De toekomst van
Kenya
zweeft tussen hoop
en vrees
T
DE PUBERTEITSJAREN
ZIJN AANGEBROKEN
Reputatie
van
politieke
stabiliteit
relaties met zuiderbuur Tanzania zijn al ja
ren lang zeer kil, op het vijandige af. Tan
zania houdt zijn grens gesloten. Voor
Kenya betekent dit het verlies van een ex-
portgebied. De diepste oorzaak van de
slechte verhouding is het politieke systeem
in beide landen. Tanzania hangt het Afri
kaans socialisme aan en Kenya is op kapi
talistische leest geschoeid; materieel gaat
het Kenya een stuk beter dan Tanzania,
dat zich daardoor bedreigd voelt. De be
trekkingen tussen Kenya en westerbuur
Oeganda verslechteren ook. Deze zomer
werd een oproep van Kenya's president
Moi aan Kampala om eindelijk eens orde
uop zaken te stellen door Oeganda bits
beantwoord. Kenya kon beter zijn mond
houden, want het had met dictator Amin
altijd zeer vriendschappelijke betrekkingen
onderhouden, hem zelfs volop gesteund.
Kenya reageerde op zijn beurt gekwetst.
Oeganda is echter voor de Kenyase export
zeer belangrijk. Die export is door de
chaos in Oeganda geheel stil gevallen. Wel
heeft de smokkel van Kenya naar Oegan
da zulke vormen aangenomen dat volgens
ingewijden eenderde deel van het natio
naal inkomen verloren gaat. Bovendien
wordt Noordwest-Kenya (Turkana en
West-Pokot) geteisterd door strooptoch
ten van ex-Amin soldaten, daarbij gehol
pen door plaatselijke bendes. Deze Amin-
soldaten zijn veel beter bewapend en trek
ken zich steeds weer terug opveilig Oe-
gandees grondgebied. Kenya heeft wel
speciale veiligheidseenheden naar dit ge
bied gezonden, maar volgens ooggetuigen
houden ze meer huis onder de eigen be
volking dan dat ze jacht maken op infil
tranten.
De betrekkingen tussen Kenya en ooster
buur Somalië zijn evenmin hartelijk. So
malië betwist Kenya een stuk grondge
bied. Dit grensgebied krijgt regelmatig be
zoek van gewapende Somaliërs, de Shif-
ta's. Door Kenya worden ze bestempeld
als bandieten, maar de plaatselijke bevol
king is Somatisch en weinig genegen met
de Kenyase overheid mee te werken. De
wapenleveranties van Amerika aan Soma
lië in ruil voor militaire faciliteiten hebben
de verhoudingen verder verstoord. Kenya
maakt er geen geheim van Somalië niet te
vertrouwen. Het ziet de wapenleveringen
als voorbode van een strijd om het betwis
te grondgebied.
Het gevaar dat Kenya In Oost-Afrika in
een isolement raakt, wordt dan ook steeds
groter. Politiek, maar vooral economisch,
Is dit voor het land zeer bedenkelijk.
Kenya onderkent het gevaar.
Olie
Olie is voor Kenya praktisch onbetaalbaar
geworden. De energie-voorziening in het
land drijft echter op olie. Waterkrachtener
gie is nauwelijks ontwikkeld. Koffie en thee
zijn de belangrijkste exportprodukten van
Kenya, maar de opbrengsten daarvan zijn
niet meer voldoende om de olierekening te
betalen. In augustus van dit jaar kwam de
penibele situatie aan het licht toen de be
langrijkste olieleverancier Esso zijn toele
vering staakte wegens een schuld van on
geveer 20 miljoen Kenya-shilling. Koorts
achtige onderhandelingen leverden een
voorlopig akkoord op, maar The Nairobi
Times commentarieerde, dat iedereen
mocht raden hoe lang dat akkoord stand
zou houden. Droge benzinepompen waren
er in augustus al en vorige maand was er
sprake van rantsoenering.
