'Ik tennis liever maar ik bridge beter
Peter
Looijestein
mikt op
de 500ee-klasse
Boekelogoed voor ruiter en paarc
HANS VERGOED:
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 11 OKTOBER 1980 PAGINA
PO
IJ
VALKENBURG Een wandeling van het „inderdaad
practisch lege middenklasse hotel" naar het casino, waar in
het Cocardecentrum de bridgetafels staan opgesteld, geeft
een goed beeld van wat Valkenburg eigenlijk is: een lief
provinciestadje, koketterend met zijn kleinheid, met hier
en daar een knipoog naar het mondaine leven dat er wel de
gelijk is. Vooral de Braziliaanse bridgers moeten nog steeds
een glimlach onderdrukken als ze naast het casino de met
enorme letters aangegeven Riverside Club zien staan. Bij
die naam die zo pretentieus verwijst naar de rivier, denken
de Brazilianen eerder aan de kolkende watermassa's van de
Amazone dan aan de Geul, die als een armzalig stroompje
de Riverside Club aan twee kanten passeert. Eenmaal in
het Cocardecentrum groeit het ontzag voor de organisatoren
van de Bridge Olympiade, die bij een uitsluiting van Zuid
Afrika nooit aan Nederland zou zijn toevertrouwd. Tiental
len bridgepartijen kunnen over de schouders van de deelne
mers worden gevolgd. De partijen van de Nederlandse
teams worden in diverse zalen via teletekstapparatuur in
kleur uitgezonden. Dat wil zeggen, via symbolen en cijfers
wordt noord, oost, zuid, west de kaartsymbolen aangegeven
en worden alle slagen vermeld, die gemaakt zijn. Dit is een
unieke technische bijdrage, wat een compliment voor de Ne
derlandse organisatie genoemd mag worden. In de gezellige
Scalazaal volgen zo'n 1000 mensen dag en nacht via een
enorm scherm de partijen van de Nederlanders, waar door
middel van een telepotlood door experts de partijen direct
geanalyseerd kunnen worden en gevolgd.
Als één ding duidelijk wordt,
is het wel dat bridge op dit ni
veau als pure topsport wordt
bedreven. Twee weken lang
moeten de spelers van 's och
tends negen uur tot vaak 's
nachts een uur strijd leveren.
Rokend, drinkend, amper tijd
hebbend voor een frisse wan
deling, voortdurend onder
hoogspanning prestaties leve
ren, zo brengen zij hun dag
door terwijl zij links en rechts
de zenuwslopende gegevens op
de TV-schermen kunnen vol
gen, waardoor de concurrentie
in de gaten kan worden ge
houden. De reactie na midder
nacht is logisch. Niemand kan
direct slapen. Er wordt nage
kaart. Zelf noemen ze dat lie
ver analyseren, en dan lokt de
Bonne Etoile, de late bar van
het casino, waarin de Jamaica-
nen gretig een Bols-rum uit
proberen. Opmerking van de
barman: „Die bridgers, daar
hebben we een goeie aan.
Vooral met sterke drank. Niet
met bier". Het Nieuwzeelandse
damesteam is daar iedere
nacht tot sluitingstijd (4 uur)
blijven nagiechelen om de
spanningen kwijt te raken. Op
die manier wordt zo'n evene
ment echter wel een slijtage
slag, waarin alleen de sterke
ren overeind blijven.
Eigen systeem
Het Nederlandse koppel
Kreijns/Vergoed lost de span
ningen op eigen wijze op. Hans
Vergoed, strak van de zenu
wen toen de halve finaleplaats
bijna ten gunste van Canada
Hans Vergoed (links aan de tafel, met bril) :„Het voor eigen publiek bridgen is in ons voordeel geweest". Tegenover Vergoed zijn partner Kreijns.
werd verspeeld, is 's avonds
weer wat hersteld van de
schok. „Ik neem partijen na
afloop altijd nog even door,
terwijl Kreijns direct na afloop
ontspannen in slaap kan val
len".
