Zakenman
vlucht naar
de dampende
moerassen van
deWeerribben
b<
elf gefj
le|
wintig
rditg v|
jepenS
art je 2 WEERRIBBEN „Ik
Ion me pas echt onbe-
zellighfllijk te voelen, toen
erkeeli accountant acht jaar
isje vpen tegen me zei:
k stel zaak van u, meneer
Irfijk, die draait als een
van plier. Ik heb de cijfers
erd mfidig bekeken. En u
lard vv) van mij rustig aanne-
s datt. dat er heel wat on-
itieel. nemers in Nederland
belatflopen, die een puntje
lenen zuigen aan die
van u. Dat is ook de
van )n waarom ik u advi-
ït je om nu uit te breiden,
uden.tijd is er rijp voor. U
kijkt moeiteloos doorsto-
Want naar pakweg honderd
e les fewerkers. Spreekt
k in itóee u niet aan?",
an w<r
eren I dat moment dacht ik
3n is.tr één ding: „Ophou-
raat. j met die handel. Weg
Alleen al van het
eten i. dat er honderd men-
leoriabij me zouden werken,
jn. ïfe ik de gierende zenu-
aaenf'.
zei ik ook tegen die
Ik ben een dromerig
dat wil ik niet ont-
En wat ik in mijn
zal vroeg of laat
luralifllen gebeuren. Maar
kindjiitbreiding tot honderd
né moeten we toch uit
landhoofd zetten. En ik wil
lissenk nog wel proberen uit
regt rëggen. waarom ik het
n er doe".
voorben een jongen uit Alk-
nog jr. Weet u wat een Alk-
ooit rder is? Dat is een ge
in vrin kruidenier. De bur-
ders ban in optima forma,
st hoide wal zo dicht moge-
De patat-recreant heeft in de 3.500 hectaren van de Weerribben niets te zoeken: geen terrasjes, geen snackbars. „Houwen zo", meent
Wiedijk, die zich gelukkig prijst dat dit mooie natuurgebied tot nog toe gespaard is gebleven voor de alles verwoestende springvloed van
het massa-toerisme
lijk bij zijn schuurtje wil
houden. Maar daarnaast
heeft de Alkmaarder ook
zijn speciale charme. Hij
weet hoe hij zijn leven
moet versieren. Als hij'op
een gegeven moment geen
luis meer heeft om dood te
drukken, loopt hij nog
zwierig over straat en
verbergt hij zijn armoe on
der een knappe zwarte jas
en een vilten gleufhoed. le
dereen heeft natuurlijk
door dat het maar camou
flage is, maar de Alkmaar
der waardeert elke poging
om de werkelijkheid te ver
hullen. En daarom behan
delt hij zo'n man met het
diepste respect. En te
recht. Want voor een echte
Alkmaarder gaat welzijn
uiteindelijk altijd boven
prestaties".
„Ik was net twintig, toen ik
tegen mijn vader zei: „Je
hebt me nou lan$ genoeg
onder je vlpugels gekoes
terd pa. Ik begin voor me
zelf". „Dat vond ie pure
waanzin, want het ging
toch best zo met vader en
zoon in het Atelier voor
beeldende decoraties en
kunst".
„Maar geen mens, ook pa
niet, kon me op dat mo
ment meer tegenhouden.
En voordat ik het zelf goed
en wel in de gaten .had
runde ik een reclamebu
reau, waar steeds maar
mensen bij kwamen om de
opdrachten te behappen".
Zielzorger
.Totdat
kwam met dat afschuwelij
ke verhaal over die hon
derd mensen. Ik had er op
dat moment dertig in
dienst en met zo'n staf
mag je je een middelgroot
reclamebureau noemen.
En van dat spul was ik de
directeur. Een man van 42,
die volgens Bartjes in de
bloei van zijn leven was.
