Kantoor wordt werkplek met persoonlijk karakter
„Medisch contract'"
legt relatie
arts-patiënt vast
s eer
vaAMSTERDAM Naast de oogverblindende op-
nars van de elektronica die de Efficiency Beurs
ivdAto verovert, valt de triomfale come-back waar
e nemen van een goeie ouwe vulpen. Alsof in
•ersften parade van geleide raketten ook de post-
beuluif weer mee mag trippelen. Toch past dit te-
3/ïbeuggfijpen. hoe paradoxaal ook, wonderwel in
Barbeeld van voortstormende, bijna niet meer
t eefi bevatten ontwikkelingen.
per5elijk de Franse wijsgeer Rousseau in de acht-
e'vopende eeuw het „terug naar de natuur" predik-
njnJ* als antwoord op een in zijn eigen ingewik-
d Aeldheid verstrikte maatschappij, zo galmt nu
jet „terug naar de mens" van de kansel der ef-
iciëntie-deskundigen. Terug naar de vulpen
™°>s, het gereedschap bij uitstek voor een
daiandschr',t mel een Persoonlijk karakter.
'g'ntoe\ begrip kantooruitrusting dekt een enorm ar-
jp-iSbeidsveld: van paperclips, opbergsystemen, meu-
oelen. schrijfmachines en tekstverwerkers naar
Dye zich steeds verjongende kopieerapparaten en
sc^ytomputers. Zoveel is er op dit terrein aan de
irulmand dét de organisatoren van de Efficiency
t ee/peurs 80 voorspellen: er staat een nieuw kan-
varjoortijdperk voor de deur. Nu betekent werken
rjomfoor veel mensen op kantoor zitten; dat betreft.
l ^efnomenteel al meer dan een kwart van de be-
i al!oePsbev°lking en het percentage stijgt voortdu
ro e/end- ^en 9root dee' van de da9 doorbrengen op
rren;iezelfde plaats. Niet alleen zitten, maar ook kij-
.<en en horen, opbergen en vooral communiceren
jnet anderen, direct of indirect, bijgestaan door
.allerlei hulpmiddelen.
ery Dp kantoor zitten is druk bezig zijn. De stoel, het
fcyreau, de kast, de telefoon, in toenemende
"ïf'Hate hef beeldscherm, met elkaar vormen ze de
•^fjagelijkse werkplek voor de duur van gans een
^aarBrbeidzaam leven. Moeten we daaraan niet meer
"^aandacht gaan besteden? De vraag echoot waar-
?/iaelchuwend door alle hallen van de Efficiency
sfefeeurs. Iedere kantoorwerker mag tegenwoordig-
ederten goede huisvesting en optimale werkomstan-
f veiligheden verwachten.
^^Ontevredenheid
In ook het omgekeerde geldt: een goede en mo-
erne plek trekt makkelijker nieuwe medewer-
ers aan. Slecht en verouderd meubilair of een
naantrekkelijke inrichting leiden immers tot ver-
loeidheid. gezondheidsklachten, ontevreden-
eid, personeelsverloop. Zo gaan de belangen
ran de kantoorwerker en het bedrijfsbelang gelijk
)p. De man of vrouw in een kantoor eist terecht
neer gemak, verlichting en privacy tegen minder
awaai, bedompte lucht en geestdodendheid.
,rt Jïaar komt binnenkort, in het tijdperk van de kan
toorautomatisering, nog een zo doelmatig moge-
n jjke communicatie bij, binnen en buiten het be-
Trijf. De prettige keerzijde voor de werkgever is
heer efficiëntie en grotere slagvaardigheid bij de
D dagelijkse arbeid. En, vanwege de aangename
Verksfeer, hogere prestaties. Om maar niet te
.{preken over de roep die van een goed ingericht,
i>ij-de-tijds kantoor uitgaat.