De Wereldvoedselorganisatie van de Vere
nigde Naties luidt al het hele jaar door de
alarmklok voor Afrika. De laatste twee sei
zoenen is er ook in Kenya te weinig regen
gevallen. In grote delen van het land
heerst honger. Turkana en West-Pokot
zijn het ergst getroffen. Hoewel de rege
ring het nog ontkent, is er ook honger in
het gehele noordoosten van het land, in
grote delen van het oosten en in de zuide
lijke districten als het Machakos- en Kisu-
midistrict. Een deskundige van een hulpor
ganisatie in Nairobi verklaarde desge
vraagd de toekomst zeer somber in te
zien. Zelfs als de oogst dit najaar mee zou
vallen, dan nog zou de voedselsituatie er
Volgens hem weinig beter op worden. De
overheid heeft verzuimd opslagschuren te
bouwen zodat de hele opbrengst van het
land uitverkocht zal moeten worden. Daar
is in de eerste helft van dit jaar nog eens
een acuut voedseltekort bijgekomen, die
het totale land heeft getroffen. „Een falend
beleid", luidde geruime tijd later het oor
deel in de pers. Volgens ingewijden is de
overheid door deskundigen attent ge
maakt öp het naderend onheil, maar
maatregelen zijn uitgebleven. Wel werd in
augustus döor de regering een lijst gepu
bliceerd van ruim 160 vooraanstaande be
drijven en handelaren die misbruik hebben
gemaakt van het acute voedselgebrek
door te hamsteren en de prijzen enorm op
te drijven.
Het voedseltèkort was zo niet de oorzaak,
dan toch de directe aanleiding voor een ri
goureuze hervorming van de regering.
Hierdoor traden politieke spanningen aan
het licht. Vólgens geruchten hadden poli
tieke tegenstanders van president Moi de
hand gehad in het voedseltekort.
Belangrijk adviseur
Een drietal elementen geven de regerings
wijziging van Moi gewicht. Het ministerie
van Binnenlandse en Constitutionele Za
ken werd het zwaarste departement, het
sleutelministerie. Op dat departement
zwaait nu Charles Njonjo de scepter. Njon-
Mzee Jomo
nyatta, de legenda-
De Mau-Mauleider
zijn land in 1963
de onafhanke-
leid voerde, heeft
19.30 jtya de reputatie te
~iken van politieke
liliteit. En dat in
werelddeel waar
onlusten en op-
iden het normale
jroon lijken te zijn.
iyatta is twee jaar
den overleden. Is
fundament dat hij
gd heeft, sterk
loeg zodat Kenya
reputatie gestand
doen? Het is on-
ijfeld een van de
lecten die minister
der Klaauw tij-
s zijn bezoek vori-
N], 9; week aan dit land
feft onderzocht.
"9' i»e redacteur Jan
jwmans bezocht
angs eveneens
nya en peilde er de
oratie.
ochie: ROBI „Weet u waar ik echt wel eens
,r_): Njjig voor ben? Dat we in Kenya een Bia-
V|aarstkrijgenr. Het is de onheilspellende kijk
iel za, de toekomst die ik in dit Afrikaanse
>j. 19.0 te horen heb gekregen. Niet van een
riyaan overigens, maar van een Euro-
0 uurlan die door diplomatieke kringen in de
ebedJ>fdstad Nairobi een kenner van het land
lartinjdt genoemd. Onder uitdrukkelijk be-
r mejg van anonimiteit wil hij tenslotte wel
>ten, want „als ik sommige dingen ver-
kan ik net zo goed meteen het vlieg-
gpakken".
or Kenya het gevaar van een Biafra sig-
leren, staat haaks op de reputatie van
land. Rond Biafra is immers in het
Bt-koloniale tijdperk een van de bloe-
iste burgeroorlogen op het Afrikaanse
ntinent gevoerd. Een burgeroorlog die
n stammenoorlog was om de macht fn
beria. Kenya daarentegen staat bekend
feen van de meest stabiele jonge Afri-
knse staten. Ook in Kenya leven ver
killende stammen, maar Mzee Jomo
byatta, de legendarische Mau-Maulei-
fr en de eerste president van het in 1963
^afhankelijk geworden land, leek tijdens
jn vijftienjarig bewind geslaagd te zijn in
jn opzet van die verschillende stammen
}n nationale eenheid te smeden. Vol
lende althans om in het land rust en po-
leke stabiliteit te verzekeren. Kenya
ieft zich onder Kenyatta ook vrij onge-
!>ord kunnen ontwikkelen en het land ge
it voor Afrikaanse begrippen een zekere
ïte van welvaart.
I dood van Kenyatta in 1978 was natuur-
i het uur van de waarheid. Want in me-
j andere jonge Afrikaanse staat leidt de
jod van de grote onafhankelijkheidslei-
|r een periode in van crisis en chaos,
ju Kenya hef wel kunnen redden zonder
nyatta? Twee jaar zijn inmiddels ver
teken en onder leiding van Daniël Arap
3i lijkt het allemaal goed te gaan. Schijn
werkelijkheid?
it is nog moeilijk te bepalen. Waarne-
brs diplomatieke en niet-diplomatieke
hechten niet hetzelfde gewicht aan de
jrust waarmee het land dit jaar wel dege-
f te kampen heeft. De spanningen zijn
k (nog?) niet van dien aard dat er regel-
btig onlusten, rellen of stakingen uitbre-
h. Maar de kritiek op de gang van zaken
het land neemt toe. Steeds openlijker,
de politieke en bestuurlijke gelederen
«v Kenya heeft dat al gevolgen gehad.
