De andere
Jan Raas
Jan Janssen
greep titel
in Sallanches
zestien jaar
geleden
„NOG EVEN EN
IK BEN ER AF"
Regenboogtrui
last voor
Petra de Bruin
LEIDSE COURANT ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1980 PAGINA 13
er l
en m
en INCHES Het beeld van de ruim honder-
i Nederlandse toeristen, die de triomftocht
Roocp Zoetemelk tijdens ziin meest succesvolle
smale France extra glans nebben gegeven, zal
Dtel vervagen. Meer nog dan de al zo vaak
e nicces afgeronde strijd om de regenboogtrui
ten iet veroveren van „le maillot jaune" Neder-
'e ielergek gemaakt. De gigantische opkomst
t. Ut wielervolk tijdens de vorig jaar in Val-
omng gehouden wereldkampioenschappen op
>S wf, waar Jan Raas in navolging van Hennie
en Gerrie Knetemann de sterkste bleek,
in eigenlijk al geen indruk meer. Zelfs de
i ieen voudige criteria, die de laatste weken in
ld zijn afgewikkeld, zijn goed geweest voor
J kiende toeschouwers aantallen. Koersen die er
cemlijk een beetje uitsprongen trokken al gauw
legduizend of meer kijkers. De nationale wie-
rcnrt beleeft een hausse, zoals nog nooit tevo- -
bet
15...jkt niet meer stuk te kunnen. Toch1 blijft
chtigheid geboden. De vedetten mogen alles
nen hebben wat er te winnen valt, er ko-
Iflgetwijfeld ook weer andere tijden. Sneller
I zóisschien wordt verwacht zal er ingeleverd
mP worden. Waarschijnlijk dit weekeinde al
al\anches waar Jan Raas alles in het werk
bufeilen om ziin titel te verdedigen.
■ou P zijn hart houdt hij er geen rekening mee
\tiende strijd met een positief resultaat te
afsluiten. Niet alleen omdat het „rondje"
alpengebied hem beslist, niet op het lijf is
ven, maar ook al omdat de internationale
<ntie alles zal proberen een derde oranje
kai te voorkomen. Wanneer de confrontatie
A de wielervedetten van dit ogenblik een
ucfl verloop krijgt zullen het ditmaal vooral
Rid Hinault en Guiseppe Saronni zijn die in
h te)rste gelederen de aandacht opeisen. Joop
jetfelk, Johan van de Velde en wellicht ook
■zet in de Alpen altijd wonderwel thuisvoelen-
inie Kuiper zijn typische outsiders.
wéchtere Zeeuw kijkt Jan Raas wat verder
'detri neus lang is en hij waarschuwt nu al voor
eerfetwijfeld komende periode, waarin het de
pjkle wielersport wat minder voor de wind
?r in. Hij onderkent dat de basis van de natio-
'<e fofwieleren n er ij uiterst wankel is en dat de
jolfan het publiek plotseling kan wegvallen.
*bwat nu geweldig. Maar niemand kan garan-
de]dat de mensen blijven komen. We zullen
]dè blijven winnen om de aandacht vast te
zfi. Dat is niet gemakkelijk, want de concur -
lef wordt steeds groter". Jan Raas snijdt met
d goed gekozen woorden de problematiek
De wereldkampioen, die eveneens zitting
in het bestuur van de VVBW - de wieler-
nd - ziet nog meer gevaren die aan de huidi-
Mlaffe kleven. „Het publiek wil steeds een
winnaar zien. Nu denken velen wel dat wij
Qéleigh dat allemaal een beetje regelen, maar
t dat niet in de praktijk. Óm een bekende
als eerste te laten finishen moet er gewel-
**\rd worden gekoerst. Moet er worden afge-
)e mensen hebben er overigens recht op. De
de van de medaille is evenwel dat de cou-
Iva/j andere, minder sterke ploegen, slechts
een overwinning kunnen boeken. En dat is
e sponsor van een dergelijke ploeg natuur-
H prettig".
e de VVWB-er Jan Raas een lastige zaak,
eibet is bekend dat sponsers alleen maar geld
ot) wielrennen investeren met de bedoeling de
si reclame te verwerven. Gebeurt dat niet,
wsrdwijnt de animo en daarmede werkgele
de id voor een aantal collega's van Raas.