Van de drie Nederlandse
teams in Valkenburg volgen
Vergoed en Kreijns een beetje
hun eigen systeem. Zij trekken
zich minder aanvan de uit
voerige systemen van hun
coach Benito Garozzo, „de
laatste der Italianen", die on
langs gezegd zou hebben, dat
zijn hart meer naar het noor
den trekt. Hans Vergoed:
„Nou, vergeet het maar gerust.
Garozzo is nog steeds te veel
speler en te weinig coach om
zich echt voor de Hollanders
te interesseren. Als we win
nen, krijgen we van onze
sponsor Volmac ieder 10.000
gulden. Maar hij het dubbele,
20.000 gulden. Dat is zijn enige
vreugde bij een eventuele Ne
derlandse zege".
„Ik geef toe dat Garozzo voor
al de Nederlandse dames op
een hoog peil gebracht heeft.
Zijn bridgesystemen zijn ech
ter erg ingewikkeld en het
kost jaren voordat je die hebt
aangeleerd. Maas en Zwaan
spelen wel dat systeem, en
hebben daar profijt van.
Kreijns en ik hebben geen tijd
voor al die ingewikkelde lang
durige toestanden, we hebben
hooguit twee of drie drfigetjes
van Garozzo geleerd. Ik speel
niet graag in de trant van: si-
tuatie-x, dan denken aan blz.
42 regel 3, tip 5 een bepaald
systeem toepassen. Ik wil leuk
spelen, maar natuurlijk wel
„Het voor eigen publiek brid
gen is in ons voordeel geweest.
Je speelt vrijer, je bent gesti
muleerd. Toch, als je zo'n hal
ve finale haalt, wordt dat
overschaduwd door een aantal
stomme dus onnodige nederla
gen. Daar kan ik me aan erge
ren. Ik kan erg fel zijn. Brid-
gepartners praten vaak op
geërgerde toon met elkaar.
Dat is onvermijdelijk. De Ita
liaanse ploeg, die hier een
orme afgang beleeft, zit in
jn hotel en ik hoor ze de
dag keihard ruzie ma-
hele
Amateuristisch
Hans Vergoed schiet ook en
kele kritische pijlen af naar
het bridge in Nederland en de
bond. „Ik vind het een beetje
amateuristisch gaan. Spelen
we gewoon in Nederland, dan
moeten we inschrijfgeld beta
len. In welke sport hoeft dat
nou. In geen andere sport be
hoeft een Nederlandse topspe-
ler zoiets te doen. We zitten nu
hier met het Nederlandse team
in Valkenburg voor slechts
half pension. De rest moeten
we zelf betalen. Als we naar
buitenlandse toernooien gaan
moeten de verblijfskosten en
inschrijfgelden door middel
van onze sponsor Volmac wor
den gefinancierd. Al met al
kost ons dat toch aardig geld.
En de bond niet".
De NBB telt 30.000 aangeslo
ten leden - vermoed wordt dat
het tienvoudige in Nederland
aan bridge doet - en is daar
mee notabene de een na groot
ste bridgebond ter wereld.
In tegenstelling tot de meeste
andere topbridgers doet Hans
Vergoed veel aan zijn lichame
lijke conditie. Hij rookt noch
drinkt, en is een uitstekende
tennisser. Vooral zomers kan
hij maar moeilijk van tennis
naar bridge overschakelen.
