J
A"
(I'n
Ie heb één keer in mijn
Sen een boek geschre-
onder druk van een
lever. Ik zal het nooit
doen. Het boek
j'r» fiets terug" heeft
ten enkele literaire be-
kenis. Ik schreef het
en ik als 6howmaster
j mijn laatste benen
p, toen ik dacht aan dit
pende beroep te zullen
irven. Ik begon al over
dood na te denken en
ermee te verzoenen,
or dit boek heb ik ver
ten gebruikt, die ik van
|n vrienden heb ge-
ord. Ik hing aan hun
pen, toen ze het mij
lelden. Als ik ze aan
rden doorvertelde,
ed ik het altijd voorko-
n alsof ik het zelf had
eefd. Er zitten onder
jere belevenissen van
inny Kraaykamp in.
en hij het las, liet hij
weten zelf ook een
»k te zullen schrijven,
hij om mij een hak te
ten „M'n Witz terug"
I gaan noemen".
zegt Rudi Carrell over
eerste en enige boek,
verleden jaar al in
island uitkwam onder
titel „Gib mir mein
irrad wieder" en dat nu
Nederlandse vertaling is
schenen bij Elsevier Ne-
Amsterdam-
isel. Rudi schreef dit
de ik-vorm. Het
derhalve een sterk au-
irafische trek te be-
Net of hij het zelf al-
lal beleefd heeft. Als
doe je dan uiterst
waardige ontdekkin-
ji. Pikante moppen over
sier-ervaringen, die in
Dj land al zo'n kwart
iw de ronde doen, ver-
[Rudi alsof hij die eerst
leden jaar met enige
tse dames meegemaakt
ft. Niet alleen gaat dit
bre-Jongens-werk stier
vervelen, maar omdat
mand alle moppen kan
^nen, ga je je zitten af-
am iagen wat nou wel of niet
norn^r is. Bij het lezen van
n de eerste helft van dit
bbertk, dat daar eigenlijk al-
lorerpr over gaat, word je
;s-ra-cropen door een steeds
baanter wantrouwen aan-
enddnde het werkelijkheids-
diealte.
valsêli: „Ik ben geen schrij-
en Ik ben een showmas-
on-. Ik plaats me zelf in
hurfke verhalen. Dat werkt
ver-ker en het effect is veel
ed, die vrijheid moet je
showmaster gunnen.
HEEflar de uitgever doet de
pr onrecht door hem
r vooraf niet op te wij-
Het boek had dan een.
)l andere titel kunnen
gen, bijvoorbeeld:
prookjes van de Show
ester" of iets dergelijks
jt de uitdrukkelijke ver
ging erbij: Niet voor
ideren.
idi vertelt ook enige ver-
ien over de zogenaamde
oise matras, waar hij
ir zijn Duitse tijd uitge-
fid vertoefde. Wat is
ar en wat niet, vraagt de
er zich opnieuw af. In
n de geval slaat het verhaal
5 (59fr kardinaal Alfrink op
£/n<)s. Vertelt Rudi. dat de
•>tter~dinaal door „Brand-
vooi>t" was uitgenodigd om
'taart in memoriam uit te
endé*ken in verband met
nste' overlijden destijds van
ider#- Bekkers. En schrijft
dat mgr. Alfrink achter
ene vrije.tafeltje in de
van de studio's
varb wilde concentreren op
arort toespraak. Links en
rthts vlogen de schuine
strijd ken langs zijn oren, al-
nog steeds Rudi,
di#rdoor de kardinaal nog
werd.
re-raag bij de KRO levert
antwoord op, dat dit
mershaal nergens op slaat,
zeii de KRO zijn gasten en
ijken©r hoge gasten niet
3rne-mpverloren door de
p e/jdio laat dwalen. Zij
/ctee.oten worden bijge-
?rr7«jminkt om glans op het
gezicht tijdens de opna-
n te voorkomen en ver
der moet hun de weg ge
wezen worden naar de op
namestudio. Wie de weg
daar niet weet, komt gauw
in een doolhof terecht.
