ert Rigtering erlaat SJJO in )egstgeest J loubrugse oudheidkundige vereniging Otto Cornelis vanHemessen" ii versterkt en actief aan de slag Gevarieerd quatre mains spel Avant-garde en humor in concert vanLesko p^D/REGIO it ONGE CL UB GAA T PUBLICEREN,EXPOSEREN, ÏÏERVIEWEN EN ARCHIEFWERK DOEN ;>f u LEIDSE COURANT DONDERDAG 18 DECEMBER 1980 PAGINA 5 I Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgenkussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Vdi je anderhalf jaar oud adi nt, heb je over het ;emeen nog niet zo veel te brengen. Maar voor n „peuter" gaat deze regel Iet ker niet op. In de zomer ft a»n vorig jaar bundelde een ric ntal Woubrugse en tert logmadese idheidlievende krachten ih en richtte de weldheidkundige vereniging acht )tto Cornelis van vai «messen" op. Een nogal eze gewone naam voor een ollefcib die je een Kamer wetl u kunnen noemen aar de reeds lang eo istrscheiden naamgever O. ïn van Hemessen, in het n d|ven dorpsveldwachter te woifoubrugge. kwam van legheden huize en inspireerde Idem zoekers naar het dorpse t h< rieden krachtig. Aan Van verfmessen, die een langrijke stoot gaf tot de idheidkundige (langstelling, wil men zich Woubrugge blijven itrekken. Daarover straks >g wat meer. Allereerst il de jonge vereniging )tto Cornelis van emessen" meer aan de eg gaan timmeren, meer ikendheid geven aan de Delstelling en propaganda aken. Zo menen de loubrugse en Hoogmadese nateur-oudheidkundigen, Bt er best nog heel wat ■den bij kunnen. Praatjes W tien, maar niet ten irechte. gen tW( )aarom gaan we er nu ig tegenaan om leden te en", zegt Herman J. C. ïan, sinds begin iber voorzitter van de niging als opvolger van :k de Boer, die mede- ichter was maar wegens *ek naar Koudekerk nog prille functie moest irleggen. „We hebben e"n £n fijne vereniging, maar lie ongeveer 25 leden, dat is •vo^atuurlijk veel te weinig", ng ld us Bosman. „We streven f beslist niet naar, de ■aou mai ^grootste vereniging in onze 'gemeente te worden, maar vijftig tot honderd leden moet toch mogelijk zijn in een gemeente met bijna vijfduizend inwoners. Daar gaan we nu de komende maanden zoveel mogelijk aan doen. Zo zullen er huis aan huis folders worden verspreid om de mensen van Woubrugge en Hoogmade, verenigd in één gemeente, attent te maken op het bestaan van onze oudheidkundige vereniging". Herman Bosman heeft niet zomaar interesse voor de plaatselijke geschiedschrijving, ook de historie op groter schaal heeft zijn liefde. Kan ook niet anders eigenlijk, want deze Woubruggenaar is geschiedenis-docent aan een Amsterdamse school. Daar is geschiedenis zijn beroep, thuis koestert hij het Woubrugse verleden als zijn hobby. „Toen ik tot voorzitter werd gekozen werd het bestuur meteen versterkt met een vijfde lid. Dat was Mendelmoet Faber, die geschiedenis studeert en de geschiedenis van Woubrugge ook een warm hart toedraagt". Een stevige, bijna professionele basis dus voor een boeiende liefhebberij. Inmiddels is het nog korte bestaan van de vereniging van geschiedvorsers niet zonder vruchten gebleven. Zo was er korteling een door haar uitgebrachte publicatie over de Hoogmadese Molen. Het boekje werd gratis en voor niets uitgereikt aan de aanwezigen op de eerste jaarvergadering. Overigens was deze publikatie een „boontje uit eigen tuin", want bestuurslid Jan Keijzer heeft zowaar in zijn boerderij aan de Leidse Slootweg een volledig geoutilleerde drukkerij In het museale centrum van Woubrugge gaat oudheidkundige vereniging „Otto Cornelis van Hemessen" komend voorjaar haar grote voorbeeld en naamgever met een