Augustinus
is crisis
te boven
l\,Koninklijk behanger" Jan Spruytenburg
rï; en Zoon plakte 2150 rolle
wanden
EEN MAAND IN HET SPROOKJESRIJK VAN
ZAND, OLIE, HITTEEN UITZONDERLIJKE PRACHT
koos 1
'eg', n
>el dii
open. fan Spruytenburg,
al niJec°rabe-vakman en
maad°gere graads behanger in
;t W(i'e»derdorP. staat bij het
d dafta^ageraam met een
de rezicht als een oorwurm
nog bPaar buiten te staren. Jan
en b*Prijytenburg wacht op de
.vordtpamhzie- Het is doodstil,
dat bij toch een winkel
,n ruiM heeft. „Ach man, het is
tent bveral misère en malaise,
eer irPn dan nog met dat
vanfrinkelcentrum Winkelhof
rplaaP de buurt". Spruytenburg
jd. N&bmlacht moeilijk. Hij is
voor aet wel anders gewend
d, isSeweest> een "ïaand lang.
ilijkepet waren niet de zeven
rooet vette jaren die hij onder de
?zien Arabische hoogtezon heeft
zijn doorgebracht, maar hij zal
tich die vier weken blijven
berinneren als een volvette
zde periode. Heremetijd, wat is
boer flaar verdiend, badend in
e ieti1®1 zweet. Spruytenburg
ersni{49) en zoon Jan-Willem
>pt ï26) uit Katwijk aan Zee,
t vasfveneens behanger, mogen
le mjfich gevoeglijk „koninklijk
at Q^pehanger" noemen. Ze
^lebben in Al Taif, in het
westen van Saoedie Arabië,
niet ver van de Rode Zee,
Irr- in een prinselijke omheinde
^omgeving de muren van
acht villa's bekleed tot de
rollen behang bijna hun
neus uitkwamen. Jan
Spruytenburg zucht nu;
S „wat mij betreft zit ik er
morgen weer...!"
Het begon half juni, dit jaar.
Op recommandatie. Of
Spruytenburg er voor
..voelde om bij het paleis-in-
''aanbouw van koninklijke
^hoogheid prins Fahd lbn
PJ Abdoel Azi'z, verheven zoon
ejvan zijne saoedische
majesteit koning Chaled,
een aantal eveneens in
aanbouw zijnde woninkjes
van een behangetje te
f voorzien. Tegen een leuke
1 1 prijs, met emolumenten en
zo meer. „Top zei
rcltr (Spruytenburg zonder veel
f!omhaal en stelde z'n
vakantie af. Ze hadden hem
3an weten te vinden. „Toen ik
in '70 zelfstandig ging
werken plakten we de
teerste tijd per jaar zo'n
20.000 rollen behang weg.
Dan krijg je je naam, zie je.
Maar kijk nou 'ns hier om je
heen; kun je van die naam
k leven Spruytenburg, bij
de gratie van de olie
'e"rT behanger in dienst van de
Profeet, heeft de maand
'en van zijn leven achter de
rug. Zijn vrouw zegt nu
^ook: „het was een pure
1* uitdaging f' Ze ging zelf
maar op vakantie, met haar
——'dochter.
Midden juli vlogen vader en
°rdl zoon Spruytenburg met de
IC* 1 BA naar de havenstad
ro€I Djedda, waar de hitte net zo
vervaarlijk heerst als de
„uitwazeming" van een
ndst straalmotor op het
ionè vliegveld. Hij dreef daar op
e een temperatuur van 45
k'er^ graden C. Een eindweegs
rk J verder ligt de stad Al Taif,
*6® op een hoogte van ruim 700
meter, wat een aangenamer
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou.willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
Het prinselijk paleis In
Al Taif in aanbouw.
Behangen in een kamertje van vijfeneenhalve meter hoog...
klimaat betekent, al is het
er 's nachts nog 31 graden.
In Al Taif laat prins Fahd
bereids enige tijd, zonder
enige haast, een residentie
bouwen: een paleis,
•waarvan de inrichting
alleen al zo heeft Jan
horen fluisteren een
slordige 40 miljoen gulden
moet hebben gekost. Verder
liggen er binnen een
omheining, netjes in een
rijtje, de riante woningen
van bewakingspersoneel en
staffunctionarissen, terwijl
ook een prinselijk familielid
er haar optrekje schijnt te
hebben. Alles neergezet
door een Nederlands
aannemingbedrijf (met 50
pet. arabische aandelen)
onder Engelse architectuur
en met behulp van
Europese immers het
geheel is westers ingericht
know how-mensen:
Fransen zorgen er voor
inrichting en fabelachtige
lambrizeringen, Duitsers
doen er het tuinwerk,
Engelsen waren goed
genoeg om de hekken te
plaatsen en Italianen zijn
nu eenmaal beste
marmerwerkers, en het
hele paleis is van wit
marmer en de carports zijn
bekleed met zwart marmer.