Daarom begeleidt de KRO
zijn gasten. Bovendien is
het niet aannemelijk, dat
een priester met een veel
jarige biechtpraktijk achter
de rug nog schrikt van een
pikante opmerking. Rudi's
verhaal slaat dus nergens
Op, zegt de KRO. Wat bij
die gelegenheid wel ge
beurde, en daar schrijft
Rudi ook over, is dat een
grimeur (dat was Richard
i Heivoort) in een gees
tige opwelling tegen mgr.
Alfrink zei, dat de grimeur,
door wie hij was behan
deld, een Oscar verdiende,
omdat hij nog nooit zo'n
levensechte bisschop uit
de grimekamer had zien
komen. Dat vond hij klas-
sewerk. Mgr. Alfrink is die
grimeur toen spontaan bij
gevallen.
Slopende show
Overtuigender wordt Car-
rells boek in de tweede
helft, waar hij schrijft over
zijn Duitse ervaringen. Die
zijn uiteraard minder con
troleerbaar, maar waar hij
uitweidt over de eisen, die
aan de showmaster wor
den gesteld, kan men zich
als lezer deze ziekmaken
de bezigheid indenken,
zelfs als zou maar de helft
waar zijn.
Hij noemt Grock de aller
grootste clown ter wereld,
met slechts één nummer
van dertig minuten, waar
hij zijn hele leven mee
heeft gedaan. De lepelbui-
ger Uri Gelier reisde de
hele wereld af met één
truc. Rudi zou de voetspo
ren van Uri willen drukken
om eindelijk bevrijd te zijn
van de eeuwige druk om
elke maand een nieuwe
show te moeten maken.
Een van zijn vroegere tv-
bazen zei eens tegen hem:
,,Wie amusementspro
gramma's voor de televisie
maakt, is een potentiële
zelfmoordenaar". Hij voelt
zich getrouwd met de
show, met het publiek en
met alles wat ermee sa
menhangt. Daarom wil hij
zijn fiets terug. Het gaat
om de fiets, die een Duitse
kolonel zijn familie heeft
ontfutseld, toen er honger
tochten mee gemaakt wer
den destijds in Alkmaar.
Rudi vindt tenslotte die ko
lonel (grapje), daarom ver
bleef hij al die tijd in Duits
land. Rudi reed er in een
enorm grote slee rond om
zijn shows te regelen. Fiet
sen zoals in zijn jeugd lijkt
gezonder. Daarom wil hij
zijn fiets terug. Hij wil een
heel nieuw leven beginnen.
Rudi: ,,En toen heb ik met
de VARA alweer een af
spraak voor een show.
Denk niet, dat ik hier van
voren af aan begin. Ik zal
nooit meer als showmaster
optreden, ik word weer ar
tiest, zing in die show wat
liedjes van mezelf en van
anderen. De decorbouwers
laat ik de opsmuk beden
ken. Daar begeef ik me
niet meer in. Daar ga je
kapot aan. Ik had het zo te
pakken van het slopende
showmasterwerk, dat ik
een tijdje werkelijk heb ge
dacht, dat ik er binnenkort
aan zou overlijden. Ik over
leefde het en kreeg van de
Duitse tv nog een mooie
afscheidsshow".
Aan zijn shows heeft hij
een kasteelachtige behui
zing overgehouden, maar
te lezen in zijn boek is het
daarmee mooi genoeg.
„Carrell kan zonder televi
sie niet leven", zullen ze
schrijven. Maar elke dag
zal hij iets lezen of zien,
dat hem de juistheid van
zijn beslissing bevestigt.
Op straat, in een kroeg, in
een warenhuis zullen ze
hem aanspreken en zeg
gen: „Wat jammer, dat u
ermee opgehouden bent".
Hij zal daarvan genieten,
schrijft hij, omdat hij zijn ij-
delheid nooit zal verliezen.
Hij zal er ook van genieten.