„Zomers speel ik veel te wei
nig, slechts een keer in de
week. Ik tennis liever, maar ik
bridge beter, dus moet ik me
toch iedere keer selecteren
Ziedaar
Valkenburi
Een telefoontje naar 1
VVV Valkenburg. „2(
er nog kamers vri
„Nee", luidt het besh
antwoord, „alle hot
zijn vol". Dat blijken
eerste klassehotels
zijn. Het VVV: „V kêi
toch voor de Brii -n
Olympiade? Mag het ot
een middenklasse hoi
zijn? Die staan leef**'*
Ziedaar Valkenburg, fjcces
stadje in Zuid Limbu reni
is niet voor niets een U wil
ristische grootmacL on
Men verstrekt net zo t ,i
makkelijk een fricandr}
aan een jochie op
als een fiche aan een «t
sinobezoeker of een si V0€
bistiseh antwoord aan (niei
bridger. De 600 deelt
mers uit de 58 versch
lende landen, die aap
Bridge Olympiade m< lij*.
doen, hebben het ge» 'te 1
ten. De Nederland m v
Bridge Bond (NBB) hi- J1"
het evenement wel vro >rd
aangekondigd In V, a
kenburg - Den Haag é,da
Amsterdam waren ved r
te duur - maar verzuin !St
direct kamers te boektf^ë
De horeca van Valke
burg greep die goudt Êen
kans aan door ogenblifj 1
kelijk de periode van hy
evenement, 27 septembt^'1
tot en met 11 oktober, t1 b(
hoogseizoen uit te roept *5
en de prijzen overee1 h
komstig te verhoge1S,
Deze week ontdekte i
Panamese chef d'équijP
dat de NBB zelfs nt d<
meer in rekening braet^m
dan sommige hotels c
hun kaarten voor de fgsi
men hadden staan. En t rei(
veel onderhandelingt VO(
tussen de Wereld Bridj :he
Federatie en de NBB z >av
de laatste de verschilh
moeten terugbetalen aa ge
de deelnemers.
ap
voor het Nederlands team wil
ik in de wintermaanden naar
leuke toernooien worden uit
gezonden".
Hans Vergoed (27), die volgen
de week zijn loopbaan als apo
theker start, kan desgevraagd
maar een klein voorbeeld van
vals spelen melden in deze
Bridge Olympiade. „Bij kla
verjas mag je iemand in ver
warring brengen door als je
maar één speelmogelijkheid
hebt toch na te denken alsof er
meer kansen zijn. De ethiek
van het bridge laat dat niet
toe. Een Panamees speelde dit
„koffiehuisbridge" tegen mij
toen hij een singleton, de enige
kaart die hij had in die kleur,
moest opgooien en toch na
dacht alsof hij er meer /el
Een leek merkt dat niet, zdfu
duurt maar een fractie itu
een seconde te lang. Maark e
mag niet. De vele omstanjd
zagen het echter en de P$ 1
mese chef d'équipe bood ni
loop zijn verontschuldigiiftit
aan". [fu
Vals spelen in de finale r'
met of zonder Nederland -pn
mogelijk. Het bieden geschfn
met kaartjes en de partj^®
zijn zowel boven als ondef"
tafel door een scherm van?
kaar gescheiden. Een sot.
kan nu alleen zijn tegens^l
der schoppen,
uei bcuuppeii, maai aai
beurt - nog - niet in de brkr*
sport.
HERMAN JANSEN e"
GROTE VIER" GEWORDEN „GROTEDRIE" IS
EXCESSEN IN MILITARY HOEVEN NIET
Peter Looi jestein wil naar de populairste klasse
BREEZAND In de wereld van het
motorracen wordt sinds een aantal ja
ren met ontzag gesproken over de „gro
te drie": Wil Hartog, Boet van Duimen
en Jack Middelburg, die in de konings
klasse, de 500cc, zelfs op wereldniveau
een behoorlijke partij meeblazen.
Sinds enkele weken is de term „grote
drie" uit de mode geraakt en veranderd
In „grote vier". Peter Looijesteijn is de
coureur, die er plotseling geheel bij-
hoort en voortaan op hetzelfde ontzag
kan rekenen als Boet, Wil en Jack.
Oorzaak van die positieve ontwikkelingen
rond Peter Looijesteijn is zijn geweldige
presteren in de KNMV Cupraces, een ver
vangend evenement voor de afgelaste ra
ces om het Nederlands kampioenschap.
