jfïesta ura tie Wassenaarse
indmolen De Wind lust'
nog dit jaar gereed
laisy en
ie politie
Leiden 600 jaar orgelstad:
een luisterrijke herdenking
1
Eerste orgel in Hooglandse kerk
AD/REGIO
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1980 PAGINA
JOK WERKDAGEN VOOR WASSENAARSE JEUGD
nai
ni
WASSENAAR De uit 1668 daterende graanmolen De
Windlust in Wassenaar wordt nog dit jaar ingrijpend geres
taureerd. Dat betekent, dat de wieken („roeden" in jargon,
red.) worden vervangen en dat het krui werk bij de kap,
waaraan de wieken vastzitten, voor het grootste gedeelte
wordt vernieuwd. Dat is een spectaculair gezicht, omdat
dan de hele kap door kraanwagens moet worden opgetild.
De rollerbaan, waarop de kop van de molen draait, is vol
gens de nieuwe molenaars, de neven Jan (26) en Pieter (21)
van der Veek uit Lisse, eveneens dringend aan vervanging
toe. Ook het remsysteem wordt ingrijpend gerestaureerd.
Nu durven de beide jonge molenaars de molen slechts op
halve kracht te laten draaien. Maar na de restauratie draait
de oude molen weer als vroeger in volle majesteit hoog bo
ven de Wassenaarse dorpskom uit. „Voor Kerstmis is heft
werk gedaan", vertelt Pieter, die in het dagelijks leven leer
ling-molenbouwer is bij de voor insiders bekende molen*
bouw fir ma Verby.
Zowel Jan als Pieter zijn in
het bezit van het getuigschrift
Vrijwillig Molenaar, behaald
bij de sinds 1972 bestaande op
leiding van het Gilde van
Vrijwillige Molenaars. Beide
neven beheren al enkele jaren
een Zemelpoldermolen in Lis-
se. Die molen is echter wat
eenvoudiger qua constructie.
In die molen Jan werkt er
al drie jaar geven ze voor
de Lissener jeugd af en toe
werkdagen. De kinderen kun
nen dan in hun oude plunje
een dagje in de molen „mee
werken". Jan van der Veek:
„Als kinderen het, overigens
eenvoudige, principe van een
molen begrijpen, dan is het
voor hen veel gemakkelijker
om andere technische con
structies te begrijpen". Jan
weet waarover hij praat, als
pas afgestudeerd ingenieur
Bouwkunde. „We zijn vast van
plan ook iets dergelijks op te
zetten in Wassenaar, hoewel
dat nog wel tot volgend jaar
moet wachten".
Houtzaagmachine
De beide neven zijn allebei lid
van de vereniging „De Hol-
landsche Molen", een in 1923
opgerichte vereniging, die zich
ten doel stelt Nederland als
molenland herkenbaar te hou
den. Waren er honderd jaar
geleden maar liefst 9000 mo
lens in geheel Nederland, nu
kom je met naarstig tellen niet
verder dan nog maar een paar
honderd volkomen bedrijfs-
waardige molens, waarvan er
slechts enkele tientallen in vol
bedrijf zijn. Dat wil zeggen,
dat de bedrijven volcontinu in
bedrijf zijn, niet zoals de
graanmolen De Windlust in
Wassenaar. Daar rust van ge
meentewege slechts de ver
plichting op, dat hij wekelijks
vijf zes uur draait. Vroeger
waren de molens op velerlei
gebied functioneel. Zo had je
molens, die graan maalden,
molens, die dienst deden als
poldergemaal, en nog vele an
dere soorten. Ook deden mo
lens dienst als houtzaagmachi
ne, terwijl de zogenaamde olie
molens olie persten uit zaden.
Deze molens konden met hun
ontzagwekkende wieken een
druk leveren van 350 atmos
feer, nodig om de zaden te
pletten. Zelfs nadat de stoom
fabrieken de fabricage van
plantaardige oliën overnamen,
brachten deze fabrieken de
overblijfselen nog naar deze
molens, die er toch nog een ac
ceptabele hoeveelheid olie uit
konden persen.
