Peter Hoevenaars (23) zette Nederlandse driekleur op Leninpiek „LAAT HET MAAR AAN DE MENSEN BUITEN DE GEVANGENIS ZIEN" AMSTERDAM Onlangs zei een politie rechter tegen een verdachte die strafrech telijk rijp was voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf (want hij had al een aantal voorwaardelijke veroordelingen achter zich): „Ik geef u toch nog een kans. Als u In de gevangenis verzeilt, komt u op een uitzichtloze weg. Die wil Ik u, gezien uw jeugd, voorlopig nog besparen". Een aan wijzing dat men ook bij Justitie twijfelt aan het nuttige effect van gevangenisstraffen?. Wie er In elk geval wel aan twijfelen zijn de leden van de coöperatieve vereniging Bui tenspel, die, gestimuleerd door Yolanda Bertsch, met een gelijknamige produktle het land in willen. „Buitenspel" is improvisatietoneel over mensen voor wie de bajes een baan Is en over mensen voor wie de bajes een bajes Is. Buiten de bajes weten maar weinigen wat het betekent om „buitenspel" te staan; wat het betekent om geprogram meerd met je gevoelens om te moeten gaan; om weinig te mogen en veel te moe ten. Wie In het gewone leven na bezoek van fa milie of bekenden een vervelend gevoel heeft overgehouden, kan altijd de telefoon pakken om over dingen te praten. Dat kan een gevangene niet. Hij moet een verzoek voor een telefoongesprek Indienen en dan duurt het een paar dagen voordat het ge sprek gevoerd kan worden. Dan is het niet meer nodig. Dat Is: geprogrammeerd met je gevoelens om moeten springen. Je kunt niet onmiddellijk reageren op emoties. Je mag alleen maar gevoelens hebben als het in het systeem past en niet wanneer de gevoelens er zijn. Over dit soort dingen gaat Buitenspel. Spelers zijn Mara Otten, Wiek Ederveen, Nelly-Joan Liberg en Glenn Durfort. Het spel is inmiddels al zo'n achtmaal ge speeld in verschillende strafinrichtingen. Tweemaal in de Bijlmerbajes, waar de spelers ook hun ervaringen opdeden, in Veenhuizen, Norgerhaven, het Pieter Baancentrum in Utrecht en in de Corridor in het Brabantse plaatsje Zeeland. Na de voorstellingen is er nagepraat. De gevangenen menen dat de situatie in de gevangenissen heel goed in Buitenspel is weergegeven. Ze zeggen er tegelijk bij dat het om die reden niet zo erg nodig is om het spel voor hen op te voeren. „Laat het maar aan mensen buiten de gevangenis zien; wij weten het allemaal wel". Nelly-Joan Liberg in de rol van de vrouw van de gedetineerde. In feite dus mede-gevangene. zich bij het probleem van gevangenen hun omgeving (want de familie van een vangene „zit" mee, wordt er op aange ken enz.) betrokken voelt de voorstell in huis halen. Er is een speelvlak van m maal vier bij vijf meter nodig en de koopsom is twaalfhonderd gulden". M Otten (02155-10346) in Soest verscf alle inlichtingen. Buitenspel volgt de gebeurtenissen r( een gedetineerde vanaf het moment hij wordt opgepakt: verhoor op het bur< en dan de bak in. Alles wat hem d overkomt, de bezoeken van vrouw kind, van vrienden, de gesprekken r mensen van de Reclassering, de praat met bewaarders en hoe het tenslotte n loopt. Wat gebeurt er met de mensen mee gevangen zitten: vrouw, kind, and familie, vrienden en bekenden? De Buitenspelploeg komt niet met op!< singen. Mara: „Wij laten alleen merken we vinden dat je weinig met het gevanj niswezen opschiet. Resocialisatie we niet. Na de straftijd komen ex-gedetine den meestal in een spiraal van geen w< geen geld. Uitzichtloos". „Tegenwoordig zijn er veel drugpatlëni onder gevangenen. Tijdens de bajesper de raken ze lichamelijk weliswi „schoon" (vrij van verslaving), maar na straf komen ze weer met de oude vriend in aanraking omdat dat toch de mens zijn die je accepteren, die weten en begi pen wat er allemaal gebeurd is en die I] niet zo erg vinden dat je gezeten hebt. H is frustrerend voor alle betrokkenen, 01 voor het gevangenispersoneel, om ex-g vangenen na verloop van tijd weer te zit terugkeren, herhaaldelijk terugkeren" Relaties Een van de grote gaten in de strafrecl pleging vindt Mara Otten dat er nauwelijl relaties bestaan tussen daders en slac offers. De afdoening verzandt in haark verijen tussen de verschillende justitiële stantles. Het slachtoffer krijgt nauwell nog