Peter Ellenshaw werd achter zijn schildersezel weggerukt voor Walt Disney's duurste SF-film TERDAM Een aantal aardse eter-- gen zwervend in het heelal op zoek een verdwenen geniale professor ;ijn ruimteschip. Een professor bij de stoppen van zijn genialiteit blij- Ie zijn doorgeslagen en die gevon- wordt op zijn king size ruimtevaar waar hij de veelkoppige bemanning laten uithongeren tot vegeterende loden. En dat om zijn kansen ef te rl vkten om een zwart gat in de ruimte sn te dringen, dat er na het verdwij- t ran een ster als een enorm zuigende Ikolk in het luchtledige ligt als de jmgspoort tot een mogelijke eeuwig- Dat alles tot in alle hoeken en ga- ipgevuld met robots, van goedhartig en Ie meest verderfelijke kwaadaardig- is in het kort het verhaal van „The ori hole'', een project waaraan de film- 'o's van wijlen Walt Disney zich in rika waagden voor een bedrag van ntien miljoen dollar, Disney's duurste lm. Een film die op het ogenblik in de srlandse bioscopen draait, straks in Hand uitkomt en waarvoor de Disney- »en een Amerikaanse Engelsman van tjeiar uit de stilte van zijn pensionnering iten halen om dat allemaal op overtui- le wijze in beeld te brengen. Peter El- law heet die Disney-magiër. Een man 3en 45-jarige carrière als „matte-ar- achter de rug heeft. Een „matglas-ar- Simpel gezegd een filmkunstenaar >,r via geschilderde, niet reflecterende srgronden voor zorgt dat de acteurs gaan in de stoutste dromen filmmakers. Ellenshaw zorgde o.a- Esg- spectaculaire klassieke achtergron- bij films als „Spartacus", Jules Ver- n „20.000 mijlen onder zee" en liet Ju- :o'n tndrews als Mary Poppins tegen de lok.srgrond van Edwardiaans Londen par vliegen. aste36-jarige Peter Ellenshaw zit wat mis- endist in de met boeken gestoffeerde bi- ,n9'heek-bar van het Amsterdamse Mar- ^gfhotel. Een verdwaalde professor. Be bebrild en besnord zonder dat er Hollywood aan hem te beken Hij lijkt er eerder aanwezig om een igen lezing te geven over de geschie- van de beeldende kunst dan om op !541^atie van de firma Disney „zijn" film te i 3n propageren. Ellenshaw heeft het er -"-pok een tikkie moeilijk mee: „Dit is de üHe keer dat Disney besloten heeft re- e te maken met hoé de film tot stand ^Emen is. De techniek dus als reclame- ct. Ik heb voor „The black hole" de rvisie gehad over de effecten en de ïtuursets. Want bij Disney is het in, nstelling tot andere studio's, gebrui- c dat niet de techniek uitmaakt wat er ^et doek komt, maar dat er een artiest m de uiteindelijke beslissingen te ne- Uiteraard heb ik niet alles zelf ge- j. Een man als John Marbridge, de art Itor, is enorm belangrijk geweest. Tot kort een goeie vriend van me. Maar nijn naam in de publiciteit alsmaar voren komt, heeft die vriendschap Dpduvel gekregen. En het zal me nóg 3en paar vrienden kosten." nputers ^.van de meest spectaculaire scènes in black hole" is het uiteindelijke ver ten van het ruimteschip in de draai- van het „zwarte gat" in de ruimte. scène die je makkelijker neerschrijft verfilmt. Ellenshaw: „De scène met de ste technische problemen. We zijn ——jaar aan de voorbereidingen van „The "k hole" bezig geweest, en paé twee weken voor we met "het geheel klaar waren was de oplossing voor die scène er. Eerst was er een computer-firma die zei dat ef fect wel voor elkaar te kunnen krijgen. Maar uiteindelijk bleef te zien dat het com- puterwerk was. Vijf weken werk én geld voor niets. Daarna kwamen er andere spe