De terugkeer van de vulpen is voornamelijk een
jymbool. Er speelt veel meer, blijkt op de Effi-
D Jiency Beurs 80 en uit een recent onderzoek van
liet Amsterdamse Instituut voor Sociale Commu
nicatie en Marktonderzoek. Citaat: „Sterk komt
fiet verlangen naar voren naar een herkenbare
.Dlek waar men een persoonlijke sfeer kan schep
pen. Voorts wil men voldoende vloeroppervlak
7iPm 9evoel te krijgen dat men ruim zit. En er
iteerst een sterke behoefte aan enige privacy,
eg: een bureaula met een slot erop. Ongeacht
^Jiovendien of er centraal in het bedrijf allerlei
HBroorzieningen beschikbaar zijn in de vorm van
^en typekamer of copieerafdeling, wenst men
&en minimum pakket van „gereedschappen" op
^Mfe eigen afdeling, bijvoorbeeld een schrijfmachi-
^Bie. dagelijkse kantoorbehoeften én zelfs een co-
lieerapparaat".
deale werkplek
[antoorvriendelijk - De dikke Van Dale kan zijn
chat met een woord vermeerderen. Er wordt on-
ler verstaan: een werkplek op maat voor ieder-
len, compleet met persoonlijk karakter. Zoals
inderen priegelen met lego, zo heeft de moder-
le kantoorinrichter een scala aan samenstellende
leien tot zijn beschikking waaruit hij voor ieder
ïdividu de meest ideale werkplek in elkaar kan
nutselen. Een bloemlezing uit het aanbod op de
ifficiency Beurs levert dit beeld op: Stelwanden
raarmee elke gewenste ruimte en elke gewenste
ïval van daglicht kan worden geschapen (de nog
naar kort geleden bejubelde kantoortuin heeft
ifgedaan; te weinig privacy, te veel onrust en ge-
uidsoverlast). Plateaus voor computerterminals
beeldschermen) met los of vast toetsenbord,
laar voren en naar achter tien graden kantelbaar
im hinderlijke spiegeling tegen te gaan, in hoog-
e verstelbaar voor de juiste stand van de appa-
atuur, draaibaar, polssteunen voor comfortabe-
er bediening, vrijstaande bureautafels voor tril
ende apparatuur, verrijdbare tafels voor verschil-
ende doeleinden, open en gesloten opbergvak-
cen, werkbladen op elk gewenst niveau, zodat
iet nu in alle gevallen mogelijk is de vloer als
roetondersteuning te gebruiken en de hinderlijke
voetensteunen voor kleine mensen niet meer no
dig zijn, terwijl het langer dan normaal geschapen
volksdeel zonder blauwe plekken de" gekruiste
cnieën kwijt kan.
■Software
JaTot zover èén belangrijke ontwikkeling die in de
«[Amsterdamse RAI zal opvallen. Er is ook een
wat beeldschermen betreft, krijgt de bezoeker
honderden verschillende types en modellen voor
geschoteld. Maar het gaat erom wat er op het
scherm te lezen valt en dat kun je de mensen niet
even in het voorbijgaan uitleggen".
De heer Huisman vergelijkt de situatie met die in
de autowereld. „Twintig jaar geleden werd een
auto nog gekozen om de motor. Hoe sterk, hoe
zuinig en hoe geruisloos is hij en hoe lang gaat hij
mee? Tegenwoordig vraagt niemand meer naar
de motor. Men wil weten: wat kan ik met een
auto doen? Past de vakantiebagage erin? Is het
een gerieflijke reiswagen? Kan hij de caravan
trekken? Men gaat er terecht van uit dat slechte
motoren niet meer worden gebouwd. Hetzelfde
geldt enigszins voor computersystemen. Ook hier
kun je in het algemeen wel aannemen dat appa
ratuur, in vaktaal de hardware, goed is. Rest de
vraag: wat wil je er mee doen? Welke software
heb je nodig?".
Volwassen geworden
Het is nog niet zo heel lang geleden dat de hard
ware, de pure apparatuur, de belangrijkste plaats
innam bij het automatiseringsproces. Fabrikan
ten, ook NCR, pronkten met hun technisch ver
nuft en er waren bedrijven die een computer aan
schaften om hun concurrenten en klanten via
toeters en bellen te laten merken hoe vooruitstre
vend ze wel waren. Huisman: „Maar de tijd dat
computers aan de bar werden verkocht, is geluk
kig voorbij. De klant is volwassen geworden. Hij
weet veel meer over bedrijfsvraagstukken dan
vroeger. Als leverancier van computersystemen
dien je hem dan ook op niveau te benaderen en
moet je samen met hem de problemen bespre
ken".
Biedt de klant geen kastje met ingewikkelde
schakelingen aan, maar oplossingen voor zijn
problemen. Een stuk software in feite dus, op
maat gemaakte programma's voor de gewenste
toepassingen. Dan is het eigenlijk niet eens zo
belangrijk meer op welk kastje de programma's
worden uitgevoerd, mits het een goed kastje is.
