Léo Ferré: meest
„klassieke" van
alle Franse
chansonniers
POPSPRAAK
KLASSIEK
Concertagenda
Jan Brandts Buys: spel van
\mishenningen herwaardering
l%ina
Danny Lade ma-
Nu de 25-jarige rockzangeres chcr
Nina Hagen Amerika wel voor Ex-stergitarist van de inmid-
gezien houdt, knipoogt zij de]s ontbonden groep „The
weer naar Nederland en West- wild Romancezal medio ok-
Duitsland waar zij inmiddels tober met een solo-elpee op de
een begrip is geworden. Zij markt verschijnen. Dit liet zijn
heeft daarvoor een gloednieu- platenmaatschappij weten,
we band opgericht en daaraan Hoe die elpee zal heten en met
andermaal de naam „Nina Ha- welke nummers dit Belgisch
gen Band gegeven. Ferdie snaarfenomeen dan zal ko-
Karmelk (gitaar), Paul Screa- men, is onbekend. Noch zijn
mer (keyboards), Carl Rücker platenmaatschappij noch
(bas) en Alex ,Stai Laroque Danny zelf wilden hier iets
Veel groten uit het Franse
chanson dragen de klassie
ke muziek een warm hart
toe. Frieda Boecara zingt
graag op melodieën van
klassieke componisten Ge
orges Brassens zou met zijn
strakke melodische vormge
ving wel eens een soort Mo-
xart van het Franse chan-
kunnen worden ge
noemd Gilbert Bécaud
waagde zich al eens aan het
schrijven van een opera,
etc. etc. Maar de meest
„klassieke" van alle Franse
chansonniers is toch nog
steeds Léo Ferré.
zijn nieuwste elpee, „II est
six heures ici...et midi a New
York" (CNR/Barclay 960.016)
brengt hij in „Les musiciens"
zelfs een ode aan allen die
klassieke muziek hebben ge
schreven (flarden Beethoven
en Debussyen aan allen die
haar vertolken. Toch is dit
het zwakste nummer van de
hele plaat, omdat het een
beetje gekunsteld in elkaar is
gezet en niet vrij is van pathe
tiek. Eigenlijk gewoon een op
somming in geforceerde
beeldspraak, net als „Porno-
song" op de B-kant, waarin
hij alle facetten van de totale
erotische overgave beschrijft.
De rest van de elpee wordt
gevuld met twee veel interes
santere koppelingen van
chansons. Met groot orkest en
koor zingt Ferré in „Des
een liefdeslied, waarin
de macht en de onmacht van
woorden worden geschetst,
met voorbeelden bin
nen de tekst zelf en eindigend
met „Je t'aime" in hoofdlet
ters.
Huiveringwek
kend
Op de B-kant heeft dit lied
zijn tweelingbroertje gekre
gen in „La nostalgie", waarin
de gevoelens van macht en
sumach t bij het verwerken
v» de nostalgie treffend en
ifdoende worden vertolkt.
Bet meest persoonlijk is Ferré
chter in de andere twee lie
feren. „Ma vie est un slalom"
is ronduit huiveringwekkend
3 door de wijze waarop hij zijn
igen beklemde en beklem-
mende levensgevoel
verwoordt en uitzingt en in
,11 est six heures ici ....et midi
i New York" laat hij in on-
vergetelijke, imposante beel
den het wegvallen van ver-
chillen in ruimte en tijd zien,
)m tenslotte te belanden bij
de eigen plaats die hij binnen
dit grote geheel inneemt.
Aznavour
a Even fascinerend als de schijf
t,van Léo Ferré is „Autobio-
^raphie"' van Charles Azna-
met een vrij donkere, gerijpte
stem, subliem bijgestaan door
het orkest van Paul Mauriat,
die, evenals Christian Gau-
bert en Jean Claudric, voor
eveneens sublieme arrange
menten zorgde. Typische
Aznavour-melodieën toch
wel, met de bekende Russi
sche inslag, maar ook op veel
knap verwerkte moderne rit
men, zoals disco.
Liefde
De teksten zijn echter het be
langrijkste. Natuurlijk gaan
die voor het merendeel weer
over de liefde. Over de ver
schillende uitingen van liefde
in het Turks klinkende „L'a-
mour, Bon Dieu l'amour".