tentoonstelling herdenken. ingericht en daar kwam het boekje ook van de persen. Een man die werkelijk goud waard is voor het gezelschap. De oudheidkundige vereniging zal in de toekomst nog wel vaker een beroep op Jan Keijzers drukkerij doen, zo verwacht men. Over niet al te lange tijd verschijnt namelijk een tweede verhandeling die de befaamde 18e eeuwse predikant Alexander Comrie tot onderwerp heeft. Dominee Comrie oefende zijn ambt jarenlang in Woubrugge uit en nog steeds worden zijn, wellicht nog niet achterhaalde, theologische uiteenzettingen herdrukt vanwege de vraag „Otto Cornelis van Hemessen" mag ook gebruik gaan maken van het Woubrugse dorpsmuseum, boven de brandweergarage aan de Dokter Lothlaan. Wethouder Haasbroek, die als beheerder de sleutel van het museum op zak heeft, was er meteen voor te vinden om volgend voorjaar gastvrijheid te verlenen aan de vereniging die er dan een tentoonstelling wil inrichten rond de grote veldwachter Van Hemessen, die buiten dienstverband een groot historicus en minnaar van de dorpsgeschiedenis is geweest. Uiteraard zal één en ander gepaard gaan met het uitgeven van een publikatie over de veldwachter, naar wie in Woubrugge een museum, een kade en ook een vereniging is vernoemd. Als Van Hemessen, de man met de martiale snor die heel wat inwoners nog vrij levendig voor de geest staat en straks met een expositie postuum gehuldigd wordt, dat allemaal eens had kunnen weten. De vereniging, die pas komt kijken maar toch al blijkt geeft van een krachtige dadendrang, heeft nog meer noten op haar kwieke zang. Voorzitter Bosman vertelt daarover: „We lopen ook al een tijd rond met het idee van een geluidsarchief. In Woubrugge en Hoogmade zouden we graag oudere bewoners willen interviewen om ze eens te laten vertellen over hun vroegere werk, over hoe het verenigingsleven er destijds uitzag en nog meer van die bijna uit het oog verloren zaken. Bejaarden hebben vaak veel te vertellen. We denken bijvoorbeeld aan mensen die jaren terug bij de brandweer waren, mannen die eens op een scheepswwerf hebben gewerkt. Met dergelijke bejaarden zouden wij graag eens willen praten". En er zit nog meer in het dynamische vat voor „Otto Cornelis van Hemessen". Als het een beetje meezit, wil men ook met een bescheiden groepje leden aan „gericht archiefonderzoek" gaan doen. Herman Bosman: „Heel interessant zou kunnen zijn, een onderzoek te verrichten naar Woubrugge in de Franse tijd, begin vorige eeuw; of we zouden kunnen speuren naar rechtspraak en misdaad (in Woubrugge) in de zeventiende eeuw. In verschillende archieven is daarover materiaal genoeg te vinden". In elk geval kunnen de plaatselijke liefhebbers op het historische vlak voorlopig een eind vooruit. En wie weet groeit de club van 25 nog eens uit haar jasje. '/tylGEEST De welzijnswerken* Bert ing gaat de Stichting Jeugd- en Jonge- rk Oegstgeest verlaten. Bijna negen rieden werd hij aangetrokken als erkleider voor het gereformeerd-her- Ie jeugdwerk. Hij kwam van Utrecht "fcgstgeest als opvolger van Wika de De organisatie waarvoor hij kwam 3 ging nog duidelijk uit van confes- leen het clubwerk had een open ka- Toch was de taak die Rigtering toe- t was in opzet anders dan die van organgster. bestond er in Oegstgeest al een commis- vertegenwoordigers uit drie kerken met :1 het streven naar een combinatie van igdwerk. Bert Rigtering deed veel coördi- 1 werk en in 1973, de statuten waren op- startte de Stichting Jeugd- en Jonge- "®j|rk Oegstgeest. In feite een interkerkelij- JJchting waarin vertegenwoordigd waren Dntjereformeerd-hervormd