UANHUSUIT Twee vrienden brengen de oude glorie van het maatpak terug Kijkje in de keuken van rond de eeuwwisseling er Binnenland Studie naar verpakking van zuivelprodukten Probleemloze mode OM DE Rust Het is nu wel duidelijk dat de rustperiode voor tuin en tuinier is begonnen. Sommige voorjaarsbloeiers zoals Laburnum (Gouden regen) beginnen al weer aan hun knopvorming en daaruit putten we dan maar weer hoop voor het komende voorjaar. Want 1 onvermijdelijk weer eens aanbreken. Met een dag waarop de laatste 'restjes sneeuw aan de schaduwzijden van de slo ten krampachtig hun best doen te blijven liggen on- idanks het zwoele briesje \uit het zuiden. Tot het zover is gaan we ons in deze rubriek een leetje meer op het groene gebeuren binnenshuis richten. En plannen ma ken voor die zachte lente. Want hoe lang een ama teur-tuinier ook al met zijn tuin bezig is, elk jaar moet er toch weer wat veranderen. Bij het maken van plan nen kan een nieuw boek van planten-duizendpoot Rob Herwig een uitsteken de hulp zijn. „350 Tuin planten en hun toepassin gen" is de titel maar er worden een kleine 1000 planten in behandeld. Op het totaal van beschik bare soorten is dat nog maar een kleinigheid. Dat totaal wordt geschat op zo'n 10.000, maar veel daarvan is niet geschikt om in de tuin te gebrui ken. Voor de tuin stellen we nu eenmaal bepaalde eisen aan bijvoorbeeld de decoratieve waarde, win terhardheid, vermogen om in felle zon of in eeuwige schaduw toch te gedijen. En door al die voorwaar den vallen dan heel wat soorten af. Wat overblijft is echter ruim voldoende om toch een groot aantal verschillende tuinen te vullen. Niet iedereen maakt ech ter gebruik van de moge- "\kheden die de huidige Vat de afscheiding tussen tuinen bestaat uit obligate tuja's terwijl er tal van an dere en mooiere manieren zijn om tuinen van elkaar gescheiden te houden. Toegegeven een ouderwet se rozenhaag vraagt veel meer onderhoudswerk dan een stijf rijtje coniferen maar welke tuinman of - vrouw ziet op tegen het snoeien van deze edele plantesoort? Zo'n haag geeft bovendien een vracht aan bloemen voor in de vaas want niet elke knop hoeft natuurlijk aan de struik tot volle wasdom te komen. En er zijn ro- zensoorten die tot diep in het najaar hun bottels als vrolijke rode of oranje lampionnetjes blijven dra gen en daarmee een deco ratieve bijdrage leveren aan de bronzen kleuren van de najaarstuin. Bij het maken van plan nen voor vernieuwing van de tuin is het goed te be denken dat gezonde plan ten vaak sneller groeien dan we van tevoren ver onderstellen. Veel tuinen lijden dan ook aan het eu vel dat ze al te snel dicht groeien. Dat gaat ten koste van de zwakkere broeders onder de plantesoorten die door de sterkere overwoe kerd worden en van al het zonlicht afgesloten. Hardvochtig de snoei- schaar hanteren is dan de enige manier om de zwak kere te steunen. Ook dat is al een heel ander gezicht; de tuin met overleg en met behulp van schop en snoeischaar aanpakken. Veel planten kunnen na melijk gebaat zijn bij fors terugdringen van het aan tal loten. Andere voelen zich prima als hun wortel- pakket door de schep ri goureus in verschillende delen wordt gesplitst, die dan los van elkaar weer in de grond worden gezet. Dat gaat niet alleen op voor sierplanten maar ook voor soorten waarvan we een nuttige opbrengst ver wachten. Heem bijvoorbeeld de ra- barberplant; die doet het in veel gevallen veel beter wanneer zijn wortelen eens in de vier, vijf jaar aan een bovengrondse overwintering worden blootgesteld. Wat u ook met uw tuin voor hebt; wéét dat het plannen maken vaak min stens net zo leuk is als het uitvoeren van er van. MODERN EIGENTIJDS, MAAR VAN OUDERWETSE KLASSE Sinds een maand opereert in Amsterdam de firma Langen- meijer met de verkoop van een produkt waarvoor de ei genaars zelf een markt aan het creëren zijn: de oude glo rie van het maatpak. Een kle- dingklasse die voorgoed ver loren leek, waarbij „centime ter", aftekenkrijt en een forse schaar worden gehanteerd volgens een formule uit de oude doos. Verenigd in een Beneluxgilde worden aan de Herengracht 270 in Amsterdam door mees terkleermakers onder het motto „een maatkostuum voor de prijs van een confectiepak" uitstekende herenpakken ver kocht, modern