Ilitieke waarnemers in Nairobi zijn ervan
tertuigd dat de huidige spanningen van
Brbijgaande aard zijn, mits het land erin
lagt zijn gigantische problemen in rede-
ke mate de baas te blijven.
[oblemen
i problemen waarmee Kenya te kampen
»ft, worden het land gedeeltelijk van
lltenaf opgedrongen: de enorme stijging
in de olieprijs en de algehele teruggang
de wereldeconomie. Van externe aard is
k de verslechtering van het politieke kli-
aat in Oost-Afrika, dat Kenya in het on-
nstigste geval in een isolement kan drij-
n. Een van de grootste binnenlandse
oblemen is op dit moment de voedsel-
orziening. In het land heerst op vrij gro-
schaal honger. De kosten van levenson-
rhoud stijgen snel en het prijsbeleid van
I regering is weinig doeltreffend. Van
lur binnenlandse aard zijn ook de politie-
strubbelingen, waarvan voor een niet-
jewijde alleen het topje van de ijsberg is
lar te nemen. Al deze problemen werken
(elkaar in. En daar komen dan nog eens
problemen bij die aan elk ontwlkke-
igsland eigen zijn: gebrekkige infrastruc-
ur, grote werkloosheid, corruptiepraktij-
n, bevolkingsexplosie,
inya staat voor een moeilijke, misschien
(I beslissende periode in zijn ontwikke-
ig. Te meer, omdat het als natie de pu-
irteitsjaren voor de boeg heeft, zoals
in waarnemer het treffend typeerde,
aar juist de vitaliteit, die pubers eigen is,
oef je in Kenya volop. De mensen wek-
n geen moedeloze of uitgebluste indruk.
6 wil om vooruit te komen is sterk. Juist
larom hebben drie weken Kenya mij al-
ans het gevoel gegeven dat het land op
n tweesprong staat: vooruitgang of
lergang. Maar juist in deze kritieke fase
in Kenya het niet stellen zonder vooral
onomische hulp en daarom is handha-
ng van binnenlandse rust en politieke
abiliteit van levensbelang.
olement
geheel Oost-Afrika is het de laatste tijd
&ellg. Ethiopië en Somalië voeren oorlog
et elkaar om de Ogadenwoestijn en in
eganda heerst na de val van dictator Idi
"(in nog altijd chaos. Kenya heeft niet
>et al zijn buren goede betrekkingen. De
I
zaait verdeeldheid in de Kikujustam, maar
zeker ook in het gehele ambtenarenappa
raat waarin de Kikuju's de dienst uitma
ken. Dat geeft reliëf aan het feit dat presi
dent Moi afgelopen zomer de ambtenaren
vakbond heeft ontbonden en verboden.
De bond zou zich te veel met de politiek
bemoeid hebben. Hetzelfde lot onderging
ook de bond van wetenschappelijk perso
neel van de universiteit van Nairobi. De
krachtmeting tussen president Moi en de
ambtenarenbond vond in september zijn
voorlopig hoogtepunt in de hardhandige
ontruiming door de politie van het bonds-
kantoor in Nairobi. Of de zaak daarmee
ten einde is, valt ernstig te betwijfelen.
Bevoorrechting
Tijdens mijn bezoek aan Kenya waren er
meer tekenen van onbehagen vast te stel
len. Het was erg rumoerig in de vakbonds
wereld waar verkiezingen voor de deur
stonden. Er kwam steeds duidelijker een
campagne op gang tegen de aanwezigheid
van de zogeheten „expatriates", de bui
tenlandse deskundigen, die op talrijke
sleutelposities in zowel overheidsdienst als
bedrijfsleven zitten. Die campagne wordt
gevoed door sommige ministers die pu
bliekelijk verkondigden dat de Kenyanise-
ring veel te traag gaat. Andere ministers
daarentegen werpen een dam op tegen
deze campagne.
