„EL LUTE" VAN BOEF TOT JURIST {jnofe geboren tussen de tralies Een schrijver CeidacSouwwit Eleuterio, ooit door de Guardia Civil gebrand merkt tot Volksvijand nummer 1, lezend in de Nederlandse uitgave van zijn boek op zijn bed in de slaapzaal voor acht man in de gevange- helm" aanstaart, hangt een plakkaat nota bene door de gevangenen uit dankbaarheid aan Don Jesus aangeboden. Een scherp contrast met de gevangenistoestanden zoals Eleuterio ze be schrijft in zijn dramatische relaas. Eleuterio: ,,Er is sinds Franco s dood gelukkig het een en an der veranderd in de gevangenissen. Er wordt menselijker opgetreden, het eten is wat beter en je bevriest niet meer van de kou. Dat ik in deze open afdeling ben gekomen is overigens niet zomaar een aardigheidje van de autoritei ten geweest om mij van dienst te zijn. Integen deel. Nadat mijn boek uitkwam, onstond een golf van reacties vanuit het volk. Men kon er ge woon niet meer omheen iets te doen. Ik ben hier neergezet in de hoop dat ik nog eens zou ontvluchten, zodat men „zie je wel dat het een boef is" zou kunnen uitroepen. Maar ik kijk wel mooi uit ze daardoor in de kaart te spelen. Ik I ben voortdurend bezig me voor te bereiden op mijn terugkeer in de maatschappij. En daar zal ik me wijden aan het onrecht dat mijn mensen, die ten onrechte „quinquis" worden genoemd, nog steeds wordt aangedaan". Doofstom Eleuterio Sanchez is een van de merkwaardig ste fenomenen die ik ooit ontmoet heb. Een fi guur uit een roman bijna. Geboren tussen de uit karton opgetrokken wandjes van een pseudo- woning in Los Pizarales, een van de buitenwij ken van Salamanca. Kind van een doofstomme moeder. Vader op het moment van zijn geboor te in de gevangenis omdat hij een zakje met an dermans graan had gevuld. Jammerlijke armoe de troef bij deze „quinquis", bewoners van de als een gordel van ellende om de grote steden gelegde sloppenwijken. Getekenden wie een ar moedig nomadenleven als ketellapper te wach ten staat en voor wie bedelen of stelen het eni ge zicht op een vollere maag biedt. Eleuterio. een man die zich als een soort televisie-Kaz bin nen de gevangenis, ondanks tegenwerkingen en in elk geval zonder steun, heeft opgewerkt tot jurist en tot schrijver. Een man die kranteartike len schrijft waarin hij de filosofen Hegel en Kant citeert en die van zichzelf zegt: „Ik ben ik, én mijn levensomstandigheden, zoals Ortega y Gasset het stelt". Die Eleuterio komt zich voor het interview in het luxe hotel in hartje Madrid melden met de vanzelfsprekendheid van een za kenman op weg naar de volgende „deal". Een kleine, slanke man perfect in het pak, bebrild en vriendelijk. Een man die duidelijk de tijd heeft gehad over een hoop dingen na te denken, wel overwogen antwoorden geeft en met graagte zijn nieuwverworven kennis ventileert. „Ik heb het tweede deel van mijn boek geschreven in de gevangenis. Daar is het op allerlei papiertjes uit gesmokkeld door familieleden. Het eerste deel is ontstaan in de riolen van Sevilla, waar we een soort nest hadden gebouwd na mijn vlucht. Ge schreven bij het licht van een eigenhandig ge maakt olielampje, dat ik elke keer moest uitbla zen als er iemand naderde. Het is een testa ment. Ik wilde niet als misdadiger in de dood of de anonimiteit verdwijnen.' Ik wilde laten weten wie ik was en hoe ik in mijn positie was gedwon gen door de omstandigheden. Hoe ik mijn eer ste gevangenisstraf kreeg na het stelen van een kip, en uiteindelijk na drie kippen vijftien maan den verbeteringsgesticht en als landloper nog eens zes maanden dwangarbeid kreeg. Een bij na onontkoombaar lot voor een „quinqui". Een slechte naam trouwens, die ik uit een soort geestelijke luiheid in mijn boek verder maar niet aangevochten heb. In mijn tweede boek. dat hier net uit is, doe ik dat wel. „Quinquis" is een negatieve naam. Ik noem ons volk „merche- ros", een naam die afkomstig is van lopen zwerven". Tinkers Jawel, ik zeg met nadruk vólk, omdat die groep bijna een etnische groep is, in elk geval een morfologische eenheid is. Zoals wij hier leven, leven al dit soort mensen op de wereld, in Frankrijk, in