Daar waren dan ook de
Spruytenburgs. Ze hebben
er behangen of hun leven
er vanaf hing: 2150 rollen,
met een gezamenlijke
lengte van 21 kilometer;
gemiddelde snelheid van
plakken: minstens 100
rollen per dag. Duurste rol:
84 gulden en 40 cent. Veelal
Duits behang, zoals
Spruytenburg ook thuis in
de boeken heeft zitten; 70
rollen per kamer (sommige
kamers vijfeneeneenhalve
meter hoog), daar behang je
bij ons meer dan een huis
mee. Veel Duitse meubels
ook, zeven
chartervliegtuigen vol. En
de prins hoeft er niet op
zitten te wachten, want hij
heeft paleizen te ovej-;
alleen nog niet in Ar Faid.
Het is, achteraf bekeken,
voor Spruytenburg als in
een droom voorbijgegaan.
Drie weken rusteloos
behangen, twee weken
weer naar huis vanweg
maand Ramadan,als de
Islam vast tot
zonsondergang, daarna
weer acht dagen terug om
het karwei af te maken.
Waartoe recommandatie al
niet kan leiden. Allemaal
op kosten van de prinselijke
opdrachtgever. In het.
Havenziekenhuis,
Rotterdam, werden Jan en
Jan-Willem „platgespoten"
met injecties. „Ik heb veel
last van die prikken tegen
alles en nog wat gehad; alles
was stijf en ik liep er bijna
mank van". In Al Taid vie!
behanger Spruytenburg (op
gymschoentjes, „want dan
kan-ie harder", zegt z'n
vrouw) acht kilo af. „Je
zweet je dood; de eerste tijd
dronk ik vijf liter water en
thee per dag".
Steeds om kwart voor zes
op, even eten en dan maar
weer plakken. Een half uur
middagpauze en werken tot
een uur of negen 's avonds.
„Ach, die temperatuur daar
mag ik wel; ik zweet
makkelijk", aldus Jan
Spruytenburg, die
zaterdagmiddag voor de
Tros-radio over z'n
arabische behang-avontuur
zal vertellen, want de media
hebben hem gevonden. Wat
een tijd Thuis vroeg
iedereen al aan Jan: Jan,
Jan Spruytenburg, weer thuis, z'n behang „hoog"
houdend...
joh, neem je voor ons ook
zo'n haremdame mee Z'n
vrouw knikt en Jan zegt
dus: „dat zou best wat zijn
geweest, maar ik heb er
geen schoonheden gezien,
of ze waren zwaar
gesluierd. Ik daar als
christenhond. Al die
westerlingen worden met
de nek aangekeken. Maar
ze keken hun ogen uit op
dat behang: gek papier, dat
de vijanden van de Profeet
op hun muren plakken. Er
zijn ook rolletjes gestolen,
ofschoon diefstal doorgaans
bestraft wordt met het
afhakken van een hand".
Spruytenburg Is in het
paleis geweest en is er stil
van geworden Woorden
schieten hier tekort. En niet
eens vanwege die gouden
kranen, want dat is al
normaal daar, net zoals op
de in het Kaagse bestelde
jachten. Het interieur tartte
iedere beschrijving. Jan
begint er niet eens aan Het
was te fantastisch- Wat hij
buiten, in de stad, zag tartte
ook elke beschrijving en
daar begint Jan ook niet
aan, want hij wil graag in
Saoedie-Arabië
terugkómen. Wel vindt hij,
dat iedere Nederlander eens
zou moeten zien hoe daar
geleefd wordt: „dan zou
elke hang naar welvaart
iedereen de keel gaan
uithangen!"
Zó aan het werk, of de
muezzin riep vanaf de toren
alweer op tot gebed en
iedereen ging op de knieën.
„Dan roept die knaap...",
zou Spruytenburg zeggen.
Het „nachtleven" was
gewoon nachtleven: tot ver
in de nacht zat men
onverstoorbaar aan de
waterpijp te lurken en als
het feest is na de Ramadan
wordt er nog harder
gelurkt. Jan heeft z'n pilsje
hard gemist; „een borreltje
of zo, daar mocht je niet
eens over praten, laat staan
drinken Je doet mee, want
je moet je aanpassen als je
ergens te gast bent. Het eten
was redelijk goed: rijst met
champignons en groenten,
kamelenvlees, de ene dag
taai, de andere dag beter.
Soep Ondefinieerbaar,
maar ze smaakte goed".