cialisten bij, maar ook daarvan moesten we het niet hebben. De oplossing kwam tenslotte toch uit eigen koker. We moes ten één doorgaande beweging hebben als of dat ruimteschip in een tunnel in die ruimte verdwijnt. Een zwart gat in een zwarte achtergrond dus. We hebben vijftig zwarte schijven van zo'n vijftig centimeter doorsnee achter elkaar gezet. Bekleed met glanzend plastic. Daar is een rails voor de camera ingebouwd. Een speciaal ontworpen camera met een kleine lens aan een soort snorkel, en computerge stuurd. Om de beweging vloeiend te ma ken en het oneindigheidseffect te suggere ren werd dat beeld voor beeld opgeno men, werden stuk voor stuk die schijven weggehaald en weer aan het eind van de rij gezet, terwijl er speciaal licht werd ont worpen dat indirect om die schijven heen cirkelde, om het wervelende van die kolk weer te geven." Starwars Wanneer je Peter Ellenshaw voorlegt dat die effecten het sterkste deel van „The black.hole" vormen, maar dat het verhaal toch dik in de cliché's zit die je van het genre verwachten kan, is hij nauwelijks ge schokt. „Ik geloof dat er briljant werk is gedaan met de miniatuursets en de effec ten. Het is een knap realistisch beeld ge worden van hoe het er in die ruimte zou kunnen uitzien. Daarbij vergeleken is „Starwars" wat jongensachtig amateuris tisch. Daar zit je steeds naar effecten te kijken, en voor mij zijn effecten pas goed als je ze niet opmerkt. Maar ik denk dat „The black hole" een betere film was ge worden als we een sterker verhaal hadden gehad". En hij verzucht: „Hèdden we maar dat jongensboekachtige van „Starwars" gehad". Zelf ben ik helemaal niet zo'n ruimtefreak. Ik ben vlieger geweest In de Tweede Wereldoorlog. Instructeur bij de RAF. Nachtvlieger. Dus die affiniteit met het heelal heb ik wel. En ik lag ook graag op m'n rug in het gras naar de hemel te kijken. Zoals iedere jongen. Toen ik m'n eerste baantje had in een garage, dat ik hartgrondig haatte, kwam ik binnen met: „Moet je kijken hoe prachtig die wolken zijn". Niet zo zwammen, aan je werk, was het antwoord dan". Peter Ellenshaw krijgt het nog te kwaad als hij aan dat baantje denkt. „Mijn vader stierf op m'n vierde. Ik was eigenlijk nergens goed in, dus ik wilde artiest worden. Maar geld voor eer. '-"nst- De acteur Ernest Borgnine bij een goedaardige robot in Walt Disney's duurste scien cefictionfilm „The black hole" opleiding was er absoluut niet. Ik begon reprodukties van oude meesters over te schilderen met behulp van lijntjes. Toen leerde ik „Pop" Day kennen. Ik was toen 21, vond mezelf al ontzettend oud en dacht dat ik nooit schilderen zou leren. „Pop" Day was toen een grote naam in de filmwereld. Hij maakte schilderijen op glas. De film met de acteurs en de rekwisieten erop werd geprojecteerd op heldere delen van het glas en hij schilderde op een gla zen scherm een kasteel boven de heuvel die geprojecteerd werd. Die twee werden opnieuw samen op film opgenomen. De kunst was je schilderijen zo weinig moge lijk statisch te maken om zo de camera te bedriegen. Bij hem heb Ik het vak geleerd. En hij is bovendien later mijn stiefvader geworden." Stuifmeel Ellenshaw begon als assistent-„matte-ar- tlst" voor Alexander Korda voor films als „An ideal husband" en „Things to come". Hij herinnert zich van die dagen: „We gin gen naar Parijs om een gebouw te filmen waarvan het dak niet zichtbaar mocht zijn. Dan zette je een masker op je camera dat precies gelijk liep