1 Z De natuur van Arthur Stam bij galerie Denise Stephan De mystiek van Fred Hansen LEIDSE BIOSCOPEN Drie Leidse kunstenaars in „De. Lakenhal" Modeprenten tentoongesteld in Voorschoten 'Pussycat' En verder Japanse bloemsierkunst in Lissese 'HuysOever' LEIDSE COURANT VRIJDAG 10 OKTOBER 1980 PAGINA 9 VOORSCHOTEN Mo deprenten zijn genoeg zaam bekend. Vooral de Franse ingekleurde gravu res en litho's van elegante dames die de laatste mo desnufjes tonen uit de 18e- of 19e eeuw komt men nog overal tegen. Minder be kend zijn de etsen van de 17e eeuwse tekenaar en et- ser Wenceslaus Hollar. In zijn tijd was Wensel Hol- lar de enige grafische kun- stenaar die dameskleding nauwkeurig in etsen weer gaf. Waarschijnlijk niet •met hetzelfde doel als de modeprenten van twee eeuwen later, maar voor ons zijn ze 'een schitteren de documentatie over de gangbare mode in Hollars tijd. Omstreeks 1640 maakte hij een serie etsen van 26 stuks onder de titel Ornatus Mu- Uebris-Weibliche Trachten in ganzen Figuren. Plus de serie Aula Veneris; honderd etsen van klederdrachten uit "heel Europa. Het formaat van de etsen is ongeveer 13 bij 7 cm. en 9 bij 6 cm. Men veronderstelt dat Hollar op zo kleine formaten tekende en etste, omdat hij maar met één oog kon zien. Verder verscheen een serie van vier seizoenen, gezichten op Lon den met op de voorgrond da mes in kleding passend bij het seizoen. Deze serie is ook in bezit van de Engelse ko ningin. Het meest opzienba- l^rend was wel een serie van zes bladen met mofjes. Een merkwaardig onderwerp voor prenten, maar voor de liefhebber van grafische kunst stuk voor stuk juweel tjes. Verfijnd De etsen van Hollar zijn van een ingetogen genialiteit; pure etsen maar uitgevoerd met een nauwkeurigheid en een zorgvuldige afwerking, die kenmerkend is voor een gravure. Toch zijn de Hollar etsen zeer verfijnd en vooral de landschappen hebben vaak een sprookjesachtige sfeer. De nauwkeurigheid komt vooral tot uiting in de modeprentjes. Op de mofje- setsen zijn de bonthaartjes bijna te tellen, terwijl de kostuumprenten zo fijntjes zijn uitgewerkt dat men de soort stof waarvan de kle ding is gemaakt, onmiddel lijk herkent. Bovendien was Wenzel Hollar een zeer ijve rig man; hij maakte meer dan 2500 platen. Beschermer Wie was die Wenzel Hollar? Volgens de overleveringen een zeer beséheiden, stille jongeman toen hij op 29-jari- ge leeftijd de Engelse gezant Graaf Arundel ontmoette. Hollar was op 13 juli 1606 in I?raag geboren en was in 1636 in Frankfurt leerling van de grote graveur Matt hias Merian. Graaf Arundel zou zijn leven drastisch ver anderen. Deze kunstlieven de en zeer rijke heer zag wei wat in het talent van Hollar en bood hem aan hem op zijn vele reizen te vergezel len om tekeningen en etsen te maken van de steden die zij bezochten. Zo ontstonden o.a. gezichten van Praag, Wenen, Nurnberg, enz. In 1637 vertrok de graaf weer naar Engeland en nam Hol lar mee. In zijn huis richtte hij een atelier in en vroeg Hollar een aantal etsen te maken van zijn verzameling schelpen, slakken, vlinders en libellen. Hollar kreeg veel erkenning in Engeland. Hij werd zelfs benoemd als tekenleraar van de Prins van Wales. In die tijd ontstonden ook de kostuumprenten en de serie seizoenen. Toen door politie ke omwentelingen in Enge land graaf Arundel niet lan ger voor Hollar kon zorgen, vertrok Wenzel naar Ant werpen, waar hij in het jaar 1644 in het Gilde trad. In 1652 keerde hij weer naar Engeland terug. Daar wacht te echter geen rijke bescher- mer meer, zodat hij de kost verdiende met etsen in op dracht van boek- en kunst handelaren. Deze eisten ech ter zo'n grote produktie van hem, dat dat duidelijk ten koste ging van de kwaliteit. In 1673 vertrok hij naar het Noorden van Engeland, waar hij een aantal stadsge dichten maakte. Het geluk had zich echter van Hollar afgewend en in het jaar 1677 stierf hij te Ldnden onder zeer kommervolle omstan digheden. Nu in onze tijd wordt het werk van Hollar zeer ge waardeerd. Zijn vakman schap als graficus komt niet alleen tot uiting in zijn oor spronkelijk werk, maar ook in de vele etsen die hij. maakte naar schilderijen en tekeningen van o.a. Rubens, Vranx, de Vadder, Gerard Terborch. Een