Judith
Krantz:
De vrouw
van 3,2
miljoen
KI
'aj
if
J
Willem Nijholt
als 73-jarige
Salieri bij
Haagse Comedie
„Op het
toneel be§
je soms E
zo alleen!
AMSTERDAM Het blonde, pop
perige dametje dat de deur voor je
open doet van een suite van het
Am8tel-hotel ziet er bij lange na
niet uit als de schrijfster van kei
harde bestsellers. Toch is ze dat.
En méér. Want de 51-jarige Ameri
kaanse Judith Krantz heeft inmid
dels 14 topprestaties in het Guin
ness Book of Records op haar
naam, waaronder een „all time re
cord" voor Amerika waar negen
uitgevers op een veiling vochten
om de rechten van haar tweede
boek „Prinses Daisy", dat ook net
in Nederland uitkwam. Het ge
vecht eindigde bij 3,2 miljoen dol
lar. Aanzienlijk meer dan het vori
ge record, dat met 2,5 miljoen dol
lar op naam van Godfather-auteur
Mario Puzo stond. Terwijl haar
eerste boek „Scruples" inmiddels
tot een televisie-serie is omge
smolten, die hier door de Tros aan
den volke vertoond wordt.
Je moet je die dingen wel heel ter
dege bewust maken wanneer je te
genover haar gaat zitten. Het kleine
blonde vrouwtje in mantelpak ziet
er eerder uit alsof ze een voortreffe
lijk resumé zou kunnen geven van
de problemen met de kruissteek bij
het handwerken. Maar haar boe
ken, zegt de Chicago Sun In Ameri
ka, hebben alles voor een bestsel
ler: „Grote vaart en spanning, op
windende erotiek, adembenemende
locaties en een prachtige heldin".
Judith Krantz slaat inmiddels de
benen over elkaar, trekt haar rok
kuis recht, en vraagt of de fotograaf
niet alvast z'n werk kan doen om
dat ze zulke rare gezichten trekt als
Judith Krantz: „Ik denk dat je mijn werk hedendaagse ro
mantiek moet noemen".
ze praat. Ze poseert vervolgens met
een glimlach die zo uit de diepvries
lijkt te komen en begint wat klaag
lijk over het slechte weer in Neder
land. Haar man heeft inmiddels een
verkoudheid die zij ook lijkt te krij
gen, en in de loop van het gesprek
blijkt dat ze uit angst voor erger
waarschijnlijk niet veel meer van
Amsterdam zal zien dan het hotel-
uitzicht en het Van Gogh-museum
Damesbladen
Hoe het allemaal begon? Judith
Krantz: „Ik deed al heel lang jour
nalistiek werk voor damesbladen
als McCalls en Cosmopolitan. Over
typische vrouwenproblemen. Maar
een boek, daar had geen haar op
m'n hoofd aan gedacht. Een be
vriende schrijfster. Sue Kaufmann
van Diary of a Mad Housewife",
had me zelfs gezegd: „Dank de lie
ve heer op je blote knieën dat je
geen romans schrijft. Dat is pure el
lende. Maar ik zocht vier jaar gele
den toch iets om te doen. M'n
zoons van 21 en 24 gingen het huis
uit, en je krijgt dan dat lege nest
syndroom. Misschien heeft het te
maken met de vlieglessen die m'n
man nam. Ik had grote angst voor
vliegen, maar begon er ook aan.
Die lessen heb ik verder maar gela
ten, maar over die angst was ik
heen. In diezelfde tijd begon ik te
schrijven. Eerst in het geheim. Want
ik wilde geen verwachtingen schep
pen en op m'n gezicht vallen. En
het gekke was: Ik vond 't fantas
tisch. Ik had me nog nooit zo goed
gevoeld. Ik liet een bevriende lite
raire agent lezen wat ik klaar had
en die zei: Als je wilt dat straks de
gezichten van alle vrouwen van
Amerika op het strand bedekt zijn
met jouw boek, geef mij dan de
rechten. Dat was „Scruples". Een
ongelooflijk succes. Ik was er
maandenlang beduusd van. Maar
het bleek wel een sneeuwbal die
aan het rollen ging".