Maar in feite had Federik
Wiedijk al jaren geen crea
tieve inbreng meer. Ik was
zielzorger geworden. Ik
was econoom, boekhou
der, diplomaat en be
roepsvergaderaar, die tot
diep in de nacht zat te
zwammen met de klanten.
En wat waren dat wel voor
klanten? Dat waren doch
ters van machtige multina
tionals. En als ze dat nog
niet waren, stonden ze op
het punt om het te worden.
Ik werd met Kafka-achtige
toestanden geconfron
teerd, waarin je de god-
ganselijke dag kat-en-muis
spelletjes moest spelen om
de buit veilig te stellen. Je
dagen waren gevuld met
lobbyen in de wandelgan
gen en elkaar beentje lich
ten aan weerskanten van
de declareerbare kreeft".
„Doorstoten naar honderd
man, had mijn accountant
gezegd. In geen honderd
jaar, dacht ik, geen haar
op mijn hoofd die er over
peinst. Ik was 22 jaar be
zig, maar in die tijd had ik
wel dubbel geleefd, drie
dubbel waarschijnlijk. In
feite was ik al 84".
„Kappen met die handel,
dacht ik en binnen de kort-
windmolen, die Wiedijk voor zijn huis heeft laten bouwen, zorgt al bij
3 voor de energie van twee fluisterboten van zijn miniatuur-vloot. De
heeft tot nog toe verhinderd dat er een grotere voor in de plaats kwam.
we vechten door"..
ste keren had ik mijn re
clamebureau ook inder
daad verkocht en was ik
naar Overijssel verhuisd".
„Dat lijkt misschien op het
eerste gezicht een onver
antwoorde stap voor een
man van boven de veertig,
die een gezin achter zich
heeft. Maar als ik nu acht
jaar later de schade op
neem, kom ik tot de ont
dekking dat ik er maar
twee cilinders op achteruit
ben gegaan. Vroeger reed
ik in een zes-cilinder BMW
en nu in een vier-pitter. Die
haalt toevallig ook op zijn
sloffen honderd kilometer
per uur. En harder mag je
toch niet in dit land".
Geen kattendrek
„Maar laten we het nou
eens hebben over de winst
die ik er uitgesleept heb.
Dat is waarachtig ook geen
kattendrek. Ik zwem nu al
weer acht jaar vrolijk rond
in mijn eigen tijd en dat is
een Godsgeschenk waar je
niet dankbaar genoeg voor
kunt zijn. Als ik vroeger
een aardige vent ontmoet
te, kapte ik het gesprek na
een kwartier al af. Want
dan had ik het gevoel, dat
ik uit mijn eigen zak stond
te stelen. Ik was in die tijd
constant op weg naar een
afspraak, naar een mee
ting met mensen om wie ik
geen fluit gaf. Maar ja,
misschien hadden ze een
opdrachtje te vergeven. En
daarom luisterde je maar
naar hun gezemel".
„Nu kom ik in de Kalen-
burger gracht Boele Poep-
jes tegen. En gelijk is het
afmeren aan de walkant en
een half uurtje bijpraten.
Want die man is in dit ge
bied geboren en weet er
meer van dan Ik".
„Poepjes heet tegenwoor
dig trouwens geen Poepjes
meer. Dat is al zo sinds de
koningin hier op werkbe
zoek is geweest. Boele was
toen een van de mensen
uit de Weerribben die aan
Hare Majesteit werd voor
gesteld. En bij die gelegen
heid is er besloten om hem
Po Epjes te noemen. Je
kunt tegen een koningin
toch kwalijk zeggen: „Aan
genaam, Poepjes is de
naam", vonden ze in de
hofkringen. En Boele vond
het allemaal best. Hij had
niet om die dubbele naam
gevraagd. Maar hij heeft
het Oranje Huis ook hoog
zitten en wilde dat offertje
graag brengen voor de ge
meenschap".
