Vijfde_film van van der Meulen: „Bende van hiernaast Major-General Pugh, het bescheiden brein achter een fantastische operatie Schoolkinderen in figurantenrol BEROEPEN mm DONDERDAG 2 OKTOBER 1980 PAGINA 9 Kortgeknipt voor een vlucht regenwulpen AMSTERDAM Je moet er wat voor over hebben om in een echte speelfilm te mogen figureren. Dat hebben zo'n veertigtal leerlingen van het Spinoza Lyceum in Amsterdam deze week aan den lijve ondervonden, toen zij zich meldden om aan de opnamen van Ate de Jong's verfilming van Maarten 't Hart's „Een vlucht regenwulpen" mee te doèn. Niet alleen moesten zij op hun vrije zondag wéér naar school, maar omdat de be treffende scène zich afspeelt in 1963 werden zij 's och tends vroeg al bij de grimeur ontboden, die rigoureus de schaar zette in zorgvuldig „gekweekte" te lange kapsels. Dat vonden sommigen helemaal niet leuk wordt ons toe vertrouwd. Maar Ate de Jong zegt vergoelijkend „Die kort geknipte koppies zien er best leuk uit. We hadden overi gens wel meer liefhebbers om aan deze scène mee te doen, maar we hadden geen kleren genoeg uit die tijd." Zodoen de richt de camera zich met zorg op de half gevulde aula van het lyceum, want op het scherm moet straks de indruk worden gewekt dat de hele aula vol zit. Op het podium zit Paulette Werner achter een grote con certvleugel en doet net of zij Schubert speelt, terwijl de ge luidinstallatie het „zware" werk verricht. „Paulette is leerling van dit lyceum." vertelt Ate de Jong, terwijl Hans Kemna als een vriendelijke schoolmeester de leerlingen in de zaal verzoekt allemaal één plaatsje naar voren op te schuiven om een betere verdeling van het beeld te krijgen. „We moesten iemand hebben om een jon ge Willeke van Ammelrooy te spelen en we hebben ten slotte haar gekozen omdat ze zo'n beetje dezelfde uitstra ling heeft. Natuurlijk verandert iemand wel in tien, vijf tien jaar heel wat, maar je hebt toch hetzelfde type nodig. Thijs Janssen, die de jonge Jeroen Krabbé speelt zit nu in de zaal. Hem echter hebben we van een andere school „ge plukt". Hij zit hier nu zo'n beetje als een vreemde eend in de bijt tussen leerlingen van het Spinoza-lyceum." „Een vlucht regenwulpen" is het verhaal van de 34-jarige bioloog Maarten, die droomt dat hij nog maar zeven dagen te leven heeft als hij niet binnen die week een vrouw vindt. Door zijn streng-Gereformeerde opvoeding, de in vloed van zijn moeder en een ongelukkige jeugdliefde heeft hij alle belangstelling voor vrouwen verloren en houdt zich als bioloog alleen nog maar bezig met „klonen", het kweken van leven zonder bevruchting. Op zoek naar een vrouw, geholpen door zijn alter-ego, die hem dingen laat doen die hij nooit durfde, trekken allerlei jeugdherinneringen aan hem voorbij. „Dit is er één van zegt Ate de Jong. "In het boek nemen zij ongeveer vijftig procent in beslag. Dat zou in een film de handeling te veel ophouden en dus hebben we in over leg met Maarten 't Hart ze wat gecomprimeerd. De jeugd herinneringen zullen misschien nu twintig procent van de film uitmaken. Tenslotte hebben Jeroen Krabbé en Wille ke van Ammelrooy de hoofdrollen." Waarmee Ate de Jong niets onaardigs wil zeggen over zijn jonge medewerkers. „Ze doen het erg goed" en daarbij wijst hij nog eens op de jongens en meisjes, die zo gehoor zaam zijn aanwijzingen opvolgen, dat een échte onderwij zer er jaloers op zou worden. „We hebben natuurlijk ook het een en ander aan de roman moeten veranderen. Zo hebben we de handeling meer naar het heden moeten schuiven. De scène, die je nu ziet speelt in 1963, niet in 1950." En dan „Best een leuke mode, leuker eigenlijk dan al die spijkerbroeken." „Een vlucht regenwulpen" gaat eind januari in première. Maar voor het zover is wachten Ate de Jong nog opnamen in Leiden op het Van de Werfplein en in de Hortus Botani cus, in Westbroek bij Maarsen met Rijk de