SCHELEN Valsemun- rij is zo oud als het geld If. Vroeger beschouwde an het schenden van de unt als een soort majes- tsschennls. Wie zich er huldig aan maakte kreeg tt vuur na aan de sche- n gelegd. Ook letterlijk, m de muur van een ge- mjw in het centrum van iventer hangt nog de ote ketel waarin valse- iters werden gekookt, olie. Zo'n gruwelijke fon- e staat al eeuwenlang >t meer op het gerechte- :|i menu. Maar de straffen n nog wel streng. De on- rlaat die munt probeert slaan uit falsificaties kan Nederland rekenen op i forse gevangenisstraf, varieert van drie maan- (of tienduizend gulden ete) tot negen jaar. In de ikelen 208 tot en met 5 van het Wetboek van afrecht staat ook dat jene die vals geld ult- ift of in voorraad heeft leens negen jaar ach- de tralies kan belan- Het Belgische straf- it doet daar nog een ïpje bovenop. Wie bij :e zuiderburen geld na akt loopt de kans dat vijftien tot twintig jaar meer frank en vrij kan idlopen. De vervalser ;ht dwangarbeid in een kkamp. die strafbepalingen gel- niet alleen voor de el- munten en bankbiljet- Ze beschermen ook itenlands geld. Wie dus Nederland bijvoorbeeld lllars drukt riskeert de I. En dat op grond van h Internationale over- inkomst uit 1929. In dat j»r besloot een groot !ital landen de geldver- sing samen aan te pak- en één lijn te trekken, jt was wel nodig ook. int na de Eerste Wereld- irlog braken voor verval- rs gouden tijden aan. >or de slechte economi- he toestand waren veel Jden gedwongen steeds eer geld in circulatie te engen. Het voorbeeld is Rend! In het diepste dal de crisis was een rug- k vol Duitse marken no- 3 om een brood te ko- |n. De geldpersen draal- in permanent op volle eren. Regeringen dweil- in met de inflatiekraan »en en hadden daarom een nog maar oog voor i hoogte van de nieuwe J\dt>erg. Op kwaliteit let- »n ze nauwelijks. Dat >eelde vervalsers In de tart. Ze verdienden geld s water. e tijden zijn voorbij. Dat itekent overigens niet it vervalsers in de om- jholingsbanken beland- In of werkloos werden. zijn nog steeds actief I hebben het vooral ge- iint op de Amerikaanse lllar. Die is namelijk be- ikkelijk eenvoudig na te Bken, omdat Uncle Sam or zijn geldproduktle een npel papiertje zonder itermerk gebruikt. „Een dje", noemen Insiders t minachtend. jperieur l meeste landen maken 1 de onderwereld echter ït zo gemakkelijk. Zo Is jroorbeeld-het Westduit- 1 bankpapier tijdens de Dricage voorzien van een jjfijn metaaldraadje. An- re landen gebruiken pa- ïr, waarin op sommige latsen gekleurde vezels n verwerkt. Die toevoe- Igen maken het onmo- lijk het papier na te ma- n. Ook met het Neder- idse bankpapier zit het il safe. De bijzondere pa irsoort, het watermerk, speciale druk en de in wikkelde kleurpatronen fgen volgens de Neder- idse Bank voor „een su- rieure beveiliging", rst iets over de .druk. nmerkend daarvan zijn gelijkmatigheid, nauw- urigheid en strakheid, n woordvoerder van de derlandse Bank wijst op ft paar voorbeelden: de van verschillende die om en om wor- gebruikt. En natuurlijk de tekst van artikel van het Wetboek van die op de ach- In Nederland zijn ongeveer driehonderd miljoen bankbiljetten in omloop. Totale waarde: ieta meer dan twintig miljard gulden. De Nederlandse Bank, die de vinger aan de pols van onze geldomloop houdt, let er scherp op dat valse biljetten die financiële stroom niet vervuilen. De centrale bank doet dat niet alleen om de geldcirculatie gezond te houden. Men gaat er vooral ook van uit dat het publiek een blind vertrouwen in het betaalmiddel moet kunnen hebben. Vals geld ondergraaft