Neanderthaler heeft op Nederlandse bodem gewoond Onopgelost mysterie van de 40.000 prehistorische inscripties AMATEUR-ARCHEOLOOG WERNER FELDER DAAGT WETENSCHAP MET SUCCES UIT: LEIDSE NEEMT HOOGLERAAR HANDSCHOEN OP MARTIN-VóSUBIE Een kilometer of ten noorden van Nice is men wel ver het industriële toerisme van de Cöte \zur, maar de bezienswaardigheden zijn Het minder in omvang en belangrijkheid I. taan de onvolprezen, maar steeds rlicf er op een betonnen muur lijkende kust. i ia3n het plaatsje St. Martin-Vèsubie trekt itecin naar het Oosten. Niet per auto, niet ""Ifiets, maar uitsluitend te voet er is bn andere mogelijkheid gaat men i de „Vallèe des Merveilles" (het dal wonderen) binnen, dat wellicht nog ér het dal van de mysteries kan worden 5rp \oemd. Mysteries van naar schatting 0 n iig eeuwen oud. rpa rijp i wie het dal wil bezichtigen wordt uit- ene \idingsvermogen en een aanzienlijke r I die volharding vereist. Men komt name- D alleen in deVaiióe des Merveilles" op het manier waarop onze voorvaderen dat wal ton: lange, vermoeiende voettochten, Ie arbij men geen wegen ziet (er zijn alleen apo paden), slechts hier en daar een ver- tillen behuizing of de ruïne van een scha- 1 ir nstai, geen telefoonlijnen, geen hoog- \nningsmasten, geen motorvoertuigen, taf< w tv-antennes. Alleen rotsen en ge tinte, wilde planten, insecten en vogels _j hier en daar een slang. Het primitieve aar voert op een hoogte van gemiddeld au- bond meter tussen bergtoppen van din 100 tot meer dan 2.800 meter naar het bloemen, grote vlinders, geheimzinnige donkere meren met ijskoud water en rots formaties waaraan de schrale wind ge heimzinnige en soms angstaanjagende ge- lulden ontlokt. Soms kan men een adelaar in de glasblauwe hemel zien cirkelen. Hoever nog? Het oneffen pad is steil, maar ook voor mensen zonder alpinistenervaring begaan baar. Het gebeurt echter zeiden dat men andere trekkers tegenkomt. Wanneer dat wel gebeurt, staat men even stil en wisselt zo ervaringen uit. Waar geen asfaltwegen en auto's zijn, hervinden de menselijke be trekkingen hun eertijdse waarden en nage noeg vergeten warmte. Men stelt aan de „afdalers" de traditionele vraag: „Hoe ver nog?" „Oh. twee, drie uren. Misschien vier". Alleen voor degenen die bereid zijn tot aan de knieën door bergbeken te wa den kan de tocht met drie kwartier worden verkort; in het andere gevat moet men een omweg maken tot bij een plek waar ste nen in de riviertjes een droge overtocht mogelijk maken. En het water is soms zó koud, dat men er graag de omweg van drie kwartier tot een uur voor over heeft om de ijzige kou te ontsnappen. Na ongeveer vijf uur trekken, staat de wandelaar plotseling bij een meer met een adembenemende waterval, groene weiden, besneeuwde bergtoppen. Zijn grootste verbazing heeft echter betrekking op de daarbij liggende alpenhut. Voor degenen die de afstand heen en terug niet in één dag kunnen (of willen) afleggen, bevinden zich in die hut zo'n honderd slaapplaatsen. Verder is er een ruime eetzaal. Vanuit de alpenhut is het nog maar een goed uur lo pen naar het Lac des Merveilles, het meer der wonderen. Hier staat men dan op de drempel van het dai der wonderen, het dal LA VALLEE DES MERVEILLES IN ZUID FRANKRIJK der mysteries. Even voorbij het meer be ginnen in de rotsen de duizenden, tiendui zenden graffiti, inscripties, tekeningen. De rotsen zijn er als het ware mee bedekt: primitieve, geheimzinnige figuren en teke ningen en strepen en cirkels en kruisen. Zonder artistieke waarde, volkomen