Slager Eike B. Smit zit de houten broek als gegoten TIJDENS VAKANTIES OP„KANSELJACHT" De kansel staat centraal, als straks weer kerstboodschappen voorgelezen en predikaties gehouden worden in bedehuizen van welke signatuur dan ook. Aan deze preekstoelen wijdt slager Eike B. Smit uit Sliedrecht een groot deel van zijn vrije tijd. Hij bezit een indrukwekkende verzameling foto's van dit kerkmeubilair in Europa en daarbuiten. Zijn „kanseljacht" is een eenzaam avontuur. Er bestaat weinig documentatie over deze vaak toch zo fraaie en curieuze gestoelten. Reisgidsen zijn schaars met verwijzingen naar de „cancelli" zoals ze in het latijn genoemd werden, een woord afgeleid van de benaming voor koorbanken. In de middeleeuwen kwam de preekstoel in zwang als opvolger van de ambo's, lezenaars met trappen aan weerskanten. Vaak stonden er twee in één kerk, respectievelijk bestemd voor het lezen van de Evangeliën en van de Brieven der Apostelen. De kansel ontwikkelde zich tot een soort kuip op een voetstuk, voorzien van een trap en met een klankbord er boven. Deze preekstoelen werden opgehangen aan muren of pilaren. Europa bezit een rijke erfenis aan kansels van voor en na de reformatie, vaak met een overweldigende ornamentiek. Nederland en België herbergen exemplaren van onschatbare waarde. SLIEDRECHT Zo lang het evangelie woord vanaf de kansel verkondigd wordt, hebben de predikers onder hun gehoor beenhouwers en spekslagers aangetrof fen, krachtig gebouwde mannen door gaans, die hun varkens aan de haak sloe gen, maar die zelf met beide benen op de grond bleven staan. Zij eisten nimmer het recht voor zich op ook eens de preekstoel te mogen beklimmen. De 63-jarige Eike B. Smit uit Sliedrecht vormt een uitzondering op deze regel. In vergelijking met veel ge- wichtheffers uit zijn branche is hij vrij ten ger en klein van postuur. De snor voegt een vleugje bravour toe aan zijn presenta tie. Maar Eike B. Smit kan er op bogen, dat hij meer kansels heeft beklommen dan welke pastoor of dominee ook in ons va derland. De houten broek zoals een preekstoel in reformatorische kring wel eens ge noemd wordt zit hem als gegoten. Slaakt menige eerwaarde heer de verzuch ting: ,,Dit is de hoogste berg die ik ooit bestegen heb" als hij zijn zoveelste preek moet houden, Eike B. Smit voelt zich on der het klankbord bevrijd van zijn dage lijkse beslommeringen. Hij heeft geen boodshap te verkondigen. Zijn woord is beeld geworden, dank zij een uitzonderlijke liefhebberij: het verzamelen van foto's waarop kansels zijn afgebeeld, bij voorkeur eigen werk in zwart/wit of kleur. Boven zijn slagerij dank zij een gelukkig toeval vanouds gevestigd in de Kerkstraat beheert hij een prachtige verzameling in nu al vijftien banden. Dit Europese kerkmeubilair toont aan, dat zelfs de strengste puritein onder de „Be dienaren des Goddelijken Woords" zich niet tevreden stelde met een zeepkist. Al hoewel na de beeldenstorm veel pracht en praal uit de kerken is verdwenen, werd het spreekgestoelte in volle glorie gehand haafd en kreeg een centrumpositie als in strument voor de bediening van het Woord. Aanschouwelijk onderwijs Mocht de predikant in welsprekendheid te kort schieten, dan gaf dit platform de schare aanschouwelijk onderwijs in de rijkdom van het evangelie. Een overdadig beeldverhaal overwoekert menig kansel van de voet tot het topje van het pyrami- devormige houtsnijwerk boven het klank bord. Elke reformatorische soberheid bleef vreemd aan pronkstukken als die in de Grote Kerk te Dordrecht, rond 1756 uit één blok marmer gehouwen en voorzien van tien schitterend gepolijste treden. Houtsnijders deden hun best om de Al machtige zoveel mogelijk eer te bewijzen en zijn dienaren een indrukwekkende en tourage te verschaffen. Het meesterwerk van Albertus Vincken- brinck in de Nieuwe Kerk te Amsterdam is. er een voorbeeld van. En Adam Straes toont zich diens evenknie met een schitte rende preekstoel in de St.