Een jaar glijden op een roetsjbaan Patiënt ondervindt nog geen nadeel van actie specialisten Kinderbijslag voortaan zelf aanvragen jiujj'j - 0332H1Ö -BINNENLAND LEIDSE COURANT WOENSDAG 5 NOVEMBER 1980 PAGINA 1f (Van een onzer verslaggevers) TRECHT De ingreep die het ka- inet wil doen in de hoge salarissen an medische specialisten zoals ekend zouden zij tot 80.000 gulden toeten inleveren in twee jaar ccft tot gevolg gehad dat de specia- sten op ruime schaal tot ontevre- enheidsacties zijn overgegaan, ac es die volgens de Landelijke Spe- alisten Vereniging (LSV) ook wel >gelijk voelbaar zijn. Totnutoe :eft de patiënt er echter niets van ;merkt en hij zal er voorlopig ver- oedelijk ook niets van merken. Pas in wanneer er van een echte on- rndbare situatie sprake is, zullen de tecialisten ertoe overgaan hun drei- iment waar te maken om de patiënt leen nog tegen directe betaling te handelen. De patiënten moeten in maar zien hoe zij hun geld bij :t ziekenfonds terugkrijgen. acties hebben zich er vooralsnog toe (perkt dat de specialisten uit de overle gorganen stappen, geen medewerking meer geven aan keuringen enzovoorts, en, zeggen de specialisten, de overheden, ook de lagere, beginnen al te piepen. WAO- trekkers, die moeten worden herkeurd om voor een lagere uitkering in aanmer king te komen, moeten nu wachten en blijven een hoge uitkering krijgen. Het GAK, de NS, de PTT, de militaire genees kundige diensten beginnen met de han den in het haar te zitten. Zo laat „het-ge- zicht-naar-buiten" van de LSV, stafmede werker Public Relations G.J. Eikmans, het uitkomen. Inderdaad is er praktisch geen Nederland se artsenorganisatie te vinden, die niet so lidair is met de specialisten. De huisart sen, de artsen in dienstverband, de artsen bij de gemeenschappelijke medische dienst, de artsen in de academische zie kenhuizen, ze staan allemaal achter de specialisten in hun actie tegen de 80.000- guldenoperatie. Ondanks die solidariteitsverklaringen valt er van de acties echter weinig te merken. Op het ministerie van Volksgezondheid zegt men nog geen klachten te hebben, bij de Nederlandse Spoorwegen draait alles op medisch gebied normaal door, en bij de PTT zegt men in zoverre last te hebben van de actie, dat in situaties waarin advies wordt gevraagd aan specialisten, dit niet meer wordt gegeven. De artsen in dienst van PTT echter hebben zich niet aange sloten bij de actie en verrichten normaal hun werk. Bij de Landelijke Vereniging van artsen in dienstverband was geen en kel commentaar te krijgen op deze vreem de gang van zaken. We kregen sterk de indruk dat men de boot voorlopig af wilde houden. Inleveren van zoveel is gekkewerk, vin den de specialisten. Dat is politieke winst trachten te halen over onze ruggen heen, zeggen ze. Ze vertrouwen er misschien ten onrechte op dat het Nederlandse volk dat best zal begrijpen. Huishoudboekje De andere kant van de medaille is echter, dat. de specialist om tot een hoger inko men te komen, lang moet werken, hoge praktijkkosten heeft, en zeer veel moet investeren om van een redelijk onbezorg de oude dag te kunnen genieten. Verhel derend in dit opzicht werkte vorige week de publicatie van „Het huishoudboekje van een specialist", waarin een internist, dr. M.J. Horikx, zijn boeken opendeed. Daaruit bleek dat een specialist in verge lijking met een ambtenaar, die 125.000 gulden verdient, maar een karig pensioen krijgt. Die ambtenaar gaat tegen een lage premie nu, later met 91.000 gulden per jaar pensioen strijken, een „goudgerand" pensioen dus. Toch dient die 125.000 gul den van dat topambtenarensalaris als ver gelijkingsgetal voor de vaststelling