Groter rendement
De nieuwe vormen van ener
gie-opwekking aanvanke
lijk alleen stoom, later kwam
de verbrandingsmotor en het
gebruik van electriciteit
hadden als gevolg, dat duizen
den molens buiten gebruik
raakten, werden afgebroken of
in verminkte vorm als huis of
schuur bleven voortbestaan.
Moderne vindingen maakten
het echter mogelijk de econo
mische kant van het molenbe-
drijf zodanig te verscherpen,
dat enkele molenaars het
hoofd boven water wisten te
houden. Nieuwe wieksyste-
men hebben onder meer voor
een groter rendement gezorgd.
Het totale molenbestand in
Nederland bedraagt ongeveer
950 molens. Duidelijk een aan
wijzing, dat de Nederlandse
molen op zich geen economi
sche overlevingskans heeft,
wanneer „De Hollandsche Mo
len" en het Gilde van Vrijwil
lige Molenaars het niet als een
persoonlijke uitdaging zouden
zien zoveel mogelijk uit het
verleden voor het nageslacht
te bewaren.
Pieter houdt het kruirad vast om de molen op de wind te draaien, terwijl Jan aan de
„vang" trekt om de wieken at te remmen.
LISSï
SE MOLENAARS
BLA2
:EN „WINDLUST"
NLEU
W LEVEN IN
Stellingen
De Windlust in Wassenaar be
staat al sinds 1668, hoewel de
huidige ronde vorm van boven
de balustrade dateert van 1861.
„Geen balustrade maar stellin
gen", zegt Jan corrigerend,
wanneer de verslaggever weer
eens geen weg weet met alle
vaktermen, die hij moeiteloos
uit zijn mouw schudt. In 1861
moeten de weergoden de toen
achtkantige molen genadeloos
met bliksem hebben gegeseld,
waardoor het hele bovenstuk
van de molen opnieuw moest
worden opgetrokken. De toen
malige molenaar was trouwens
een Mansvelt, telg uit een
roemrijk molenaarsgeslacht,
dat vanaf 1821 tot 1961 de mo
len heeft beheerd. In 1961 ging
de molen namelijk in gemeen
tehanden over. Dat de molen
na honderd jaar weer eens „in
de steigers" moet, is duidelijk
te horen, wanneer de nieuw
bakken Windlustmullers de
molen laten stilstaan voor eni
ge fotografieën. Knarsend en
piepend komen de ruim 25
meter lange schoepen tot stil
stand. „Je kan zeker wel ho
ren hoe nodig de restauratie
is", zegt Jan met een glimlach.
Luister
Hoewel de economische kant
van de zaak nog moet worden
bekeken, zijn Jan en Pieter
vast van plan, de vroegere
functie van de molen weer in
zijn oude luister te herstellen.
Zij gaan namelijk weer graan
malen. „We moeten alleen nog
even bekijken, hoe we dat het
beste kunnen opzetten", zegt;
Jan. Pieter valt zijn neef bij.-
„We hebben er niets aan, als
we driftig aan het malen slaan
en we met het gemalen graan
geen kant opkunnen". Hek
graan malen vormde een om
derdeel van de cursus „Vrij-C
willige Molenaar", die ze bei
den hebben gevolgd. Jan al in-
1972. Beiden hebben ze stag»*
gelopen in de Zaanstreek,
vroeger het meest „molenrii-,
ke" gebied van Nederland. Zè.
willen wel kwijt, dat in de cur
sus wel wat erg veel aandacht
aan de theorie wordt besteed.,
Jan is heel beslist als hij hel
heeft over de ervaring. „Net-
als bij autorijden, gaat het
.voornamelijk om de praktijk:
Die moet je in je vingers krij
gen", zegt hij. En dan met een
olijke grijns op zijn gezicht:-
„Wat heeft het voor mij voor
zin om te weten hoe het krui-'
werk van een molen in Grons-
veld eruit ziet, als ik in Wasse
naar met volle zeilen aan het
malen ben en er komt een gro--
te bui uit zee opzetten?"