Ophouden met televisie
maken? Zijn reclamcon-
tract zal dan wel niet meer
verlengd worden. Jammer
voor zijn manager en de
belastingen. Leuk voor zijn
buren, omdat er niet elke
zondag meer 500 auto's
voor zijn deur zullen staan.
Weg van de tv-populariteit,
die in wezen niet echt is.
Wat heb je aan mensen,
die je met de knop-aan in
huis kunnen krijgen en je
met dezelfde knop weg
kunnen sturen? Pas als de
mensen zich mooi maken,
een jas aantrekken, in hun
wagens stappen, een par-
keerplaatsje zoeken, 25
Mark betalen voor een
plaats in het theater om
jou persoonlijk te kunnen
zien, dan ben je geliefd.
Meermalen opende de
Duitse pers een groot of
fensief tegen de shows van
Carrell. Hij en zijn publiek
lieten zich niet van de wijs
brengen en gingen door.
Rudi heeft geleerd, dat als
je goede shows wilt ma
ken, je ervoor moet zor
gen, dat de kleine dingen
in orde zijn. Juist daar kun
je fout in lopen. In de week
voor zijn shows was hij
daar dag en nacht mee in
de weer. Verlangde hij het
uiterste van het studioper-
soneel. Dit alles sloopte
hem tot hij er niet meer te
genop kon. Hij weigerde
langer een show ten koste
van zijn eigen gezondheid
te maken.
Geen opvolger
Rudi: „Hoe groter afstand
ik heb genomen van mijn
tv-shows, des te beter
weet ik hoe goed het was
om met die waanzin te
stoppen. Toen Beckenbau-
er definitief vertrokken was
om in Amerika te gaan
voetballen, heb ik eens in
mijn show gezegd: „Een
voetballer wreekt zich op
de pers door te vertrek
ken, een showmaster door
te blijven". Als ik er eerlijk
over nadenk, heb ik eigen
lijk alles wat ik in de show
business heb bereikt te
danken aan mijn moeder.
Meer dan aan mijn vader.
Goed, een beetje talent zal
ik wel van hem hebben
I
geërfd, maar met talent al
leen kun je nog geen
show9 maken, althans i
geen goeie. Daarvoor
moest ik de bijna irritante
gewoonte van mijn moeder
erven om alles en iedereen
te wantrouwen, alles nog
eens te overwegen en sla
peloze nachten door te
maken. Aan mijn bureau
ben ik tot aan de repetities
mijn vader. Eenmaal in de
studio ben ik het grootste
moederszoontjke dat er
rond loopt".
„Omdat de meeste Duit
sers hun moedertaal niet
behoorlijk onder de knie
hebben, vinden ze het
prachtig als er op de tele
visie iemand komt die nog
meer fouten maakt dan zij
zelf, verteldo mij een Duit
se tv-man. Maar het is niet
juist Willem Ruis mijn op
volger te noemen, of
schoon dat hier en daar
gebeurt. Want ik heb suc
ces gehad en Willem Ruis
zal mislukken. Ik zal je ver
tellen waarom. Ik heb suc
ces gehad, omdat in mijn
shows de nadruk lag op
het show-achtige. Daar
was wat te zien. Willem
werkt heel anders. Die
moet het voornamelijk
hebben van zijn woord
grappen. En je leert een
vreemde taal nooit zodanig -
beheersen, dat je er op
alle manieren en momen
ten mee uit de voeten
kunt. Dat zal Willem op
breken. Hij heeft dan wel
voor acht shows getekend,
maar in de kranten wordt
er ook in ingezonden brie
ven zo fel tegen hem uitge
haald, dat ze nooit al die
acht zullen maken".
„Momenteel ben ik druk
met het script voor mijn ei
gen komische film. Ik heb
daar een idee voor, dat ik
verder uitwerk. Voor ik
daar geld in stop of door
een ander in laat steken,
ga ik eerst praten met een
beroemde filmer. Ik wou
mijn plannen voorleggen
aan Billy Wilder. Pas als
die het ziet zitten, ga ik er
verder mee aan het werk".