3l zegt hij „hebben we geen keus. We moe-
in t publiek niet bedotten. De beste moet win-
lat is de enige manier om de toekomst van
iz k veilig te stellen Mister Gold, zoals hij na
ie keer winnen van (je bekende brouwerij-
is ker ook wel door het leven gaat, is overi-
ss an plan binnenkort een bijdrage te leveren
de te voorkomen dat het met de profwieler-
de verkeerde kant opgaat. Hoewel vele le-
bn de VVBW het hem waarschijnlijk niet in
zullen afnemen gaat Jan Raas in september
1 'tie voeren tegen de in zijn ogen te gemak-
v wijze waarop de KNWU proflincenties
reekf. Een actie dus tegen collega's, die hem
stuurder het vertrouwen hebben gegeven.
t eerste gezicht een vreemde ontwikkeling,
ier en daar de nodige wenkbrauwen doet
ptie
regelaar van het Post-team heeft er be-
maar schrikt er niet voor terug toch op-
Jan Raas.
positie te voeren. „Het moet in ons aller belang.
Het wordt te gek tegenwoordig. Er worden bij wij
ze van spreken licenties verstrekt aan wielren
ners, die tot drie uur een baan hebben en 's
avonds in de prof koers van start gaan om wat ex
tra 's tg verdienen. Het zijn beunhazen die ons het
brood uit de mond stoten en die bovendien het ri-
siko van valpartijen vergroten. Ik weet dat Karei
Jansen er hele andere opvattingen op na houdt,
maar ik ga er iets van zeggen".
De kans dat hem dit soort opmerkingen niet in
dank zal worden afgenomen is groot. Voor Jan
Raas echter geen reden de mond te houden.
Frank en vrij komt hij voor zijn mening uit, en is
bereid die te verdedigen. „Er wordt wel beweerd
dat het voor ons land niet goed is dat er maar één
sterke ploeg is. Ik zie daarin geen bezwaar zo lang
er maar grote overwinningen worden gehaald.
Pas als dat niet meer lukt Zal een tweede sterke
ploeg van de grond moeten komen. Dat kan dan
strijdlust bevorderend werken".
Jan Raas is niet alleen op de fiets met zijn vak be
zig. Ook buiten de koers laat het wielergebeuren
hem geen moment los. „Tot groot ongenoegen van
mijn vrouw. Ik ben wel eens jaloers op Cees
Priem (ziin zwager; red), die is alles zo kwijt. Ik
blijf aan het fietsen denken. Over het gevaar, over
het steeds uitgebreider en zwaarder wordende
programma. Over de verleiding voor veel geld te
bezwijken en nog meer te rijden, nog grotere in
spanningen te leveren. Het is moeilijk om nee te
zeggen. Toch heb ik de afgelopen winter bewust
gekozen. Ik heb zesdaagsen laten lopen. Ook heb
ik er geen spijt van uit de Tour te zijn gestapt. Op
dat moment kon ik echt niet meer. Er zijn wel
weer allerlei praatjes in de wereld gekomen, maar
mijn rug is werkelijk een probleem. Ga ik door
dan kan dat later fataal zijn. Ik wil ook niet dolge
draaid worden. Ik houd me af en toe bewust wat
in. Misschien zou ik, wanneer ik alles op alles zou
zetten, in het seizoen nóg wel een klassieker meer
kunnen winnen. Maar waar blijft het einde? Er
wordt steeds meer van me verwacht. Het houdt
een keertje op".
Presteren
Toch wil ook hij steeds presteren. Als een prof, die
talrijke klassiekers en een wereldkampioenschap
op zijn naam heeft geschreven weet hij dat eg iets
van hem wordt verwacht. Hij erkent dat de komst
van een vedette voor een organisator van wieler
wedstrijden van groot belang is. Die gedachte
brengt hem op het werk van de Stichting Bevor
dering Beroeps Wielrennen (SBB) en het afsluiten
van de vette, door sommige coureurs niet altijd
nagekomen contracten.
„De SBB heeft in het verleden goed werk gedaan.