Een gevaarlijk symptoom van onvrede zijn.
weliswaar nog sporadische, meldingen in
de pers van bevoorrechting van de Aziati
sche minderheid, de Indiërs. Deze minder
heid behoort tot de rijke toplaag en be
heerst de middenstand en de kleine nijver
heid. Evenals destijds in Oeganda loopt
deze rijke minderheid het risico tot zonde
bok te worden gemaakt van een deplora
bele economie.
Hoewel moeilijk op juiste waarde te schat
ten, mogen ook de talrijke schoolstakin
gen van middelbare scholieren dit jèar ge
rekend worden tot uitingen van onvrede.
Het drastische antwoord van regeringswe
ge op deze schoolstakingen is geweest,
dat elke staker voor eeuwig is uitgesloten
van hoger onderwijs.
Het onbehagen heeft zich tenslotte gema
nifesteerd door een plotselinge toename
van de misdadigheid in het land: overval
len en berovingen, vooral in de steden met
zijn talrijke sloppenwijken.
Of het onbehagen beteugeld zal worden of
zal uitgroeien tot openlijk protest en ver
zet, is nog een open vraag. President Moi
heeft op de belangrijke „Leidersconferen
tie" in augustus ronduit gesproken van
obstructie tegen zijn bewind. Hoe sterk
zijn positie is, wordt verschillend beoor
deeld. Sommigen noemen hem besluite
loos, anderen wijten zijn dralen aan het
feit, dat hij altijd eerst moet kijken wie zijn
vrienden en wie zijn vijanden zullen zijn als
hij een bepaalde beslissing neemt.
Goed en slecht
Toch zijn er ook tekenen van hoop te .be
speuren. Ingezonden brievenschrijvers in
de twee grootste Kenyase kranten nemen
geen blad voor de mond. Bijna dagelijks
meldt de pers veroordelingen van over
heidsfunctionarissen. De meest gerucht
makende zaak was deze zomer wel het
ontslag van gemeentesecretaris Getonga
van Nairobi wegens malversaties.
„Wat vind jij van de huidige situatie in je
land?", vroeg ik een jonge student. „Oh",
zei hij glimlachend, „er zijn goede dingen,
er zijn ook heel slechte dingen". Hij was
van huis uit een rijk leven gewend, hij had
de gehele grote vakantie zwervend op het
platteland doorgebracht om de problemen
van de gewone mensen van nabij te leren
kennen. Bij die gefoone, arme mensen was
hij zich thuis gaan voelen.
In Kenya lijken voldoende krachten aan
wezig om het huidige zweven tussen hoop
en vrees de goede richting op te sturen.
Een Biafra in Kenya? Niet bij voorbaat uit
gesloten, maar wellicht wat al te pessimis
tisch.
JAN BOUWMANS
Foto links: Talloze
Kenyanen leven nog"
in een hut. Niet om
dat ze niet beter we
ten. De kloof tussen
arm en rijk groeit en
dat is een bron van
spanning.
Foto rechts: De le
gendarische Mau-
Mauleider en latere
president Mzee Jomo
Kenyatta, aan wie
Kenya zijn onafhan
kelijkheid heeft te
danken en zijn repu
tatie van politieke
stabiliteit.
Foto onder De huidi
ge president van Ke
nia, Daniël Arap Moi.
jo was eerder de procureur-generaal van
Kenya, uit welke functie hij vorig jaar tot
grote verbazing ontslag nam. Korte tijd la
ter zat hij in het parlement. Maar Njonjo
was ook de belangrijkste adviseur van
Jomo Kenyatta en volgens ingewijden was
hef Njonjo die Kenya de laatste vijf jaar
van Kenyatta's presidentschap regeerde.
Njonjo ook heeft ervoor gezorgd dat na de
dood van Kenyatta geen vacuüm ont
stond. Het derde element is dat president
Moi alle ministers- en staatssecretarispos-
ten zo evenwichtig heeft verdeeld over de
stammen, dat hij er volgens diplomatieke
kringen in Nairobi een rekenlineaal bij ge
bruikt lijkt te hebben. Hiermee heeft Moi,
die zelf van een politiek en maatschappe
lijk volstrekt onbelangrijke stam is, het
meest voor de hand liggende conflictpunt
grotendeels geneutraliseerd.
Toch is'hiermee de rust in de regering niet
verzekerd. Njonjo heeft namelijk in zijn
stamgenoot Mwai Kibaki, minister van Fi
nanciën, een aartsrivaal. Beide behoren
tot de toonaangevende Kikujustam. Tus
sen beide is een strijd om de macht gaan
de op leven en dood. „Eén van de twee zal
het zijn politieke kop kosten", meende een
waarnemer stellig.
De machtsstrijd tussen Njonjo en Kibaki