dat. Maar ondanks alle voorzorgsmaatregelen komen er zo nu en dan toch falsificaties in omloop. Over het aantal verstrekt de Nederlandse Bank geen cijfers. De meeste nagemaakte biljetten zijn overigens van slechte tot matige kwaliteit. Dat kan ook nauwelijks anders. Het is heel moeilijk een gave kopie te maken. Ingewikkelde drukprocédé's en kleurencombinaties zorgen voor voetangels, klemmen en valkuilen op het duistere pad van de vervalsers. Voor die druktechnische hoogstandjes zorgt drukkerij Joh. Enschedé in Haarlem. De bescherming tegen namaak bestaat verder onder andere uit het gebruik van bijzonder papier met een watermerk. Het wordt gemaakt door de Papierfabrieken Van Houtum en Palm in Ugchelen bij Apeldoorn. Het bedrijf sinds 1978 eigendom van de Nederlandse Bank leverde op de kop af honderd jaar geleden voor de eerste keer bankpapier. Een jubileum dus. Daarom op deze pagina aandacht voor een aantal aspecten van ons papiergeld. Het Nederlandse bankbiljet is overigens veel ouder dan honderd jaar. De eerste exemplaren verschenen aan het begin van de vorige eeuw. Ze kwamen voort uit de ontvangstbewijzen, de zogenaamde goldsmith notes, die de Londense goudsmeden in de zeventiende eeuw gingen afgeven voor in bewaring gegeven geld. In plaats van dit muntgeld telkens op te vragen om betalingen te kunnen doen, volstond men met de uitwisseling van goldsmith notes. terzijde van elk bankbiljet is afgedrukt. Zelfs de klein ste lettertjes die verval sers op de grote gevolgen van hun daad wijzen zijn haarscherp. „De strakheid is een van de eigenschap pen van de plaatdruk die is toegepast op de voorzijde van alle waarden. Die druk is herkenbaar aan het feit, dat de in deze techniek ge drukte delen van de af beelding voelbaar boven het papier uitsteken. Aan de achterzijde van het bil jet ziet men dat op de cor responderende plaatsen het papier verdiept is. Dui delijke voorbeelden van plaatdruk zijn op elk biljet: de baard- en haarpartijen van de portretten, de waardecijfers, teksten en de voeltekens voor visueel gehandicapten". Hindernis Met behulp van moderne fotografische apparatuur krijgt een vervalser mis schien nog een redelijke kopie van de afbeelding op een drukplaat. Het inge wikkelde kleurenpatroon vormt echter een huizen hoge hindernis. Het papier zelf is onmogelijk na te maken. Alle waar is naar z'n geld. En dat geldt be slist ook voor bankpapier. „Wij betalen voor onze grondstoffen méér dan de witpaplerfabrikanten voor hun elndprodukt krijgen". Dat zegt ir. J. F. Slaaf, al gemeen directeur van Van Houtum en Palm, die elk jaar de „grondstof" voor miljarden guldens levert. Aan bankpapier worden twee hoge eisen gesteld. Allereerst moet het onmo gelijk zijn het na te maken. Daarnaast moet het sterk zijn. Bankbiljetten gaan immers van hand tot hand. Ook worden ze door ban ken mechanisch geteld en gesorteerd. Alleen oersterk papier overleeft dat. Door gebruik te maken van eersteklas katoen met lange vezels en door in de loop van het produktiepro- ces nog een beschermen de laag aan te brengen, krijgt het papier een „hoge circulatieweerstand". Het Nederlandse biljet kan, door de bank genomen, negenhonderd keer wor den dubbelgevouwen voordat het scheurt. Een Ugchelse papiermaker: „Een ander belangrijk ken merk van bankpapier is dat het stevig en veer krachtig aanvoelt. Het heeft een heldere, knispe rende klank, in tegenstel ling tot andere papiersoor ten". Het produktieproces gaat simpel gezegd als volgt: Het katoen krijgt een goe de wasbeurt. De „Hollan der" een soort molen steen maalt