Er moet evenwel meer gebeuren. Neem die con
tracten bijvoorbeeld. Die hebben tot op heden al
leen waarde voor een coureur. Een organisator
moet na afloop van een koers uitbetalen. On
geacht of er wel of niet is gewerkt. Als een renner
wegblijft, dan heeft diezelfde organisator geen
been om op te staan. Ik zou er geen bezwaar tegen
hebben wanneer in die financiële overeenkomst
een boeteclausule wordt opgenomen. Dat geeft de
andere partij meer zekerheid. In de zesdaagse-we-
reld is dat trouwens ook van toepassing".
Anders denken
Onbewust laat Jan Raas opnieuw blijken dat hij
anders is dan menigeen denkt. Hoewel hij ook een
beetje uit eigen belang in het VVBW bestuur is
gaan zittten („Dan hoor je uit de eerste hand alle
nieuwtjes en ontdek je hoe alles in elkaar zit") is
hij wel degelijk bereid aan de belangen van ande
ren te denken.
Alleen wanneer het idee bij hem post vat dat hij
wordt gebruikt, dat hem andere woorden in de
mond worden gelegd of onrecht gerecht geschiedt,
dan wordt de Zeeuw des duivels. Dat is het afgelo
pen jaar trouwens herhaaldelijk gebleken. Waar
het seizoen van zijn voorganger Gerrie Knete
mann is gekenmerkt door weinig opwinding is het
in de regeringspreriode Raas herhaaldelijk raak
geweest. Tal van incidenten - met als hoogtepunt
de paarderel in Parijs-Nice hebben hem in het
centrum van de belangstelling geplaatst Ook van
de pers die de Zeeuw niet altijd even vriendelijk
heeft gevolgd.
Jan Raas, met flikkerende ogen: „Ik geef toe er
fout aan te hebben gedaan enkele verslaggevers
uit te schelden en niet te woord te staan. Maar je
bent als topsporter zo kwetsbaar. Ik wil niet zeg
gen dat het opzettelijk gebeurt, maar soms worden
tal van dingen bewust of onbewust gewoon ver
keerd uitgelegd met alle gevolgen van dien. Bo
vendien ben ik nu eenmaal een opvliegend type.
Ik kan er moeilijk tegen dat al die mensen na af
loop aan mijn trui trekken, mij op de schouder
kloppen en tegen mii aankletsen. Ik ben dan nog
helemaal met de wedstrijd bezig. Kan het allemaal
niet zo goed van me afzetten als misschien wel zou
moeten
Moeilijk
Duideliik is dat de mens Raas het er zelf ook
moeilijk mee heeft. De steeds weer rond gaande
geruchten dat hij volgend jaar voor een andere
sponsor - genoemd wordt Pony- zal gaan rijden
ergert hem eveneens bovenmatig. „Zet er maar in
dat daarvan helemaal niets klopt. Ik heb nog een
contract bij Post Het bevalt me goed bij hem. Ik
pieker er niet over om weg te gaan
Het karakter krijgt weer de overhand. Raas
maakt zich weer boos. En dat is niet zo vreemd,
want het is hem al lang duideliik dat zijn triomfen
veel afgunst hebben los gemaakt, en dat wordt ge
probeerd hem in diskrediet te brengen. „Ik heb
veel mensenkennis gekregen", gromt hij. „Veel
geleerd. Als Raas een keertje in zijn woonplaats
gaat stappen en drie pilsjes pakt dan zijn het er
voor de buitenwacht al snel dertig. Mensen die zo
denken en praten kan ik niet uitstaan. Dan kan ik
niet meer vriendelijk zijn. Al die mooie telegram
men na een overwinning zeggen me dan niets
meer. Het is al meer dan eens voorgekomen dat ik
mensen de deur heb uitgeschopt. Ik ben kieskeu
rig geworden. Ik moet dat wel om mezelf te be
schermen. Bij mij komt niet iedereen meer bin
nen. Daarover mag men boos worden. Ze moeten
me maar nemen zoals ik ben
Hypernerveus
Het weerhoudt hem er toch niet van de ene na de
andere overwinningstuil in ontvangst te nemen.
„Het zijn er dit seizoen geloof ik ongeveer vijfen
twintig. Dat is allemaal niet zo belangrijk. Net zo
min als die berichten dat ik het record van Zoete
melk kan verbeteren. Ik mag dan vaak hyperner
veus zijn, daardoor wordt mijn optreden ook dik
wijls beïnvloed, ik kijk verder. Ik zou graag inder
daad eens de groene trui in de Tour veroveren.