jeugwerk en de ^Öieke jeugd- en jongerencommissie. Thans oneert de stichting geheel zelfstandig en formeel geen binding meer met de ker- Digtering ziet de stichting „op brede ba- s „algemeen" en dat laatste wil zeggen inclusief de kerken. |n de SJJO werden de afgelopen jaren litiatieven geboren en uitgewerkt Oor- lelijk was men gehuisvest in het gemeen- "um aan de Lijtweg maar later werd Ta- waarin de Gereformeerd-Hervormde [raad gehuisvest was als SJJO-gebouw in 'ik genomen. Er waren in het begin 22 lubs, later nam dit aantal af omdat er be de clubs jeugdcursussen gestart werden zoals fotografie enzovoort. Toch bereikt men thans nog nét zoveel kinderen als zes a zeven iaar geleden. Bert Rigtering blikt met tevreden heid terug op het bereikte resultaat doch con stateert dat er in Oegstgeest nog een „witte vlek" dient te worden ingevuld, namelijk het sociaal-cultureel werk voor volwassenen. Tus sen de SJJO en de Stichting Welzijn Ouderen Oegstgeest (SWOO) gaapt een leegte. Overigens ziet Rigtering een aparte stichting voor sociaal- cultureel werk voor volwassenen niet zitten omdat de middelen er niet zijn. SJJO en SWOO doen er wel iets aan om de „witte vlek" op te vullen. Van de jongerensociëteit „Trefpunt" is bekend dat zij zich beijverd heeft voor het ont staan van een bewoners vereniging „De Lift" in het Aart van Nescomplex. Voorts heeft de SJJO kontakten met de dames van de VOS. Bert Rigtering heeft zich bij de SJJO gemani festeerd als een „motor". Ook op het gebied van het kampwerk en de kindervakantieweek was hij aktief. Hij legde vele relaties met andere in stellingen zoals K. en. O. Het aantal vrijwillige medewerkers groeide van 80 naar ruim 150. Bert maakte onder meer deel uit van de com missie welzijnsplanning van de gemeente, was voorzitter van het Overleg Vrijwilligers Orga nisatie (OVO) en maakte deel uit van de be heerscommissie van het centrum „Het Drie luik" waarin de SJJO, K en O en de Streekmu- ziekschool zijn gevestigd. Bijna negen drukke, aktieve en vruchtbare ja ren heeft Bert Rigtering achter de rug. Rigte ring gaat naar Venlo waar hij projektleider in een buurtcentrum wordt. Morgen is er een af scheidsreceptie in Taberna van half zeven tot acht uur. Bert Rigtering: „Motor" achter Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Oegstgeest. LEIDEN Het halfjaar lijkse optreden van Lesko betekent één van de weinige pogingen in Leiden om het publiek te confronteren met moderne muziek. Een etiket waaronder zowel muziek van een voor velen revolu tionaire esthetiek kan val len als werken van deze eeuw die weinig gespeeld worden. Beide soorten mu ziek waren vertegenwoor digd in het programma dat gisteren onder leiding van Yigal Zimmerman werd uit gevoerd in een verrassend goed bezet LAK-theater. Het echte avant-garde-element was vertegenwoordigd met werken van Berio en de Griek Logothetis. Berio's Cinque Va- riazioni, geschreven in een vergevorderde seriële tech niek, betekenden door zijn complexe ritmen en dynamiek en door zijn grote intervallen, een zware technische opgave, die door Frank Nijhoff met een voor een amateur verbluf fende vaardigheid ten gehore werd gebracht. Een grote pre cisie en uitstekende op- en af bouw in spanning zorgden voor een klankintensiteit die de muziek ongekend boeiend deed klinken, ondanks de handicap van een niet al te best instrument. Het tweede avant-garde-werk, de grafisch genoteerde Odys- seia van Logothetis, werd uit gevoerd door drie groepen in strumenten die hun zwerf tocht in klank naar eigen vin ding hadden mogen invullen. De glissando's, tonale