Gooyer, die een onderwijzer speelt en dan nog een weekje in Zwitserland in de omgeving van Bern. En dan natuurlijk nog de mon tage. „We draaien half om half direct en nagesynchroni seerd geluid. Aan het eerste geef in de voorkeur, het klinkt toch altijd natuurlijker. Maar soms is dat helaas niet moge lijk, bijvoorbeeld in de buurt van een snelweg. Die kan je buiten het beeld houden, maar via de microfoon hoor je hem altijd." OTTO MILO NEDERLANDSE HERVORM DE KERK Aangenomen naar Waddinx- veen, toezegging, J. Maasland te Barneveld (nadere beslis sing), die bedankte voor Mid- delharnis. REMONSTRANTSE BROE DERSCHAP Aan het Remonstrants semina rie is geslaagd voor het prop. examen mevr. C. M. Vos-Wie- gand, Kerkstraat 41 in Oude Wetering. Beroepen te Vlaardingen, parttime en te Oude Wetering, parttime, mevr. C.M. Vos-Wie- gand, prop.-pastoraal mede werker te Oude Wetering, die deze beroeping heeft aangeno men. Heren van middelbare leeftijd brachten Duits spionagesehip tot zinken DEN HAAG In 1943 heb ben een achttiental keurige Engelse heren van middel bare leeftijd uit Calcutta een Duits vrachtschip met een spionagezender aan boord, dat in de neutrale Portugese haven van Goa lag, tot zinken gebracht. Deze op zijn zachtst uitge drukt „ongelooflijke" ope ratie is dertig jaar lang strikt geheim gehouden, maar nu dan toch aan de openbaarheid prijs gege ven. James Lcasor schreef er een boek over, dat als een soort „Kanonnen van Navarone voor oudere he ren" ook prompt werd ver filmd met om de verge lijking helemaal compleet te maken Gregory Peck en David Niven na 19 jaar weer samen in de hoofdrollen. Omdat de film „The sea wol ves" op 16 oktober ook in di verse Nederlandse bioscopen in première gaat, was dezer dagen Major-General Lewis Pugh, het brein achter deze gewaagde operatie, naar ons land gekomen om eventueel gerezen vragen te beant woorden en nog eens te be vestigen, dat het allemaal echt gebeurd was. Een vriendelijke, zeer be scheiden maar ook zeer kras se 72-jarige, op en top een gentleman, achter wie je meer een carrière op de En- wordt getoond, tot het afhu ren van de bordelen, om zo veel mogelijk zeelieden aan wal te houden tijdens de ope ratie, toe. Sterker nog, we hadden ze niet voor drie da gen gratis opengesteld, nee, voor liefst twee weken." In 1943 hadden Engelse con- vooien in de Indische oceaan zwaar te lijden van de Duitse duikboten, die over prima in lichtingen bleken te beschik ken. „Toen we er achter kwamen dat die inlichtingen afkomstig waren van het Duitse vrachtschip de Ehren- fels, dat in de neutrale haven Goa lag, stond Engeland offi ciéél machteloos om daarte gen iets te ondernemen. Ik kwam toen op het waanzin nige idee om de Calcutta Light Horse in te schakelen. Dit regiment was ontstaan in 1759 toen ze de Nederlanders uit India jaagden. Het was een soort ongeregelde cavale rie en ze waren het laatst ac tief in de Boerenoorlog. The Calcutta Light Horse bestond in 1943 nog maar uit heren rond de veertig en ouder, die of een te belangrijke functie voor de Engelse économie hadden om ze aan het front in te zetten, dan wel op me dische gronden of hun leef tijd niet meer voor de militai re dienst geschikt waren. Met veertien van hen en nog vier leden van de Calcutta Scot tish, hebben we ongetraind Stoelendans op de set van „The sea wolves". Wie is wie Want alle hoofdrolspelers hebben een stoel gekozen, die van een ander is. Howard in de stoel van Moore, Niven in die van Peck, Peck in Howard's stoel en Moore in die van Niven. als we waren inderdaad de Ehrenfels tot zinken ge bracht, vermomd als Britse toeristen, die een tochtje in een oude opgelapte schuit maakten. De motor heeft het net als in de film vlak na de overval even begeven, maar dat gebeurde wel op veiliger afstand dan in de film gebeurt. Ons was strikte geheimhou ding over ons „uitstapje" op