Spruytenburg en zoon
draaiden tempo. Veel
andere arbeidskrachten
waren KoreaanSj Somalisch
of Thais. Allemaal
ingehuurd. Die mensen
werken nog, al zag Jan die
„warmere" knapen vaak
een hele dag over
anderhalve meter plint
doen. „Arabieren werken
helemaal niet; die kunnen
wachten, want het gebeurt
toch wel of niet, als Allah 't
wil. Djedda is een grote stad
met tweeëneenhalf miljoen
inwoners:
driehonderdduizend
Arabieren en de rest is
gastarbeider. Ik heb er op
het zand veel tenten gezien,
kamelen ook. Voor een liter
mineraalwater betaalde ik
twee gulden tachtig, voor
een liter benzine elf cent.
Watertankwagens rijden er
van huis tot huis. Ik zag
tien druppels regen en ik
moest nog hard lopen ook
om ze op te kunnen
vangen".
Jan Spruytenburg is er de
man niet naar om beduusd
te worden van iets. Alleen
die rust in de winkel kan
hij niet verkroppen. Tussen
de spaarzame aanloop van
de cliëntèle door peinst hij
na over z'n arabische tijd, in
het rijk van emirs, prinsen,
grootviziers en nomadische
tentbewoners. Over de
marmeren onderkomens
var\ een vorstendom, over
de verlammende hitte en
het gutsende zweet, de
burnoezen, de .jurken van
de echte" en de gewone
werkmans spijkerbroek.
Over het vliegtuig naar
huis, dat hij bijna gemist
had en waarover niemand
zich druk maakte. Over het
zand en de droogte, over de
brieven van thuis die
gecensureerd werden. Veel
heeft hij ook van horen
zeggen. Maar Jan
Spruytenburg heeft in die
„heel grote zandbak" ook
iets van goud geproefd; in
het „koele" klimaat van de
bergen-aan-zee was het
goed toeven. Hij kent nu
ongeveer de business
waarover in het westen zo
„vaag" wordt gesproken.
Dat komt nu hard aan, in
de verlatenheid van zijn
zaak in Leiderdorp, wat hij
als een woestijn'ervaart.
Duizend en één nacht
duurde ook niet langer dan
het sprookje van
Sheherezade. Toch werd
daar ook heel wat werk
verzet. Niettemin kan
behangen een sprookje zijn,
een verhuld vertelsel dat
een ogenblik veel zoden aan
een Hollandse dijk heeft
gezet. „Mijn adres hebben
ze daar aan de balken
geschreven", herinnert
Spruytenburg zich; „en ze
zijn in de buurt nogal aan
het bouwen. Ik zou morgen
weer zó opstappen. Nou ja,
wie weet..."
de IDEN Augustinus is de crisis te
:n gekomen. Met dit geruststellen
de liet het kersverse bestuur zich
igs installeren in het verenigings-
Jerkomen Rapenburg 24. De moei lij-
•tijd van overgang, ruim twee jaar
den, van een besloten studentenver-
ring naar een open jongerenvereni-
f heeft nu plaatsgemaakt voor een
node gekenmerkt door rotsvast opti-
«me en groei. „Augustinus heeft de
ize gemaakt om „erbij" te horen in
Leidse stadsgebeuren. Als bestuur
n we nu stug door met het waarma-
van de nieuwe lijn", vertelt de
iwe voorzitter Wim Meertens die
I de rest van het bestuur een jaar
g de 800 leden tellende vereniging
jet gaan bestieren.
bestuur zetelt „één hoog achter" in
kamer die er op het eerste gezicht
1;gend uitziet: het bekende blauwe
'Verboden Toegang' op de deur, die
[voorzitter als een cipier opent met één
i de sleutels aan een enorme sleutelbos,
i met een lange stevige ketting aan zijn
jekriem is vastgemaakt. Eenmaal bin-
j blijkt dit alles maar uiterlijk vertoon.
-(kamer is zoals van een bestuurskamer
idt verwacht: rommelig, maar gezellig
de koffie smaakt goed. In deze sfeer
gitellen Wim en oud bestuurslid Paula
)r het oude en nieuwe Augustinus.
