temses Shaffy .loudt yaanzinnig ^eel van iet leven ISTERDAM „Het heeft allemaal te maken met mijn ivische levensgevoel, dat op alle momenten je intens lukkig voelen. God, ik kan mijn geluk vaak niet op. De Iganse dag loop je daar mee rond in je lijf. Dat wordt lewisseld door perioden van grote neerslachtigheid, hoort er bij, maar dat wil niet zeggen dat het leven je zinloos voorkomt, want je weet dat het geluk weer te wachten. Om dat geluksgevoel te bestendigen, ge lik je drank en drugs. Er zijn mensen die zien dat als vlucht uit de werkelijkheid. In mijn geval is niets min- r waar. Ik gebruikte juist om me meer mens te voelen, i volheid van het leven te ondergaan. De ellende is al- jn, dat je er lichamelijk van aftakelt. Ik kreeg met een eikter te maken, die zei, dat als mijn leven mij lief is, ik reet moest stoppen met geestverruimende en bloedsti- ulerende middelen. Daar ben ik nu mee bezig. Een alasje Spa in plaats van een pilsje, want ik hou op een mzinnige manier van het leven. Het is eigenlijk het eni- dat je als mens hebt". ises Shaffy kwam op deze wijze terug van de drank de drugs. Terwijl hij dit vertelt, nipt hij aan zijn Spa, itbesloten het glas tot de bodem te ledigen. Hij is weer [solo-tournee gegaan, gaf verleden week in Delft een I out en verschijnt volgende week in het Haagse Dili- i rtia. Een man alleen achter de piano, met voor zich zijn etsen en in zich zijn ge- dsvitaliteit. In zijn lied- I ligt zijn leven. Hij zelft emt dit „Ramsebam- |f. mijmeren op de rdie die opstijgt uit ivoor. „Ik hou toch je. waar ben je dan?" elektriserende per- mlijkheid zweeft door zaal. Zijn blik hecht aan waar hij ogen Imoet. In zijn zangen it hij zich meestentijds i<t een jij of een jou, tot id met wie hij een verstandhouding iwt, stukjes wereld in telkens twee men- in elkaar opgaan en een ander geen it van heeft of hoeft te "tbben. Hij bezingt de fde, als een ontluiken- n' tederheid, bloesem in nn breekbaar bestaan, j richt zich ook recht- feeks tot degene die cht dat-ie alleen was. ten we samen door ban, zing, bid. huil, rebht, lacht, werk en be- (nder, maar niet zonder 3s. .esbeth j maakte meer dan ne- htig liedjes. Er zijn er die de tijd, een kort- "Jndig gebeuren, over- |gen, altijd iedereen „Ben raken,-toepasbaar e.n op relaties die als h wonder uit de hemel ji komen vallen. In zijn twal draagt zij de naam ïijsbeth List: „Zegt men ik haar verwaarloos, tj ik de grote fout 'Makt voorbij te gaan n de liefde van een luw? Zijn wij dan niet Irouwd met elkaar? b je ooit twee artiesten lang en zo hecht met jaar zien verkeren, al- I samen in wat ons het |ste is, het lied? We iben momenteel sa- weer een nieuwe show in de maak", solo-tour van Ramses door het hele land, dit los van ibeth door de zalen dwalen, heeft een veel prozaï- ir oorzaak. Met een beurs van CRM kreeg hij de kans iterstudie te maken in New York. Hij liep daar het ene iter uit, het andere in. De muzieken omspoelden zijn '1, toneelspel bracht hem nieuwe beelden bij. Toneel. hij niet in zijn jonge jaren het theater binnen als Ibelovend acteur en heeft hij dit talent niet schandelijk pn liggen? Verzon hij geen smoesjes om repetities te Jlopen? Ramses heeft er geen moeite mee dit allemaal Ite geven. De boosheid van Ko van Dijk hierover staat |n nog helder voor ogen. Maar alles heeft zijn tijd, zegt Er kwam iets nieuws voor terug. Het cabaret van fjiaffy chantant", de zingende Ramses, naar vorm en faal vermogen iets volkomen unieks, hallucinante hap- lings, waarvan nog steeds uitlopers te ontwaren zijn In huidige eenmanszang. p het lijf geschreven laat hij niet los, maar hij vindt wel de tijd gekomen weer toneel te gaan spelen. Met enkele artistieke ver relingen zoekt hij momenteel een stuk met een rol hem op het lijf geschreven moet lijken. Daarmee wil >g volgend jaar de planken op. Het idee ervoor rijpte lew York. waar hij glansrollen zelfs de neonlichten zag stralen. Maar zelfs Ramses kan niet van de wind le- In die stad ging al zijn geld op. Daar moest wat op snden en gezongen worden. Met Liesbeth List pikte tour de chant weer op, dat eeuwige loflied op dat rlijke van eikaars aanwezigheid, dat vertoeven in el- irs nabijheid. Maar omdat Liesbeth tijdens Ramses treden en verblijf in New York de inwendige mens ook op een houtje kon laten bijten, had zij getekend voor tournee met Thijs van Leer en Louis van