gelegd. Niemand heeft er dan ook na afloop over gesproken en we hebben er dan ook la ter nooit een onderscheiding voor gehad. Toen na jaren toch iets uit lekte en een Amerikaanse journalist via een lid van de Calcutta Light Horse, die het bij geruchte vernomen had, de zaak ging onderzoeken, was de wettelijk vastgestelde termijn van dertig jaar al verstreken." Major-General Pugh is een gezellige prater, maar als het op zijn eigen aandeel in de Tweede Wereldoorlog aan komt, vervalt hij in „under statements". O ja, hij heeft ook nog eens een actie geleid om vals Japans geld in om loop te brengen en zo hun economie te verstoren. En hij was ook leider van de actie oni 6000 Nederlanders uit ge vangenkampen afkomstig uit Soerabaja te helpen evacue ren. Maar over dat alles praat hij liever niet. Het was „All in the line of duty" zoals de Engelsman zegt. OTTO MILO 7TKUNST LEIDSE COURANT j iGemeentelijke Bsubsidie voor Utrechtse popgroep UTRECHT De in financiële Eoeilijkheden verkerende trechtse popgroep „Braak" een eenmalige subsidie van 4000 gulden. Burgemees- en wethouders van Utrecht agtiebben dit besloten omdat zij ur.^nenen, dat commercie niet de geldschieter voor de mag zijn. „Door de macht van disc-jockeys en plantenindustrie zijn de zich Voorturend aan de commercie '"aanpassende groepen de enige. waarvan het publiek kennis p),kan nemen", stellen b. en w. van Utrecht In ruil voor de eenmalige sub- Bbidie van 4000 gulden moet ■Braak een muziekstuk schrij- iven met als onderwerp „De vervreemding in de jaren Dat werk moet min- acht keer in Utrecht ukvorden uitgevoerd. „Braak" oi schat het tekort voor dit jaar >p bijna 36.000 gulden. De [roep zegt dat een optreden eel meer kost dan er redelij- .erwijs als vergoeding (900 lulden) voor kan worden ge raagd. d. doctoraalexamens: ot Algemene taalwetenschap: mw. C. iBrakel (Voorburg); -li Geschiedenis: mw. E. C. Gulelj (Voor- burg), H. A. Sanders (Leiden); JNederlands: mej. W. de Graat (Kat- Jvvijk). r-|\JTRECHT Aan de Rijksuniversiteit Utrecht zijn geslaagd voor de doc- ;.l Sociologie: J. F. Merkestein (Leiden); Raad v.d. Kunst wist niets van verandering BKR Den Haag De Raad voor de Kunst is buiten het plan ge houden om de beeldende kun stenaarsregeling (BKR) te veranderen. Niet alleen de mi nister van Sociale Zaken, on der wie de regeling ressor teert, ook diens collega's van CRM, Binnenlandse Zaken en Financiën hadden de raad ad vies moeten vragen. De Raad heeft de bewindslie den zijn verbolgenheid laten blijken. Hij vreest voorts dat de regeling door de wijziging minder dan tot nu toe zal wor den toegepast. Het ministeriële plan komt ook op een uiterst ongelukkig tijdstip, daar er nog een onderzoek naar de BKR loopt. Dit wordt verricht in opdracht van de minister van Sociale Zaken. Sociale Zaken betaalt tot nu toe driekwart van de bedragen die beeldende kunstenaars krachtens de regeling krijgen. De gemeenten betalen de rest plus de kosten van uitvoering van de regeling. De gemeen ten kunnen tachtig procent van hun deel verhalen op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze declaratiemogelijkheid vervalt nu, als het gewraakte plan doorgaat. De gemeenten krijgen daarentegen wel een hogere uitkering uit het ge meentefonds maar dit bete kent voor tal van gemeenten een abrupte daling van hun inkomsten, aldus de Raad voor de Kunst. De toepassing van de BKR zal dan ook niet onge moeid blijven: of de uitvoering van de regeling wordt gestaakt of de gemeente verhoogt de ei sen tot toelating, veronderstelt de Raad voor de Kunst. else stock-market zou zoe- en, dan dat je hem voor een super-spion zou houden: Met zijn droge typisch Britse humor en afgaande op zijn uiterlijk vraag je je af waar om David Niven hem niet in de film uitbeeldt. Pugh lacht fijntjes. „Dat was ook de be doeling. Maar toen kwam Gregory Peck in de produc tie