JAN PETER VERSTEEGEj
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te paan... tenzij
het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek beschre
ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters
naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re
denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar some ook vol
slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beechreven die
ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder
gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze ef te halen.
Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden.
Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10-12 en 14-17 uur, za. 10
lot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten.
ÏIDEN Dat de gemeen-
lijke politie zo nu en dan
k iets anders doet dan be-
ilpzaam zijn bij het afwik-
ten van ongelukken, sus-
Q van burenruzies, oplos-
Q van inbraken en het uit
ten van al dan niet terech-
parkeerbonnen, heeft de
d van deze week, die on-
de naam Daisy door bet
"en gaat, ervaren.
Katwijkse politie vermoedt
Daisy al ongeveer twee
*ken rondgezworven had
oordat zij door een handha-
van de orde liefderijk
eegenomen werd naar het
atwijkse politiebureau. Op-
Jiten bleek niet nodig want
'aisy was er niet al te best aan
en daardoor niet in staat
"erlast te bezorgen. Na een
trste verzorging werd Daisy
"ergebracht naar het Leids
Dierenasiel waar zij nu sinds 2
augustus op een nieuwe baas
zit te wachten. Daisy is een
bastaard teckel met een lang
harige vacht en vrij grote han
gende oren. De kleur van die
vacht is roodbruin. Haar
6chofthoogte is ongeveer 25
centimeter. Het lijkt alsof zij
een bierbuik meesleept, maar
dat wordt veroorzaakt door de
lange haren. De eerste twee
weken in het asiel had Daisy
het niet zo erg naar haar zin.
Ze was stil en met het eten
ging het niet zo best, maar
langzamerhand begon ze te
wennen en leefde ze weer op.
Daisy is een bastaard. Dat
blijkt ook een beetje uit haar
karakter. Ze is een vrij rustige
dier en niet zoals veel van
haar soortgenoten die keffen
tegen alles en iedereen die ze
tegenkomen. Tegen autorijden
had ze geen bezwaar toen ze
Daisy is redelijk rustig.
overgebracht werd naar het
asiel, maar omdat ze een zwer
ver was, is het niet te zeggen
hoe ze op kinderen en dieren
reageert wanneer ze daar mee
moet samenleven. Maar in elk
het geval is het het proberen
zeker waard.
Raksie
Twee weken geleden stond
Raksie in het middelpunt van
de belangstelling in deze ru
briek. Vorige week zat hij nog
steeds op een baas te wachten
maar inmiddels heeft hij een
nieuw tehuis gevonden in
Stompwijk. Tina, de hond van
vorige week, is het tot dusver
minder goed vergaap. On
danks dat zij een zeer rustige
hond is, waarvan het moeilijk
voor te stellen ts dat zij over
last bezorgd, vertoeft ze nog
steeds in haar hok in het asieH
LEIDEN Musicologisch onderzoek
heeft aangetoond dat in de Leidse ar
chieven voor het eerst in 1381 melding
is gemaakt van een orgel in deze stad,
en wel in de Hooglandse kerk. Dit feit
is aangegrepen door enkele onderne
mende Leidenaren om zich te vereni
gen in de Stichting Leiden 600 jaar or
gelstad. die ernaar streeft de aandacht
te vestigen op het muziekleven, zoals
dat de afgelopen 6 eeuwen, maar voor
al vóór 1750 hier gebloeid heeft. Uit de
archieven zijn vele werken te voor
schijn gekomen, niet alleen daterend
van de Middeleeuwen, maar ook van
latere tijd, toen musici en componisten
vooral actief waren in de diverse ker
ken en, in mindere mate, de universi
teit
De stichting is nog jong en heeft contact
gelegd met de stichting Coördinatie Mu
ziekleven (de COMU), waarin een aantal
muziekorganisaties verenigd zijn. Samen
hebben ze het plan opgevat in het voor
jaar van 1981 de muziekmanifestatie
„Luisterrijk Leiden" te organiseren. Tus
sen 30 april en 20 juni zullen elke donder
dag en zaterdag concerten gegeven wor
den, te beginnen met een concert in en
buiten het stadhuis. Binnen zullen op ver
schillende plaatsen uitvoeringen plaats
vinden door musici die vooral uit de Leid
se regio betrokken zullen worden. Enke
len hebben hun medewerking al toege
zegd. Buiten zal het carillon te beluisteren
zijn, evenals diverse muziekcorpsen,
waaronder trompetters van het Leidse po-
litiemuziekgezelschap.