het ragfijn. De katoenvezeltjes worden vermengd met water op een zeef van fijn koper draad gestort. Het water vloeit er doorheen; de ve zels blijven op het metaal liggen en klitten, stevig aan elkaar. Nadat het laatste vocht uit de massa is ge perst wordt het papier ge droogd. Vroeger gebeurde dat alles met de hand; te genwoordig aan de lopen de band met een zoge naamde langzeefmachine. Watermerk Het is mogelijk op de zeef een modelfiguurtje van ko perdraad vast te maken. Bij het uitpersen van het nog natte papierblad wor den de katoenvezels op die plaats door het figuur tje uiteengeschoven, zodat hoogteverschillen ont staan. Dat Is het zoge naamde watermerk. Het bevindt zich altijd op de zelfde plaats en wordt dui delijk zichtbaar als het bankbiljet tegen het licht wordt gehouden. Ir. Slaaf: „Het watermerk is de beste beveiliging tegen na maak. Het is niet mogelijk het achteraf in het papier aan te brengen. Dat kan alleen tijdens de papierfa bricage". Vroeger bestond het watermerk slechts uit een eenvoudig lijnenspel. Tegenwoordig is het mo gelijk een reliëf op de zeef te monteren. Er ontstaat dan een zogenaamd drie dimensionaal of schaduw- watermerk.. Die afbeelding is opgebouwd uit verschil lende grijstinten, van licht naar donker. Namaak is uitgesloten. Elke coupure heeft een an der watermerk. Het zijn: een Inktkoker (in het brief je van vijf gulden), een hoorn (tien gulden), golven (vijfentwintig gulden), een vlag met kanonskogels (honderd gulden) en een combinatie van een drie hoek, vierkant en cirkel (duizend gulden). Joh. En schedé drukt er de por tretten naast van respec tievelijk Joost van den Vondel, Frans Hals, Jan Pietersz. Sweelinck, Mi- chiel Adriaensz. de Ruyter en Baruch d'Espinoza. Bij Van Houtum en Palm en Joh. Enschedé liggen het geld en het papier niet voor het oprapen. Integen deel. Onbevoegden komen er niet In. De gebouwen zijn goed beveiligd tegen overvallen en inbraken. Daarbij is gebruik gemaakt van de vele mogelijkheden die de moderne techniek biedt: gesloten televisiecir cuits, automatische alarmsystemen en hyper gevoelige microfoons. Ver der maken polsdikke tra liehekken, decimeters dik ke kluisdeuren, gepantser de auto's en wachtposten de gebouwen tot de best beveiligde van ons land. In die vestingen houden com puters het produktieproces in het oog. Daarnaast wordt alles met de hand gecontroleerd, geteld en opnieuw geteld. Afgekeur de vellen en misdrukken verdwijnen niet nonchalant in de vuilnisbak, maar wor den eerst geteld en vervol gens grondig vernietigd. Van Houtum en Palm maakt 800 ton papier per jaar. Bijna zestig procent gaat de grens over. De resterende 350 ton is be stemd voor de Nederland se Bank. Het is genoeg voor 240 miljoen bankbil jetten. Elk jaar is er zo'n kapitale stapel nodig. Niet alleen omdat er méér geld in omloop komt (in 1979. circuleerde er voor twintig miljard gulden aan bank biljetten; twee miljard meer dan in 1978), maar bovendien worden dage lijks honderdduizenden bankbiljetten vervangen omdat ze smerig of kapot zijn. De Nederlandse Bank neemt ze uit de circulatie omdat mechanische telap- paratuur de versleten vod jes niet meer kan verwer ken. Bovendien is bij oud papier de kans op het ont dekken van valse exempla ren moeilijker. Immers: een oud biljet knispert niet meer en de afbeeldingen die voelbaar op het papier behoren te liggen zijn af gesleten. Een bankbiljet gaat gemid deld negen maanden tot twee jaar mee. Het verwij deren van oude biljetten en het zoeken naar falsifi caties gebeurt automa tisch. De handelsbanken in Nederland