Dijk. Alleen lege avondjes kon zij nog met Ramses vullen, die '""tee uiteraard niet aan zijn trekken kwam. Zodoende !3t Ramses ook zingend de boer op met Shaffy als vaste begeleider op de piano. Die twee kunnen het al jaren goed met elkaar vinden. Eén ziel en reeksen lachten. nzaamheid over wil Ramses best uitweiden. Op zijn eentje ont- «t hij zichzelf, krijgt hij de rijkdom van de eenzaam- 1 voor zich uitgestald. i welt het lied in hem op over de gelukkige gek, die pt een bloemenkrans in het haar zingend over straat T>t, naaekeken en beniid dooiftfburoers die dat lef mte- Tot achter in de zaal voelt Ramses de respons van oplichtende ogen. OPZOEK NAAR ROL OM WEER TONEEL TE GAAN SPELEN sen. Dan spoort hij Sammy aan omhoog te blijven kijken, want daar is de blauwe lucht. Laat hem zijn gang maar gaan. Hij heeft het altijd zo gedaan. Hij komt dan op één Jijn te zitten met de chansonnier Leo Ferré, de bezinger 'van de eenzaamheid, die niet -nalaat zijn luisteraars voor te houden dat hij uit een ander land komt, dat hij voort durend blijft zoeken naar nieuwe wegen, onbekende ver ten, waar wacht wat je altijd voelt. Men omschrijft Ferré als een bejaarde puber, een man die nimmer tot volle wasdom zal komen omdat hij aan geen ander bezit dan zijn emoties hecht. In zijn „solitude", zijn eenzaamheid waaien hem de liedjes aan, die bij Ramses in zijn rijpe bodem vallen en door hem vertaald en gezongen komend voorjaar op elpee verschijnen, nadat nog eind dit jaar Ramses live" met nieuwe liedjes uit zijn soloprogramma in de groeven uitgediept zal worden. Diep dankbaar Ramses, 47 nu, is zich volop bewust van het feit dat hij met een beetje doelgerichter wil, vader van een op groeiend stel had kunnen zijn. Ik zou hun moeder dan on- einding diep bemind moeten hebben, zegt hij, want ik wil mijn kinderen niet aandoen wat mij zelf is overkomen. Hij noemt zich de vrucht van een spontane liefde tussen een Nederlands meisje, zijn moeder, en een diplomatieke functionaris van de Egyptische ambassade in Parijs. Daar ook staat het Hospital Américain, een befaamd zieken huis. waar beroemdheden heen gaan om er te sterven onder de hoede van de meest bekwame artsen ter we reld. Temidden van al die voor het laatst uitgeblazen adem werd hij geboren. Zijn vader had het toen al af la ten weten. Zijn moeder zat met hem onthand en droeg hem over aan de zorg van een Leidse professor en diens vrouw. Die pleegmoeder is intussen overleden, maar zijn pleegvader is nog in leven. Hij is die mensen diep dank baar. Hij maakt geen geheim van de fijne tijd die hij bij hen gehad heeft, veel liefde en een zorgeloze jeugd. Waarom zou hij niet terugkeren naar Parijs, zijn geboor testad? Met al zijn theatertalent zou hij het daar ook heel ver geschopt hebben. Als zijn vaderland koos hij echter het land van zijn pleegouders. Hij zegt het bij hen zo goed te hebben gehad, dat hij hier nooit meer weg wil. En wat het vaderschap betreft, artistieke jongeren genoeg die zich onder zijn hoede willen stellen. Daar kun je je vol op de vader van voelen en dat doet Ramses dan ook. Hij ervaart dat als de stootkracht van de milde kracht, zijn omschrijving van het verschijnsel liefde. Want dat komt er ook bij als je niet meer drinkt zoals hij. Je houdt ontzet tend veel energie over en die moet je ergens op richten. Nieuwe energie Zijn stem klinkt weer even krachtig als in het begin en je ziet dat ook in de zalen, waar overwegend jong publiek toestroomt. Die nieuwe energie voelt hij ook door zich heen stromen als er weer een nieuw liedje komt, soms eerst de melodie en dan de woorden. Even zo vaak gaat het ook andersom. Meermalen ook wordt hij door een lied besprongen. Dan moet hij zich onderwerpen aan wat er in hem opwelt. Hij weet er geen redelijke verklaring voor te geven, waar dit dan vandaan komt. Het is er zo maar. Ineens begint het in hem te zingen. De woorden krijgt hij er achter aan gestuurd. Daar kan hij geen verzet tegen bieden. Wat hij wel doet is relativeren, zijn eigen emoties met een korreltje zout nemen. Hij laat dan een verlangende vrouw een mannetje breien, dat zij alles kan laten doen totdat er een steek valt en het hele werkje uit- rafelt. Als de liedjes-in-wording hem bespringen heeft Ramses het gevoel dat een ander bezit van hem neemt. Er komt iets over hem waarvan hij niet wist dat hij het had. Hij houdt het er op, dat