genoegdoening en de dader woi vrijwel nooit meer geconfronteerd met gevolgen van zijn daad. In onze bescha de rechtspleging is alie9 erop gericht, p tijen uit elkaar te halen en te houden. „Het is de vraag of we daarmee op goede weg zijn. Er zijn alleen nog maar stand, afstandelijkheid en Indirecte v( houdingen, ontbloot van emoties. Je z slachtoffer en dader met elkaar moet v confronteren. Je begeeft je dan weliswa r: op therapeutisch terrein. En het is ook eIJ weg terug naar vroeger". In Buitenspel komt ook de gevangenbïj waarder aan de orde. Mara Otten: „Het eigenlijk een onmogelijk vak. Bewaarde zitten net zo gevangen (in hun voorschr' ten) als de aan hun zorg toevertrouwden V hun regime. Regels, regels en nog eens ru® gels. Ze vormen hun enige houvast. Ze r ten geen ruimte voor menselijkheid" Niemand van het project Buitenspel hel bajeservaring. Alle benodigde gegevei zijn opgedaan uit gesprekken met gede neerden, uit het tijdelijk in de groep optr J den van een ex-gedetineerde, uit boekt, en rapporten en uit gesprekken met b: waarders, reclasseerders, rechters „achterblijvers". GETüJ ROOSENDAAL „Toen de wol ken waren overgedreven konden we vanaf de Leninpiek Afghani stan en China zien liggen". De Roosendaler Peter Hoevenaars (23) is nog diep onder de indruk van zijn ervaringen de afgelopen zomer, toen hij er als eerste Ne derlander, in gezelschap van de Belgische Lutgarde Vivijs (24) en de Fransman Patrick Docaane (26) in slaagde de top van de Le ninpiek, Ruslands hoogste-berg- op-een-na (7134 meter), te berei ken. „We beseften dat het een uniek moment was. Drie nationa liteiten tegelijk op de top. En nie mand van ons was ooit zo hoog geweest". Samen met een aantal collega's ondernam Hoevenaars de expedi tie naar het Zuidrussische Pamir- gebergte, een uitloper van de Hi malaya. Het kostte nogal wat moeite om toestemming te krij gen, omdat het een strategisch belangrijke gebied is dat door het Rode leger wordt bewaakt. Hoewel hij bijzonder jong is voor een alpinist (de beste leeftijd voor dergelijke fysieke topprestaties ligt tussen de dertig en de veer tig), heeft de 23-jarige Roosenda ler zijn (klim)sporen reeds ver diend. In 1977 waagde hij een eerste poging om de Leninpiek te beklimmen. Door oververmoeid heid en slechte weersomstandig heden moest deze aanval op de top worden gestaakt. Later klom hij In de Himalaya en vorig jaar bereikte hij, opnieuw als eerste Nederlander, de top van Noord- Amerika's hoogste berg, de 6.189 meter hoge Mount McKinley. Nu gaat hij ongeveer twee weekends per'maand naar de Ardennen om te oefenen. „De hoogte daar mag dan gering zijn, er zijn hellingen die moeilijker te beklimmen zijn dan veel bekende bergen", ver telt Hoevenaars, die zowel lid is van de Nederlandse als van de Belgische Alpenvereniging. Bankschroeven „Vorig jaar kwam een paar Belgi sche vrienden met het plan om een expeditie te ondernemen. Ik stelde voor om te proberen de Leninpiek te beklimmen, omdat ik alsnog de top wilde bereiken", lacht Hoevenaars. „Uiteindelijk bleven er acht mensen over. Dat waren Lutgarde Vivijs, Robert Broeckx, Patrlc Docagne, Jo de Smedt, Staf van Ballaer, Eric Mertens, Willie van de Velde en ik zelf". Zij begonnen eind vorig jaar met de voorbereidingen. Dit jaar werd er nog speciaal op conditie getraind. „Met voile rugzakken liepen we op een weekend van Vlissingen naar Domburg en te rug. Elke duinovergang gingen we over. Eón had zelfs een paar bankschroeven in zijn rugzak, om maar aan zijn dertig kilo te ko men". Het afscheid in Schiedam, van waaruit iedere week een trein naar Moskou vertrekt, viel erg zwaar, weet Hoevenaars zich te herinneren. „Bergbeklimmen is Immers een sport met risico's: gemiddeld een op de tien berg beklimmers komt om het leven. En de Leninpiek is geen makkiel Maar alles is goed afgelopen. Op dergelijke hoogten moet je enorm voorzichtig zijn omdat Je erg veel vocht verliest. Vanwege de barre kou is het gevaarlijk om sneeuw of ijs te eten. En op zo'n hoogte duurt het lang voordat Je wat sneeuw in een pannetje gesmol ten hebt". Teweinig zuurstof „Zeker zo gevaarlijk Is de ijle lucht, waardoor je het risico loopt te weinig zuurstof te krijgen. Op grote