on vergelijkbaar met de vermaarde grot-teke ningen en schilderingen van Zuid-Frank rijk, Spanje en Noord-Afrika, maar ten minste even geheimzinnig. De prachtige wandschilderingen in de grotten stellen al lerlei taferelen uit het dagelijks bestaan van de prehistorische bewoners van da streken voor; grotendeels Jachttaferelen. In La Vallóe des Merveilles is geen mens, geen dier, geen boom, geen ding afge beeld, maar het aanbrengen van de in scripties moet voor de prehistorische be woners van het dal een soort heilige roe ping geweest zijn. Moedeloze archeologen Maar door wie en wanneer er aan die schilderingen Is gewerkt, weet niemand met zekerheid te zeggen. Mogelijk is men er generaties lang mee bezig geweest. Men kan slechts gissen. De archeologen heffen moedeloos de handen omhoog. Eén van hen, de Italiaan Carlo Conti, is de eni ge die zich aan een wetenschappelijke stu die van La Vallóe des Merveilles gewaagd heeft. En dan is „wetenschappelijke stu die" nog erg veel gezegd: Conti ging ten slotte niet verder dan het opmaken van een soort inventarislijst van ruim 40.000 tekeningen, inscripties, graffiti. Dat was vijftig Jaar geleden, hoewel het dal al In de 17e eeuw min of meer bij toeval was ont dekt. Het duurde echter meer dan twee eeuwen voordat de archeologie zich (in de persoon van Conti) voor het fenomeen ging Interesseren. Behalve het opmaken van de lijst van de meer dan 40.000 teke ningen stelde Conti de theorie op, dat de incrlpties waarschijnlijk 5.000 jaar geleden gemaakt zijn en vermoedelijk religieuze betekenis hebben. Méér niet. Conti was van oordeel dat de schrijvers van de Inscripties en makers van de primi tieve tekeningen veetelers waren: de enige tekeningen die iets duidelijks voorstellen of uitbeelden zijn koppen van hoornvee. De horens zijn lang en de lengte zou de vruchtbaarheid van het betrokken dier symboliseren. In zeer primitieve lijnen, die mogelijk een menselijke gedaante met een stok moeten voorstellen, meende Conti oloegers te zien. Dit zou erop wijzen dat de oerbevolking behalve uit veetelers ook uit landbouwers bestond. Sommige teke ningen beelden min of meer duidelijke wa pens af: knotsen en bijlen. De duizenden figuren (rechthoeken, cirkels, vierkanten, ovalen) met dwarsstrepen daarbinnen, zouden volgens de Italiaanse oudheidkun dige „archieven" kunnen zijn waarin de verdèling van weidegronden of landbouw- velden geregistreerd waren. Zoals zo vaak wanneer het mysterieuze Inscripties be treft, heeft men ook de veronderstelling geopperd dat sommige figuren astronomi sche waarnemingen weergaven of zelfs berekeningen, maar hoegenaamd nieta staaft deze theorlën. Lichtvaardig En als men dan enkele honderden, mis schien duizend van de mysterieuze witte lijnen en cirkels en „tekeningen" gezien heeft, krijgt men de overtuiging dat „het allemaal hetzelfde is" en dat de tiendui zenden andere die men nog niet gezien heeft, niets nieuws kunnen opleveren, vooral omdat men weet dat de archeolo gen er ook niet uitgekomen zijn. Niettemin gaat men naar de drie symbolen zoeken, die de meeste bekendheid hebben verwor ven. Maar niets, hoegenaamd niets, komt de bezoekers te hulp om deze in de massa van andere Inscripties te vinden. Men heeft nu eenmaal La Vallée des Merveilles ongeschonden willen laten. Er staat geen bord, geen pijl, er is zelfs geen souvenir- kraam, er Is geen ansichtkaart te krijgen. Soms vindt de hardnekkige een, twee of alle drie vermaarde tekeningen. De eerste heet „De tovenaar", de tweede „Het op perhoofd", de