Looijesteijn startte in de eerste race in As
sen (7 september) met twee overwinnin
gen, haalde een week later in Zandvoort
zelfs drie zeges binnen (125, 250 en 350
cc), in Mettet (België) volgde zijn zwakste
serie (slechts één zege) en in Nijvel (Bel
gië) deed hij weer enorm van zich spre
ken door wederom in drie klassen de zege
op te eisen.
Vooral het sturen van Looijesteijn in de
350cc, waarin hij evenals de 125cc de
KNMV Cup al binnen heeft, heeft veel
opzien gebaard. Tot vóór Assen had Peter
Looijesteijn nog nimmer op zijn machine
gezeten maar hij haalde ondanks dat ge-
rek aan ervaring zo maar de zege bin-
hen. De vaderlandse motorsportwereld, de
laatste jaren toch wel verwend, stond per
plex van die prestatie en sindsdien be
hoort Looijesteijn bij de „grote vier",
fiet doet de coureur uit het Noordholland
se Breezand nogal wat, een dergelijke
kwalificatie. „Het zijn toch jongens waar
ik altijd tegenop gekeken heb. Ik kan het
niet anders zien dan dat ik -eindelijk er
kenning heb gekregen", aldus Looijes
teijn.
Die erkenning is voor hem inderdaad ta
melijk lang uitgebleven. Niet vreemd ove
rigens want knap presteren in Grote Prij
zen en daaraan verbonden klassementen
voor de wereldtitel (bijvoorbeeld een vijf
de plaats in de WK 50cc in 1979) werd te
vaak afgewisseld met valpartijen.
Eerder
Looijesteijn schuwt het risico niet. Een
valpartij hoort er bij, is zijn filosofie. Toch
weet hij ook dat je zonder vallen eerder
aan de finish bent. Na een voorseizoen,
dat met „vallen en opstaan" verliep als
het voorgaande, zette Peter Looijesteijn de
laatste maanden een opmerkelijke, zekere,
opmars in met als voorlopig hoogtepunt
zijn twee KNMV Cups, waaraan nog een
derde toegevoegd kan worden als Looijes
teijn de laatste race op Zolder (19 oktober)
de 250cc rustig uitrijdt. Meer inspanning is
voor die titel niet vereist.
Looijesteijn wil nog wel wat kanttekenin
gen plaatsen bij zijn reputatie als „afstap-
per", die hij nu eindelijk kwijt lijkt te zijn.
„De overstap van de lichtere klassen naar
bijvoorbeeld de kwartliters vereist nogal
wat aanpassing. Daar ben ik wel eens te
gemakkelijk overheen gestapt. Ik wil
graag meteen erg hard. Verder hebben we
in de 125cc tot halverwege dit seizoen niet
de beschikking gehad over slickbanden.
Met de profielbanden was vooral het slij
tageproces onvoorstelbaar, met het gevolg
dat je zonder waarschuwing plotseling on
deruit ging."
Vaarwel
Ondanks de vorderingen, die Looijesteijn
in de 125cc heeft gemaakt, zegt hij die
klasse al weer spoedig vaarwel. Volgend
seizoen zal hij slechts té vinden zijn op 250
en 350 cc-machines. Hij voert verschillen
de gronden aan, waarop hij die beslissing
heeft genomen. „Financiëel is 125cc duur
der dan de middenklassen. De machines
zijn erg kwetsbaar en je moet vreselijk
veel geld investeren om ze enigszins be
trouwbaar en snel te krijgen. Verder ben
ik met mijn grote lichaam toch in het na
deel op zo'n licht fietsje. Dat nadeel geldt
voor 250 en 350 een stuk minder. Boven
dien is er weinig verschil tussen het be
sturen van een 250- en 350cc-machine. En
dat is alleen maar bevorderlijk voor je
De laatste reden, die Looijesteijn aanvoert,
duidt meteen aan waar dit coureurstalent
in de toekomst heen wil: de 500 cc. „In
derdaad, in die klasse wil ik over een paar
iaar rijden. Momenteel kom ik als Neder
lander niet aan bod in de 500cc. Met Jack,
Wil, Boet en Willem Zoet is de koek op.