-Michaëliskerk te Zwolle. Voor de uit één eik gesneden De beeldhou wer Boudouin Lalou vervaar digde rond 1670 deze kansel, te zien in de St.-Vin- centiuskerk te Zinnik. kansel te Bolsward zou een Amerikaanse bewonderaar eens drie miljoen gulden ge boden hebben. Het zijn maar enkele exempelen van een cultuurbezit, dat aan veler aandacht ont snapt. Het dreunen en jubelen van kerkor gels brengt veel landgenoten in verruk king, maar een preekstoel zonder pastoor of dominee zien zij nauwelijks staan. Een verschijnsel, dat Eike B. Smit danig van zijn stuk brengt. Kanseljacht Zijn reeds kort na de oorlog begonnen „kanseljacht" meestal ondernomen tij dens de gezinsvakantie ergens in Euro pa leverde verrassende ontdekkingen op. Het beeldverhaal in afleveringen omvat kansels, gebouwd van doodsbeenderen, van gietijzer en het hout van vissersboten, van zandsteen en het kostbaarste marmer of van hout uit de tropische wouden. In het Beierse dorp Irsee geeft de predi kant 's zondags het psalmvers op vanach ter een ra. Zijn preekstoel is de boeg van een galjoen, dat onder Don Juan van Oos tenrijk heeft deelgenomen aan de slag bij Lepanto (1571) waar een halt werd toege roepen aan de verovering van Europa door de Turken. De scheepsboeg, com pleet met tuigage, verenigt op vrijpostige wijze heils- en wapenfeiten. Onbemande kansels spreken hun eigen taal. De slager bezit in zijn verzameling zelfs een levend paard, de „kansel" waarop een geestelijke, omringd door Engelse jagers, zijn preekje .houdt en zegen vraagt over de drijfjacht. Visvangst en zeevaart illustreren menige predikatie. „Niet zo verwonderlijk", vindt de heer Smit, „want de eerste kansel was een vissersboot, waarop Jezus zijn leerredenen hield voor de schare aan de oe vers". In Leonard on Sea trok men daaruit een merkwaardige consequentie: als hout voor de kansel gebruikte men de planken van een jaren oude vissersboot uit Israël en joodse tim merlieden het werkstuk op hun naam. Authentieker kan het niet. Bek van een walvis „Maar over vissers gesproken, deze foto is mij toegezonden uit Bad Reinesz. Daar staat de dominee elke zondag te preken in de bek van een walvis. Kijk maar eens naar die tanden". En inderdaad, als Jonas, op het punt verzwolgen te worden door de muil van die grote vis, staat de eerwaarde tussen twee machtige, houten kaken zijn toehoorders op te roepen tot bekering. Aan symboliek geen gebrek. „De zee en alles wat zij geeft, met al wat zich beweegt en leeft" (Psalmvers) spoelt binnen in de kerk van Traunkirchen, Oostenrijk. De kansel bestaat uit een net, dat bijna scheurt van de rijkdom aan vissen, om ringd door zielsvergenoegde discipelen. In dit gezelschap valt de predikant nauwelijks op. Veel beeldhouwers wilden zoveel over hoop halen, dat zij het functionele aspect van een spreekgestoelte wel eens uit het oog verloren. Intussen bladert de slager driftig in band XII op zoek naar andere, wonderbaarlijke curiositeiten zoals de preekstoel van Bed ford in Massachusetts, uitsluitend te be klimmen met behulp van een touwladder. Niemand minder dan Orson Welles slin gert op deze foto zijn boetepredikaties het Links: Deel van de be roemde preek stoel in de Martinikerk van Bolsward, uit één eik ge sneden. kerkje in, als Father Mapple in de film Moby Dick. Hij staat, zo te zien, in de voorsteven van een houten boot. Deze- kansel is voorzien van een ferme boeg spriet en schijnt reeds menige storm door staan te hebben. Warner Bros is zo aardig geweest de slager op diens verzoek de filmfoto toe te zenden. Met de taaie vol harding van een echte verzamelaar weet Eike B. Smit iedereen voor zijn karretje te spannen. Correspondentie met zowel de aartsbisschop van Canterbury als de bur gemeester van Wenen (met die zeldzame, stenen kansel in de St.