van het norminkomen van de specialisten door het kabinet. Het is dus op zich niet verbazingwekkend, dat de specialisten zich verzetten tegen een snoeien van hun inkomen. Dr. Horikx verwoordt het zo: „Een inkomensmatiging van gemiddeld 80.000 gulden in twee jaar tijd voor de medische specialisten leidt tot een financiële destructie van de specialist. De maatregel is onrechtvaardig en komt voort uit de rechtsongelijkheid en meten met vele maten. De specialisten hebben recht op een eerlijke behandeling en poli tieke winst dient niet ten koste van de specialisten te worden behaald. Allereerst moet de aankleding van het norminko men op de juiste wijze geschieden. Com promissen of vergelijkingen op politieke gronden dienen niet te worden aanvaard." De specialisten begrijpen best, dat ook zij, net als iedereen, zullen moeten inleveren. Voorlichter Eikmans: „Zoals het nu gaat heeft het veel weg van prijsschieten. Wij hebben aangeboden 13 procent reëel in te leveren. Wie zegt dat ons na?" Dienstverband Maar als dat nu niet geaccepteerd wordt, wat dan? De acties worden op hoog ni veau gevoerd. Nogmaals dr. Horikx geci teerd: „Mocht de minister niet bereid zijn om onze redelijke en rechtvaardige ver langens in te willigen, daft lijkt een goede oplossing dat alle vrij gevestigde specialis ten dienstverband eisen. De overmatige werktijden zullen dan snel moeten wor den afgebouwd, de overbruggingsperiode kan door een aangepaste toeslag op het norminkomen worden opgevangen. De ziekenhuizen dienen dan de praktijkover drachtssommen te betalen, waardoor de zittende specialisten hun reeds aangegane financiële verplichtingen kunnen nako men om zo een deel van hun pensioen nog zelf te kunnen opbouwen." Op zich niet zo'n slechte gedachte natuur lijk. En passend in de nationale gezond heidszorg naar verbeterd Engels model. Maar hoe krijg je die specialisten zover? 7 november doet de president van de Haagse rechtbank uitspraak in het kort geding dat de specialisten hebben aange spannen tegen de staat. De eis van de spe cialisten is, dat het kabinet de prijsbe- schikking, die de particuliere tarieven van de specialisten aan banden legt, in trekt. Een huzarenstukje op juridisch ge bied. De dag daarvoor vergaderen de spe cialisten over de harde maatregelen, die zullen worden genomen als de rechter hen in het ongelijk stelt. Vreemd is wel, dat zij de beslissing van de rechter dan niet zullen respecteren. Waarom span je dan een kort geding aan? uardian-verslaggeef- er Hell a Pick sprak i Washington met een 1 n de vrouwen van de jjzelaars, die zich on- .inks de optimistische irichten over een mo- ilijkc spoedige vrijla- ng van de Amerika- en probeert te stalen 'gen nieuwe teleur- '.ellingen. VROUW AMERIKAANSE GIJZELAAR OVER AFGELOPEN 12 MAANDEN: In New York werd eergisteren een speciale kerkdienst gehouden voor de vrijlating van de gij zelaars. Mevrouw Kennedy (midden) en Barbara Rosen (rechts), eveneens de echtgenote van een van de gijze laars. hadden na de dienst een ontmoe ting met kardinaal Terence Cook van New York. ASHINGTON Al bijna een jaar zit Louisa Kennedy j een roetsjbaan, zoals ze zelf zegt om haar emoties té schrijven. De afgelopen dagen heeft ze daar heel hoog gezeten, hoger waarschijnlijk dan ooit tevoren sinds ar echtgenoot Mike werd gegijzeld in de Amerikaanse tibassade in Teheran. Zij is een evenwichtige, duidelijk ticulerende vrouw. Ze redeneert dat Iran, verwikkeld een een oorlog met Irak, tenslotte het punt heeft be- ikt dat de autoriteiten ervan overtuigd zijn geraakt it het in hun nationale belang is om de gijzelaars te la- n gaan en dat het land uit zijn internationale