„Dat is ook weer zo'n
punt. Deze uithoek van
Overijssel is eeuwen lang
een geïsoleerd gebied ge
weest. waar geen hoog
waardigheidsbekleder naar
omkeek. Waarom zouden
ze ook? Waar niks te halen
is, hoef je ook niks te
brengen, was hun redene
ring. En die klopt als een
bus. De Weerribben is
waarschijnlijk het mooiste
stuk natuur dat in Neder
land nog voor handen is.
Daar heeft de Schepper
heel duidelijk kosten noch
moeiten gespaard om er
iets onvergelijkelijks moois
van te maken. En je zult
toch echt naar de grens
van Polen en Rusland
moeten gaan om nog een
gebied te vinden, dat een
beetje lijkt op de Weerrib
ben".
„Maar voor het handjevol
mensen dat hier in het
moeras eeuw na eeuw ge
leefd heeft, is het altijd
hard sappelen geweest. Je
moet er natuurlijk gevoelig
voor zijn, maar als je dat
bent, kom je op elke vier
kante mèter nog de schim
men tegen van de doodar
me sloebers, die voor een
paar armzalige grijpstui-
vers de turf hebben gesto
ken voor de veenheren. En
op windstille dagen hoor ik
persoonlijk duidelijk het
geweeklaag van de spitters
en trappers die zes dagen
per week van vijf uur
's morgens tot negen uur
's avonds in de blubber
stonden te wroeten en op
het einde van die ellendig
lange dag twee guldens
met „God zij met ons" op
de rand in hun kromge
trokken handen kregen
uitgeteld. Kijk, als je dat
weet heb je er als nieuw
komer geen enkele moeite
mee om je uiterst beschei
den op te stellen. De men
sen in Muggenbeet, Kalen-
berg, Ossenzijl en IJssel-
ham zijn al eeuwen ge
wend om hun eigen bonen
te doppen. Ze waren stuk
voor stuk even rijk en even
arm. En als ze op een dag
één koetje en zeven geiten
hadden, mochten ze zich al
een spekkoper wanen".
Geïsoleerd gebied
„Begrijp je: omdat nie
mand zich met hen be
moeide, waren ze wel ge
dwongen om zelf te den
ken, zelf beslissingen te
nemen en zelf hun armza
lig bestaan wat op te vrolij
ken. fn een vlek als Kalen-
berg, waar het beste riet
van de wereld vandaan
komt, zijn vandaag de dag
22 bloeiende verenigingen.
Dat komt neer op één ver
eniging per tien inwoners.
Je hebt bijvoorbeeld de
Fanfare Excelsior, com
pleet met majorettenkorps.
En die sleept aan de lo
pende band de bokalen op
de concoursen weg".
"En vergeet alsjeblieft ook
de Sneeuwclub niet, die er
voor zorgt dat 's winters
de vaarten in de Weerrib
ben begaanbaar blijven
voor de sleden, waarop de
ontslapenen van Kalen-
berg naar hun laatste rust
plaats glijden en waarmee
de dokter zich naar zijn
patiënten spoedt".
„De Sneeuwclub mag je
overigens niet verwarren
met de IJsclub, want die
heeft een andere taak. De
IJsclub begint pas met
sneeuwruimen, als het ijs
betrouwbaar genoeg is om
er korte baanwedstrijden
op te houden".
„Een eminente inbreng
heeft ook de Vereniging
„Helpt Elkander", waar je
voor een tientje per jaar lid
van bent. Voor dat fancy-
bedragje wordt te gelege-
nertijd je uitvaart gratis
verzorgd, compleet met
rijk belegde broodjes en
de koffie ad libitum. Als je
er echter op staat om in
Meppel gecremeerd te
worden, moeten de nabe
staanden de bijkomende
kosten wel voor eigen re
kening nemen. „Helpt El
kander" vergoedt dan al
leen het vervoer tot aan de
grens van de gemeente".