aantal van Hollars modeprentjes zijn te zien en te koop bij E. de Keuning-Oude Prenten, Mo lenlaan 2 te Voorschoten. In Lido III draait deze week een oude comedie. Met Romy Schneider, een jeugdige Raquel Welch, Peter Sellers en Woody Allen. Hier een scene uit de film met Peter O' Toole en Romy Schneider. LUXOR American Gigo lo (16) Een naar het dames bladen-genre overhellende film over een Amerikaanse gigolo, (derde week) LIDO I Vrouwenstad (16) Nieuwste werkstuk van Fellini, waarin hij op geheel eigen wijze zijn visie op de emancipatiedrang ventileert (tweede week) LIDO II In de greep van de zombies (16) Opnieuw een bloederig verhaal over de levende doden, waarbij de plakken vlees dankzij een snelle montage over het doek vliegen, (tweede week). LIDO III What's new pussycat (12) Comedie met Woody Allen, Peters Sellers en vele andere gemaakt in de jaren zestig. Maar nog steeds aardig om te zien. (re prise, eerste week) STUDIO The black hole (a.l.) Weinig orginele, maar razend knap gemaakt scien ce-fiction film die fascineert, (vijfde week) TRIANON Het teken van het beest (16) Uitste kende Nederlandser film over het plattelandsleven van. zo'n vijftig jaar geleden, wanneer klompenmaker Ijl- je vier veldwachters om het leven brengt derde week). REX Bad Penny (16). Pornofilm. CAMERA De peetvader II (12) (reprise) Derde en laatste week in de serie met werk van regisseur Al Paci- no. EURQCINEMA I (Alöhen) Het teken van het beest (16) Zié Trianon. EURQCINEMA II (Alphen) The big red one (12) Oorlogsfilm met de immer robuuste Lee Marvin. vier de week). EUROCINEMA III (Alphen) Zombie holocaust (16) Film over de onsmakelijke wezens, die mensen oppeu- EURÓCINEMA IV (Alphen) American gigolo (16) Zie Luxor GREENWAY (Voorschoten) Monty Pythons life of Brian (16). afkomstige kunstenaar die zoals provisorisch in elkaar tot en met 17 november ex- getimmerde kassen en plan- poseert in galerie Denise tensteunwerkjes met het ge- Stephan aan de Leidse reedschap vaak wat achte- Bakkersteeg 18. loos eromheen verspreid. Origineel zijn bijvoorbeeld De schilderijen, tekeningen ook de twee afbeeldingen en etseja van Stam beelden van beerputten, die de toe- de natuur af op een realisti- schouwer een blik in het rij- sche manier die vaak poë- kelijk van afval voorziene tisch genoemd zou kunnen binnenwerk van de beerput worden. Vaak is er sprake gunnen, een beeld dat hij van invloed van de mens, vermoedelijk niet vaak voor die mét met kassen en tuin- ogen krijgt. Erg poëtisch is gereedschappen de natuur bijvoorbeeld ook de potsier- naar zijn eigen behoefte pro- lijke vogelverschrikker, mis- beert om te vormen. Arthur schien wel de meest geslaag- Stam heeft een schitterend de integratie van de mens kleurgebruik, dat niet altijd met de natuur, echt realistisch is en het Naast de invloeden die de werk vaak een extra dimen- mens op de natuur heeft sie geeft. De 26-jarige kun- beeldt Arthur Stam ook de stenaar heeft een bijzondere ongerepte natuur af, zoals de gave voor dieptewerking, vogeltjes in hun nest en het waardoor de toeschouwer troebele viswater, vaak het idee krijgt dat de Tussen al het natuurschoon afbeeldingen tastbaar zijn. valt de „Ufo van Jansen" enigszins uit de toon. Dit De door veelvuldig gebruik door mensen vervaardigde verbogen tuinharkjes in de niet geïdentificeerde vlie- kleurets „Juli" zouden bij gende voorwerp is door Art- wijze van spreken net uit de hur Stam op klein formaat tuin afkomstig kunnen zijn. vereeuwigd in tempera en Het kleurgebruik in deze ets, olieverf, een combinatie van rood- Galerie Denise Stephan is op bruin en groen is niet realis- zaterdag en zondag van 14.00 tisch, maar toch bijzonder tot 18.00 uur geopend. Ver- subtiel. In het werk van der is bezoek mogelijk na te- Arthur Stam is vaak sprake lefonische afspraak, tel. 071- van wat slordige situaties, 132319. LEIDEN Het stedelijk museum „De Lakenhal" houdt dit najaar een zogenaamde ateliertentoonstel ling. Hiermee worden kunstenaars uit Leiden en omge ving in de gelegenheid gesteld hun meest recente kunstwerken te tonen. Het ligt in de bedoeling ieder jaar een dergelijke tentoonstelling voor kunstenaars uit de regio in te richten. De eerste drie