derde „Christus". De na men zijn nogal lichtvaardig gegeven en zij zijn van elke artistieke trek gespeend; de meest onbegaafde amateur-kunstenaar maakt, vergeleken daarmee, geniale kunstwerken.... En de onzalige inspiratie om in een van deze tekeningen een Chris tusgelaat te zien, kan alleen maar verwar rend werken: de tekeningen zijn minstens 3.000 Jaar voor Christus gemaakt. En dat Is dan eigenlijk alles. Niemand weet wie de meer dan 40.000 tekeningen en op schriften gemaakt heeft. Niemand weet waarom. Niemand weet wat ze betekenen. Men kan hoogstens gissen. Zoals Conti deed, die erkende dat zijn interpretatie niet op wetenschappelijke feiten geba seerd was. De gissingen zijn uiteraard le gio en de ene nog wilder en fantastischer dan de andere. Sommigen menen dat de prehistorische bewoners van het dal aan het nageslacht een boodschap hebben willen achterlaten, waarbij men alleen maar betreuren kan dat zij er geen ge bruiksaanwijzing bijgevoegd hebben. En dan zijn er natuurlijk de overmijdelijken, die beweren dat het wel eens sporen van bezoekers uit het heelal, die eertijds de aarde bezocht hebben, zouden kunnen zijn. Adembenemend Het mysterie van La Vallóe des Merveilles zal misschien nimmer opgelost worden. En wellicht bestaat daarin de voornaamste aantrekkingskracht van het dal. Daarin en In zijn adembenemende ongeschonden heid. Niet meer dan vijfduizend personen per jaar (en dit Is een ruwe schatting) ge troosten zich de moeite er naar te komen kijken. Een moeite, die inderdaad zeer „de moeite waard" 1$. Al was het maar om één of enkele dagen de minder positieve kan ten van onze moderne samenleving te ont lopen en In zekere zin naar een duister en geheimzinnig oerverleden terug te keren. JAN DRUMMEN zal professor P. Modderman van de rijksuniversiteit te Leiden in de Sint Maastricht gaan graven, op zoek naar bewoningssporen van de Neander- dat, evenals een Belgische collega verderop (op Belgisch gebied) zal doen, van de amateur-archeoloog Werner Felder (50) uit Vijlen. Felder, die de lei van een werkgroep voor prehistorisch onderzoek, fyeeft in het zojuist (onder „lie van Adriaan Buter) verschenen boek ,,'t Mergelland op en af" de stelling neerd, dat de beroemdste vertegenwoordiger van de prehistorische mens, de Nean- laler, op Nederlandse bodem moet hebben gewoond, voordat zo'n 40.000 jaar geleden tporen uit de geschiedenis van de mensheid werden uitgewist. de Neanderthalbeschaving Is erg veel and geworden, sinds het eerste exem- r van deze vroege homo sapiens in grot bij Düsseldorf, in het Neander- werd gevonden. Dat was in 1856. Het rtje de Düssel stroomde er net als nu r het dal, dat genoemd is naar de ze- jende eeuwse geleerde en natuurlief- )er Joachim Neander (eigenlijk Neu- n, maar men gebruikte toen graag het ge latijn). Tegenwoordige moet je ite doen om er nog spelonken te vin maar honderd jaar geleden waren er rse mergelgroeven in bedrijf. In augus- 1856 ontdekten blokbrekers er de in- b van een grot. De nieuwsgierig gewor- eigenaar vond daar de allereerste be- sn voor het bestaan van een mensen- dat sindsdien door de wetenschap als nderthaler wordt erkend, ook al heeft kenning heel wat'voeten in de aarde ld. Idels weten we dat de Neanderthaler minder primitief was dan men destijd ide. We weten dat hij een dodencul- had. We kennen zelfs zijn bloedgroep! iten dat hij ook in Nederland is ge it, maar over zijn rol in de vaderlandse trie is toch erg weinig bekend, de erkenning van de Neanderthaler een belangrijke schakel in