isole ent verlost wordt. „Ik ben ontroerd en heb grote ver achtingen. Maar natuurlijk, ik probeer nieuwe teleur- ïllingen voor te zijn." I hele Verenigde Staten 'kt uit naar nieuws over de ielaars. Voor de families in vestie is het bijna ondrage- geworden, vooral nu er ge- chten zijn dat ze vrijgelaten uden kunnen worden in .oepjes en sommigen achter houden kunnen worden om b spionnen terecht te staan, et is duidelijk dat niemand n de verwanten het een ettig idee vindt, dat een van n naasten tot die laatste >ep zou kunnen behoren. ationaal belang uisa Kennedy zegt dat zij h al de tijd gestaald heeft jen het idee, dat op ieder iment het nationale belang kunnen botsen met de vei- e terugkeer van Mike. Dat terwille van het nationale lang zou kunnen worden geofferd. „Ik probeer daar •t te veel aan te denken. Ik b het niet besproken met fa lieleden van andere gijze- irs. Maar ik denk er voort rend aan en ik weet dat jn man er zich al in decem- bewust van was, toen hij i eerste brief schreef en hij 1 weten dat hij er volstrekt lm onder bleef." eerste dagen van de gijzt- g waren het moeilijkst, uisa: „Ik zou dit jaar niet doorgekomen, als ik met terheid door het leven was ;aan. Ja natuurlijk vraag ik of de Amerikaanse politiek iers had moeten zijn; of dit I had moeten gebeuren, ar we weten daar echt het woord nog niet op. In een ugblik zal het nemen van elaars zeker worden gezien een bizarre voetnoot bij een >fdstuk, dat we nog niet ledig begrijpen". „Maar ik heb mijzelf van be gin af aan proberen te overtui gen dat ik me moest dwingen positief te zijn en mezelf moest bezighouden in plaats van te tobben. Ik heb een dagboek bijgehouden. Ik zal een boek •schrijven. Ik ben sterk veran derd in dit afgelopen jaar. Ik heb geleerd hoe een regering werkt, hoe de media werken. Ik zou kunnen besluiten om de buitenlandse dienst in te gaan. Of ik zou mee kunnen doen aar? de verkiezingen voor het Congres of voor de televi sie gaan werken", zo zegt zij. In stand houden Louisa denkt dat de overleg groep van verwanten in stand gehouden moet worden wan neer de gijzelaars worden vrij gelaten, omdat ze advies kan geven in toekomstige, soortge lijke situaties. Maar terwijl we praten, houden de gijzelaars in Iran haar bezig. Ze praat zon der zich dat goed bewust te zijn, in termen van de terug keer van haar man. Ze ont kent echter dat ze naar Wies- baden zal gaan om daar haar man op te wachten. Louisa: „Voor de gijzelaars moet het een terugkeer zijn als van de maan. Ze zullen zich opnieuw moeten aanpassen. We zullen met elkaar spreken via de telefoon en, natuurlijk, als hij er echt van overtuigd is dat ik bij hem moet zijn, neem ik het vliegtuig naar Duits land. Maar onze overleggroep heet in augustus al afgespro ken dat hun bij terugkeer een adempauze gegund zou moeten worden. Een goede start is be langrijk." Louisa Kennedy heeft slechts een brief ontvangen van haar echtgenoot sinds april. „Het was een grappige, gezonde brief, die mij oppepte. De te rugkeer van Richard Queen, de gijzelaar die mocht terugke ren omdat hij leed aan multi ple scelerose was opnieuw een grote steun voor alle families." Mevrouw Kennedy heeft het jaar dat haar man gevangen zit, verdeeld in verschillende fasen. Er waren de eerste da gen, toen men nog dacht dat de gijzelaars spoedig vrij zou den komen. Dan werd het ge leidelijk aan met Kerstmis duidelijk, dat het allemaal lang zou kunnen gaan duren. In de lente werden er door de Vere nigde Naties stappen gedaan om de vrijlating van de gijze laars te bespreken. Ze misluk ten. Ze ging, om terug te ko men op het door haar zelf ge kozen beeld, steil omlaag op de