hoogten kun je eigenlijk niet zonder een zuurstofmasker. Op een gegeven ogenblik gaan lopen, praten en denken enorm traag omdat Je hersenen te wei nig zuurstof krijgen. Meestal gaat dat weer over als je weer bene den komt. Maar toch, ik denk dat ik het nooit meer zo ver zal laten komen. Voortaan maar een mas ker meenemen". „Het is een geweldige belevenis om zo'n onderneming met goed resultaat te volbrengen. Het is al leen Jammer dat de tweede ploeg van ons team er niet In geslaagd Is de top te bereiken. Een van hen werd erg ziek en moest snel naar beneden gebracht worden. Het Is in verband met de lage luchtdruk onmogelijk op zo'n gro te hoogte met een helikopter te komen. Slechts een van de leden van de tweede groep Is er later nog In geslaagd om samen met een Frans alpinlstenteam de Le ninpiek te bedwingen". RENE BOGAARTS PAMIRGEBERGTE Tijdens de tweeënhalve week durende expeditie naar het Russische Pamir-gebergte, met als doel de beklimming van de Leninpiek (7.134 m) heeft Peter Hoe venaars een dagboek bijgehouden. Hieruit enkele passages. ZESDE DAG: We bezoeken het kamp van het no madenvolk de Klrgiezen. Daar krijgen we soep aangeboden, die ze daar zonder lepel eten. We dopen een stuk brood in de soep en eten dat op. Het smaakt voortreffelijk. Aan het eind van de maaltijd krijgen we allemaal een schaaltje melk. Hij gist nog, want er komen belletjes naar boven. Na de eerste slok hebben we meteen ge noeg. want het blijkt geen koeiemelk, maar merriemelk te zijn. Alleen Eric heeft zijn schaaltje leeggedronken. Die moet op de terugweg dan ook overgeven". ACHTSTE DAG: Vanuit het basiskamp vertrekken we om op 4.400 meter hoogte kamp I In te richten. Voor de Travellerspas ver andert het groene landschap in rots achtig gesteente. Bovenop de pas loopt het zweet van onze gezichten en besluiten we te rusten. Het uitzicht is geweldig en in de verte kunnen we de Leninpiek en de diverse routes duide lijk zien. Na een half uur vervolgen we onze tocht. Over een enorme berg morenegruls moeten we de gletsjer op. Tegen zes uur komt een onweer opzetten. We haasten ons om de kampplaats te bereiken, want op een gletsjer door onweer overvallen wor den kan erg gevaarlijk zijn. Ofschoon de afstand tussen het basiskamp en kamp I maar zestien kilometer is, be reiken we de kampplaats pas om half zeven. ELFDE DAG: We zijn de vorige dagen terugge weest naar het basiskamp. Vandaag zullen we proberen om op 5.400 me ter hoogte kamp II op te slaan. De Ij ler wordende lucht gaat ons nu par ten spelen. Ook is er angst te be speuren voor de gletsjerspleten. Sommige zijn zodanig onderge sneeuwd, dat we ze niet meer kunnen zien. Door het slechte weer van de af gelopen dagen zijn de ijsbruggen zwak geworden. Opeens hoor ik ach tenten hebben opgezet. Dan verschij- h nen op de helling Patrick en Robert. h' Ze weten niet waar Jo is, ze dachten dat hij voor hen uit liep. Willy en Eric e besluiten terug te gaan. Even later horen we dat Jo in aantocht is. 1 ACHTTIENDE DAG: We besluiten ons op te splitsen. Pa- trick. Staf, Lutgarde en ik zullen pro beren kampplaats IV (6.500 m) te be reiken. De route is rotsachtig. Met onze stljgljzers is het ellendig klim- s men op de rotsen, die at en toe wor- s< den afgewisseld met ijs. Vooral Pa- c trick heeft het erg moeilijk met zijn fil mapparatuur. Op deze hoogte weegt alles binnen de kortste tijd tijd lood zwaar. Na vier uur bereiken we einde lijk kamp IV. Door de ijle lucht zijn we te moe om nog foto's te maken. Staf voelt zich niet goed en besluit onmiddellijk te gaan slapen. Als het weer meezit, Is het morgen de grote dag. NEGENTIENDE DAG: Een stralend blauwe hemel en bijna geen wind. Het heeft ongeveer 23 graden gevroren. Vandaag moet het lukken. Staf is nog steeds niet beko men. Hij praat als een zatlap. Door de ijle lucht krijgen zijn hersenen te wei nig zuurstof. We raden hem aan terug te keren, maar hij besluit in het kamp te blijven. Wij drieën gaan op weg. Een half uur hebben we nodig om honderd meter te stijgen. We eten enkele stukken chocolade en drinken wat. We moeten zuinig zijn met limo nade, want op deze hoogte verlies je erg veel vocht. Dan bereiken we een steil gedeelte, dat