Ook Henk de Vries staat nog pp de wacht
lijst. Grand Prix-organisaties staan niet te
dringen om een vijfde of zesde Nederlan
der. Daarom moet je je deelneming op een
andere manier afdwingen. Als je een
plaats bij de eerste tien van het wereld-
Kampioenschap 250cc weet te bereiken,
betekent dat automatisch een start voor
het seizoen daarop in de 500cc. Mijn stre
ven is dus gericht op zo'n „eerste tien"-
prestatie bij de l^wartliters."
„Tijdens trainingen voor de Engelse
Grand Prix op Silverstone wist ik met
mijn 250-machine de vijfde startplaats te
bereiken. Daarmee werd voor mij beves
tigd, dat ook Nederlanders in die klasse
goed kunnen presteren. Als de voorberei
ding op het komende seizoen goed ver
loopt, moet ik dicht bij de eerste tien kun
nen zitten."
BOEKELO Zelden zal
met zoveel belangstelling
uitgekeken zijn naar een mi
litary als die van Boekelo.
Niet alleen omdat het de
tiende editie betreft en een
ongekend sterk deelnemers
veld op 23 oktober aan de
start verschijnt, maar na
Moskou en Fontainebleau
heeft „Boekelo" de moge
lijkheid te bewijzen dat mi
litaries niet bij voorbaat in
excessen hoeven- te eindigen.
Vooral na Fontainebleau -
waar maar liefst zes ruiters
na de uithoudingsproef in
het ziekenhuis belandden en
het paard Bravio van de Ar
gentijn Ortilli het genade
schot kreeg nadat het bij een
zware val het rechtervoor-
been had gebroken - laaiden
de discussies over de toch al
vaak omstreden militarys-
port hoog op. De Duitse Hip
pische Bónd deed de interna
tionale federatie VEI een
aantal voorstellen om die
renmishandeling bij inter
nationale militaries te voor
komen. Zo voelen de Duit
sers er veel voor het aantal
weigeringen en vallen,
waarna een combinatie uit
de uithoudingsproef wordt
gehaald, te verminderen.
Een regel waar tijdens de
Military van Luhmülen al
mee werd proefgedraaid.
Tijdens het Military-festival te
Boekelo van 23 tot en met 26
oktober wordt geen gebruik
gemaakt van de nieuwe voor
stellen, die in de jaarvergade
ring in december door de VEI
.worden besproken. Dat lijkt
ook niet nodig. De Military
van Boekelo, die de naam
heeft goed te zijn voor ruiter
en paard, zal ook dit jaar de 92
combinaties uit 12 landen niet
opzadelen met onoverkomen-
lijke opgaven. Verantwoorde
lijk daarvoor is parcoursbqu-
wer Jan Stokkentre, die welis
waar massief en zwaar bouwt,
maar ook dit jaar erin is ge
slaagd een uitnodigend par
cours samen te stellen.
„Natuurlijk kun je niet voor
iedereen een goed parcours
bouwen. Je weet namelijk
nooit welke rüiters je op je dak
krijgt", aldus Jan Stokkentre,
die voor de achtste keer met
de samenstelling van de cross
was belast. „Daarom kun je
ook niet stellen dat de par-
coursbouwer alleen de verarit-
Europees kampioen Nils Haagensen in actie tijdens de „onmenselijke" military i
Fontainebleau.
woordelijkheid draagt. De
schillende bonden en de rui
ters hebben ook een grote ver
antwoordelijkheid over het al
dan niet starten in de interna
tionale cross. Het voorstel van
enkele bonden om een groep
deskundigen aan te stellen, die
gaat bepalen welke combina
ties rijp zijn voor belangrijke
wedstrijden, is dan ook een
middel om fouten als met de
Argentijnen in Fontainebleau
te voorkomen."