Over die ene vrouw, welke
hij zich nog herinneren zal als
hij ooit zijn leven eindigt door
zich definitief in het water
van de beek te begeven in het
ongelooflijk mooie „Le souve
nir de toi". Over het verloop
van de liefde in het kennelijk
ook door zijn leeftijd wat af
standelijke „Ca passé" („la co-
médie d'aimer, la parodie
d'aimer", etc.). Over de bewo
genheid in de liefde in „Mon
émouvant amour" (tranen
met tuiten, met lalalalala-zan-
geres Danielle Licari op de
achtergrond). Over de manier
waarop hij gevoelsmatig de
liefde beleeft in „Je fantas-
me".
Maar hierbij komen we dan
meteen bij zijn zelfportret,
zoals dat tevens gemaakt is in
„Mon ami, mon Judas" (over
de macht van de duivel in
hem) en natuurlijk het titel-
chanson „L 'autobiographie
het ontroerende eigen levens
verhaal. Voeg daarbij dan ook
nog het aardige lied over zijn
relatie tot een Zuidfranse ha
venstad („Allez vai Marseil
le") en we hebben in het kort
de grandioze inhoud van één
van de mooiste elpees die ik
dit jaar gehoord heb.
(drums) vormen die band. In
middels heeft de Nina Hagen
Band uitgebreid geoefend en
zal zeer binnenkort concerten
in Europa geven. In Neder-
over zeggen.
Brood
land is dat het geval op 16 sep- gen bodem, ging het de laatste
temberin Nijmegen en op 17 fjjj aJiemaal niet zo best. Zijn
september in Amsterdam. Na film met Nina Hagen> i Cha.
een tour door Europa staan op Cha" flopte. „The Wild Ro-
het programma van deze band mance" met de Belgische, ij-
o.a. concerten in Japan.
Sweet People
Voor de Canadese studiogroep
zersterke, gitarist Danny La-
demacher en de bassist Fred
die Cavalli ging uit elkaar. En
zijn laatste elpee „Go nuts"
werd in Nederland een grote
Sweet People betekende de n°P, omdat die te Amerikaans
single „Et Les Oiseaux Chan- was- Beden voor zijn tanende
taient" de doorbraak voor Ne- succes als Neerlands popidool
derland. Deze ex-alarmschijf
één noemde hijzelf:
bereikte hier niet minder dan Be overbelichting van zijn per-
de Top 10. Binnenkort zal van soontje door de pers. Herman
deze studioformatie een nieu- besloot zich maar een tijdje
we single worden uitgebracht, rustig te houden. Maar Brood
„Lake Como" genaamd. Deze zou Brood niet ziJn- wanneer
heeft inmiddels in Canada al h'J dat lanZ zou kunnen vol
de platina-status bereikt en is houden en daarom orgamseer-
evenals hun eerste hit de hi) van de week in Amster-
ook te horen op hun onlangs dam een ër°ots feest om o.a.
verschenen elpee „Sweet Peo
ple".
Léo Ferré vertolkt huiveringwekkende liederen op zijn nieuwste LP „II est six heures
ici...et midi a New York".
zijn nieuwste LP „Wait a mi
nute", die sinds afgelopen
dinsdag in de platenzaken ver
krijgbaar is, te vieren. Van de
ruzie die Herman volgens me
nig popjournalist zou hebben
Het is zover: de groep Kiss met met zijn ex-leden Danny La-
Kiss
tijns-Amerika. Aardig is ook geleiding, de harmonisaties,
het knipoogje naar het „L.A.de akkoorden en de ritmiek,
van Nicolas Peyrac in „So far Wat denkt u bijvoorbeeld van
away from Coubervie". Toch een half herschapen folk-ach-
komen de teksten én de zang tig A l'ombre di coeur de ma
over het verwennen van de Hij voegt er vooral muzikaal de Corte doet iedere vertol- -
hongerende kinderen in La- veel nieuws aan toe in de be- king van een Brassens-chan- hun gloednieuwe drummer demacher en Peter Bootsman,
son door een ander dan de Eric Carr is in Europa aange- bleek echter toen mets. Samen
maker zelf toch al afbreuk komen en hebben inmiddels al met hen gaf hij zelfs enkele
aan de expressie van vooral concerten gegeven in Italië en succesnummers weg waaron-
de teksten Dit nadeel wordt LI"™™!,
hier royaal vergoed door de
experimenten op het muzika-
recht: uiterst interessant en
inventief en toch uiterst ver
makelijk!