„Omdat de bestuursleden
van „Helpt Elkander" gro
tendeels ook de lakens uit
delen in „Plaatselijk Be
lang" houden beide vere
nigingen hun jaarvergade
ring op dezelfde avond in
hetzelfde lokaal. Dat vind
ik persoonlijk een treffend
trekje. Vóór de koffiepauze
zit het bestuur van „Helpt
Elkander" achter de groe
ne tafel. En daarna behoe
ven slechts enkelen van
stoel te verwisselen om het
voltallig bestuur van
„Plaatselijk Belang" te
vormen". t
„Als je dat soort zaken nu
weet, mag je als buiten
staander geen moment de
illusie hebben dat je in de
Weerribben wezenlijke za
ken kunt veranderen. Die
hoogmoedigheid is mij dan
ook totaal vreemd. Ik ben
hevig geïnteresseerd in het
wel en wee van de Weer
ribben, want anders schrijf
je er geen boek over. Maar
ik weet mijn plaats en voel
me senang op de zevende
rij".
„Mies Bouwman heeft hier
ook eens een tweede huis
gehad. Maar die begon ge
lijk allerlei mooie initiatie
ven te ontplooien. Die
maakte er een soort Tele-
bingo van. En daar waren
de bewoners niet van ge
diend. Die werden daar
bar onrustig van. Ze heeft
het krap een jaar volge
houden. Toen is ze weer
vertrokken".
„Om nu meteen maar
eventuele misverstanden
te voorkomen: wat ik leuk
vind, gebeurt wel degelijk
hoor. Ik blijf ook hier het
bezige baasje, dat graag in
de picture blijft. Maar ik
doe het anders. Als ik een
plannetje uitbroei, over
weeg ik zorgvuldig of het
past in dit unieke gebied.
In de Weerribben vind je
3.500 hectaren ongerept
natuurschoon, die gode zij
dank gespaard zijn geble
ven voor de alles verwoes
tende springvloed van het
massa-toerisme. In het
hoogseizoen varen er zo'n
22.000 plezierjachten door
de Kalenbergergracht op
weg van Overijssel naar
Friesland en omgekeerd.
En stuk voor stuk zouden
ze de Weerribben in kun
nen duiken. Maar daar
hebben ze geen trek in,
want in de Weerribben zijn
geen gezellige terrasjes en
er is nergens patat te
koop. Ze kunnen er wel
750 reeën tegenkomen, en
250 soorten vlinders en
twintig soorten libellen.
Maar die vullen de maag
niet. En daarom blijven ze
met een vaart van. vijftien
kilometer per uur doorjas-
sen".
„En dat moeten ze vooral
blijven doen, want de
„Het beleid van de overheid", meent Wiedijk, „zou
veel sterker gericht moeten zijn op het behoud van de
rietwinning, dat een stuk werkgelegenheid en arbeids
vreugde biedt aan mensen die de buik vol hebben van
de prestatie-maatschappij en het eigen welzijn be
langrijker vinden". Volgens kenners is het riet uit de
Weerribben het beste van de hele wereld. Nu de rieten
daken weer in zwang zijn, is het dan ook een veelge
vraagd produkt.
nachtegalen en de reigers
in de Weerribben, de aal
scholver, de grutto, de tu
reluur, de snor, de wiele
waal, de ransuil en de
specht, om er maar eens
een paar te noemen, heb
ben in elk geval één ding
met Frederik Wiedijk ge
meen: ze gruwen van het
massa-toerisme als van de
builenpest".
„Als gedeserteerde recla
meman ken ik uiterard alle
in's en out's van de mas
sa-communicatie. En daar
om durf ik ook te zeggen:
de mensen, die de patat
cultuur zoeken zijn beter af
in Giethoorn. Daar worden
ze op hun wenken bediend
en kunnen ze zich naar
hartelust uitleven. Het
plassengebied van Giet
hoorn omvat 2.600 hecta
ren en dat zijn er dus nog
altijd 900 minder dan in de
Weerribben. Maar toch
worden er in Giethoorn
ruim 500 boten verhuurd".