Positief
Voor Boekelo, en dan speciaal
wat betreft de cross - het
zwaarste en vaak beslissende
onderdeel van de military -
zijn ook diverse veiligheids
maatregelen genomen. Zo heb
ben een Nederlandse keuze
commissie en enkele gerenom
meerde ruiters de mogelijk
heid gehad het prachtig in het
bos gelegen parcours te beoor
delen. De meningen waren, e-
venals voorgaande jaren, una
niem positief. Veelvoudig win
naar Horst Karsten verklaarde
bijvoorbeeld: „De grote winst
van Boekelo is dat het een na
tuurlijk terrein met wallen en
sloten is, waar de ruiters
steeds geconcentreerd moeten
rijden. In Fontainebleau ech
ter heb je een vlak terrein
waar ruiters steeds voluit kun
nen gaan, met als gevolg dat
de mindere combinaties al bij
•- de tiende hindernis vermoeid
zijn
Inderdaad zijn de hindernissen
door Jan Stokkentre zo opge
steld, dat ze onopvallend zijn
weggestopt in de landelijke
omgeving. Ofschoon een aan-
,tal opvallende hindernissen,
zoals de pen and sheepwash
die vijf jaar dienst heeft ge
daan, werd vervangen, is dit
niet ten koste gegaan van de
aantrekkelijkheid van het par
cours. Integendeel zelfs, het
6175 meter lange en 29 hinder
nissen tellende parcours oogt
nog fraaier dan in voorgaande
jaren. „Wellicht dat het door
de veranderingen iets zwaar
der is geworden", merkt Jan
Stokkentre op. „Niet omdat de
hindernissen hoger of breder
zijn geworden maar doordat
de combinaties de meeste hin
dernissen niet kennen is het
misschien moeilijker te rij
den".
De military van Boekelo, die
buiten de EK- en WK-wed-
strijden het meest in trek is bij
de internationale ruiters, zal
dan ook dit jaar een sterke
winnaar opleveren omdat de
elite van de militarysport in
Boekelo acte de présence zal
geven. Eén van de favorieten
voor de zege is de Europese
kampioen van het vorig jaar
en eind augustus winnaar van
Fontainebleau, Nils Haagen
sen. De Deense ruiter die mët
Cheers Danheat rijdt, kan on
getwijfeld op hevige tegen
stand rekenen. Weliswaar^
de organisatie niet de verrp
sende winnaar van het to|.
jaar, de jonge Fransman (fe
vier Depagne, als deelnerL
begroeten omdat zijn paf
kreupel is, maar het veld f
wel gerenommeerde ruiters h
de Engelse amazone Jif
Bradwell, de Duitser Hoi
Karsten, Pascal MorvillJ
(Frankrijk) en Mark Phillij
die zich vorig jaar, gadege:
gen door echtgenote prinl
Anne, dit jaar eveneer
partij, vlak achter
Olivier Depagne op een c
kende tweede plaats klass
de. Een opvallende prestaf
leverde tijdens de negen;,
editie van Boekelo evened
Eddy Stibbe die, nadat hij J
de dressuur de eerste pla*
had ingenomen, uiteindelf
beslag legde op de zesde posij
in het algemeen klassement
zich daardoor Nederlaft
kampioen mocht noemen.
echter zondagmiddag 26 okj
ber voor Stibbe opnieuw Ij
Wilhelmus door het met fraï
herfstkleuren getooide TezinJ
bos zal klinken, moet wordt
afgewacht want hij zal daï
voor o.a. Martin Lips m
Baby Face achter zich moeti
laten.
De toeschouwers, onder
hoogstwaarschijnlijk p»
Bernhard, mogen dan ook
spannende, maar bovenal fai
tleijde Internationale MiliW
Boekelo verwachten.