het zijn onderbewuste is dat een spel met hem speelt. Herkenning Dimitri Frenkel Frank voelde dat goed aan toen hij zijn tv- spel „De liefdeswacht" Ramses op het lijf schreef. De zwerver in dat spel wordt bij het passeren van een villa in het Gooi getroffen door de schoonheid, meer nog door de oplichtende oogopslag van een villabewoonster. Zijn behoefte om te zwerven valt op hetzelfde moment stil. Hier heeft hij zijn leven lang naar gezocht. Van die plaats wil hij niet meer wijken. Hij gaat in de voortuin zitten en blijkt door geen weersomstandigheid bij dag noch bij nacht uit het veld te slaan. Ramses herkende zichzelf in die rol, temeer waar Liesbeth List die villabewoonster Ook al gaat Ramses momenteel solo door de zalen, zijn tour de chant met Liesbeth duurt tussentijds voort. j speelde. Het einde van die mooie droom greep plaats In de kamer van de inhalige dienstbode (Elsje de Wijn), maar alles bijeen een verhaal met een aanzienlijke werke lijkheidswaarde, waarvan Ramses zegt, dat het aantrek kelijke van die rol voor hem lag in het feit, dat hij die zelf in kon vullen, een parodistisch accent kon geven. Daar mee zegt hij gelijk afstand te hebben genomen van zijn persoonlijke werkelijkheid, want voor zijn eigen gevoel zat hij het liefst nog steeds in die tuin, al kan hij natuurlijk maar een ding tegelijk doen en niet het zwerven afzweren in ruil voor een vaste zitplaats. Toneelspelen Daaruit verklaart hij ook zijn behoefte om weer toneel te gaan spelen. Bij de Ned. Comedie heeft hij vroeger in Shakespeare gestaan en in Vondel. Grandioos werk. Dat staat nog helder in zijn herinnering, maar het brak hem op, dat hij altijd rollen kréég toegewezen. Ook daarom is hij gaan zingen. Kwestie van het kiezen van zijn eigen weg. Dit leidde ook tot zijn lijflied: „Laat me, laat me mijn eigen gang maar gaan, ik heb het altijd zo gedaan". Uit eindelijk zingt ieder mens zijn eigen lied. Hij heeft al zijn teksten in boekvorm uit laten geven. „Vooral handig voor mezelf", vindt hij ervan. ..Want al die blaadjes van die yroegere liedjes ben ik kwijt en de tekst staat ook niet meer precies in mijn geheugen. Als ik nu ergens ga zin gen, neem ik altijd zo'n boekje mee om in de kleedkamer nog even na te zien. En als ik mijn boekje vergeet en thuis laat liggen kan ik in de plaatselijke boekhandel me er altijd nog snel een aanschaffen. Zo lopen mijn eigen liedjes achter me aan". Wederzijds beleven Met zijn muziek gaat het al net zo. Op een gegeven ogen blik hoefde hij daarvoor niet meer zelf te zorgen, omdat hij benaderd werd door een popgroep die overliep van bewondering voor Ramses. Zij kwamen bij hem met de vraag of zij hun groep naar hem mochten noemen. Ram ses was daar niet tegen en sindsdien treden die jongelie den op onder de naam „De Shaffy's". Voor begeleiding kan Ramses altijd een beroep op hen doen. Het hangt er ook een beetje van af of hij in een grote of een kleine zaal optreedt, want zijn programma leent zich zowel voor klein luisterplezier in de sfeer van het recital als voor groter opgezet chanson vertier. Zij volgen hem desgewenst door het hele land. Zittend achter zijn piano zegt Ramses tot een heel andere uitvoering van zijn werk te komen dan begeleid door deze groep. Zelf achter de toetsen gaat zijn lichaam voor de helft schuil onder het klavier, kan hij ook niet zoveel ruimte oproepen in zijn borst. Bij het staande zingen kan hij met grotere registers werken, zijn woorden ook toewerpen naar wie aan het andere einde van de zaal zit. Zo werkt hij toe naar een nauw contact, ook al lijkt de zaalafstand zo op het eerste gezicht on overbrugbaar en vocaal moeilijk te behappen. Hij geeft zijn bewonderaars het gevoel heel dichtbij te zijn, door een blik, een gebaar, het elektriserende van het gebeu ren, de kleur die hij aan zijn optreden verleent, waarbij hij zich altijd weer gesterkt voelt door de respons die hij krijgt, een samenspraak, een wederzijds beleven. Het artiest zijn zit in hem. vormt zijn levensstijl, zegt hij. Zou hij getrouwd zijn, dan bleef hij nochtans bohémien, een geestelijke zwerver, eenzaam maar altijd op zoek. Ramses: Jk ben zo ontzettend blij dat ik leef. In mijn eenzaamheid voel ik dat geluk heel sterk over me komen. Dat wil je meedelen aan een ander. Daarom zing ik. Zingt het h mij". TON OLIENWLLER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19