de evolutie de mensheid levert de wetenschap strijd meer. Maar over zijn aandeel in prehistorie van Nederland liepen tot kort de meningen sterk uiteen. De ihuldigingen aan het adres van de teur-archeoloog Tjerk Vermaning, die bij wijze van spreken de ene week Ie andere een nieuwe vuistbijl (het typi- wapen van de Neanderthaler) uit de itse bodem opdolf, zijn verstomd. De lepsarcheologen, die hem ervan be ten vuurstenen werktuigen te hebben ilst, hebben een nederlaag geleden, rechter sprak Vermaning vrij. De zaak- naning heeft inmiddels tot gevolg ge- dat vele tientallen amateurs in Neder- op zoek zijn gegaan naar „artefac- naar door mensenhanden vervaar- le stenen werktuigen en wapens. En gevolg daarvan is geweest, dat on- rstelbare hoeveelheden van dit mate- aan het licht zijn gekomen. igelijkse vondsten lederlandse archeologen aarzelen nog al deze vondsten te aanvaarden als ijsmateriaal voor een veel vroegere en uitgebreidere beschaving dan zij tot' kort voor mogelijk hadden gehouden, [enthousiaste (en vaak ook fanatieke) iteurs daarentegen rapen dagelijks wel of meer stenen op, die zij beschouwen aanwijzingen niet alleen voor een iderthalbevolking in het voorhistori- Nederland, maar ook voor de aanwe- iid in ons land van nog veel vroegere ilijke culturen. seft geen zin om te blijven kissebis- liever op zoek naar echte bewij- it is zo ongeveer de filosofie van ler Felder. In het nieuwe boek over Mergelland (een uitgave in de stad-en- 1-documentaires van Voorhoeve) daagt 1e wetenschap in die zin uit. Felder is lepsgeoloog en als zodanig gespeciali- •d in het onderwerp vuursteen. Hij is inishj; oud-mijnwerker. In ,,'t Mergelland op hadjaf" vertelt Adriaan Buter het uitermate nameende verhaal van de manier waarop ler met een tiental kameraden in tien en t tijd een prehistorische vuursteenmijn dat [het natuurmonument Savelsbos heeft ig oootgelegd. 3n boek over het Mergelland (al behan- het veel meer facetten van natuur en uur in dit nationale landschap) kon ui- jQ"l[iard niet voorbijgaan aan de Zuidlim- jjQ gse bodem en de menselijke exploita- aan, daarvan in de loop van tenminste 5.000 ka|r. Zo oud immers zijn de mijnen waaruit jer nsen van de Nieuwe Steentijd de vuur- )ijzoen bebben gedolven, die gedurende eeuwen zijn weg heeft gevonden als angrijk exportartikel naar een groot il van Europa. Een onmisbare grondstof ir de primitieve mens, die nog geen me- ,n kende. Felder noemt de vuursteen Widiastaal van de Steentijd. eienen dissel wroeten fn de vuursteenmijnen van de Jcrotsen onder Rijckholt en Sint Geer- d, onder de rook van Maastricht, heeft Felder en zijn werkgroep enthousiaste ateur-archeologen gemaakt. Aan twee hen, Han Janssens en Fons Horbach, Ciet zelfs zich de kunst van de vuur- ewerking eigen te maken. Zuidlimburgse amateurs, bezeten van hobby, maar onder Felders deskundi- rtUl leiding behouden voor fanatisme, heb- üit de Nieuwe Steentijd bomen hebben bewerkt tot balken voor hun huizenbouw. Het Mergelland, woonplaats van de oudste landbouwende bevolking in Nederland (De Bandkeramierkers) is uitermate rijk aan artefacten uit de prehistorie. Vuursteen (hier in onbegrensde hoeveelheden voor handen) was uitmuntend geschikt om er wapens en werktuigen van te maken, maar het had één nadeel: een gebroken of ver sleten artefact kon je niet niet omsmelten: je wierp het dus weg. Dat verkaart de aanwezigheid van tiendui zenden, ja miljoenen door mensen be werkte stenen op of vlak onder het aard oppervlak. Ook in Nederland. Naarmate er meer op