Huisman voorspelt: „De apparatuur, de hardwa
re, zal op de duur geheel bijzaak worden. Tien
jaar gelden verkochten we een computer en de
den we er de programmatuur, de software, bij
cadeau. Het zal mij persoonlijk niet verbazen als
we over tien jaar alleen software verkopen en de
computer er gratis bijleveren. Tal van branches
krijgen dan gebruiksklare toepassingspakketten
voor hun apparaten aangeboden die in de prak
tijk zijn opgebouwd en uitgeprobeerd. Deze kant
en-klare software zal het voor het bedrijf moge
lijk maken te automatiseren zonder de fase van
de kinderziekten te moeten doormaken, want die
hebben de programma's al achter de rug".
Waarschuwing
Toekomstmuziek, dat wel. Of heeft drs. M. van
de Akker, voorzitter van de tentoonstellingscom
missie, aan de vooravond van de Efficiency Beurs
80 soms niet gewaarschuwd: „Het wordt steeds
duidelijker dat wij in Nederland op dit terrein
achterop dreigen te raken?". Hij acht het veel
zeggend dat de uitgaven voor moderne kantoor
apparatuur, met inbegrip van dataverwerking, in
Engeland en Frankrijk twee tot drie maal zo hoog
zijn en in West Duitsland bijna twee maal. Neder
land blijft op het peil van België steken. In Enge
land wordt al bij meer dan de helft van de mid
delbare schoolopleidingen met cumputers ge
werkt. „Ik ben bang dat we deze boot gaan mis
sen, als we niet oppassen. Er wordt veel en vaak
heel ethisch geschreven over de vraag: wel of
niet automatiseren, maar overal in de wereld is
de ontwikkeling volop aan de gang". En nog een
waarschuwing laat drs. Van de Akker op de
drempel van het kantoortijdperk horen: „Een
knelpunt is het ontbreken van voldoende men
sen, vooral jonge mensen, die straks in Neder
land het automatiseringsproces kunnen blijven
sturen en de nieuwe vindingen ook kunnen toe
passen. Het gaat er daarbij om, dat de gebruiker
van nu en straks en dat is de jeugd die nu op
de lagere school zit vertrouwd raakt met de
jongste technologische toepassingen. De aan
vaarding van de nieuwe elektronische appara
tuur, vooral het begrip voor de mogelijkheden er
van, zal daardoor worden vergroot. En op die
manier zal het gat. kunnen worden opgevuld dat
dreigt te ontstaan tussen de mogelijkheden die
zich aandienen, en de wijze waarop er in het Ne
derlandse kantoorwezen gebruik van wordt ge
maakt"
PIET SNOEREN
Openingstijden
De Efficiency Beurs 80 wordt van maandag 13
tot en met woensdag 22 oktober gehouden in
alle hallen van de Amsterdamse RAI.
Niet minder dan 317 exposanten uit 13 landen
stellen op 33.000 vierkante meter een overwel
digende keuze ten toon uit de nieuwste kan
toormachines, -meubelen, -uitrusting (kasre
gisters, documentatie-apparatuur, planborden,
doorschrijfsystemen, tijdregistratie-apparatuur,
brandkasten, kantoorbehoeften), reproduktie-
apparatuur en informatica.
De beurs is dagelijks geopend van 10.00 tot
17.00 uur; op maandag 20 en dinsdag 21 okto
ber ook van 19.00 uur tot 22.00 uur; op zaterdag
18 en zondag 19 oktober gesloten.
Toegangsprijs f 8,50, houders 65-plus pas f 6,-.
Er worden rond 150.000 bezoekers verwacht.
tweede. En die valt juist op door haar afwezig
heid. Bedoeld wordt de weigering van de multina
tional NCR (vestigingen in 120 landen met 67.000
medewerkers; op een na de grootste leverancier
van computersystemen in de wereld) om aan de
Efficiency Beurs 80 deel te nemen.
Wat zit daar achter? „Wij menen dat we het be
drijfsleven geen dienst bewijzen door met onze
kastjes op de RAI te komen", aldus de heer H.
Huisman, commercieel directeur Nederland.