en die wilde „mijn" rol spelen. Niven maakte daar geen moeilijkheden over en nam genoegen met de rol van Luitenant kolonel Bill Grice, nadat men diens optreden in de film met enkele scènes bijna even belangrijk als die van Peck had gemaakt. Natuurlijk is het verhaal voor zo'n dure film wat opge blazen. Er zit weer een knap pe spionne voor de Duitsers in (net als in Navarone) en een slaapkamerscène, maar in grote lijnen is het allemaal zo toegegaan als in de film Gregory Peck in actie als Major-General Lewis Pugh. een rol die aanvankelijk aan David Niven was beloofd in „The sea wolves". BAARN Het uiterlijk van de 31-jari ge cineast/schrijver Karst van der Meulen straalt gemoedelijkheid uit, rust en een vreedzame blik op zijn me demens. Van innerlijke woelingen geen spoor; wel tekenen, dat de man weet wat hij wil en niet zo zuinig. In december gaat zijn vijfde bioscoopfilm voor de jeugd in première: „De bende van hiernaast", waarin enkele volwas sen acteurs van naam en een groot aantal kinderen een verhaal weerge ven, dat niet alleen jongere kijkers maar ook volwassenen moet kunnen boeien. Karst: „Kinderen kunnen ge rust hun ouders meenemen. Ik heb een familiefilm willen maken, voor een breder publiek dan de vier voorgaande films trokken. Volwassenen spelen in De bende van hiernaast een even grote rol als de kinderen. Het thema vraagt hierom". Het thema is bedacht door Karst van der Meulen, de dialogen werden geschreven door Piet Geelhoed, met wie Karst eerder samen werkte, onder meer voor de films Peter en de vliegende autobus en Martijn en de magiër, dat ook als boek verscheen. Het verhaal van De bende van hiernaast zit ingewikkeld in el kaar, maar wordt in de bioscoop rustig ont ward. Karst: „Ik wilde duidelijk maken hoe vreemd vooroordelen kunnen uitpakken en dat iemand die er een vooroordeel opna houdt, er zelf het slachtoffer van kan wor den". Het gegeven kan aldus worden samengevat: in de onmiddellijke nabijheid van een flatge bouw is een woonwagenkamp, waarvan de bewoners in onmin leven met de flatbewo ners. Wanneer een jongen uit de flat op een geleende brommer doorrijdt na een ongeval, krijgen de woonwagenbewoners de schuld. De verdachtmakingen nemen sterk toe, wan neer flatkinderen voorwerpen uit de flat ste len, die zij voor de uitvoering van een musi calwedstrijd nodig hebben. Gerard Cox, Kitty Janssen en André v. d. Heuvel. „Ik wil kinderen bewuster naar rela ties laten kijken", aldus Karst. „Hoe schijn heilig volwassenen kunnen zijn. Dat zwart niet altijd zwart is en wit niet altijd wit". Het werken met en voor kinderen, binnen een wereld met volwassenen, is voor Karst van der Meulen een consequent voortgezette lijn, waarvan het beginpunt in zijn eigen kin derjaren ontstond. „Pas rond m'n vijftiende, zestiende hield ik op met poppenkastspelen. Wat ik aan fantasie bezat, zette ik om in spel, zoals schrijvers dat doen met woorden. Ik had mijn poppen. In 1972, na m'n opleiding aan de filmacademie, ik was toen 23, maakte ik de bioscoopfilm Circus op stelten, geschreven door Leonie Kooiker. Twee jaar later maakte ik in m'n eentje Oom Ferdinand en de toverdrank, in 1976 Peter en de vliegende autobus, met Piet Geelhoed en twee jaar geleden ook weer met Piet Martijn en de magiër. Met de Bende van hiernaast blijk ik elke twee jaar een bioscoop film te kunnen maken. Het fijne met Piet is overigens, dat we dezelfde affiniteit hebben met mensen en onderwerpen. Mijn eigen belangstelling komt voort uit mijn jeugdjaren en niet alléén omdat ik vroeger zo met poppenkast in de weer was. Later, toen bij mij thuis de kinderen de deur uitgingen en mijn ouders alleen achterbleven, namen zij als adoptieouders pleegkinderen in huis; van die kinderen die nergens goed terecht kunnen. Daar heb ik veel van geleerd en vanuit die hoek is mijn belangstelling ver klaarbaar voor kinderen