bovendien door de losliggende, onder sneeuw verborgen rotsen extra gevaarlijk is. Onze hoog temeters geven aan dat we op zeven duizend meter hoogte zitten. We laten ons in de sneeuw vallen, want we zijn doodop. Wolken komen opzetten en de wind wakkert aan. Lutgarde heeft grote problemen. Ik tracht haar moed In te spreken door te zeggen dat ze het halen kan, halen moet! De vijf kilo wegende rugzak wordt zo zwaar dat we besluiten die zolang achter te la ten. De laatste meters vorderen we uiterst traag. We kunnen per minuut maar een pas. of tien doen. Dan roept Patrick het uit'en laat Lutgarde zich met tranen in haar ogen op de grond vallen. We zijn op de topl". Wiek Ederveen (links) als de gedetineerde die zich een vernederende controle moet laten welgevallen. Rechts Glenn Durfort die een aantal rollen speelt en die hier de gedetineerde visiteert. 's Nachts huilen Mara Otten: „Ze praten zelf ook liever niet zo over hun situatie. Ze worden verdrietig als ze het spel zien. Huilen. Maar dat ge beurt dan meestal 's nachts. We denken er sterk over om het spel naar aanleiding van de opmerkingen van gevangenen wat luchtiger te maken. Maar de werkelijkheid is zo hard als we het nu spelen. We willen gevangenen die het spel zien, niet down en verdrietig achterlaten". En omdat gevangenen erop aandringen het spel aan de „buitenwereld" te verto nen, is dezer dagen de eerste „buiten voorstelling" gegeven, waarvoor ook thea terdirecteuren waren uitgenodigd. Mara Otten: „We hebben het kleine circuit op het oog: kleine theatertjes, vormingscen tra, buurthuizen, literaire cafó's en al die ruimten waar wel eens meer zinnige din gen gebeuren in een ontspannen sfeer. Maar we menen er goed aan te doen Bui tenspel ook aan gevangenen te laten zien. Er worden talloze onderzoeken gedaan in gevangenissen, onder gevangenen, bewa kers en al die andere betrokkenen. Maar ze zien er nooit een letter van terug. Dikke rapporten worden er gemaakt over men sen die deze zelf nooit te lezen krijgen. Al die pakken papier verdwijnen in de bu reaus van instanties en ministeries. Van ons zien ze wel iets. Maar we willen Bui tenspel ook nadrukkelijk aan de buitenwe reld laten zien". Buitenspel wordt moreel en financieel ge steund door de Reclassering en door het ministerie van justitie. Aan het Juliana- fonds is een aanmaaksubsfdie gevraagd. Want Justitie en Reclassering betalen al leen de voorstellingen in „hun" inrichtin gen. De repetitieperiode is niet gedekt. Overal te spelen Mara Otten: „Eigenlijk kan ledereen die Voor veel Russische alpinisten is de Leninpiek een „verplicht nummer". De enorme sneeuwvlakten vergen, vooral op deze hoogte, enorm veel van je krachten. ter me vloeken. Ik draal me om en zie dat Willy tot aan zijn middel In de sneeuw is gezakt. We trekken hem eruit en kijken met ontzetting in de zwarte diepte van de gletsjerspleet. ZEVENTIENDE DAG: Opnieuw zijn we door het slechte weer gedwongen geweest naar het basiskamp terug te keren, maar gis teren zijn we zonder grote problemen in kamp II aangekomen. Vandaag gaat het laatste offensief beginnen. Zonder noemenswaardige problemen bereiken we een steil couloir. Op zich Is het niet zo'n probleem, maar om dat het volledig verijsd is, vraagt het enorm veel inspanning. Het hoogte verschil van honderdvijftig meter kost ons tweeënhalf uur. Langzaam wordt het tempo hervat. De koorden wor den losgemaakt, omdat er toch geen gletsjerspleten meer zijn. Vlak voor de steile top naar de Razdelnyplek begint het te sneeuwen. We trekken extra kleding aan. Naast de stuifs neeuw, die ons soms de adem af snijdt, komt nu ook mist opzetten. Er zijn grote gaten gevallen tussen de teamleden en ik kan de anderen niet meer zien. Plots zie Ik twee schimmen voor me, maar ik weet niet of het mensen of rotsblokken zijn. Dichterbij gekomen zie ik dat Eric en Staf in de sneeuw uit zitten te rusten. We be sluiten bij elkaar te blijven. Met veel moeite bereiken we de top van de Razdelny. Een half uur later komt Lut garde in haar eentje aangestrompeld. Aan de andere kant Is de wind min der fel en vrij snel bereiken we kam- p III. Het duurt lang voordat we de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 16