Engeland en in Ierland als „tin kers". Zonder vaste middelen van bestaan, zwervend langs steden en boerderijen, voorna melijk als ketellappers en marskramers. Die „mercheros" staan net zoals de zigeuners on gunstig bekend. Ze zijn niet geregistreerd bij de burgerlijke stand en daardoor vallen ze onder de landloperswet. Ze leven al duizenden jaren zo, zijn voortdurend bij voorbaat verdacht, en het zal een ongelooflijk probleem zijn daar ver andering in aan te brengen. Zigeuners hebben overal ter wereld inmiddels een bekendheid en daardoor een identiteit gekregen. „Mercheros" niet. Ze zullen in de eerste plaats geregistreerd moeten worden, dan pas kunnen ze ook rechten in de maatschappij verwerven. Ik wil me voor hun zaak inzetten. Want ik ben nog altijd een van die „quinquis". Maar ik betwijfel of ik de oplossing van hun problemen zal beleven". Martelingen Het boek „El Lute" Is een 450 pagina's dikke hartekreet. Een bijna ongelooflijk relaas, van gevangenissen, martelingen door de Guardia Civil, ophanging bij verhoren, bewerking van na gels van handen en voeten. Een relaas van ontsnapping en achtervolging, over de muren van de gevangenis en uit een in volle vaart rij dende trein. Eleuterio heeft nog steeds nek- klachten van het laatste over en kan de litte kens laten zien waar de kogels van de politie door zijn schouder drongen. Een aanklacht te gen het gevangenissysteem, de sexuele noden binnen die gevangenis, met als een aangrijpen de beschrijving van de dodenmatras in een cel: „Vergeeld, met een mengsel van vet en bloed, met de resten van doodgedrukte bedwantsen en de vlekken van urine en zaad". Ook hier geldt het aloude adagio: eenmaal een misdadi ger altijd een misdadiger. Eleuterio's leven staat in het teken van de ontsnapping daaraan. Niet alleen de lijfelijke ontsnapping uit zijn opsluiting, maar vooral de geestelijke ontsnapping. Je kunt alleen maar vermoeden wat een ongelooflijke wilskracht en discipline er nodig geweest moe ten zijn voor wat hij bereikt heeft. Eerst z'n la gere schooldiploma, daarna een hogere school. Dan toegelaten worden tot de universiteit en een rechtenstudie afsluiten. Eleuterio: „Ik ben inmiddels volledig jurist, maar ik mag nog niet pleiten. Dat kan pas na nog een jaar studie. In middels bereid ik wel volledig zelfstandig rechtszaken voor. Mijn dagindeling is de volgen de: Om acht uur 's ochtends vertrek ik uit de gevangenis naar Madrid waar ik een klein ap partement heb. Daar neem ik een bad, ontbijt en begin te studeren. Een halve dag. Dan ga ik een halve dag werken. Ik kan dat zelf indelen, 's Avonds ga ik terug naar de open afdeling. Mijn werk als jurist geldt voornamelijk vak bondswerk en werk voor mijn soortgenoten. Ik handel niet uit haat tegen het rechtssysteem dat mij in deze hoek gedwongen heeft, al zou ik best willen dat ik straks in een zaak met de rechters die mij veroordeeld hebben wordt ge confronteerd. Ik ben veel afstandelijker gewor den, dat zul je in mijn tweede boek ook kunnen lezen. Maar ik vind wel dat het rechtssysteem een klassesysteem is. Het is sinds eeuwen binnenkort. Ik hoop heel erg op de Verenigde Staten". Geitenhoeder „Als ik terugkijk op mijn leven ben ik uiteraard veranderd. Er is een wereld verschil tussen een jongen van twintig en een man van bijna veer tig. Ik ben gerijpt, heb gestudeerd en dat veran dert een mens ook. Ik krijg bijval, er wordt voor me geklapt als ik bij een theaterpremière ver schijn. Ik ben iemand geworden die gerespec teerd wordt. Maar soms als ik terugkijk is er ook onbegrip. Is er verdriet om alles wat er ge beurd is en maakt het mij allemaal erg verward. Ik voel me ook veel ouder dan mijn 38 jaren. Natuurlijk was niet alles in en in triest. Je gevoel voor humor is je zelfverdedigingsmechanisme en ook ik heb gelachen. Er waren in mijn jeugd ook mooie dingen. De gedachte aan mijn moe der is heilig. Als jongetje van een jaar of veer tien was ik geitenhoeder en ik leerde een meisje kennen dat een kudd.e schapen begeleidde. Via haar heb ik geleerd wat liefde is. Dat was ro mantisch, en mooi. En van een zachtheid die ik me nog