Poezelig mooi
Haar tweede boek. Prinses Daisy,
vertelt de lotgevallen van de uiter
aard poezelig mooie Marguerite
Alexandrovna Valensky. Met als at
tributen zilvergouden haar en kool
zwarte ogen leeft ze een goudge-
stoffeerd jet set-leventje, móaar, er
is een geheim in haar bestaan. Het
lijkt een kasteelroman in de hoog
ste versnelling, sprookjesachtige
romantiek aangezwengeld met wat
hedendaagse sex. Judith Krantz:
„Er zijn mensen verontwaardigd ge
weest over de sex in m'n boeken.
Maar dat hoort er voor mij bij om
die karakters te beschrijven. Je
kent mensen pas als je ze ook
sexueel kent". En met een stem
vén stèl-je-voor: „Sommige mensen
denken dat ik dat allemaal zelf
meegemaakt heb. Die begrijpen
niet dat er ook nog zoiets als fanta
sie bestaat. Een journalist vroeg me
waarom Vietnam niet in Prinses
Daisy genoemd wordt. Een domme
vraag. Er wordt in Prinses Daisy
geen enkel hedendaags probleem
genoemd. Daar zijn andere boeken
voor. Mijn boek is pure glamour.
Geschreven voor mensen die ge-
zoen ga doen. Ik ben een zit^n
Ik heb wel diverse aanbieding^©
gen. Maar wéér musicals. \|nni
ook doe, ik neem eerst contMjn
met de Haagse Comedie. W^t$c
is toch wel fijn zo'n gezelsch^
een eigen stijl
bliek".
Kwarkpunt
Willem Nijholt speelt verdel
het seizoen in het HOT-theatf
eens een klassieke rol bij de|
se Comedie. Die van Tarty
Molière's gelijknamige b|
„Daar wil ik absoluut nog nij
dénken. Ik geloof wel dat di|
tuffe niet zo anders is dan
Ook een schijnheilige. Maa
komt wel als dit stuk goed zitf
speel pas goed na een voord
of twintig. Daar moet ik oc|
wennen. In de vrije produkties
je een maand lang try-outs,
heb je na twee try-outs al
mière". Willem Nijholt, die d<
topacteur Paul Scofield
dense creatie van Salieri niet
heeft („Gelukkig maar, wai
zou me alleen maar vréselijkj
ker maken") weet één ding
geval erg zeker: „Ik zal
wel voorgoed ophouden mei
pen. Want wat ik allemaal naj
moet werken: Een kwarj
een taartje, drie roomsoezei
aantal koekjes, een bonbon,
En dat is dan imitatie op het
pudding. Die Salieri vreet
En ik moet dat al tijdens de
ties doen. Om te oefenen <1
tekst niet in het gedrang kom
straks niet misselijk word tijd!
voorstelling".
„Amadeus", de strijd van i
delmaat tegen het genie, van F
tegen Mozart. „Een klassiek
zegt Willem Nijholt. „Ik weet
dat het over twintig jaar nog
speeld kan worden. Maaf i
moeilijk. Deze repetitie was 1 i
stoppen en overdoen. Voora
al die lichtstanden en die g
fragmenten. En dat is verscl
lijk. Je staat op het toneel je I
doen en je hoort: „Stop. Ovi
licht stond niet goed". Op zo l|
ment verlang je juist dat
iets zegt over wat jij aan h(
bent".