Dat heb ik nog nooit openlijk bekend. Ik zal het,
als alles meezit, ook nog wel eens proberen".
„Maar alles is betrekkelijk. Dat heb ik vooral on
dervonden na mijn val in Parijs-Roubaix. Toen
heb ik werkelijk in angst gezeten. Mijn rug deed
zo'n pijn dat ik niet op of neer kon. Overeindko-
men is er bijna niet bii geweest. In die periode is
mijn zoontje in de kerk gedoopt Ik heb een kaars
bij het Maria-altaar moeten aansteken. Ik was in
de kerk een oude kerel die moeizaam vooruit
SALLANCHES - Niet iedereen zal het zijn verge
ten. Bijna zestien jaar geleden kon de wielerwe-
reld twee grote kampioenen begroeten. Op 5 sep
tember 1964 mocht in Sallanches Eddy Merckx bij
de amateurs de regenboogtrui om de schouders la
ten glijden. Een dag later was bij de profs Jan
Janssen aan de beurt. Zonder de befaamde Neder
lander, tevens eerste nationale tourwinnaar, iets
te kort te doen, mag worden beweerd dat Merckx
in Sallanches de basis heeft gelegd voor een re
geerperiode die onder de naam „het Merckxisme"
langer dan een decennium heeft geduurd.
Het parkoers, waarop de profs morgen zullen strij
den, wijkt overigens aanzienlijk af van de route
die Merckx en Janssen hebben moeten afleggen.
De helling van Passy is bijvoorbeeld vervangen.
De coureurs moeten nu de Domanchy beklimmen,
een helling met een lengte van 2700 meter en een
stijgingspercentage van acht procent. Op sommige
stukken gaat het zelfs met tien procent omhoog.
'Een echte, lastige, venijnige col die door de be
roepsrenners niet minder dan twintig keer moet
worden genomen in een parkoers, dat 13,4 kilo
meters telt.
Eddy Merckx, die een film van het parkoers heeft
gezien, concludeert: „Het is aan de hand van film
beelden moeilijk een oordeel te vellen. Eén ding
staat echter vast. De wedstrijd is geknipt voor
klimmers. Op een totaal van 263 kilometer moet
er meer dan viifig kilometer worden geklommen.
Dat zal aan de benen goed merkbaar zijn. Hinault
en Saronni zijn voor mij de favorieten".
Jan Janssen.
SALLANCHES Het met blonde krullen gesier
de hoofd van de wereldkampioene op de weg Pe
tra de Bruin, schiet plotseling een beetje naar vo
ren. De vraag of het dameswielrennen nu wel als
een voor vrouwen geschikte sport kan worden be
schouwd, heeft duidelijk iets bij haar geraakt. De
wat negatieve benadering van haar hobby wordt
evenwel overtuigend gepareerd. „Ach, buiten de
koers om kunnen wij ons toch vrouwelijk gedra
gen en kleden. Trouwens het hangt helemaal af
van de figuren. Neem bijvoorbeeld Anne Möhl-
mann. Die ziet er ook op de fiets uitstekend uit".
De sportvrouw uit Nieuwkoop, die vorig jaar in
Valkenburg zo verrassend de regenboogtrui mocht
aantrekken, houdt zich met dit soort zaken overi-
ens amper bezig. Haar gedachten toeven vaker
ij het probleem hoe de mondiale titel te prolon
geren.
Realistisch mijmert ze: „Nog even en ik ben er af.
Valt er een last van mij af, want met die trui om
de schouders heb je een hele verantwoording. Ie
dereen kijkt naar je. Aan de andere kant is het
toch jammer. Het gaat met name de laatste weken
steeds beter. De sleutelbeenbreuk die ik tijdens
het Nederlandse kampioenschap door een valpar
tij heb opgelopen, heeft me behoorlijk geremd. Ik
heb dit jaar maar zeven keer gewonnen. De condi
tie is nu eigenlijk pas weer terug. Maar toch geloof
ik niet in staat te zijn in Sallanches weer te win
nen. Ik hoop in de kopgroep te zitten en dan zien
we wel verder".