JAN VAN DER KLEIJ den- 'ets om ,e •""eten weten.
De teksten zijn het be
langrijkste op „Autcbio-
graphie", de LP van Char
les Aznavour die inmid
dels met een Edison is be
kroond.
kroond. Voor de meesten on
der ons^is Aznavour de man
die jaar in, jaar uit op de tv
verschijnt met telkens weer
dezelfde oude successen, zoals
„Hier encore", („Yesterday
when I was young"), en Les
plaisirs démodés" Dance in
the old fashioned way", com
pleet met het handje over de
schouder). Vandaar misschien
de goed bedoelde aanduiding
op de hoes: „Nouvelles Chan
sons". Maar het gaat hier niet
zomaar om een aantal nieuwe
liederen. Ze hebben wel dege
lijk een samenhang, en wel
een autobiografische, zoals de
titel al zegt. Aznavour zingt ze
Bécaud
Aznavour's grote vriend en
collega Gilbert Bécaud heeft
met behulp van zijn trouwe
tekstdichters Pierre Dalnoë,
Louis Amade en Maurice Vi-
dalin ook weer een nieuwe
schijf gemaakt: „Moi, je veux
chanter" (EMI Recors IA 066-
14856). Waarover hij dan wel
wil zingenVooral over de
goede kanten van het leven.
Zo is hij nog steeds de meest
rechtstreekse afstammeling
van Maurice Chevalier en
Charles Trenet. De teksten
zijn allerminst oppervlakkig,
zoals bijvoorbeeld blijkt uit
„A chaque enfant qui nait"
(over de levensloop van ieder
mens), en „Mai '68" (de herin
nering aan een persoonlijk
liefdesavontuur in de maat
schappelijk zo roerige dagen
van mei 1968) en „Manana
c'est carnaval", een samba
van Gilbert Bécaud niet hele- vie". „La mauvaise reputa- wy „Cl ,„M*JAa-
maal van de grond en dat ligt tion" en jazzy vertolkingen ]e vlak. die bij het publiek op oktober),
aan het feit, dat de melodieën van „La guerre de 14-18" (als deze live-elpee zeer in de */an
zo middelmatig zijn. blues) en „Histoires de faus- smaak zijn gevallen. En te-
sa ires" (in medium-tempo)?.
BcnVOUd Maxime le Forestier kon zich
deze luxe best permitteren.
Gilbert Becaud houdt van Het ajs in het gevaj van Jujes
eenvoudige, doorzichtige me
lodieën, die balanceren op de
grens van een zekere muzi ka-
le luiheid. Die grens is in de
meeste liedjes op deze elpee
helaas ruimschoots overschre
den. Hoe goed Bécaud het
vroeger wél kon, hoor je nog
duidelijk in het luchtige,
weidse en toch wezenlijke
chanson „Au revoir", waar
van de opname uit 1963 hier
opnieuw is geperst, als een
soort toegift (of uit gebrek aan
méér nieuwe en vooral muzi
kaal betere liedjes?).
enkele Nederlandse steden zelf". Een andere niet minder
aan, waaronder Leiden (op vijf belangrijke reden
dig heeft om te kunnen optre-
„Shpritsz" een platina schijf in
ontvangst mocht nemen.
Le Forestier
Tenslotte terug naar George
Brassens, zij het dan via diens
werk zoals het op Polydor
2393.244 gezongen wordt door
zijn jongere collega Maxime le
Forestier in „Maxime le Fo
restier chante Brassens". Le
Forestier mist natuurlijk de
stem, de intonatie, het „pa
tois" en daardoor het patina
van Brassens, maar het bege
leidende spel van gitarist
Alain le Douarin en contra
bassist Patrice Caratine is wat
soepeler en opener dan dat
van Brassen's trouwe begelei
ders en past daarom heel goed
bij zijn prettige stem. Daarbij
komt nog, dat Le Forestier
het in de meeste gevallen niet
laat bij het op zijn manier na
zingen van Brassens' liederen.
17 september Nina Hagen, Carré in Amsterdam.
19 september Sky, Carré in Amsterdam.
20 september Brothers Johnson, Carré in Am
sterdam. Sky, Ahoy' in Rotterdam.
21 september Steppenwolf, Paradiso in Amster
dam.