eigentijds maar van ouderwetse klasse. In die korte spanne tijds heeft men al 120 klanten, van wie 35 procent al heeft gekocht; de rest bestaat uit lopende af spraken. „Maar 99 procent van die afspraken mondt uit in een bestelling", zegt de heer J. L. Lewicki (31), die sa men met de heer P. van Sta- pele (33) de zaak op poten heeft gezet. Het zakeninstinct zat er bij beide vrienden ze kennen elkaar van de middelbare schoolbanken al vroeg in. Na het eindexamen kregen ze een schitterende inval: gezel lig samen een „Service Bu reau" oprichten voor buiten landse zakenlieden. Jean Le wicki, goed in het pak hoe kan het anders? lacht vol uit. „We wilden de mensen van Schiphol tot Schiphol be geleiden. Ze hoefden zelf niets te doen. Wij zetten alle dineetjes voor hen in elkaar, huurden een kantoor en een hostess voor rondleiding. Al les was al klaar. De relaties hadden we in portefeuille, tot autoverhuurbedrijven toe. Onze winst voor de verleende diensten zou 25 procent be dragen, maar helaas, het liep op niets uit. De klanten ble ven weg!" Het tweetal verloor elkaar uit het oog, tot ze elkaar op een feest bij een goed glas weer ontmoetten. Er werd gekletst over oude tijden. Paul van Stapele was eigenaar-direc teur geworden van de EBS (European Business Services) een onderneming die zorgde voor een stuk uniformiteit in presentaties (Mc Donald's, Ja- min, Hema). Vanuit een cen traal punt kan gebruik wor den gemaakt van kennis over verkoop, organisatie, marke ting enzovoort. Jean Lewicky had een carriè re opgebouwd bij Levi Strauss, waar hij als commer cieel directeur verkoopkan toor België aan de top zat. Geen wonder dat het weer onmiddellijk klikte tussen de oude vrienden, die de koppen opnieuw samen staken. „Ik houd van verandering", zegt Lewicky. „Paul en ik zijn creatief. Als we ergens iets in zien dan stappen we daarin". Ze zagen iets in de oude glo rieuze kleermakerij, een project dat binnen de EBS kon functioneren. Jean Le wicky, die al jaren het terrein van de mode had verkend, werd adjunct-directeur van de EBS. „Het was wèer iets nieuws en zoals ik al zei: ik hou niet van consolideren, dan is het leven te saai". Van start ging de firma Langen- meijer, welke naam werd in- Kiezen en keuren in de showroom. „We zijn in de eer ste plaats gastheer". geschreven in het Merkenbu reau. „We wilden dat de be naming van onze zaak inter nationaal was uit te spreken. Bovendien had die naam een vertrouwde klank; er waren in het verleden ooit eens kleermakers Langenmeijer geweest die het oude ambacht in hetzelfde pand aan de He rengracht uitvoerden. De op zet nu is hypermodern. Wij zijn in de eerste plaats gast heer", vertelt Lewicky. „We stellen de klant in onze show room op zijn gemak. Hij krijgt stalen te zien van de beste stoffen, waaruit hij onder een drankje en een hapje kan kie zen. Voor zeshonderdnegentig gulden kan de klant al slagen, maar de kosten hangen na tuurlijk af van de stofkeuze. Door de grootschalige organi satie kan de prijs echter rede lijk blijven". Bovendien be schikt men over rechtstreeks contact met de stoffenleve- ranciers in Engeland en Duitsland, waardoor een rui me keuzemogelijkheid voor handen is. De klanten zijn doorgaans academici, jonge managers en industriëlen. „Er gebeuren soms grappige dingen", ver telt de heer Lewicky. „Een van de eerste dagen dat we bezig waren, komt er een rus tige heer van een jaar of vijf endertig binnen die vraagt om een paars pak. Hij had onze advertentie gelezen, we konden naar ieders smaak le veren en hij had nu eens zin in een kleurtje. Maar wel graag knallend paars. Lichte lijk achterdochtig dat het om een grap ging begin ik in de collectie te snuffelen, omdat we alles op monster hebben. En waarachtig, er zat een fel paars monster tussen. „Goed", zei de klant, „en nou wil ik een gele ruit met rood". Ik weer zoeken en de gele ruit kwam tot grote tevredenheid van de cliënt. Hij zocht vier zulke pakken uit en betaalde contant. Toen de kostuums werden thuisbezorgd, bleek in de huiskamer een enorm paars bankstel te staan. En het was nog niet eens lelijk ook. Zo is er elke dag iets nieuws te beleven en daarvan houdt de ondernemende Jean. Erg duur willen hij en zijn com pagnon echter niet zijn. In de topklasse kost een