storten elke dag wat zij te veel aan bankbiljetten hebben bij de Nederlandse Bank. Daar nemen achttien spe ciaal ontwikkelde sorteer- machines elk biljet onder J reliëfs die het watermerk In het papier drukken worden stuk voor etuk met de Als een bankbiljet tegen het licht wordt gehouden is links duidelijk het watermerk ind op de zeefband gemonteerd. zichtbaar. de loupe. Versleten en be schadigde exemplaren worden met vier ponsga ten ongeldig gemaakt, ge teld en tenslotte vernietigd in een verpulveringsmachi- ne. Beschadigd Dezelfde afdeling die oude biljetten tot poeder maalt houdt zich ook bezig met zwaar beschadigd geld. Het is geen uitzondering dat biljetten in de wasma chine terecht komen, ge deeltelijk verbranden, door een huisdier worden aan gevreten of door kinderen versnipperd. Er zijn zelfs mensen die gniffelend een kapitaaltje in de tuin be graven als appeltje voor de dorst. Maar dat lachen vergaat. Het geld trouwens ook. Na jaren komt er slechts een beschimmeld bundeltje boven de grond. Klassiek is ook het geval van de man die, bang voor inbrekers, een veilige bergplaats voor zijn geld ontdekte: de asla. Maar toen zijn vrouw nietsver moedend de kachel aan maakte zat het gezin er fi nancieel niet meer zo warmpjes bij. In al die gevallen komen de verbrande en verteerde restanten bij de afdeling Waardekelders van de Ne derlandse Bank terecht. Die moet maar vaststellen om hoeveel geld het pre cies gaat. Het oplossen van die puzzel is vaak tijd rovend en moeilijk. Wat nog herkenbaar is wordt vergoed. Ook voor derge lijke gevallen is elk jaar een aardig kapitaaltje no dig. Het aantal nieuwe biljetten dat jaarlijks van de pers komt zit niet meer in de lift. Oorzaak: de toene mende stijging van het zo genaamde girale geld. Overigens pikt Van Hou tum en Palm ook daarvan een graantje mee. Het pa pier voor de betaal- en Eu- rochèques wordt namelijk in Ugchelen gemaakt, e- venals trouwens de pagi na's van de paspoorten. De grondstof is echter an ders, namelijk cellulose (hout- en plantvezelstof). Geheim In de kluizen van de pa pierfabriek ligt een voor raad bankpapier voor een jaar. Er is ook papier op geslagen met een geheim watermerk. Het is een vei ligheidsmaatregel. Mocht er onverhoopt een grote partij vals geld in omloop komen, dan gaat de Ne derlandse Bank in het of fensief met een geheel nieuw biljet. Maar dat blijft waarschijnlijk theorie, want de centrale bank, de Ug chelse papierfabriek en de Haarlemse drukker zitten niet stil. Zij zijn voortdu rend bezig met het perfec tioneren van het bankbil jet. Slaaf: „We worden wel eens als grote fanaten ge zien. Maar het verbeteren van produktietechnieken is het belangrijkste wapen tegen vervalsers. Zij zijn onze grootste concurrent. Bij andere bedrijven wor den nieuwe machines aan geschaft uit puur economi sche overwegingen. Bij ons gebeurt dat om technische redenen en uit oogpunt van veiligheid". Het zal bij ons dus wel nooit zo ver komen als in dat grapje over een land dat werd overspoeld doof vals geld. Een ijverige; maar niet zo snuggere po litieman rolt tenslotte de bende valsemunters op en neemt miljoenen nage maakte biljetten in beslag. Trots telegrafeert hij naar zijn chef in de hoofdstad dat alles onderweg is: „Boeven in pantserauto op transport gesteld. Stop. Vals geld per postwissel overgemaakt". AAD STRUIJS Dit reliëf van een hoorn (sterk vergroot) drukt het wa termerk in het biljet van tien gulden. Bij Van Houtum en Palm wordt elk vel papier met de hand gecontroleerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 27