wordt gelet, worden er meer ge vonden, maar naarmate de beschaving die zij zouden kunnen vertegenwoordigen, ou der is, wordt het wel moeilijker om te be wijzen dat een steen inderdaad een arte fact is en niet toevallig door de natuur zo gevormd. Nietemin zijn de twijfelende ar cheologen, dank zij het speurwerk van de amateurs (in het voetspoor van Verma ning) steeds meer geneigd dit soort vond sten als echt te beschouwen. Natuurlijke grotten De duidelijkste waarborg van echtheid heeft een stenen werktuig wanneer het ge vonden wordt op de plek waar het kenne lijk is gebruikt. Een slachtplaats bijvoor beeld, of een vuurhaard. Op de Veluwe zijn resten van geslachte olifanten gevon den (in een van de tussen-ijstijden was het hier zo warm, dat de nu uitgestorven Bos- olifant ook in Nederland kon leven!) teza men met stenen messen. Werner Felder: „Wanneer wij in de Sint Pietersberg zoiets kunnen vinden uit de Neanderthalcultuur, dan is het duidelijk dat die mensen hier hebben gewoond". Felder maakt in het Mergellandboek in zijn artikel over vuursteen slechts in simpele woorden melding van zijn ovetuiging dat de Neanderthaler, komend uit de Arden nen, in Zuidlimburg geschikte woonplaat sen heeft aangetroffen en in gebruik geno men en wel in natuurlijke grotten, zoge naamde abri's. De bekende „grotten" van Zuidlimburg, die jaarlijks duizenden toeristen trekken, zijn in werkelijkheid onderaardse steen groeven, door mensenhanden ontstaan. Maar Felder heeft auteur Adriaan Buter ook natuurlijke grotten aangewezen: nu vrijwel dichtgeslibde abri's. In de omge ving daarvan vonden hij en zijn medewer kers zoveel bewijzen van Neanderthalcul tuur (artefacten dus), dat hij in het aan hem gewijde „portret" de wetenschap uit daagt om in die grotten op zoek te gaan naar woonsporen van de Neanderthal- mens. Die uitdaging is inmiddels aanvaard. Geen wonder: vijftien jaar geleden waren er in Zuidlimburg zo'n zestig erkende vondsten bekend uit de Neanderthalcul tuur of ouder. Intussen zijn er meer dan duizend geregistreerd. Tot dusver gaat het allemaal om vuur steen. Verspreide vondsten, maar uit da nauwkeurige registratie springt heel duide lijk in het oog, dat het verband met een bepaalde „woonlaag" erg waarschijnlijk is. Dat betreft dan de oude, door de natuur gevormde grotten in de dalen van Maas. Geul en Jeker. Felder: „Het zal me echt niet verbazen als Modderman straks in een of meer van die grotten woonsporen aantreft. Misschien ook wel menselijke skeletdelen, zoals ooit bij die eerste vondst van 1856 aan de Düssel. En na tuurlijk hopen wij op een kompleet skelet van een Neanderthaler". Een wensdroom? Volgend jaar zullen we mogelijk weten of er naast de Neanderthaler ook een Jeker- dalmens kan worden bijgezet in het Pan theon van de Mensheid. Tekenaar Hans Meulman maakte een impressie van een Neanderthalfamilie in een woongrot in het Jekerdal bij Maastricht. ben inmiddels systematish de bodem van het Mergelland afgezocht op prehfstorishe sporen. Wanneer je met Han Janssens over een vers geploegde akker stapt, kan het gebeuren, dat hij uitroept: „Kijk eens, waar je daar aan voorbij liep; zag je die stenen dissel niet?". En dan raapt hij voor je verbaasde ogèn een keurig bekapt vuurtenen werktuig op waarmee mensen Op de foto: Werner Felder wijst een dichtgeslibde abri in de Sint Pietersberg aan (mogelijk een woongrot). (illustraties uit ,,'t Mergelland op en af"., uitgave Voorhoeve, Oen Haag. prijs 49,90).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 21