altijd herinner". Zijn huwelijk is tijdens zijn gevangenschap stukgelopen: zijn vrouw leeft alleen in Valladolid, zijn zoons ziet hij nog regelmatig. Zijn oudste studeert elektrotech niek, zijn jongste droomt van een rechtenstudie. Eleuterio: „Voor hem ben ik nog een soort my the. Een beetje gevaarlijk natuurlijk, maar hij heeft al eens gezegd dat hij met mij een advo catenkantoor wil openen. Met boven de deur groot Sanchez Sanchez". De druk pratende Eleuterio slaat af en toe zijn j tolk over om zich rechtstreeks tot zijn intervie- iwer te wenden. Hij wil vooral duidelijk zijn. Hij is bezig met een eindeloos pleidooi dat gehoord moet worden. „Ik weet best dat lijden en leven aan elkaar gekoppeld zijn, zonder elkaar niet bestaan. Geestelijk lijden dan. Net zoals leven en dood. Maar het lichamelijk lijden van de mens kun je vermijden. Het leed dat mensen mensen aandoen. Dat lijden komt voort uit menselijk egoïsme. En puur egoïsme is een vorm van sadisme. Daartegen werken is een van de taken die ik me stel. Daarom is het goed ontevreden te blijven over wat je bereikt. Want ontevredenheid is heilig. Het verhindert je je te conformeren". Terug op het wat armoedige bedje op de slaapzaal voor acht man in de open gevangenis, oogt Eleuterio Sanchez Rodriques als een misplaatst figuur. Of misschien ook niet. Hij ziet er nü al uit als de intellectuele jurist die op het punt staat voor het lot van zijn medege vangenen op te komen. II BERT JANSMA ID/ALCALA DE HENARES Zijn naam luterio Sanchez Rodriques. In Spanje jaar en dag beter bekend als „El Lute": or Franco's Guardia Civil bedacht ne- koosnaampje voor een man die zo'n I beschouwd werd als volksvijand num- Een kansloze, een analfabeet, een van ververs afkomstig uit de barre sloppen- van Salamanca, een Quinqui. Een dief ifjesmaat uit pure nood, tot er bij een schlemielig uitgevoerde echte overval ;hot valt uit een roestige revolver. Er in dode en El Lute wordt met twee ka- en tot de worgpaal veroordeeld. Een or de voltrekking van dat vonnis komt itie als tijdelijke redding. Sindsdien is gevangene die zijn dertigjarige straf moed der wanhoop bevecht. Hij breekt aal uit, heeft zich in en buiten de ge- lis lezen en schrijven eigen gemaakt, lint in de gevangenis en in de riolen van i zijn boek. Dezer dagen kwam het in land pit bij Elsevier/ECI onder de titel te". Vandaar dat ik naast hem zit in zijn ot 504 Diesel. Hij is op weg om zich te n in de open gevangenis waar hij sinds >n een half jaar zijn inmiddels gestegen d uitzit. den van het krankzinnige verkeer, ver- Eleuterio Sanchez in niets van de andere obilisten. Hij rijdt scherp, bestraft een oze invoeger met een dreigend naderen de bumper en brengt je en passant langs zienswaardigheden van het stadje Alcala nares. Geboortestad van Miguel de Cer- sinds jaar en dag stad van kloosters en jenissen en ook het plaatsje waar de on Abierta", de wat slordig gebouwde, :waakte verzameling barakken staat, waar om acht uur 's avonds moet melden. Hij er bijna enthousiast begroet, schuift zijn eitskaart in een soort prikbord en schrijft lam in het controleboek. In het onooglijke ritje halen we wat brood en wat kaas en sn tafeltje wordt er een biertje geheven op atste nieuws: de amnestie die een week gegeven is door de militaire autoriteiten Danje. De straf van die zijde is hem kwijt- Dlden. Blijft er de straf over voor talloze vergrijpen van de burgerlijke rechter, ijna absurde zaak, waarop Eleuterio vak commentaar kan leveren. Hij heeft zich zelfstudie inmiddels opgewerkt tot jurist, halve dagen in Madrid op een advocaten- )r in een van de buitenwijken: „De amnes- n de militaire autoriteiten is precies een oud. Ik heb het pas een paar dagen na- ernomen. Een erg vreemde zaak, want ik >rige week naar Nederland gekomen zijn. vas daarvoor geregeld, de burgerlijke au- len gaven toestemming, maar de militaire het afweten ondanks de amnestie. De mi- veroordeling betrof de overval waarbij Dde viel, en waarvan nooit bewezen is dat het schot dat daar viel ook maar iets te i had. In mijn boek heb ik verteld dat een lijn kameraden zonder dat wij