'bejaarde vereniging (87 jaar om precies
ijn) heeft al aardig wat veranderingen
ter de rug. Een aanzienlijk aantal
swisselingen bijvoorbeeld: van
ms-Katholieke Studenten Vereniging
Sanctus Augustinus in 1900 naar Leid-
ereniging voor Jongeren „Augustinu-
1979. In 1969 werd al officieel een
gezet achter het roomse karakter,
de vereniging overigens in praktijk al
meer had. De tijden waarin er nog
n werden opgedragen in de mensa
arnaval" een aanzienlijke post op de
nigingsbegroting was, waren al voor-
Het bestuur van jongerenvereniging 'Augustinus'.
bij. In de roerige studentenperiode van de
jaren zestig was Augustinus al een meer
progressievere weg ingeslagen. Aan het
Rapenburg werd niet meer onder leiding
van een priester gesproken over theorieën
die tegen de geloofsrichting ingingen
maar wel over „nieuwe modellen". Het
idee van een open jongeren vereniging
werd toen al geopperd, maar als te ex
treem van de tafel geveegd. Hiermee be
gonnen de strubbelingen die tot 1978 zou
den voortduren. In het begin van de jaren
zeventig stapten de mefisen mét hun idee
over een
Dat waren 270 leden. Enkelen van "hen
brachten het vervolgens in de praktijk en
waren betrokken bij het opprichten van
het Leids Vrijetijds Centrum en het Bree-
huys, die veel voor jongeren doen. De eni
ge verandering die Augustinus toen on
derging was dat er introducé's mochten
komen op de zaterdagavonden. „Door dit
besloten karakter", zo vertelt voorzitter
Wim Meertens, „bloeide Augustinus weer
op. Maar wel als puur gezelligheidsvereni
ging, ongeveer zoals de nieuwe studenten
vereniging Quintus. De daaropvolgende
besturen schreven wat beleidsnota's en
vijf jaar geleden werd dan het' idee gelan
ceerd om op zaterdagen iedereen toe te la
ten. Toen was het hek van de dam. Het
zittende bestuur stapte op. Het ruimere
Antoniusclubhuis moest worden af
gehuurd om de vijfhonderd zeer belang
stellende leden plaats te kunnen bieden
tijdens de algemene ledenvergadering.
Met een geringe meerderheid is toen ge
komen vóór open dagen en vóór een voor
zichtig kijken in de richting van een "ge
heel open jongeren vereniging".
Toen die er kwam, officieel in februari
1979, hield voor de tweede maal een flink
aantal studenten het voor gezien. Van de
250 bedankende leden zijn er ongeveer
150 overgestapt naar de nieuwe loot in het
Leidse studentenverenigingengeslacht
„Quintus". Via ondermeer contacten met
.een Utrechtse studentenvereniging die al
langer een algemene jongerenvereniging
is, probeert Augustinus nu de belangen
van zowel studerende als werkende dan
wel werkloze jongeren te behartigen. De
verhouding is 80-20, in het voordeel van
de „elite der natie" wel té verstaan. In de
opzet van het programma moest uiteraard
het een en ander worden veranderd. Iets
heel praktisch bijvoorbeeld: de avondpro
gramma's kunnen niet meer tot diep in de
nacht uitlopen, want een aantal leden
moet de volgende ochtend al weer fris en
vroeg op het werk verschijnen. Uitslapen
blijft-nu eenmaal in de meeste gevallen
slechts beschoren aan de h.h. studenten.
Het programma is nu ook meer maat
schappij-gericht. Vaak in samenwerking
met actiegroepen worden er op de woens
dagavonden thema's behandeld zoals bij
voorbeeld energie of de situatie in Nicara
gua. De zaterdag is gericht op ontspanning
met popbands, film en theater. Ook naar
buiten toe is Augustinus meer opgetreden.
Behalve het organiseren van de drukbe
zochte jaarlijkse Kerst-Inn is de vereni
ging actief geweest in het straatfeest en in
het Leidse plein festival. In hét kader van
deze algemeen vormende activiteiten
denkt het bestuur erover om een beroeps
kracht aan te vragen. Nu wordt al het
werk verzet door vrijwilligers. Maar to
redeneert men. als de studenten binnen
kort ook een veertig-urige werkweek
krijgen als de plannen van minister Pais
doorgaan, hebben ook zij niet alle tijd
meer om activiteiten op poten te zetten".
Iets moet echter voorlopig aan de periode
van Augustinus als studentenvereniging
blijven herinneren. De contributie is vrij
hoog. Naast het betalen basisbedrag van
95 gulden moet er na de introductieperio
de een week werden gewerkt om de vere
nigingskas te spekken. Voor werkende
jongeren is er het probleem dat zij niet,
zoals de studenten, een week beschikbaar
hebben. Van hen wordt dan gevraagd om
250 gulden, eventueel in termijnen te vol
doen, te betalen. Paula Middendorp: „Van
deze regeling zouden wij graag af willen.
Maar door de brand die ons pand aan het
Rapenburg nu bijna drie jaar gelden in as
legde, hebben we veel kosten die nog
moeten worden worden betaald".
PAGAD/REGIO LEIDSE COURANT DONDERDAG 30 OKTOBER 1980 PAGINA 5