„Wat de lopende band van
Mies Bouwman betreft, de
eerste artiest die de lopen
de band als artistiek mid
del gebruikte, was Charly
Chaplin in zijn film „Mo
dern Times". De auteurs
rechten voor mijn „Am
laufenden Band'' hadden -
eigenlijk naar zijn nabe
staanden gemoeten. Maar
Mies, een vakvrouw hoor, -
heeft in geldzaken altijd
geluk. Nu weer krijgt ze
auteursrechten voor die
zelfde band betaald, om
dat dié in Engeland en
Amerika wordt gebruikt.
Het proces om die rechten
ging tussen Mies en die
Duitse tv-maatschappij. Ze
hielden mij er buiten. Ik
had graag als getuige ge
hoord willen worden. Dan
zou ik hebben aange
toond, dat het idee voor
die lopende band uiteinde
lijk niet van Mies vandaan
komt. Bovendien zijn we in
latere shows niet met haar
lopende band gekomen,
maar hebben we er zelf va
riaties op bedacht. Daar
heeft die rechter geen oog
voor gehad. Daar had ik
hem graag op willen wij
zen. Verder heb ik grote
bewondering voor Mies,
hoor. Ik had nog naar haar
25-jarig bruiloftsfeest wil
len komen, maar ik was op
dat moment te druk met
andere dingen. Ik heb ook
nog geprobeerd Mies thuis
op te bellen, maar zij heeft
een geheim telefoonnum
mer en het is me niet ge
lukt daar achter te komen.
Maar Ik weet wel precies
wat Mies heeft uitgeroe
pen, toen zij op haar brui
loftsdag te horen kreeg,
dat zij het proces tegen die
Duitse tv-maatschappij
had gewonnen en haar
werd toegezegd, dat zij
een ton achterstallige au
teursrechten op haar reke
ning gestort zou krijgen:
„Bingo".
TON OLIEMULLER
LEEUWARDEN „Het is de droom van iedere vlin
dervanger een nieuwe soort te ontdekken en daar
een officiële beschrijving van te laten maken". Dit
zegt de grote vlindervriend Hein J. Boersma, even
uit Afrika over in zijn geboortestad Leeuwarden.
Zijn droom werd waarheid. Na vier jaar zoeken in
een stuk bos in het noorden van Nigeria ontdekte
hij twee gave exemplaren van een nieuwe onder
soort van het geslacht Charaxes eudoxes. De nieu
we ondersoort is, zoals in de „vlinderwereld" ge
bruikelijk is, genoemd naar de vinder Hein Boers
ma. De naam is dan ook Charaxes eudoxes boer3-
mana geworden.
Al in 1977 ontdekte Boersma een mannelijk exem
plaar van deze vlindersoort. Voor een officiële be
schrijving van de soort zijn echter mannetje en wijfje
nodig. Het wijfje is echter verschrikkelijk zeldzaam,
zo vertelt Hein Boersma. Onlangs had hij toch het
grote geluk een wijfje te vangen en binnen een
maand was de nieuwe ondersoort al officieel be
schreven. Dit gebeurde door de grote deskundige op
het gebied van het geslacht Charaxes: de heer Jac
ques Plantrou te Parijs. „De beschrijving is de kroon
op mijn werk als vlinderliefhebber", aldus Boersma.
Als een nieuwe soort officieel beschreven is dan is zij
gelijktijdig officieel erkend door de wetenschap. De
beschrijving kan dan ook alleen maar gedaan worden
door een autoriteit op het betreffende vakgebied.
Hein Boersma is vaak in Nigeria. „Ik werk daar als
vertegenwoordiger van een handelsonderneming in
gereedschap". Al vanaf 1967 doet hij dit werk. In
1977-1978 heeft hij een jaar lang in Friesland ge
werkt. Daarna ging het gezin Boersma weer richting
Afrika. Deze zomer waren ze voor een paar weken te
rug In Nederland, maar inmiddels zijn ze alweer rich
ting Afrika vertrokken.