Van de activiteiten die na deze opening
plaatsvinden, moeten natuurlijk eerst de
ongeveer 10 orgelconcerten genoemd wor
den. Deze vinden plaats in onder meer de
Pieterskerk, Marekerk, Hooglandse kerk
en Waalse kerk, waar de componisten van
wie werken gespeeld zullen worden, als
organist vroeger werkzaam zijn geweest.
De organisatoren hopen dat de restauratie
van enkele orgels tijdig voltooid zal zijn.
Andere evenementen bestaan uit een
koorconcert door het Nederlands Kamer
koor en een-uitvoering van een 18e-eeuw-
se opera in de Stadsschouwburg, van een
enkele jaren in Leiden woonachtige com
ponist die werkte aan het hof van de stad
houders. Deze uitvoering, gegeven op 18e-
eeuwse wijze, vormt de afronding van
„luisterrijk Leiden".
Aan de middeleeuwse muziek worden 2
concerten besteed in de Hooglandse kerk,
één met uitsluitend kerkelijke muziek en
één met kerkelijke en wereldlijke muziek,
die in afzonderlijke ruimten wordt gege
ven. In dit zgn. Wandelconcert kan het
publiek naar believen van uitvoering wis
selen. De universiteit wordt bij „Luister
rijk Leiden" betrokken door een concert
in het Academiegebouw, te geven door
het studentenorkest Sempre Crescendo.
dat dan zijn 150-jarig bestaan viert r
Vermeldenswaard is ook het harpconcerw
in de Taffeh-zaal van het Rijksmuseunvf
van Oudheden en het concert in de Stadse
gehoorzaal, waaraan behalve Leiden ook
haar 2 zustergemeenten Oxford en Kre-
feld zullen deelnemen. De opzet is dat be
halve muziek, ook poëzie en proza uit de 3
landen waarin de steden liggen, wordt ge
bracht. Een extra element wordt aan de_
manifestatie toegevoegd door de tentoon
stellingen in De Waag en de Lakenhal die.
zowel de muziek- als de algemene ge
schiedenis van de stad tot onderwerp heb
ben. De plannen zijn groots van opzet, ge
tuigen van creativiteit, maar bevindep'
zich vaak nog in een vrij vroeg stadiumv
In de komende maanden zullen ze prak
tisch verder uitgewerkt moeten worden.'
Met de gemeente wordt de financiële kant'
van de zaak bekeken, evenals met het rijk,*
en de provincie. Op dit punt is de publiek'
ke belangstelling natuurlijk van belang.
De VVV heeft haar medewerking toege
zegd en hoopt via het VVV-theaterbe-,
spreekbureau reserveringen uit andere'
plaatsen en zelfs uit het buitenland te ont
vangen.
Dat „Luisterrijk Leiden" die betekenis zal
krijgen, is alleen maar te hopen: in muzi
kaal, muziek-historisch opzicht, maar ook
voor de stad kan deze manifestatie van
groot belang worden.
DIRK VOOftEN