Fluisterscheepjes
.Vergelijk dat nou 's met
de Weerribben. Als je hier
op een topdag in de zomer
op zoek gaat naar bootjes
kom je niet verder dan
veertig stuks. En het
grootste deel daarvan zijn
roeiboten en canadese ka
no's, die ik aan vriendelijke
mensen verhuur. Daar
naast heb ik ook nog een
miniatuur vloot van fluis
terscheepjes, die door
elektriciteit worden aange
dreven en het milieuvrien
delijke geluid maken van
een langzaam lopende
mixer".
Als er natuurvrienden naderen zet Frederik Wiedijk
bliksemsnel zijn goed doorregen kapiteinspet op en is
hij vanaf dat moment Schipper naast God aan het roer
van zijn waterkoets (beslist geen rondvaartboot) Prins
Maurits.
„Ik zeg het er eerlijk bij:
„Ze gaan niet harder dan
vijf kilometer per uur". De
snelheid dus, waarmee een
bedaarde wandelaar zich
verplaatst. Maar wat don
dert dat? Het gaat toch ze
ker om de dotterbloem, de
gele lis en de grote pim
pernel. die ze onderweg op
hun dooie gemak willen
bekijken? Je komt toch,
hoop ik, naar de Weerrib
ben om van de natuur te
genieten. Niet om het we
relduurrecord speedboot
racen te verbeteren".
„Dat zeg ik ook tegen de
klanten die bij het afreke
nen zeggen: „Hij ging wel
langzaam meneer". „En so
what?", is dan mijn ant
woord, „moest u dan drin
gend ergens heen? Had u
soms haast?".
„Voor mijn huis staat ook
een windmolen, waarmee
ik de accu's van mijn fluis-
tervloot oplaad. Bij wind
kracht 3 kan ik twee
scheepjes van nieuwe
energie voorzien en dat is
natuurlijk te weinig. Daar
om heb ik een verzoek in
gediend om een grotere
molen met meer capaciteit
te mogen plaatsen. Wat
dacht je? Afgewezen in het
kader van de Hinderwet.
Uiteraard laat ik het er niet'
bij zitten en blijf ik gesta
dig doorknokken. En mijn
handen mogen terstond
verdorren als hier niet bin
nenkort een windmolen
staat, of desnoods twee,
waarmee ik mijn hele fluis-
tervloot van energie kan
voorzien. Wat zullen we
nou krijgen? Als het om
het milieu gafat ben ik wel
toevallig de eerste die met
molentjes loopt. Zeker niet
de heren ambtenaren".
Waterkoets
Frederik Wiedijk, strijd
vaardige Baljuw van de
Weerribben, is op gezette
tijden ook Schipper naast
God aan het roer van de
Prins Maurits, die hij zelf
met ragfijn gevoel voor nu
ances omschrijft als „een
waterkoets". „Aan dat
woord „rondvaartboot"
heb ik gloeiend de pest",
verduidelijkt hij. „Ik noem
die tochtjes met de Prins
Maurits ook geen „rond
vaarten". Daar moet je
voor in Amsterdam zijn. Of
in Giethoorn. Ik maak wa
terexcursies met gespro
ken instant-commentaar.
„Mensen op zoek
naar patat-cultuur
varen gelukkig
door naar Giethoorn"
Want als Frederik Wiedijk
niet meer praat, mag men
gevoegelijk aannemen dat
hij gestorven is".