kunstenaars die op deze manier in de gele genheid worden gesteld hjin werk te tonen zijn: Kees Buurman, Pieter Geraedts en Van de Water. De tentoon stelling wordt donderdag 16 oktober geopend. Erg veel aandacht is besteed aan de documentatie over het werk van de drie kunstenaars. Behalve een catalogus, waarvoor de teksten zijn geschreven door Paul Hefting, Hans Sizoo en Doris Wintgens, is er een videoregistratie over de kun stenaars, hun werkwijze en hun werk, gemaakt door stu denten van de Reinwardt-academie. Het vroege werk van Kees Buurman wordt gekenmerkt door het gebruik van cirkels, balken, blókken en vierkan ten. Geleidelijk aan is de vorm Buurman minder gaan in teresseren dan het materiaal. Vervolgens kreeg de hande ling met het materiaal zijn voornaamste aandachten ten slotte werd het concept voor de handeling met het,mate riaal als essentiëler ervaren door hem. De resultaten van dit laatste zijn te zien op de tentoonstelling: graf iettekenin gen met vlakgom die het resultaat zijn van een door medi tatie gevoed concept dat nauwkeurig aangeeft hoe de uit voering moet geschieden. In Buurman's conceptuele teke ningen zit ook een landschapservaring verwerkt, zij het langs indirecte wijze. Niet toevallig zijn de grafietbanen alle horizdntaal. Het thema van de moderne beeldhouwkunst is vaak het duidelijk maken van ruimte door middel van vormen waarbij de vorm in vele gevallen niet zo van belang is maar toch essentieel blijft. Pieter Geraedts heeft zich voor al verdiept in de ruimte van de- kubus. De kubussen van Geraedts bestaan uit touw. Hiermee geeft hij de omtrek aan. Op de hoeken ontstaan knopen. Door het gebruik van dit materiaal wordt het vaststaande kubusgegeven slap en variabel. Je kunt hem op verschillende manieren neerleg gen of ophangen. De ruimte is relatief aanwezig, zoniet in werkelijkheid dan toch in de verbeelding. Van de Water acht zichzelf een realistische kunstenaar, al ziet zijn werk er totaal anders uit dan wat we normaal ge sproken onder realistische schilder- en tekenkunst ver staan. Dit komt voornamelijk doordat Van de Water de na tuur op een andere manier benadert. Hij schildert niet naar de natuur maar werkt in zijn tekeningen begrippen uit die hij in de natuur aantreft, evenals vormveranderin gen onder invloed van tijdelijke weersomstandigheden. Zijn tekeningen verwijzen naar de realiteit zijn er een reactie op maar vormen er nooit een gedetailleerde afspie geling van. LISSE In het kader van het 20-jarig bestaan van de Nederlandse Ikebana Club wordt een tentoonstelling gehouden in 't Huys Dever aan de Lissese Heereweg. 'Ikebana' is een Japanse, oorspronkelijk religieuze vorm van bloemsierkunst die met het boeddhisme in de zesde eeuw uit China naar Japan overwaaide. Ikebana Is van altaarschikking uitgegroeid tot een moder ne kunstvorm. Zonder de eerbeid voor en de band met de natuur te verliezen is de Ikebanakunst met zijn tijd meege groeid. Het meest kenmerkende van de bloemschikkunst is de asymetrische opbouw. Hemel, mens en aarde staan cen traal in de kunstuiting die niet beoogt ruimte te vullen, maar ruimte te scheppen. De Nederlandse Ikebana Club die in 1960 is opgericht, telt 600 leden. De tentoonstelling in de gerestaureerde ridderhofstede van Lisse wordt don derdag 16 oktober geopend en duurt tot en met zondag 26 oktober. Met uitzondering van maandag, is 't Huys Dever dagelijks geopend van 14.00 tot 17.00 uur. Extra openings tijden tijdens de expositie zijn; zaterdag vanaf 10.00 uur en vrijdagavond van 19.00 tot 21.00 uur 'Juli', een kleurenets van Arthur Stam. LEIDEN Schilder Fred Hansen wilde vroeger multi-miljonair worden. Maar de financiële rijkdom, die hij als zaken man aan het vergaren was, maakte on vermijdelijk plaats voor innerlijke, geestelijke rijkdom. „Het lot heeft het zo gewild," meent Hansen en hij is ui terst tevreden met de situatie. Veel van zijn schilderijen trekt de kunstenaar in de sprookjessfeer en zijn religieus gela den. De pure individualist en perfectio nist, die Hansen is, heeft, zoals hij zegt een 'aangeboren analytische tik'. Hij heeft toegang tot de kanalen van het on derbewuste... Het ruime atelier van Hansen ademt mys tiek en religieuze