-Stephansdom) le verde de gewenste foto's op. En als hij de domineesvrouw Liselotte Mencke in Duitsland maar tijdig wat post zegels stuurt voor héér verzameling, kan hij spoedig weer een kanseltje tegemoet zien voor de zijne. Zo werkt dat. Zelfs heeft hij, in alle eerbied gesproken, een rechtstreekse correspondentie gevoerd met Christus, de man namelijk die deze hoofdrol vertolkt in de Passiespelen van Oberammergau. Bonus In de Sliedrechtse slagerswinkel ontkomen klanten noch vertegenwoordigers aan de dwingende kanselboodschap om uit te zien naar afbeeldingen, die nog ontbreken in de collectie van ruim 2000 exemplaren. Laatstgenoemde categorie slijt de spece- In de film Moby Dick beklom Orson Welles deze preekstoel om als Father Mapple brachten de 9emeente van Bedford in Massachusetts te vermanen. rijen, kunstdarmen en poedersoepen met deze foto's als bonus. „Ik kan me voorstellen", zegt de keursla ger, „hoe Spurgeon zich gevoeld heeft. Die kwam tot bekering in een armzalig kerkje, waar een ambachtsman/ouderling de kansel had bestegen en al na een kwartier geen kans meer zag de dominee op passende wijze te vervangen. Het was voldoende om Spurgeon op de knieën te krijgen. Die eenvoudige preek stoel is later zijn eigendom geworden. Hij schonk hem aan een weeshuis en bleef het kanseltje zien als een instrument in Gods hand, ook toen hij in de Londense Taber- nakelkerk elke zondag 6000 mensen on der zijn gehoor kreeg". Zo gaat een kansel leven, zij het op een wat minder ingrijpende wijze, ook voor de slager uit Sliedrecht. „Het is een eenzaam avontuur, hoor, in zo'n kerk waar je vaak alleen bezig bent. Je staat dan onder zo'n klankbord om de belichting te regelen, het is doodstil, schemerig vaak en er zijn dan wel geen mensen om je heen maar wel al lerlei gestalten van hout of steen, waar je tegenaan loopt. Ik schrik me vaak een on geluk". Puur natuur „De meeste mensen hebben er geen flauw idee van, welke vormen zo'n kansel aan kan nemen. Een hele beeldengalerij soms, zoals in Waspik, met Jezus en de Samari- taanse vrouw bij de bron, levensgroot, al les van hout, ook put, rad en touw en net zo echt of ze je ook een glaasje water wil len aanbieden. Ik ben al heel wat engelen in de armen gelopen, erg aardse soms hoor, te mooi om waar te zijn. In Workum is 't puur natuur. Daar wordt de preekstoel vastgehouden door twee vrouwen met erg weelderige vormen, vooral in de boezem partij. Niks aan de hand". „In Alphen aan de Rijn hebben ze van 1624 toen de preekstoel klaar kwam tot 1860 ge tolereerd dat er bijna wulpse vrouwen om heen fladderden. Toen werd dat plotse ling aanstootgevend geacht en de kerk voogdij haalde er een timmerman bij om die naaktheid aan het oog te onttrekken". „Ach, je ziet zoveel. Zo'n kansel is eigen lijk een soort kuip, vaak gedragen door beelden. In Idstein hebben ze Simson er onder gezet, heel toe passelijk, maar in de Jeruzalemkerk van Brugge een vrouwen figuur, die bijna door de knieën gaat, zeker een engel. En steeds kom je ook de vier evangelisten tegen. Je ziet reusachtige bomen, zoals in de Sint- Rombouts te Mechelen, met grotten, paar den, vogels in de takken, ongelofelijk, net of zo'n boom