„Daarmee tonen we immers niet ons probleem
oplossend vermogen; het vermogen waarom de
klant zit te springen. Die apparatuur is nauwelijks
iets bijzonders meer. Het gaat om wat je erin
kunt stoppen, om wat je ermee kunt doen, om de
software zoals het in onze vaktaal heet. Die kun
je op een beurs niet tonen".
Jarenlang trokken de mensen naar de RAI om
zich aan kastjes te vergapen. Er was dan ook
heel wat aan te zien en over te zeggen. Maar dat
stadium is volgens Huisman voorbij. „Ik denk dat
een serieuze klant niet meer naar zo'n kastje
zoekt, maar naar wat hij met apparatuur kan
doen. Hij wil een programma van toepassingen
dat is toegesneden op de behoeften en vraag
stukken binnen zijn bedrijf. Hierover kun je je op
een beurs niet oriënteren. Het vereist een diep
gaand gesprek dat uren kan duren. Aan techniek
zal het niet ontbreken, daar in de RAI. Alleen al
Naast centrale voorzieningen wenst de moderne kantoormens zijn eigen hulpmiddelen binnen
handbereik.
Het streven gaat uit naar kantoren op maat, toegesneden op de persoonlijke behoefte van de
mens die er werkt.
Moderne kantoorinrichters kunnen het meubilair in elkaar passen als lego. Dit vergemakkelijkt
onder meer inspraak van het personeel over zijn werkplek.
DEN HAAQ De tijd dat het woord van de arts voor
de patiënt alleenzaligmakend was, is voorbij. De pa
tiënt is mondiger geworden. Hij wil meepraten, des
noods meebeslissen over zaken die zijn eigen ge
zondheid betreffen. Zijn goed recht. Teneinde de
nieuwe relatie arts-patiënt een hechtere basis te ge
ven, heeft de Commissie Rechten van de Patiënt een
„medisch contract" ontworpen, waarin de rechtspo
sitie van arts en patiënt nader wordt omschreven. De
Centrale Raad voor de Volksgezondheid, het overleg
orgaan tussen het ministerie van volksgezondheid en
de instellingen op dat gebied, heeft zich onlangs vol
mondig achter dit contract gesteld en de tekst als
een advie9 naar de staatssecretaris van volksgezond
heid gestuurd.
Natuurlijk hoeft een patiënt straks geen contract te on
dertekenen wanneer hij naar de dokter gaat. De Com
missie Rechten van de Patiënt pleit er in haar advies
voor dat, net als voor juridische overeenkomsten als
arbeids- en huurcontracten, voor de rechtsverhouding
tussen patiënt en arts een uitgewerkte regeling in het
Burgerlijk Wetboek wordt opgenomen.
In zo'n contract moeten de rechten en de plichten van
de betrokkenen komen. Daarbij valt te denken aan de
plicht van de arts om de patiënt, al dan niet op diens
verzoek, die informatie te verstrekken die voor hem van
belang kan zijn en het recht van de patiënt om een be
paalde behandeling te weigeren. Daarnaast brengt het
bijzondere karakter van de verhouding arts-patiënt met
zich mee dat een patiënt het recht moet hebben de
overeenkomst eenzijdig op te zeggen. Een arts mag die
overeenkomst, volgens het ontwerp-advies, alleen om
zwaarwichtige redenen beëindigen.
De artsenvereniging Koninklijke Nederlandse Maat
schappij ter bevordering van de Geneeskunst (KNMG)
had bedenkingen tegen een dergelijke harde overeen
komst. De relatie van een arts met zijn patiënt moet in
de ogen van de KNMG niet zozeer op basis van een
contract worden aangegaan, maar op basis van weder
zijds vertrouwen. „Berichten als zouden wij een me
disch contract niet toejuichen, zijn uit het luchtledige
gegrepen. Wij willen alleen benadrukken, dat wanneer'
het zover komt dat men met contracten gaat zwaaien,
de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt verdwenen
is. Dan kan een arts zijn patiënt beter adviseren een
andere dokter te nemen", aldus de secretaris van de
KNMG, mr. W.B. Van der Mijn.
Mr. A.T.T. Rosendaal, algemeen secretaris van de Ver
eniging Gezondheidsrecht, vindt dat wederzijds ver
trouwen ook een onmisbaar facet van die relatie. Maar
dat vertrouwen hoeft zijns inziens niet door een con
tract te worden geschaad. De gegroeide zelfstandigheid
van de patiënten wordt door vrijwel iedereen in de ge
zondheidszorg toegejuicht, maar velen zijn bang dat die
bewustwording ertoe zal leiden dat hulpverleners, uit
angst „voor de rechter gesleept te worden", zo voor
zichtig te werk zullen gaan, dat de hele gezondheids
zorg eronder zal lijden. Door de commissieleden werd
deze dreiging onderkend, zodat in het advies werd op
genomen, dat het vertrouwen tussen arts en patiënt de
basis van die relatie is.