het wisten ivolver bij zich had en in paniek heeft ge in toen er een bewaker uit de juweliers- kwam die wij overvielen. M'n andere ka- d en ik waren slechts met een steen ge- d om de ruiten in te gooien. Goed, de itraf valt dus nu weg. En die burgerlijke jeldt alle kleine vergrijpen die er sindsdien n plaatsgevonden. Stelen van een scoo- n auto, verkeersovertredingen, enzovoort, al gebeurd tijdens ontvluchtingspogingen. du absurd zijn als die straffen blijven Ze zijn gevolgen van die andere straf an iedereen inmiddels weet dat die niet t was". (brandt achten van Eleuterio is dus op de kwijt- ling van die straf. Een gerede kans zegt e directeur van de open afdeling Don Je- alvo, een kleine, vriendelijk bebrilde man rder een uit het gewijde kleed weggelopen ir lijkt dan een straf regerende gevange- icteur. In het halletje van de open sectie, een kitscherige zigeunerjuffrouw aan de (een kopie van Rembrandts „Man met „El Lute" even „vrij" man in de bar. Eleuterio Sanchez lachend voor zijn „Seccion Abierta", de Open gevangenis in Alcala, waar hij alleen nog de nachten doorbrengt en hoopt op een totale amnestie. gebouwd ter bescherming van het bezit en de bezittende klasse. Het heeft zich nooit bekom merd om de mensen die daar buiten vielen, en weet daar ook niets van. Ik denk dat het mij grote voordelen geeft, dat ik beide kanten van de maatschappij hu ken. Op de universiteit word ik volkomen geaccepteerd. Tussen mijn mede-gevangenen merk ik wel eens jaloersheid, maar dat is in elke gemeenschap waarin iemand boven de anderen uitstijgt. Jazeker, ik zal graag als het zover komt bijvoorbeeld in het parle ment de belangen van de „mercheros" verdedi gen, al hebben zij geen politieke partij. Er zijn in dat parlement tenslotte meer onafhankelijken. Ik ben tegen terrorisme als vorm van protest. Geweld kan nooit iets oplossen, al kun je de re denen daarvoor ook begrijpen. Het is barbaars en een ontkenning van de intelligentie van de mens". Boney M Datzelfde terrorisme zit volgens Spaanse zegs lieden Eleuterio's lot wel dwars. De autoriteiten, heet het, zijn met name beschroomd hem am nestie te verlenen omdat de Spaanse kranten vol staan van kleine of grote terroristische da den. Niet dat Eleuterio daar enig deel aan heeft, maar het vrijlaten van iemand die nu eenmaal een misdadige naam heeft, kan verkeerd vallen, i Eleuterio zelf: „Er lopen mensen vrij rond, die I duizend maal meer hebben gedaan dan ik. Mijn misdaad is een overval waarbij ik betrokken j ben geweest op mijn tweeëmtwintigste jaar. Waarbij verder door mij geen geweld is ge- bruikt. Ik ben gestraft omdat ik me daarna aan de onrechtvaardigheid van mijn vonnis wilde onttrekken. Als je alles bij elkaar optelt heb ik daar duizend en tweeëntwintig jaar tuchthuis- straf voor gekregen". Eleuterio is inmiddels 38 jaar oud, wordt op straat herkend door de gewone man, er worden handen geschud en er wordt geïnformeerd naar hoe het er mee staat. Zijn boek werd een best seller, de popgroep Boney M wijdde een hitsong aan „El Lute" („Ik hoorde die tot mijn verras- sing voor het eerst op de radio. Leuk, maar de I tekst is niet zo bar realistisch"), kreeg volgens persberichten een cheque van 100.000 Duitse mark door de groep overhandigd. Eleuterio: „Rijk ben ik niet. Ik leef van de opbrengsten van mijn boek en van artikelen die ik voor kranten 1 schrijf. Maar, en dat is overal ter wereld hetzelf- de, een schrijver wordt pas rijk als zijn boek in i twintig talen een bestseller is. Mijn eerste boek j kwam in Spanje uit bij een uitgever die inmid- j dels failliet is. Ik heb niets voor de eerste druk- i ken gekregen. Mijn boek komt nu in Nederland K en Duitsland uit, Frankrijk en Engeland volgen Sanchez als „El Lute" even terug in het riool van Sevilla, waarin hij zictr schuilhield na zijn vlucht uit de gevangenis en waar hij een deel van zijn boek schreef. Overdag studeren en werken, 's avonds om acht uur weer terug met zijn identiteitskaart in het prikbord van de gevangenis: het leven van Eleuterio Sanchez, „misdadiger"-jurist.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 17