„Ik had gisteren nog een
beleggersclubje uit Steen-
wijk in de koets. Alleraar
digste mensen, die een
open oog hadden voor de
schoonheid van de Weer
ribben. Nadat ik enige ma
len was rondgegaan met
versnaperingen uit de
boot-bar dat is die kist
daar op de achterplecht,
maar die had u ongetwij
feld reeds gelokaliseerd
meende ik, dat het tijd was
voor een van mijn stan-
daardgrappen. Ik zei: „Als
u aanvechting mocht krij
gen om hier aan land te
gaan. komt u gegaran
deerd over duizend jaar te
rug als turf. En op die ma
nier helpt u dan ook nog
mee om tegen die tijd het
nijpende energievraagstuk
op te lossen". Ik moet zeg
gen, dat het beleggers
clubje allergenoegelijkst
reageerde".
De goed doorregen kapi
teinspet, die Wiedijk bij
nadering van een groep
natuurvrienden bliksem
snel opzet, is overigens
niet het enige hoofddeksel
waaronder hij zich vrijwillig
laat vangen. „In mijn pas
poort heb ik als beroep
..reclameadviseur" welis
waar laten vervangen door
„publicist", geeft hij mon
kelend toe, „maar dat
weerhoudt me toch niet
om regelmatig gastcolle-
ge's te geven op het ge
bied van marketing en de
functie van de reclame in
onze samenleving. Daar
naast schrijf ik in mijn vrije
tijd streekverhalen en boe
ken over de rijke historie
van dit gebied. Zoals ik u
reeds verteld heb zit ik te
genwoordig dik in mijn
vrije tijd en daarom schrijf
ik ook aardig wat af."
„Het reclamemuseum in
Blokzijl was ook een idee
tje van me. Reclamare
heette dat. Een aardig
heidje. Ach ja, een mens
wil toch iets zinnigs doen
met de dingen die hij ver
zamelt, niet waar. Ik had
me alleen verkeken op het
werk van een museumdi
recteur. Wilt u me geloven,
dat ik op het laatst niet
eens tijd meer had voor
aardige mensen. En dat
kon toch nooit de bedoe
ling zijn geweest. Dat mu
seum is dus alweer verle
den tijd. zoals u begrepen
zult hebben. Een deel van
de" collectie is verhuisd
naar het Persmuseum. En
wat overbleef kan men
straks bekijken in het Mu
seum voor Nering- en Am
bacht".
„Nee, ik geloof al zijn le
ven, dat ik het in de Weer
ribben helemaal geschoten
heb. Gelukkig heb ik een
vrouw die er net zo over
denkt en bereid is om met
me mee te stoeien. Narda
is nu net even weg met de
roeiboot. Achter ons huis
ligt een moerasgebied van
18 hectaren, waar nooit
een mens komt. Als ze
daar een uurtje geroeid
heeft, komt ze als herbo
ren terug".
„En zo is het ook met mij.
Ik heb u al enige malen ge
zegd dat ik een doenerig
baasje ben, dat graag tien
dingen tegelijk aanpakt. Ik
heb ook altijd de drang
gehad om verder te kijken,
omdat ik dacht dat het
daar misschien nog leuker
was".
„Maar ik ben nu toch
bang, dat ik uitgerekend in
de Weerribben zal blijven
hangen, totdat de dood er.
op volgt".
LEO THURING.
zaten
tq
t°gew<VoEL IK ME
zo gq
Dat is
-njENANGOF-DE
5 °P ZEVENDE RIJ
e veel mensen
den diep In hun hart
3 jachtige
'btschapplj niet
ten ontvluchten.
(irln het er vaak op
dat alleen
Istatie, concurrentie,
'us en zakelijkheid
Stellen? Een onzer
uren vond,
■cholen in het
rljsselse
turgebled De
vrlbben, zo'n
tksvogel. Een bezig
\sje, dat welzijn
Ien prestatie stelde.
stellen. Want niet
ireen bezit een
trend
lamebureau dat bij
loop een hechte
dering vormt
\rop een nieuw, vrij,
'r eigen Inzichten
richt bestaan kan
'den opgebouwd.
J geluksvogel. Maar
yblijtt een doenerig
1sje.