22 september The Allman Brothers Band, Ne
derlands Congresgebouw in Den Haag.
25 september Squeeze, Eksit in Rotterdam, Sad
Cafe, Meervaart in Amsterdam.
26 september Dexy's Midnight Runners, Para
diso in Amsterdam.
27 september Squeeze, Paradiso in Amsterdam.
29 september Ry Cooder, Carré in Amsterdam.
Al Martino, Charlton Club in Rotterdam.
30 september Ry Cooder, Vredenburg in
Utrecht.
2 oktober The Dubliners, Congresgebouw in Den
Haag.
5 oktober Ry Cooder, Doelen in Rotterdam. Iron
Maiden, Groenoordhal in Leiden. Voorprogramma
Kiss.
6 oktober Lou Reed, Jaap Edenhal in Amster
dam.
7 oktober Marianne Faithfull, Doelen in Rotter
dam.
12 oktober Kevin Ayers, Paradiso in Amster
dam.
14 oktober Kevin Ayers, Lantaarn in Rotter
dam.
24 oktober Matchbox, Paradiso in Amsterdam.
27 november Queen, Groenoordhal in Leiden.
Herman Brood kreeg door niemand minder dan zijn bloed
eigen moeder Beppie twee platina platen uitgereikt.
Uitreiking van de orgelplaat met werken van Brandts Buys aan Prinses Juliana. De plaat, die op 30 april
j.l. werd opgenomen, is bedoeld als een muzikale hulde bij de troonswisseling.
I Uit vele reacties is zonneklaar geble-
ken dat de Romantische Serenade van
iS Jan Brandts Buys een van de plezie-
''I rigste verrassingen is geweest van de
platenbox waarmee het Residentie-Or-
r: kest vorig jaar zijn 75-jarig jubileum
vierde. Ook al gaat het hier om een
werk uit 1911 van een Nederlands
componist die het grootste deel van
tijn leven in het buitenland woonde
*en werkte, dan nog is het'typerend
voor de systematische onderschatting
die wij onze eigen componeerkunst ten
deel laten vallen, dat dit direct aan
sprekende, allesbehalve oudbakken
strijkkwartet niet eerder de aandacht
kreeg die het verdient.
r. In de kring van belangstellenden immers
gold het boek dat Eduard Reeser in 1950
vonder de titel „Een eeuw Nederlandse
s:muziek" publiceerde, als een onmisbaar
m standaardwerk. Nadat tijdens de Duitse
le bezetting ons nationale geweten met be-
to trekking tot onze nationale cultuur was
le gaan knagen, bestond daar zeker behoef-
in 'e aan. Aan de daarin gepubliceerde on-
Verzoekingen heeft ons hoog geroemde,
ie met zichzelf uiterst tevreden concertle-
ol ven zich overigens niets gelegen laten
rsliggen. Met een groot notenvoorbeeld
ik vestigde professor Reeser namelijk toen
ir. a/ de aandacht op deze Romantische Se
in renade die naar zijn mening van een on
to gewoon compositietalent blijkt geeft. Hij
s- wees ook op overeenkomsten met De-
9, bussy in melodievorming en klanksfeer.
in Wat lag meer voor de hand dan dat na de
el 'ate ontdekking enige extra aandacht zou
iv worden besteed aan deze Jan Brandts
id Buys? Al vóór de platenactie van het Re-
üdentie-Orkest wist men al het een en
s* ander over deze telg uit een bekend ge
it dacht van Nederlandse musici dat tot de
al /5e eeuw teruggaat. Had de muziekstad
H Salzburg in 1959 al niet de moeite geno-
iu
De bronzen kop van Jan Brandts
Buys, gemaakt door de beeldhouw
ster Rose von Ranon, is onlangs van
het Mozarteum in Salzburg naar
Zutphen overgebracht.
men hem 25 jaar na zijn dood in het Mo
zarteum te eren met een herdenkingsre
de van professor Bernard Paumgartner
en uitvoeringen van liederen en kamer
muziek van zijn hand?
Was er bij die gelegenheid niet aan her
innerd dat Grieg en Brahms belangstel
ling hadden gehad voor zijn jong talent,
dat hij met niemand minder dan Ernst
von Dohnanyi de Bösendorfprijs deelde
voor zijn pianoconcert, dat hij voor Uni
versal ontelbare klavieruittreksels maak
te (voor 2-, 4- of 6 handen) van ouvertu
res, symfonieën, opera's en wat al niet?