Willem Nijholt zucht: „Op het
ben je soms zo ontzettend a
I™
ietf
arl
:ei
jdj
ani
„Mijn boek is pure
glamour. Het is eenj»<
totale vlucht voor d!d<
problemen. Alles is ia
mooi".
tekenfilms „Fritz the caee
„Heavy traffic" is al bezig rbf
opzetten van een lange Tl
naar Prinses Daisy's lotgjst
Judith Krantz' nieuwe carriépe
al niet meer kapot na haar
boek. Als ze daarover beginfiei
haar koele verhaal opeen),
overtuigender: „Dit is eclT
meest opwindende in m'nfcte
Het besef dat je op je 48st>i
een tweede carrière kunt befd
Dat je iets aan kunt dat je neer
gedaan hebt. En dat is een
rijke ontdekking voor vrouyfiji
mijn leeftijd. Ik was eigenlijP
een provinciaaltje, dat allejjei
Angeles en een stukje Neflei
kende. Ik heb Texas geziertg
nu in Amsterdam en volgejm
ga ik naar Australië en Nieij
land. Dat maakt me net zo
als alle brieven van lezers" I
krijg".
Het zal Judith Krantz een
of de kritiek straks in Neder!
vinden dat haar boek maar
gedijde keukenmeidenromai
schrijf commercieel amusï
zegt ze. „Maar waarom niet.r
dat Victoriaanse auteurs alf
leefden hetzelfde soort boekl
den schrijven als ik. Ik wed[
dan óók sex-scènes zoudenP
ken, wat toen niet kon. Ik
Dickens in deze tijd óók beJ
geschreven zou hebben". Z^®!
tert zich nog even terwijl ze{
om me uit te laten: „Of ner
lijk niet. Ik denk dat Dickenj
films gemaakt had".
BERT Jj,
FOTO'S: CEES VE;10
Bestseller
schrijfster
begint tweede
carrière
na „leeg
nest-syndroom"
noeg hebben van al dat ellendige
televisienieuws en van hun verve
lende werk. Het is een totale vlucht
voor de problemen. Alles is mooi.
Er zijn geen problemen met geld en
het eten is steeds even heerlijk. Ik
denk dat je mijn werk hedendaagse
romantiek moet noemen. Dat komt
er het dichtste bij".
Rotzooi
Judith Krantz reageert licht veront
waardigd op de kritieken die haar
verwijten „rotzooi" te schrijven: „Ik
heb ook heel goede kritieken ge
had. Het is maar waar zo'n recen
sent van uit gaat. Ik weet best dat
er een enorme kloof zit tussen mijn
werk en Tolstoi's Anna Karenina. Ik
heb Engelse literatuur gestudeerd
dus ik weet wat er te koop is. Rot
zooi'schrijf ik niet. Als je een schaal
maakt tussen uitstekend en puur
slecht, dan kom ik in de afdeling
goed. Maar ik besef ook best dat
niemand over honderd jaar nog
weet wie Judith Krantz-was. Terwijl
ze Anna Karenina zullen blijven le
zen. Ik bereid mijn boeken goed
voor. Ik heb mappen voor de perso
nages, en daarin verzamel ik alles
waarvan Ik vind dat het bij ze past,
en dat me later moet inspireren bij
m'n beschrijvingen. Knipsels, foto's,
menu-kaarten. Want ik vind niet dat
een schrijver een lezer het bos in
mag sturen met: Ze zag er uit als
een Botticelli. Of als een Rubens.
Dat is niet eerlijk. Ik zorg dat ik
honderd procent weet van de ach
tergronden, al gebruik ik daar maar
één prgcent van. Voor Prinses
DEN HAAG De moord op Mo
zart, dat is het intrigerende onder
werp van „Amadeus", het stuk
van de succesvolle Engelse to
neelschrijver Peter Shaffer (o.a.