roetsbaan. Contacten Naarmate de gijzeling langer duurde gingen de families meer contacten met elkaar on derhouden. Ze brachten samen een zomervakantie door. Me vrouw Kennedy ging met drie anderen naar Europa om de Europeanen er toe te bewegen de sancties tegen Iran te on dersteunen. Ze kwam er ook achter dat de de Europeanen dubbelzinnig waren ten aan zien van de sancties, niet in de laatste plaats omdat zij grote belangen hadden, te verdedi gen in het Midden Oosten. Hoe staat Louisa Kennedy te genover het feit dat de gijze laarskwestie een onderwerp is geworden in de verkiezings campagnes? Ze is haar leven lang al Republikein, maar ze lijkt Reagan te berispen. „Het feit dat Carter er niet eerder in is geslaagd de gijzelaars vrij te krijgen tegen hem uitspelen, dat vind ik oneerlijk. Het is een probleem dat geen enkele president zou kunnen oplossen zonder de medewerking van de Iraniërs, voor wie de gijze laars eveneens een politiek on derwerp zijn geworden." HELLA PICK/THE GUAR DIAN 5DOM BREDA: iat geen dode eren zien bij ubertusviering •EDA Het bisdom Bre- heeft de pastores geadvi- rd het gebruik af te affen om tijdens St. Hu- tusvieringen in katholie kerken dode dieren te la- zien. |elopen zondag kwam het ens een Hubertusmis in de uwsche Plantage tot een Ident. Vier leden van Kri ll Faunabeheer demon- Ierden buiten de kerk tegen afschieten van wild ten be- ve van een kerkdienst. Een lerwachtmeester van de spolitie meende dat een I de leden in de kerk foto- feerde en verwijderde deze n. De politieman greep ook toen een NCRV-medewer- 1 een interview afnam van I van de initiatiefnemers I de Hubertusviering. DEN HAAG In de rege ling voor de uitbetaling van kinderbijslag komt in het nieuwe jaar een wijzi ging, die voor vele werkne mers van wezenlijk belang kan zijn omdat ze langer op hun geld moeten wach ten. Het is voor hen wel zaak, daarmee rekening te houden bij het plannen van uitgaven, die men met de kinderbijslag wil betalen. De verandering houdt ver band met het feit, dat er sinds 1 januari 1980 nog maar één kinderbijslagwet bestaat, de algemene kinder bijslagwet (AKW). Volgens de oude tekst van die wet kon iedereen aanspraak ma ken op kinderbijslag vanaf het derde kind. Daarnaast bestond er nog een kinder bijslagwet voor loontrekken- den (KWL), die werknemers recht op bijslag gaf voor het eerste en tweede kind. En dan was er nog een kinder bijslagwet voor kleine zelf standigen met een laag inko men, die eveneens recht op bijslag gaf voor de eerste twee kinderen. Al die wetten zijn begin dit jaar samengevoegd tot een volksverzekering, ook AKW geheten, die iedereen die in Nederland woont recht geeft op kinderbijslag vanaf het eerste kind, of hij in loon dienst is of niet. De bijslag moest altijd al bij de Raad van Arbeid worden aange vraagd, die ook voor de uit betaling zorgde. Die Raad van Arbeid is ook nu met de uitvoering van de wet belast gebleven. Er waren echter werkgevers, aangeduid met zelfdoeners, die als tussen personen optraden. Dit hie" in, dat de loontrekkenden hun aanvrage bij de werkge ver indienden, van hem aan het einde van het kwartaal (soms ook aan het einde van de maand) bij het loon de bij slag kregen, waarna de werkgever „afrekende" met de Raad van Arbeid. De werkgever schoot dus de bij slag voor. Aan dat zelf-doen komt nu een einde. Iedereen moet voortaan elk kwartaal zelf zijn kinderbijslag aanvragen bij de Raad van Arbeid, ie dereen krijgt voortaan recht streeks van die Raad van Ar beid de uitkering. Sommige werkgevers zijn op 1 oktober j.l. als zelfdoener gestopt, an deren doen dat op 1 januari a.s. Dat betekent, dat hun loontrekkenden