Hoe de strijd ook zal verlopen, zij verwacht met
name dat de Westduitse Beate Habetz en de Ame
rikaanse concurrentes het strijdverloop mede zul
len bepalen. „Beate Habetz zal misschien dit jaar
op mijn wiel rijden. Vorig jaar heeft ze dat bij
Keetie Hage gedaan. Op een dergelijke strijdwijze
wordt veel afgegeven, maar ja als je zo snel bent
als Habetz dan is het eigenlijk dom om anders te
rijden. Bovendien is ze altijd attent. Dat vind ik
enorm knap".
Wat de Amerikaanse wielrensters kunnen, heeft
zej recentelijk kunnen aanschouwen. Met de Ga
zelle-ploeg is deelgenomen aan een achtdaagse
wedstrijd in Colorado Denver die voor de Ameri
kaanse meisjes tevens een belangrijke selectiewed
strijd was. Zelf is Petra de Bruin niet echt aan het
schitteren toegekomen. Een beoordelingsfout ligt
daaraan ten grondslag. „Mijn wiel stond niet
recht. Ik dacht een ronde vergoeding te krijgen bij
pech, maar dat bleek niet het geval. Daardoor
kwam ik ver achterin het algemeen klassement.
Met derde, vierde en vijfde plaatsen heb ik het
nog een beetje kunnen ophalen, maar uiteindelijk
ben ik in het algemeen klassement achtste gewor
den".
Petra de Bruin, die een opleiding heeft gevolgd
voor een baan in een bejaardentehuis dan wel als
gezinsverzorgster, draait er niet omheen. Zij weet
zelf veel te goed er nog lang niet te zijn. De regen
boogtrui ten spijt. Een wielrenster als Keetie Hage
heeft veel meer haar stempel op deze sport ge
drukt. Maar wat niet is kan nog komen. Petra de
Bruin: „Inderdaad, Keetie heeft veel betekend.
Nog trouwens. Zij is nu werkzaam als ploegleid-
ster. Zij kan de wielersport kennelijk niet meer
vergeten en wil er bij betrokken blijven. Ik ben
jong en kan nog veel leren. Stoppen zal later wel
moeilijk worden,. Ik zie het ook aan Anne. Die
gaat ook maar door. Zij heeft dit seizoen al zeven
tien keer gewonnen".
Belangstelling
De successen van rensters als Hage, de Bruin en
Möhlmann resulteren overigens in een groeiende
belangstelling voor deze sport. De regerende
wereldkampioene: „Er komen volgend jaar inder
daad nieuwe categorieën. Bovendien kan er vol
gend jaar ook weer worden gekozen. Er kan even
eens worden gereden bij de nieuwelingen. Een
goede zaak".
Petra de Bruin pakt haar eigen wielerzaken pro
fessioneel aan. Aan haar reclamemateriaal man
keert niets, bovendien is zij bereid zich behoorlij
ke ontberingen te getroosten. Een intensieve trai-
ningsarbeid waarbij dagelijks tenminste vijftig kli-
lometers worden afgelegd is wel het minste. Ook
een goede voeding wordt door haar belangrijk
geacht „Behalve biefstuk. Die verhaaltjes geloof
ik niet. Volgens mij is een runderlapje net zo
goed".
In Frankrijk zal dat wellicht opnieuw worden be
vestigd. Hoewel normaliter niet mag worden ver
wacht dat zij in Sallanches wederom op het podi
um zal verschijnen, lijkt het niet onmogelijk dat
er in Besancon tijdens de achtervolging op de
baan wel een medaille voor haar voorhanden is.
„Ik ken eigenlijk amper mijn eigen mogelijkhe
den. Soms fietst Anne, de grote favoriete op dit
nummer, mii op zes seconden en soms blijf ik uit
stekend bij. We zullen wel zien, wat het wordt".
PETER VAN PUTTEN
Twee wereldkampioenen bijeen: Jan
Raas en Petra de Bruin.
Petra de Bruijn met het goud van vorig
jaar, dat ze niet denkt te prolongeren.
kwam. Toen voelde ik me heel alleen. Alleen mijn
naaste familie heeft me toen kunnen helpen. Als
het slecht gaat zie je niemand. Het is moeilijk om
dat te accepteren. Daaraan te wennen. Misschien
ben ik daarom 's winters ook wel het liefste thuis,
in mijn eigen omgeving. Even in het café in mijn
dorp om een kaartje te leggen en met het boog
schieten mee te doen. Een dure vakantie in verre
oorden is aan mij niet besteed".
PETER VAN PUTTEN