Plichten patiënt
Nog een ander bezwaar van de KNMG tegen het con
tract was de te grote aandacht voor de rechten van de
patiënt en de plichten van de arts. „In een dergelijk
contract moeten ook de plichten van de patiënt komen,
zoals de plicht om de arts volledig over de kwaal en
eventuele oorzaken in te lichten. En de plicht om de ge
geven adviezen op te volgen, of de arts tenminste in
een volwassen, openhartig gesprek duidelijk te maken
waarom hij of zij dat niet wil", verduidelijkt KNMG-se-
cretaris Van der Mijn.
De heer Rosendaal van de Vereniging Gezondheids
recht ontkent dat de plichten van de patiënt niet in het
advies zijn opgenomen. De patiënt moet volgens het
advies alle informatie geven die de arts nodig heeft.
Daarnaast heeft de patiënt een heel belangrijke plicht:
de betalingsplicht. Bovendien is het. volgens de Vereni
ging Gezondheidsrecht, helemaal niet zo verwonderlijk
dat er wat meer nadruk gelegd wordt op de rechten
van de patiënt, omdat er tussen patiënt en arts een re
latie is ontstaan, waarin de arts overwicht heeft. De pa
tiënt bevindt zich in een afhankelijke situatie. Ander
zijds streeft de vereniging ook niet naar een situatie
waarin de patiënt overheerst. „Door de positie van de
ontvanger nu wat meer aandacht te geven, kunnen we
een evenwicht bereiken", aldus Rosendaal.
Niet overbodig
In het verleden is herhaaldelijk gebleken dat een pre
cieze omschrijving van de rechten en plichten van de
betrokkenen geen overbodige luxe is. Vooral de plicht
van de arts om volledige informatie te verschaffen, le
vert nog al eens moeilijkheden op. Volgens de KNMG
willen de meeste artsen in een aantal gevallen geen vol
ledige informatie geven, omdat ze dat beter voor hun
patiënten achten. Voor veel mensen zou de waarheid
omtrent hun gezondheidstoestand een te grote schok
betekenen. De KNMG vindt dat artsen niet met allerlei
extra problemen moeten worden opgezadeld.
De commisssie die het advies heeft samengesteld is
van mening dat het argument, dat achterhouden van
informatie beter is voor de patiënt, slechts in uitzonde
ringsgevallen gebruikt mag worden, omdat niet te snel
mag worden aangenomen dat de patiënt moet worden
ontzien. Wanneer het geven van informatie iets vanzelf
sprekends is, zal slecht nieuws voor de patiënt minder
hard aankomen. Volgens het ontwerp-advies zal de pa
tiënt een reëlere kijk op zijn eigen situatie kunnen ont
wikkelen. Daarnaast moet de hulpverlener leren om
gaan met de emoties die de gegeven informatie op
roept.
Nadelig
Het ontbreken van een medisch contract is in het verle
den herhaaldelijk nadelig gebleken. Gevallen zijn be
kend van patiënten die dossiers of röntgenfoto's op
vroegen omdat ze zich wilden laten behandelen door
alternatieve hulpverleners of de mogelijkheden van
schadeloosstelling overwogen en die zich daarvoor uit
eindelijk tot het Medisch Tuchtcollege of de rechtbank
moesten wenden omdat de artsen en ziekenhuizen
zulks weigerden. Een medisch contract zou de recht
spraak aanzienlijk vergemakkelijken.
Tenslotte weigeren artsen vaak inzage in de dossiers,
omdat daarin strikt persoonlijke aantekeningen en ge
gevens over derden zouden staan. Een medisch con
tract zou artsen kunnen verplichten hun dossiers zo
aan te leggen, dat dergelijke argumenten niet meer van
toepassing zijn. Anders zou het voor artsen een koud
kunstje zijn hun aantekeningen zo te maken, dat ze
geen inzage hoeven te geven.
RENE BOOGAARTS
Voor de meeste patiënten is het woord van de arts
niet langer meer alleenzaligmakend.