Had Salzburg de Nederlanders toen al
niet met hun neus gedrukt op het feit dat
met name „Die Schneider von Schönau"
aan de première waarvan prominenten
als Lotte Lehmann en Richard Tauber
meewerkten, in de Duitssprekende lan
den meer dan 1500 maal met succes werd
opgevoerd, ook eens onder regie van de
roemruchte Walter Felsenstein?
Nederland nam deze buitenlandse wa
penfeiten voor kennisgeving aan en ging
over tot 'de orde van het standaardreper
toire. De Opera Koopman probeerde het
in 1971 met de vrolijke „Spieloper",, Die
Schneider von Schönau", maar in een er
barmelijke vertaling als „De Kleerma
kers van Marken". In zijn oorspronkelij
ke vorm stond dit werk in 1938 op het
programma van de Salzburger Festspiele
maar kon toen vanwege politieke ver
wikkelingen niet worden opgevoerd, wel
heeft in 1952 een Nederlandse radio-uit
voering in concertvorm onder Paul van
Kempen plaats gehad, maar in 1963 was
het stuk in Hamburg, Flensburg en elders
nog op de planken te zien en te horen.
Er wordt nu gewerkt aan een herwaarde
ring van deze in zijn tijd door Nederland
ondergewaardeerde kunstenaar. In 1978
is in zijn geboorteplaats Zutphen een
stichting in het leven geroepen die zijn
naam draagt en zich ten doel stelt ook in
ons muziekleven belangstelling voor zijn
werk te wekken. Dat is tot op heden
voornamelijk gebeurd met een biografie
tje in brochurevorm (waarvan de vader
van Emmy Verhey de medeauteur is) en
een orgelplaat die werd gemaakt ter gele
genheid van de troonswisseling. Op deze
plaat speelt Charles de Wolff op het
Hinsch-orgel van de Kampense Boven
kerk drie orgelwerken van Jan Brandts
Buys (een toccata en fuga, een vaderland
se fantasie en een huldigingsmars). Deze
stukken behoren waarschijnlijk niet tot
zijn karakteristiekste werken maar voor
al in harmonisch opzicht manifesteert
zich een aparte persoonlijkheid. Op de
plaat staan verder nog variaties op de 19e
eeuwse versie van ons Wilhelmus van de
vader van Jan Brandts Buys.
Het is te hopen dat de stichting Lindese
weg 6, 7251 NK Vorden) zowel de biogra
fie als de plaat goed verkopen. Er komt
dan geld beschikbaar voor nog belangrij
ker werk: een critisch en analytisch over
zicht van de ongeveer honderd werken
die Jan Brandts Buys naliet en platen
van werken die zijn kunstenaarschap op
zijn voordeligst doen uitkomen. Dat zou
een strenge selectie kunnen zijn uit zijn
pianowerken en zijn liederen, wat ka
mermuziek waaronder zijn vioolsonate
en fragmenten uit zijn opera's. Jan Stulen
heeft met het Promenade Orkest voor de
radio al „Oberon" gegeven en gaat ook
„Poëtischer Spaziergang" doen. Men
hoopt tijdens het Holland Festival 1981 in
concertvorm in het Utrechtse Vreden
burg zelfs „Die Schneider von Schönau"
te kunnen presenteren. Daarmee is men
dan op de goede weg.
Het zal immers iedereen duidelijk zijn
dat Jan Brandts Buys alleen gediend is
met een herwaardering naar tegenwoor
dige maatstaven. Natuurlijk heeft hij
nogal wat gecomponeerd wat sterk aan
de tijd van ontstaan is gebonden en niet
opnieuw tot klinken behoeft te worden
febrachL Als ik lees dat Willem Noske er
ezwaar tegen maakt, dat hij een laat-ro-
manticus wordt genoemd en hem be
schouwt als „een op en top 20ste eeuwse
componist, een duidelijke voorloper van
Britten en Messiaen" vrees ik dat onder
schatting in overschatting en misvatting
kan omslaan. Daar komt deze in ons land
miskende en vergeten kunstenaar niet
verder mee. Dat zal iedereen erkennen,
ook wie in de Romantische Serenade niet
alleen de Fransen uit het begin van deze
eeuw maar zelf een vleug Janacek ont
dekte.
JOHN KAS ANDER