aangeme ten, grotendeels met de hand gemaakt, van een etiquet met voorletters in de voering voorzien maatpak 1250,-. Een zuiver zijden jasje van 600,- tot 700,-. Onderdeel voor onderdeel wordt aan de hand van het patroon gesneden en daarna geregen. De hand is hier bij het volmaakste instrument. De ene mens is de andere niet. Perfect maatwerk ver eist mathematische precisie. Voor de huisvrouw werd de echte industriële revolutie pas een feit toen het decoratieve geëmailleerde keukenfornuis met zijn verchroomd onder stel op poten en zijn gietijze ren platen met ringen voor op de kookgaten, langzamerhand ging evolueren tot het gas- elektrisch en nu zelfs elektro nisch fornuis. Daarmee ging een stuk romantiek verloren, dat voor de liefhebbers nu is samengebracht in het schitte rend van plaatwerk voorziene boek, „Keukengerei rond 1900". De schrijfster Brigitte Ten Kate- von Eicken (eige nares van „Brigittes Bouti que" aan de Amstel in Am sterdam) heeft zich twintig jaar bezig gehouden met het verzamelen van die zalige oude dingen uit tijden die voorbij gingen. Oudéren zullen zich uit erfe nissen van moeders en tantes nog vele zaken herinneren, die in hun prille jeugd nog tot de keukeninventaris behoor den. Het Haller petroleumstel bijvoorbeeld voor de pan met stoofperen, want die moesten uren sudderen en waarop sudderen die beter en lekker der dan op zo'n ouderwets stel? Het zorgde voor een spe ciaal luchtje in de keuken. Bouillon stond uren en uren te trekken en ging daarna soms de hooikist in, ook zo'n oud beestje uit nostalgische tijden. Tegenwoordig hebben we geen geduld meer. We stoppen het vlees in de elek tronische oven en na enkele minuten is het botergaar. In 1867 werd in Parijs op de Wereldtentoonstelling de „Cuisine automatique de 1900" getoond, waarbij ieder een omver viel van de snuf jes. Men maakte in die tijd heus wel vernuftige machi nes. Op de expositie voor kook- en huishoudzaken in Frankfurt (1909) werd de eer ste zelfkoker of stoompan ge presenteerd, die ook kon wor den gebruikt voor het maken van roomijs, destijds een deli catesse uitsluitend voorbehou den voor verjaardagen of feesten. In feite was deze zelf koker de voorloper van de huidige superpannen, die door een druk op de knop een hele maaltijd klaarmaken. Ook onze voorouders zochten voor keukenhulpjes ijverig naar nieuwe wegen, zij het met minder middelen dan waarover de industrie nu be schikt. Bepaalde voorwerpen uit de keukeninventaris van toen (artistiek in beeld ge bracht door fotograaf J. Mis- dom), zouden als garnering van elke moderne keuken een juweeltje maken. Een deegradertje, een zandloper, een augurkenschaaf, gietijze ren braadsleden, een koperen waterketel om van te smul len, puddingvormen, reuzel pannen, geëmailleerde casse roles met deksels, ze duiken allemaal weer op uit een ver leden dat nog niet zo heel ver achter ons ligt. Sommige fo to's in het boek zijn ware stil levens van keukenbenodigd heden die bij elkaar horen, bijvoorbeeld voor het „hoofd stuk vlees". Destijds maakte men zelf gehakt door vlees met de hand door een gietijze ren molen te draaien die aan de keukentafel werd vastge schroefd. Men had destijds ook trancheerplanken uit één stuk hout met een tinnen stolp erop. Aldus diende men de rollade op, die steeds weer onder de stolp kon worden te ruggelegd als men er genoeg schijven van had afgesneden. Op die manier werd het vlees niet koud. Een réchaud oude stijl dus. Voorts waren er trancheercouverts met heften van hertshoorn; scherpe mes sen bij de vleet, waaruit men kan afleiden dat vlees een. grote plaats bij de maaltijden innam. Zoveel gerei kwam er aan te pas. Ook voor het eten van vis was men goed toegerust. Vroeger werd de vis in Ne derland aan de deur verkocht. De manden waarin ze aan de huisdeur werden aangeboden of die van de kokkin werden nog gevlochten. Ze lijken op manden voor ons stokbrood, maar dan breder en hoger en voorzien van twee gevlochten handvatten. Men ziet ze nog op schilde rijen uit de 16e en 17e eeuw. De marktkoopman had na tuurlijk een weegschaal bij de hand, maar iedere degelijke keukenprinses woog de waar thuis na, waarvoor een geë mailleerde weegschaal werd gebruikt. Schotels waarop men de vis serveerde waren soms gigan tisch groot (middellijn 75 cm). Rond van vorm hadden ze een uitgespaard gatenpatroon in een bijbehorend los, plat middenstuk, waarop de vis in de serveerschotel nog kon „uitlekken". Bij kostbare ser viezen met zo'n 24 stuks bor den voor verschillende ge rechten ziet men deze schalen soms nog op antiekbeurzen te koop. Vis-in-geleivormen hadden vaak de heuse vorm van een vis en waren ge maakt van vertind dun plaat staal, dat met de hand gedre ven was. Vispaté, gelatines en zalmsalades vormden vaak het middelpunt van een fees telijk koud buffet. Het boek is in een zeer onder houdende ik-vorm geschre ven, haalt leuke verre jeugd herinneringen op en geeft een precies beeld van de huishou ding uit de tijd van de blik ken broodtrommel met sloten en rijk gekrulde scharnie ren. Vaak stond er een stichtelijke tekst op de trom mel, zoals: „Geef ons he den. De ronde broodtrom mels kwamen meestal uit Duitsland omdat het brood daar vaak in ronde vorm ge bakken wordt. Peper-en-zout- stelletjes, vormen voor koek jes en pasteitjtfs, die in vet ge bakken werden in een soort lepels met een lange steel om de vingers niet te branden, vormen een hoofdstuk op zich. Een prachtig kijkboek voor volwassenen en allen die graag wat van het leven van hun voorouders willen weten en misschien leren. Te koop in alle boekhandels en bij Metz en Co, Amster dam. Uitgever Helmond, Hel mond; voor België A. W. Bru- na en Zn, Aartselaar. Prijs 99,-; tot en met 31 december 75.-. LEIDSE COURANT VRIJDAG 12 DECEMBER 1980 PAGINA 11 DOOR TINY FRANCIS Het Productschap voor Zuivel zal tezamen met het ministe rie van volksgezondheid en milieu een onderzoek instel len naar de verpakking van zuivelprodukten. De studie, die zes maanden zal duren, zal er op gericht zijn zuivel produkten zo te verpakken dat het verpakkingsmateriaal er bij verwerking tot afval weer uit te halen is. Dit in het kader van het streven van minister Ginjaar de afvalstro men te beperken. Op dit mo ment zit 35 procent van de zuivelprodukten in een ver pakking die opnieuw te ge bruiken is (de fles) en 65 pro cent in weggooiverpakkingen waarvan 80 procent karton is. Per jaar komt 45.000 ton melkverpakking als afval vrij. Dit is 1,3 procent van al het huishoudelijke afval Tijdens de studie zal het pro- duktschap het bedrijfsleven proberen over te halen deze verhouding te handhaven. Tegelijk zal bekeken worden of een nieuw soort fles, be staande uit polycarbonaat, in gevoerd kan worden zoals dit nu al het geval is bij verpak king van frisdranken. De con sument moet de fles dan wel gaan zien als meermalige ver pakking en niet meer, zoals blijkt met frisdranken, als weeggooifles. Problemen bij het gebruik van meermalige verpakkingen zijn onder meer: veranderende leefge woonten waarop ordersamen stelling, transport en distribu tie afgestemd zijn en het kos tenaspect. Tien jaar geleden was het voordeel van de fles ten opzichte van karton vier cent. Nu is dit geen cent meer. Bovendien zijn in ons land veel meer zuivelprodukten op de markt, zoals yoghurt in li ters, pap en vla en verschilt de distributie (verhouding be zorging, grootwinkelbedrijf, buurtwinkel en melkhandel). Vooral het probleem van de meermalige verpakkingen hangt op het aandeel van de melkhandel in de distributie. Overigens lijkt er langzamer hand een status quo op de markt te zijn ontstaan. Tien jaar geleden werd 70 procent van de zuivelprodukten nog in glas verpakt en 30 procent in karton en andere zaken. Jeans worden niet zo gauw uit het zadel geworpen als de jongens in de rodeo, ze zijn sta- en „honk'Vast. Je kunt er de leukste combinaties mee maken, omdat er een toevloed aan ideeën komt uit de wintersportmode. Mustang heeft zijn inspiratie echter uit het Wilde Westen gehaald, waar van de foto's getuigen. Gewatteerd ski-jack voor winderige dagen (hon derd procent nylon). Staat prima bij corduroy jeans, waar in een flanel len ruitjes- bloes is ge stopt. Broek in Western laarzen. Dat is het hele maal voor jonge men sen op reis, thuis, of „waar ook ter wereld". Zo van het witte doek gestapt, geïnspireerd op de James Dean-mythe, die opnieuw is losge brand. Drie delig jean- spak, het jasje ge voerd met teddy. En natuurlijk Western laarzen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 11