daar vanzelf gegroeid is. Al lemaal versieringsdrift". Kansels, kansels. Een preekstoel in de vorm van een wereldbol, de koele ronding van Italiaans marmer, dat een juwelendoos vormt, waarin de priester zijn schatten voor het grijpen heeft. Buitenkansels om verzamelde menigten toe te spreken vindt men op de piazza's in Italië of locaties, waar melaatsen naar de preek kwamen luisteren. In Leiden is een kleine spreekdoos opge hangen aan de muur van het Pesthuis en Benschop beroemt zich op een kansel, die men aan de vrijgevigheid van Napoleon te danken heeft. Op een andere foto deelt een Engelse jeugdpredikant het spreekge stoelte met zijn sprekende pop. „Diensten voor kinderen", verduidelijkt het onder schrift bij deze buikspreker in dienst van Gods Koninkrijk. Anekdotes De documentatie van slager Smit beperkt zich tot de stoet van beelden en door gaans summiere gegevens over bouwjaar enzovoort van de kansel. Wat hem ont breekt aan feitenmateriaal wordt vergoed door anekdotes. Gruwzame soms, zoals het verhaal over een dominee in Water landkerkje, die op zijn kansel werd omge bracht door een plunderende bende. Het preekstoeltje in de Christelijk Gerefor meerde Kerk te Epe was te klein voor een professor uit Apeldoorn, die er wel eens als voorganger fungeerde. Het smalle deurtje weigerde hem de toegang tot de kuip. Hij placht zich daarom op te hijsen aan de balustrade en met een sierlijke sprong de hindernis te nemen. Eeuwen van legendevorming en sterke verhalen hebben hun sporen nagelaten. Beroemde kanselredenaars en hun ge woonten „op stoel" leven voort, tijdpredi- katies, dansende waterglazen, opgeschrikt door de vuist van een boetepredikant. „Vroeger had je nog de echte sprekers", aldus de verzamelaar, „zo'n klankbord hing niet voor niets boven de stoel. Het leidde tot galmvorming en droeg het ge luid tot achter in de kerk. Lang niet alle priesters hadden voldoende stemvolume voor de grotere kerken. Ze moesten daar om eerst een flinke donderpreek houden bij wijze van proef. Kan hij de kerk aan?, was de vraag. Tegenwoordig hoor je ze tot op de achterste bank fluisteren, dank zij de geluidsinstallatie (dat vergeten ze trou wens wel eens) maar het mooie is er ei genlijk af. Moderne kansels hebben geen klankbord meer; voor mij zijn het gewoon kale preekbunkers. Het is gedaan met de préekstoelcultuur. Als ik goed ben inge licht moet ergens een mooi oud kanseltje als telefooncel in een hotel staan. Er is veel moois verloren gegaan". De speurtochten worden niettemin voort gezet, met behulp van de camera en mo derne accessoires. Alle stijlperioden zijn in de albums vertegenwoordigd, alles wat voorhanden is aan allegorische, zinnebeel dige en religieuze voorstellingen en alle vormen de zeshoekige komt het meest voor van de sacrale kuip. Eike B. Smits tweede leven leidt hem niet alleen naar pronkstukken als die van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en andere superkansels van voor en na de reforma tie. Vaak wordt hij gesignaleerd in dorpen, waar een groot doorzettingvermogen no dig is om zijn doel te bereiken. „Waarom zitten in Nederland toch zoveel kerken op slot? Je moet altijd op zoek naar de koster en die man is dan net weer zijn aardappe len aan het rooien of zoiets, een heel ge doe. Ze vinden je maar een rare snijboon als je een preekstoel wilt fotograferen" Niettemin ervaart hij Europa nog als een kanselparadijs, vergeleken met bijvoor beeld Amerika. „Daar is er maar één met historische waarde, in Albany, en die heb ben ze dan nog gekregen in ruil voor bere- vellen". LEO J. LEEUWIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 20