op die data voor de laatste keer de kin derbijslag in het loonzakje hebben aangetroffen, resp. zullen aantreffen. En dat ze op 1 januari resp. 1 april aan staande net als ieder ander rechtstreeks de bijslag moe ten aanvragen op formulie ren, die bij de Raad van Ar beid en op de postkantoren te verkrijgen zijn. Daarna is het een kwestie van afwachten wanneer men zijn geld krijgt. De Raden van Arbeid worden aan het einde van elk kwartaal over spoeld met duizenden aan vragen en dat betekent, dat er tussen aanvrage en uitbe taling wel een maand kan verlopen, in sommige rayons nog wel meer tijd. Wie dus gewend was hunkerend uit te kijken naar de laatste dag van een kwartaal omdat er dan een mogelijkheid was om wat extra geld te besteden, moet voortaan wat langer ge duld hebben. Het is wel zaak de aanvraagformuleren zo snel mogelijk na afloop van het kwartaal in te dienen, want de Raden van Arbeid plegen de aanvragen te be handelen in de volgorde van binnenkomst en wie het eerst komt wordt dus het eerst be diend. Volledigheidshalve moet hieraan worden toegevoegd, dat de nieuwe regeling ook gaat gelden voor het over heidspersoneel. Het had voorheen een eigen toesla gregeling, die maandelijks werd geëffectueerd. Nu val len de ambtenaren ook onder de algemene kinderbijslag wet. Dit jaar gold voor hen echter een overgangsrege ling, een soort voorrangsbe handeling door de Raden van Arbeid, zodat ze de kwartaal- uitkeringen al kregen (en nog één keer krijgen) voor dat het kwartaal om was, maar na 31 maart 1981 moe ten ze net als iedereen aan vragen en net als iedereen afwachten, wanneer het geld binnenkomt. De krant heeft altijd gelijk Men is er tot op heden niet of nauwelijks in geslaagd om van onze dagbladen feilloze instrumenten te maken, die het wel en wee van gans de schepping registreren. Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat een blonde dame onder het kopje „fancy fair voor derde wereld" de kolommen binnensluipt, die in feite gitzwart Is. Later belt haar man met een krop vol woede naar de krant om luidkeels te wijzen op deze kleurbestendige misser. Het zij hem bij voorbaat al vergeven, want de goede man heeft er geen benul van. wat er allemaal vastzit aan het maken van een krant. Weet hij veel van de smart en de moeite, die tientallen landgenoten in de bloei van hun leven elke dag weer voor de abonnees en de kopers van losse nummers over hebben om die baaierd van ellende op een smakelijke en overzichtelijke wijze trouw op te dienen? Nee, die eigenheimer weet alleen, dat zijn vrouw hoogblond is niet voor niets noemt hij haar in speelse buien „mijn korenschoofje" en voor de rest kan de wereld hem gestolen worden. Maar wat heeft zo'n redacteur daar nou mee te maken? Hij krijgt 's morgens op zijn nuchtere maag dat stomme bericht over die fancy fair voor zijn neus en gapend schrijft hij er een berichtje over. Op dezelfde wijze, waarop zijn collega aan het andere bureau een opening voor pagina een componeert rondom de vrijlating van enkele hoogbejaarde grijsaards die zeventig jaar geleden door een verward hoofd in gijzeling zijn genomen. Want zo werkt dat bij een krant: nieuws is nieuws. En dan doet het er niet toe of zo'n mens nou blond of zwart is. Ais de redacteur toevallig een diepe afkeer heeft van zwart haar, schrijft ie dat ze blond is. Een rectificatie in het volgende nummer scheelt hem in elk geval weer een hoop werk. Nee, de mensen maken zich veel te druk over futiliteiten. Als ze bijvoorbeeld een vergadering uitschrijven voor maandagavond en zaterdags staat er in de krant, die ie voor dinsdag is belegd, moet de secretaris niet gelijk naar de