met de naad van het dak. Dan kon er later iets boven gechil- derd worden. Maar dan merkte je thuisge komen dat de Franse Eglair-camera nog niet op één punt vastgezet kon worden zoals de Britse Bell Howard. En dat je dan weer wél, dan weer niet het dak zag. Toch gebeurden er toen al vooruitstrevende dingen op trucage-gebied. Kijk terug naar een film als Fritz Langs „Metropolis" en dan zie je toch nog steeds bijzondere ef fecten." Na een lange loopbaan in Enge land kreeg hij het verzoek van Walt Disney aan diens „20.000 mijlen onder zee"te ko men werken: „Walt was een geweldige sti mulator. Maar hij was ook keihard. De stu dio was alles, en hij begreep niet als er opeens gestaakt werd of als mensen niet gemotiveerd waren. Maar hij was wel de bij die het stuifmeel doorgaf. Toen hij stierf, hing boven zijn bed In het zieken huis een schilderij dat ik voor hem ge maakt had." Ierland Toen de studio die Disney achterliet El lenshaw in I974 belde voor een praatje over een komend project „The black hole" was Ellenshaw aan het schilderen in Ier land. „Ik ben teruggekomen omdat ze een artiest nodig hadden. In Hollywood en in de film wordt alles overgenomen door de computers. Prachtig, maar ook jammer omdat al die computer-effecten op elkaar lijken. En je hebt toch het menselijk oog nodig om het resultaat te beoordelen. Films met veel effecten maken, betekent tegenwoordig een voortdurende strijd tus sen de artistieke mensen en de techniek. Ik denk niet dat ik nog naar Hollywood te rug zal gaan voor een film. Mijn zoon Ri chard doet er inmiddels hetzelfde als ik deed. Hij werkte aan „Starwars" en het vervolg „The empire strikes back" en maakte de „mattes" voor „The black hole". Ik schilder liever. Landschappen en :eegezichten. Daar verdien ik mijn boter ham met beleg mee. Ierland bijvoorbeeld. Om de ruigheid van z'n natuur. Ik heb er gewoond maar dat werd me te koud. Ik ben weer terug naar Californië gegaan. Elk 'aar heb ik een grote schilderijenshow. Of n New York, of in Los Angeles. In Enge- and heb ik een expositie gehad maar daar vonden ze mijn werk te duur. Ik vraag voor een doek van 50 bij 40 twaalfduizend dol lar. Niet te gek. Ik heb mijn schilderijen uit Londen weggehaald. Maar nu begint er opeens interesse te ontstaan." Peter Ellenshaws schilderijen blijken tech nisch perfect geschilderd, realistisch na tuurwerk, waarin geen mens rondloopt. ,Men verwijt me wel eens dat het net fo to's zijn die ik maak. Ik ga binnenkort een foto opblazen en naast een schilderij han gen om het verschil te laten zien. Hier in Nederland ben ik onmiddellijk naar de mu sea gerend. Geweldig, die Rembrandts en die Vermeers. Dat lijken dooddoeners, maar als je er voor staat is 't allemaal niet zo vanzelfsprekend. Nee, laat mij maar schilderen. Ik ben 66, maar ik heb nog een lange weg te gaan. Ik geloof dat ik veran der naar een soort superrealisme". Ellens haw schrikt op uit zijn betoog en veront schuldigt zich oprecht: „Pardon, ik vergeet even waarvoor ik hier ben. Reclame ma ken voor de film". De Disney-magiër Ellenshaw heeft die film al duidelijk in de kelder van zijn leven ge zet. Misschien dat we van de schilder El lenshaw nog iets horen. BERT JANSMA Peter Ellenshaw op het Leidseplein: een bescheiden 66-jarige Disney-magiër die de stoutste filmdromen waarmaakte en die thans in Nederland is om „zijn" film „The black title" te helpen propagerin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 13