citaten, lichaamsbewgingen e.d. vorm den een komische noot die om in te studeren een enorme op- .gave moet zijn geweest Meer vertrouwd klonk Iberts saxofoonconcertje, met een virtuoos een zeer muzikaal blazende Rob Hauser als solist. Het klankbeeld werd soms vertroebeld door de soms iel en onzeker klinkende strijkers - nog steeds de zwakke zijde van Lesko - maar juist ver sterkt door de vast klinkende blazers. Het was de verdienste van Yigal Zimmerman om met rustige maar vaste hand deze verschillen tot een harmonieus geheel samen te voegen en de grote lijnen heel muzikaal te laten klinken. Wederom vast en met leven digheid voerden de blazers Hindemiths septet uit dat ik door zijn spannende en humo ristische harmonische struc tuur een goede keuze uit zijn werk vond. Het parodistische karakter in de zes stukken van Ives inspireerden tot een zelfde levendigheid. Evenals in Ibert slaagde Zimmerman erin, ondanks de heterogene orkestratie, het orkest in een ordelijk en zinnig verband te laten klinken, waarmee veel succes geoogst werd. Het uitvoeringspeil bezat on miskenbaar kwaliteit en de or ganisatie, met een informatief programmaboekje en relevan te uitleg bij de stukken, droeg een verzorgd karakter. DIRK VOOREN PvdA Woubrugge wil actiever beleid in energiebesparing •EN De pianisten. Ambachtsheer en de Vries, speelden gis- in de Kapelzaal een leerde serie quatre- waarbij voor de pau- indacht besteed werd le Weense grootheden en Schubert, en na taze een aantal stukken ie Franse School aan bod kwam. Al na enkele maten uit het „Tema con variazioni" van Mozart rees het angstige ver moeden dat het duo weliswaar technisch aardig op elkaar ir- gespeeld was, maar dat, muzi kaal gezien, ieder er een eigen stijl op na hield, hetgeen het geheel verstoorde. Ambachts heer trachtte de verkrampt- heid, die haar vooral in het be gin parten speelde, te maske ren door te harde en gescan deerde aanslagen, terwijl De Vries daarentegen haast timi de afstak, zij het genuanceer der. Ook in de daaropvolgende „Fuga in g-mineur' van de zelfde componist en in „Fanta sie in f-mineur" van Schubert werd enerzijds te drammerig, anderzijds te aarzelend ge speeld. Gelukkig bleek na de pauze dat goed samenspel wel dege lijk tot de mogelijkheden be hoorde. Blijkbaar kon men zich in de Franse, veelal im- Eressionistisch getinte werken eter vinden, en hoewel men, met name in het technisch pit tige „Jeux d'enfants" van Bi- zet, weieens een steekje liet vallen, werd dit ruimschoots gecompenseerd door een genu anceerde sfeertekening. Ook de „Cinq pièces enfanti- nes" van Ravel en de „Trois morceaux en forme de poire" van Satie werden invoelend vertolkt, zij het, dat ook dit keer, mijns inziens, te veel staccato werd gespeeld. Met „Souvenirs de Munich" van Chabrier kon het duo zich ge heel uitleven in fortissimi en gepaard aan een perfekte ti ming maakten ze hiervan .dan ook een waardig sluitstuk. Flora Stiemer WOUBRUGGE De leden van de Woubrugse afdeling van de Partij van de Arbeid zullen binnenkort een be roep doen op het gemeente bestuur om te bewerkstelli gen dat het Energiebedrijf investeringen in de particu liere sfeer zal financieren. Een en ander om de energie besparing te bevorderen. Dit probleem kwam gistera vond aan de orde tijdens de jaarvergadering van de afde ling. Aanvankelijk stond een spreekbeurt van de kandidate voor de Tweede Kamer, Fran- coise Hermans, op het pro gramma. Zij zou spreken over vrouwenemancipatie, maar moest vanwege een longont steking verstek laten gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 5