 35
steden in twintig landen vliegt, maar je
blijft een onverklaarbaar mysterie in je sa
rong kebaya. Wie ben jij, meisje van Sin
gapore? Wanneer zie ik je weer?".
Stewardessen uit Europa en Amerika wij
zen elkaar gnuivend op de mooiste passa
ges uit dit Hooglied van Lin Chin Beng, de
president-directeur van Singapore Airli
nes. Maar hun hoogste bazen lezen knar
setandend dit soort poëzie: „Ik zag je. Er
ging warmte van je uit. De warmte van de
zomerkleuren van dat strand bij Sidney.
Wie ben je?".
Wie is zij, de gevreesde Singapore-girl, die
sinds 1972 SIA het gezicht geeft van een
tedere en onweerstaanbare fee uit dro
menland? Een mythe, zeggen de concur
renten, 1.900 mechanisch voortbewogen
popjes die illusies verkopen. Maar zij kun
nen niet ontkennen dat SIA stormender
hand het luchtruim heeft veroverd, dank zij
deze frêle wezentjes en een excellente ser-
.Onder een acaciaboom keek je naar de
dageraad, die vanuit de tropische zee over
Singapore kwam. Wie ben je? Waar
droom je van?". Er valt misschien niet te
veel te dromen voor deze als aan één
broedstoof ontstegen ambassadrices, die
ook zes keer per week passagiers voor de
Jumbo's uit Amsterdam komen ophalen.
„Charmante gastvrouwen, die voor u zor
gen zoals alléén zij dat kunnen". Als er
nieuwe lichtingen nodig zijn melden zich
(in 1979) negenduizend sollicitanten! De
zeer streng geselecteerde uitverkorenen
ondergaan een nog strengere training. In
Singapore is daarvoor een nieuw centrum
in gebruik genomen, dat vier miljoen dollar
heeft gekost.
Er wordt niets aan het toeval overgelaten.
Op de vijfde etage van de Parnassustoren
in Amsterdam staat een levensgrote,
bordkartonnen Singapore-girl, parasolletje
boven het kopje, sandaaltjes aan de voe
ten. De gracieuze hostess in haar saron
kebaya. Vanuit dit k~ toor verbreidt sales
manager A.M.Hens net lieflijke SIA-evan-
gelie in de Beneluxlanden.
Zachte aanpak
De zachte aanpak spreekt ook westerlin
gen aan, zo blijkt uit de jaarlijkse groei van
30 procent. De droomkoninginnetjes trip
pelen dagelijks door 33 SIA-machines.
„Een mythe, dit collectieve gezicht van de
Singapore-girl? Niet helemaal. De meisjes
worden gerecruteerd uit een cultuurpa
troon waar dienstbaarheid en gratie nog
hoog staan aangeschreven: de tact om
met mensen om te gaan is hen aangebo
ren.
Singapore is etnisch gezien een onuitput
telijk multiraciaal reservoir waarin Eura-
ziërs, Chinezen, Maleisiërs, mensen uit In
dia samenwonen. De vriendelijkheid, het
lieflijke, de charme, het geduld en de dis
cipline van de Singapore-girl zijn niet ver
zonnen door een reclamebureau, maar
historisch verklaarbaar".
De westerse maatschappijen hebben hun
handen vol aan de wijzen uit het Oosten.
In de Leidsestraat te Amsterdam, aan het
Singel, vragen luchtreders uit vijf wereld
delen aandacht voor hun luxe kantoren.
De westerse wijzen nadrukkelijk op hun
steeds scherper bijgestelde calculaties,
betrouwbaarheid, efficiency. Zij missen in
hun aanbod die toegevoegde waarde van
de oosterse stewardessen. Een vleugje
mysterie, oosterse bevalligheid, sereniteit.
Japan Air Lines toont in de brochures hoe
ranke, beeldschone stewardessen in
prachtig geborduurde kimono's de eerste
klas gasten in een kamerjas helpen, met
draken op rug en mouwen. Ook JAL vol
staat niet met het serveren van een glas
rijstwijn (arki) en gloeiendhete verfrissings
doekjes. In de gestalte van deze lieftallige
gastvrouwen met de kleine voetjes, werpt
de gheisa reeds haar schaduw vooruit.
LEO L. LEEUWIS