van Equus), dat de Haagse Come
die zaterdag a.s. in première
brengt. Hoofdpersoon ih het stuk
is niet zoals de titel suggereert
Wolfgang Amadeus Mozart zelf,
maar de Italiaanse componist An
tonio Salieri, een veel mindere
grootheid, die volgens in het mu
zikale verleden rondwarende ge
ruchten Mozart met gif om het le
ven gebracht zou hebben. Peter
Shaffer maakt zich niet druk over
het waar of niet waar van die acht
tiende eeuwse roddels (trouwens
in 1832 al eens behandeld door
Poesjkin in een versdramaatje),
maar zet een oude Salieri op de
planken die aan het eind van zijn
leven nog eens op de gebeurtenis
sen terugblikt. Een Salieri die bij
het Haagse gezelschap merkwaar
digerwijs gespeeld gaat worden
door Willem Nijholt. Nijholt, veel
zijdig als acteur, showman, musi
cal-ster, voor het eerst sinds 10
jaar niet meer in een vrije produk-
tie en op de serieuze planken,
waar hij zijn laatste klassieke rol
in Romeo en Julia bij het Nieuw
Rotterdams Toneel speelde. Tot
nog toe voornamelijk als de on
vermijdelijke jeune premier van
de musicalwereld over de planken
dollend en nu opeens helemaal
serieus. Nijholt: „Ik was het een
beetje beu om altijd maar de jon
ge, vlotte jongen uit te hangen.
Daar werd ik naar mijn gevoel een
beetje te oud voor. Ik wou einde
lijk wel eens iemand van m'n ei
gen leeftijd spelen. Iemand van
veertig". Hij grijnst er onmiddellijk
achteraan. Want hij is inmiddels al
weer enkele jaren die veertig ge
passeerd en bovendien begint hij
zijn rol als Salieri op de respecta
bele leeftijd van 73 jaar.
Willem Nijholt komt vermoeid van
een hele dag lang repeteren de
schouwburg uit: „Het is een be
hoorlijke overgang, van de musical
naar het repertoire-toneel. Vooral
die tekst. Lappen en nog eens lap
pen. Maar ik ben blij dat ik het ge
daan heb. In die vrije sector krijg je
een etiket opgeplakt waar je moei
lijk af komt. Toen de Haagse Come
die me polste voor die rol. heb ik
dat onmiddellijk met beide handen
aangegrepen. Doen Willem, dacht
ik, zoiets krijg je niet een twee drie
nog eens aangeboden". Willem Nij-
Daisy heb ik me verdiept in de we
reld van de televisiereclame. Zijn je
achtergronden goed, dan zijn je ka
rakters ook geloofwaardig. En ik
begeleid m'n boeken. Ik bekijk hoe
ze er uit zien de Nederlandse
omslag is trouwens beter dan de
Amerikaanse en ik praat veel
met boekhandelaren. Daar leer je
meer van dan van kritieken. Want
zij weten of de koper tevreden was
of niet. Ik heb nog nooit een slecht
advies van een boekhandelaar ge
had".
Provinciaaltje
Er is weinig in te brengen tegen het
betoog van Judith Krantz. Tenslotte
stellen de verkoopcijfers haar in het
gelijk. Haar echtgenoot Steve
Krantz, een Hollywood- producer die
o.a. verantwoordelijk was voor de
holt is zijn engagement bij de Haag
se Comedie vorig seizoen al begon
nen als regisseur. Een overgang
van de musical naar het klassieke
toneel via de regie van „Hollywood,
Hollywood" in het HOT-theater. Een
stuk van Christopher Durang, die
erin laat zien hoe de clichés van de
Amerikaanse filmcultuur de levens
patronen van hele generaties zijn
gaan beïnvloeden en vertekenen.
Hij is nog altijd tevreden over die
regie: „Het was erg leuk werken en
het heeft het goed gedaan. Al kent
het publiek hier die filmcultuur nau
welijks. Ik zag in een bioscoop in
San Francisco deze zomer hele se
ries films rond sterren als Bette Da-
vis en Rosalind Russell. En dan
merk je dat zelfs de naam van een
kostuumontwerpster als Edith Head
in de titelrol al met applaus wordt
begroet".
Son etlumière
Willem Nijholt: „Het stuk gaat ei
genlijk over Salieri en het noodlot.