Toen Hein Boersma in 1977 samen met de Engels
man Bob St.-Leger zocht naar een andere soort van
het geslacht Charaxes, de latere Charaxis legeri, ont
dekte hij ook de huidige „boersmana". De Charaxis
legeri is indertijd door Plantrou beschreven. Door die
beschrijving kwam Boersma in contact met deze des
kundige Fransman.
De Charaxes eudoxes boersmana Is afkomstig uit
een vrij geïsoleerd stuk bos in het noorden van Nige
ria. „Het is een stuk bos dat net op de grens van het
Zoals gemeld vond Boersma al in 1977 een manne
tjesexemplaar van de nieuwe ondersoort. „Dat heb ik
naar Plantrou gestuurd en hij was erg opgewonden.
Ik moest meer vangen en hem die toezenden. Dat
laatste wilde jammer genoeg niet erg lukken". Da
genlang trok de vlindervanger het bos in op zoek
naar wijfjes. De buit bleef beperkt tot zes mannetjes.
Er waren wel twee wijfjes bekend maar dat bleken
geen wetenschappelijk betrouwbare exemplaren te
zijn. Het ene wijfje was namelijk met een net gevan
gen en daardoor erg gehavend. Het andere wijfje
werd door een student uit een pop gekweekt en zou
best eens niet-typerend voor de soort kunnen zijn.
„Omdat Plantrou bleef aandringen op een vrouwelij
ke vlinder heb ik hem uitgenodigd bij ons in Afrika te
komen zodat we samen op jacht zouden kunnen
gaan", aldus Boersma. „Dat is gebeurd. In het voor
jaar heeft hij drie weken bij ons gelogeerd. Samen
zijn we het hele land doorgereisd. Onder andere zijn
we naar het bewuste stuk bos in het noorden van Ni
geria geweest. En toen kwam het geluk om de hoek
kijken. We vingen geen enkel mannetje maar wel één
wijfje. Het was een volkomen gaaf exemplaar".
Een dolgelukkige Hein Boersma met twee vlinders
van de soort Charaxes eudoxes. De onderste i9 de
eudoxes, de bovenste de nieuwe naar hem ge
noemde ondersoort Charaxes eudoxes boersmana.
regengebied ligt. Omdat het omgeven wordt door
bergen heeft het de ontbossing overleefd. Het bos is
ongeveer vijf vierkante kilometer groot. Juist in zo'n
geïsoleerd stuk bos kan een nieuwe ondersoort van
een vlindergeslacht zich vrij gemakkelijk ontwikke
len".
Na deze gouden vangst kon Plantrou aan het werk.
De beschrijving werd vlot gemaakt en verscheen in
het Franse blad „Science Naturelle". Natuurlijk is
Boersma in het bezit van dit blad. Niet zonder trots
toont hij deze „kroon op zijn werk". In de beschrij
ving wordt vermeld waar de vlinder gevangen is, wie
hem ving en van welk geslacht en welke soort hij is.
Hein Boersma kon kiezen uit twee namen: boersmani
en boersmana. „De laatste vond ik het mooist. Die
klinkt iets beter", aldus Boersma.
Het vlindergeslacht Charaxes komt bijna alleen voor
in Afrika .waar 125 verschillende soorten leven. Op
enkele andere plaatsen op de wereld, waaronder
Zuid-Europa, komt dit geslacht ook voor. De soort
Charaxes eudoxes vindt men alleen In het middenge
bied van Afrika in de strook land die loopt van West-
Afrika, door de Kongo naar Oeganda. De Charaxes
eudoxes boersmana dus Is alleen te vinden in het
noorden van Nigeria. Deze vlinder is erg mooi. Het
bovenste gedeelte van de vleugels is bijna zwart. Het
onderste part is diep bruin. De onderkant is zeer fraai
getekend.
AREND V. .N DEN MEULEN