en hun omgeving. Ze vragen me wel eens wanneer ik een echte film ga maken en dan bedoelen ze een film voor uitsluitend volwassenen. Dan denk ik, man, je weet niet waar je het over hebt. Voorlopig ben ik met dit werk bezig, het is een vak apart dat ook gedaan moet worden en goed. Ik zie niet in, waarom het voor kin deren goedkoop moet of er zo'n beetje bij. Of het nu een volslagen acteur is, een belichter of een kind, iedere medewerker levert op het moment van de opnamen het beste wat hij te bieden heeft. Noem dat maar eens geen ge bundeld vakwerk". FRITS BROMBERG Voor zijn nieuwe film liet Karst van der Meulen een trailer bouwen waarop caravans opnieuw een flat vormden. De kinderen weten van de misverstanden die het leven van de volwassenen vertroebelen, maar zij durven er niet tegen op te treden. De zaken worden geheel omgedraaid, wanneer de flatbewoners hun caravans op één trailer plaatsen en aldus een rijdende flat formeren. Op weg naar hun vakantiebestemming strandt de trailer met caravans in de nabij heid van een dorp. De flatbewoners worden geplaatst in de situatie van de woonwagenbe woners en krijgen op hun beurt de schuld, als in het dorp voorwerpen worden vermist die zijn ontvreemd door dorpskinderen die aan hun musical werken. Actie, frisse en onverbloemde dialogen geven het verhaal spanning; karakters worden uit gelicht en ontwikkeld. Wanneer de kinderen uit het dorp en de flatkinderen, die elkaar aanvankelijk naar de keel vlogen, allang tot verbroedering besloten, kruisen de volwasse nen nog steeds in bittere strijd de degens. In het slot, waarin de verwarring onder de volwassenen tot het hoogtepunt is gekomen, komt alles toch goed. De flatbewoners kun nen met hun caravans verder, de vrede is al- lerwege getekend. Karst van der Meulen: „Ook voor kin deren vakwerk". Situatie Karst van der Meulen: „Natuurlijk duurt het een paar dagen, voor de kinderen aan elkaar, de lopende camera en de situatie gewend zijn. Ik weiger ze te zien als acteurs. Als ze in een film moeten huilen, zijn hun tranen echt. Dat kan ik uitleggen". Karst, die de laatste mon terende hand legt aan zijn „Bende van hier naast", is zich ervan bewust, dat kinderen uitmuntend acteren wanneer zij zichzelf kun nen zijn. „En dat zijn ze, als ik ze het verhaal stukje voor stukje vertel, niet meer dan ze oh dat moment moeten spelen. Ze krijgen geen script, geen uitgetikte teksten, niks. Ze krij gen van mij alleen te horen wat hun volgen de scène is. Dat onthouden ze toch niet letter lijk, zodat ze hun eigen woorden gebruiken in een situatie die voor hen nog onduidelijk is. Dan krijg je spontane reacties". Karst herinnert zich uit zijn vorige film „Martijn en de magiër" de openingsscène, waarin een jongen prompt in tranen uitbars tte toen zijn filmvader hem nijdig en onrede rijk behandelde. Karst: „Natuurlijk kan je neptranen gebruiken. Maar dit was sponaan en echt. Al moet ik met zo'n scène rekening houden met de gevolgen. Je kan zo'n jongen, die een geweldige emotie onderging, na af loop niet zo maar naar huis sturen; je moet een poosje bijpraten en hem in de realiteit van de opnamen terugbrengen. Trouwens; ik zit hier nu wel te monteren, voor mij gaat al les gewoon door, maar voor de kinderen uit de film ligt dat anders. Die werkten in de grote vakantie een paar weken fantastisch en ongelooflijk intensief samen en opeens is voor hen een filmwereld afgelopen. Er breekt iets. Ik ben me daarvan bewust en zorg ervoor, dat die kinderen contact blijven houden. Er zijn trouwens twee jongens die op even grote afstand van Baarn wonen en op de fiets hier naartoe komen. Van Baarn uit maken ze fietstochten, ze zijn vrienden ge worden". Over de grote namen uit zijn nieuwste film heeft Karst het niet, al zijn daaronder Lex Goudsmit, Piet Römer, Leen Jongewaard,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 9