Hij heeft een afspraak met God ge
maakt dat hij de allerbeste zal zijn,
en dan komt opeens Mozart. En in
hem herkent hij het genie dat hij
zelf niet bezit. Hij heeft wel werelds
succes en wordt meer gespeeld dan
Mozart. Maar hij weet heel goed
dan diens muziek vijf keer beter is.
Wat heet, dat hij niet aan hem tip
pen kan. Hij voelt zich verraden,
want in Mozart herkent hij de stem
van God". De rol van het muzikale
genie Wolfgang Amadeus wordt bij
het Haagse gezelschap vertolkt
door de jonge acteur Hans Hoes.
Een Mozart die Peter Shaffer vooral
heeft ingevuld volgens de gegevens
uit zijn brieven. Willem Nijholt: „He
lemaal niet zo'n serene figuur als je
wel zou denken. Maar iemand die
het leuk vindt om veel poep en pies
te zeggen. Het stuk speelt zich ei
genlijk in het hoofd van Salieri af.
Hij staat in een volgspot en vertelt
het publiek dat er geruchten zijn
dat hij Mozart vergiftigd heeft. Is
dat waar? Nee, zegt hij, ik heb zijn
léven vergiftigd. Want dat kan ook.
Ik begin als 73-jarige. En stap di
rect daarna 31 jaar terug. Ik
schmink me niet oud, want daar is
geen mogelijkheid voor. Salieri
stapt namelijk voortdurend in en uit
de handeling, naar het verleden en
terug. Maar ik heb wel een grijze
pruik en ik ben mat geschminkt.
Dat kan, want Salieri was al jong
die gortdroge, kleurloze figuur. En
af en toe trek ik een oude kamerjas
aan. Guido de Moor regisseert het
niet zo realistisch. Ik mag best de
acteur laten zien. Laten zien dat ik
een oude man spéél. Het is een
echte komediantenrol. De muziek
van Mozart die je te horen krijgt, is
ook niet precies nagespeeld. Echte
Mozart-kenners zullen hun wenk
brauwen even fronsen, want com
ponist Jurriaan Andriessen heeft er
geluidstechnisch iets mee uitge
haald. Die muziek en het licht zijn in
deze opvoering ontzettend belang
rijk. Den Haag heeft eindelijk z'n
„Son et Lumière", heb ik al ge
zegd". En als antwoord op mijn
vragend opgetrokken wenkbrau
wen: „En dat bedoel ik niet nega
tief. Het is erg functioneel".
Haat
Er zijn duidelijk verschillen tussen
het gesubsidieerde toneel en de
musical-wereld van de vrije produk-
tie die Willem Nijholt uitentreuren
kent. „Daar heb je zó'n keiharde in
zet nodig. Een aantal toneelspelers
zou daar best van opkijken. Een
choreograaf als Paddy Stone maak
te je kapot. Die ging net zo lang
door tot je dacht: Ik haat 'm, ik haat
'm. En als je dan klaar was, storm
de Paddy op je toe met een „Fan
tastisch. I love you". Maar ik hèót
jou, zei ik dan. En dan lachte hij
weer: Rustig maar, dat wéét ik. Zul
ke mensen kennen wij in Nederfand
niet. Dat is typisch Amerikaans. Ik
was hier dan wel de ster, maar in
Amerika zou ik pas op de veertigste
rij mogen meedansen". De over
stap van Willem Nijholt naar het
klassieke toneel, heeft al heel wat
journalisten uit den lande verwon
derd naar Den Haag gelokt. Willem
Nijholt: „Ik krijg vragen als waarom
doe je dat eri waarom speel je geen
geëngageerde rollen. Dan word ik
heel erg kwaad. Me dunkt dat ik
mijn deel daarvan gehad heb. Wat
denk je van Foxtrot? Homofilie, cri
sis en abortus. En dat allemaal in
één musical. Kan het geëngageer-
der? Ik geloof trouwens meer in dat
soort engagement voor een groot
publiek, dan al die groepen met een
waarschuwende vinger in de lucht.
Ik weet nog niet wat ik na dit sei-