verdieping. Dat is dan ook precies wat de kunstenaar bezig houdt. Na zijn loopbaan als zakenman, dook Han sen diep in de boeken om zodoende een min of meer intellectuele basis te vormen. Religieus-, antroposoflsh-, theologisch- en filosofisch vocht zoog de leergierige als een droge spons in zich op. Een spirituele we reld ging voor hem open. Een levensgroot beeld van de aardsengel Michaël symboli seert de spirituele verbondenheid in het werkvertrek van de kunstenaar. Een tem- peldemoon uit Bali siert een enorm bureau. Rekken met verf, uitpuilende potten ge vuld met penselen en enkele schildersezels beheersen eveneens het vertrek. De muren zijn behangen met tientallen schilderijen. Antieke voorwerpen, waarmee de kunste naar verbondenheid voelt, liggen her en der verspreid. Een pyramide staat onder de tafel waarop de penselen staan en comple teert de sfeer. „De pyramide heeft kracht en is beladen. Het staat onder de penselen om de krachten daarin over te laten vloeien," aldus Hansen, die er een religieu ze benaderingswijze op na houdt. „Met welke bedoeling ik schilder...? In zwakke momenten is het voor mij een vorm van therapie. In stabiele momenten is het een uitdrukkelijke liefdesuiting. In die pere dimensie is het een vervanging van sexualiteit. Het is een levenswijze. Ik kan niet anders. Schilder ik niet, dan zit ik bin nen drie weken in het gekkenhuis. De eni ge manier om me te handhaven is door te schilderen. Het schilderen is naar me toe gekomen. Ik heb er niet om gevraagd. Het is een lotsbestemming, dat weet ik zeker," verklaart Hansen met vuur. Fred Hansen ziet de symboliek als een le vende kracht. Deze kracht is immers in LEIDEN De natuur speejt een belangrijke rol in het werk van Arthur Stam, een uit Zoetermeer staat mensen te beroeren. De kunstenaar streeft ernaar om in zijn werk een bepaald liefdebeeld te weerleggen. „Ik voel, dat ik dat moet doen. Je kan de liefde afbreken en je kan het dienen," meent Hansen. De schilder is momenteel helemaal weg van zijn meest recente werk in wording (foto): „Ér zit 'power' in. Ik ben zo tevreden met het schilderij, dat ik het aandurf om de man, die geholpen wordt een briefje van tien in zijn handen mee te geven. Het schil derij is zo goed, dat ik dat kan doen. Dat is humor die je niet in een slecht schilderij kan brengen, want dan wordt het belache lijk. Het is een manier om de harmonie van het werk te accentueren. Oppervlakkig komt het misschien als perversie over, op enkele toeschouwers althans. Maar op een gegeven moment krijgen die in de gaten, dat het hun visie is, niet de mijne. De men sen zelf verbinden een bepaalde gedachte aan het tientje, terwijl ik het als niets meer dan en grapje heb bedoeld. In feite staat het los van het wezenlijke van het schilderij. Wie dat in de gaten Krijgt, breekt het schaamrood uit. Maar er zitten nog wel meer grapjes in. De critische kijker kan dat ontwaren. De kracht van het lijnenspel bij voorbeeld. De figuur is krachtig en bijzon der groot. Maar wie verder kijkt, ontdekt, -dat dat in tegendeel het geval is: de figuren staan op een paddestoel. De figuur, die zijn eigen zwak noem het satan draagt, is bijzonder harmonisch en innerlijk sterk. Dat spreekt uit het schilderij. De figuur is ontketent, hij kan opzichzelf staan. Zijn ge slacht heb ik opzettelijk klein gehouden. Daar gaat het bij hem niet meer om," ver klaart Hansen, die in het schilderij min of meer weergeeft, dat hij creativiteit als transformatie van de sexualiteit beschouwt. Het eigen toekomstbeeld staat Hansen dui delijk voor ogen. Voor hem is niet voor ne genennegentig procent zeker, dat het zo gaat lopen, maar het staat vast. Voor de volle honderd procent. „Ik wil niet, dat de mensen denken 'daar heb je weer een gril van Hansen', zo bedoel ik het niet. Ik heb ook niet de behoefte om het iedereen aan zijn neus te hangen. Je moet mensen in hun waarde laten en niemand hoeft her- senpijnigingen te doorstaan om mij te be grijpen. Maar ik weet, dat ik eens ga beeld houwen. De tijd daarvoor is nu nog niet rijp. En ik word een Europees beroemd kunstenaar. Beroemder nog als beeldhou wer dan als schilder." WIM BUNSCHOTEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9