telefoon rennen. Dan is het wellicht nuttig, dat hij zich eerst afvraagt, waarom die verslaggever „dinsdag" heeft geschreven. Laat ie vooral niet denken, dat het een slordervos is, die de nacht tevoren met wat dubieuze vrienden heeft zitten slempen in een nachtlokaal. Dat is wel zo, maar dat is het punt niet. Het punt is, dat deze hardwerkende journalist die u notabene niet eens kent en geen flauw benul heeft over de zaken, waar u op die vergadering over wenst te praten, niettemin zeer begaan is met uw lot. Daar kijkt u van op, is het niet, maar neem maar rustig aan, dat het in de krantenwereld wemelt van dat soort goedzakken. „Maandag", denkt die journalist, „is een verrekte slechte dag om bij elkaar te komen. De mensen zullen, vechtend tegen het drilpuddinkje van de zondagse maaltijd, als zoutzakken naar de spreker luisteren. En op die manier is de bijeenkomst bij voorbaat al mislukt". Wat doet ie dus: hij schrijft, dat die vergadering op dinsdag is. Begrijpt u het nu een beetje: hij wil u hiermee een stille wenk geven:„jongens, geloof een ouwe vergaderrot nou maar op zijn woord. Ik zeg het je van vriend tot vriend, vergeet die maandag nou maar". Maar die sukkels van de kruideniersbond „De grauwe puntzak" en van de slagersfederatie „Mag het een onsje meer wezen, mevrouw", snappen er geen ros van en klagen alleen maar. dat het een vodden-krant is. En als een journalist meent te moeten schrijven „de heer J. Jansen knipte het lint door", terwijl de man al 64 jaar bij de Burgerlijke Stand bekend is als A. Jansen, dan moet ook die man niet gelijk op zijn achterste benen gaan staan. Want wat is immers de bedoeling van deze journalist? „Goede heer Jansen", wil hij er alleen maar mee zeggen, „alle dingen op dit ondermaanse zijn betrekkelijk. En of u nou A. Jansen of J. Jansen heet. Tot stof zult u onherroepelijk toch eens vergaan". Kijk, als di rantenlezer het nu eeps van die kant bekijkt, wordt een krant opeens veel waardevoller. U kunt nu zelf wel vinden, dat die letter A voor uw naam belangrijk is. Maar de andere mensen kennen u slechts als „die man met die rot snor". Begrijpt ge nu, waarom die journalist gelijk heeft met zijn verschrijvingen? Ge moogt nog verheugd zijn, dat ge uw naam niet volledig verhaspeld in de kolommen terugvindt. Want het interesseert niemand dat u Jansen heet. Nog idealer zou het natuurlijk worden, wanneer de journalistiek in het geheel geen raakvlakken meer zou hebben met de werkelijkheid. De verslaggevers zouden dan eerst moeten schrijven en dan pas ter plaatse gaan kijken, of het klopt. „Carter en Reagan debatteren vanavond in het Nutszaaltje in Stompwijk", zou de redacteur buitenland op een gegeven moment publiceren. En als die twee vogels vóór vijf nog geen aanstalten hebben gemaakt om af te reizen, zou de Amerikaanse correspondent met een knokploeg beide heren ophalen om hen gekneveld naar Stompwijk te brengen. Want de heren weten ook donders goed, dat de krant altijd gelijk heeft. En ze moeten er dus geen potje van maken. En als uw dagblad zwart op wit meldt, dat de christelijke bond van telers van siergewassen pas zaterdag bijeenkomt en niet morgen, zoals ze zelf hebben aangekondigd, dan moet een groepje gewetensbezwarden van de Mobiele Eenheid met traangas en knuppels morgenavond die luidjes uit het bovenzaaltje van Monopole ranselen. Op die manier wordt het tenminste weer lonend voor journalisten om bij een krant te werken. Het schrijven op zich geeft hem immers al lang geen bevrediging mee. Maar die correctie de volgende dag. Dat is voor hen nog steeds een feestelijke gebeurtenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 15