Bobby knapt
meestal, ongewapend,
het vuile werk op
Oproerpolitie
in Frankrijk geeft
ook zwemles
Duitse GSG-9: elite
eenheid van getrainde
specialisten
„Celere": speciaal
getraind in beheerst
optreden bij oproer
Steeds vaker wordt de overheid genoodzaakt bij
xraakacties, het verwijderen van blokkades rond
kerncentrales en dergelijke de Mobiele Eenheid
In te zetten. De onlusten van deze week in
Amsterdam waren voor ons aanleiding eens na
te "gaan hoe in.het buitenland in'soortgelijke
situaties wordt opgetreden. Onze
correspondenten in Londen, Bonn,' Rome en
Parijs maakten de balans op.
De meest
bekende
meest in
lopende
politie in
Frankrijk
CRS, een
populair I
Om het
negatieve
van de le<
uit te wisi
verlenen
manschai
„buiten
allerlei
hulpdient
doelmatig
bij hulpvc
is intusse
spreek-
woordelijl
hun meec
loosheid I
uit elkaar
van roller
In We8t-Duitsland kan men niet van een uniform politic-optre
den spreken, omdat de verantwoordelijkheid over het optre
den ligt bij de regeringen van de verschillende deelstaten. Hét
politie-apparaat van de Bondsrepubliek als geheel vormen de
grensbewakingstroepen. Het meest tot de verbeelding spre
kende onderdeel daarvan is de GSG-9, een elite-eenheid van
specialisten.
BONN - De meest mobiele politie-eenheid in de Bondsrepubliek
13 ongetwijfeld de GSG-9. een met alle technische snufjes uitge
ruste elite-eenheid van getrainde specialisten die-vooral bekend
geworden is door de spectaculaire ontzetting van de gegijzelde
passagiers van het Lufthansa-toestel Landshut in Mogadishu tij
dens de ontvoering van werkgeversvoorzitter Schleyer. De orga
nisatie en uitvoering van deze bliksemactie in de herfst van 1977,
duizénden kilometers ver weg, sprak overal in de wereld tot de
verbeelding door zijn avontuurlijke jongensboekenromantiek.
Maar meestal blijft het voor leden van deze groep bij oefeningen
of bij heel wat eenvoudige karweitjes ter ondersteuning van ac
ties van „de Bundesgrenzschutz" waartoe zij behoren.
Deze grensbewakingstroepen vormen het enige politie-apparaat
van de Bondsrepubliek als geheel. Alle andere politle-aangele-
genheden vallen onder de verantwoordelijkheid van de regerin
gen der verschillende deelstaten. Deze federale en daardoor wat
ondoorzichtige structuur heeft tot gevolg dat men in Duitsland
niet van een uniform politle-optreden kan spreken. Zo kan de
vrijstaat Beieren bijvoorbeeld bij massa-demonstraties een hele
andere tactiek toepassen dan in Noordrijn-Westfalen het geval
zou zijn. Die verschillen kan men in de praktijk ook regelmatig te
genkomen. De federale opbouw kan trouwens ook tot onaange
name consequenties leiden als de verschillende competenties en
verantwoordelijkheden door elkaar heenlopen. Een aantal terro
risten Is door dergelijke misverstanden al aan arrestatie ontko
men.
De meeste deelstaten hebben „Einsatzkommando's" voor spe
ciale gevallen. Bij grote demonstraties, bezettingen enz., zoals
die de laatste Jaren in de Bondsrepubliek telkens weer zijn voor
gekomen, kunnen zij een beroep doen op assistentie van de
grenstroepen. Deze „ambtshulp" is nadrukkelijk In de grondwet
vastgelegd en wordt toegepast als de deelstaat alléén de zorg
voor openbare orde en veiligheid niet aankan. Het ministerie van
Binnenlandse Zaken In Bonn moet toestemming voor een derge
lijke assistentie geven, maar de verantwoordelijkheid voor de ac
tie zelf ligt te allen tijde bij de deelstaat. Zo is onlangs bij de
massale ontruiming van het anti-atoomdorp bij Gorleben de
Bundesgrenzschutz te hulp gekomen. Daarvoor moest de rege
ring in Hannover zich verantwoorden.
Door de opsplitsing van bevoegdheden is er in Duitsland van een
algemene maatschappelijke discussie over het optreden van de
politie, laat staan van kritiek erop, geen sprake. In het algemeen
geldt hier trouwens dat de afkeer van het uniform er niet zo
groot Is als bij ons. Wel komt het af en toe tot protesten, vooral
ter linkerzijde, als de Hermandad zich niet meer in toom weet te
houden (zoals bij de demonstratie bij de atoomcentrale van
Brockdorf het geval was) of als de inzet van de politie in geen en
kele verhouding staat tot de bedreiging die zij het hoofd moet
bieden.
Een belangrijke rol In de discussie over bewapening, de toepas
sing ervan en de verantwoordelijkheid van de Individuele agent
speelt de vrij machtige vakbond van politie-beambten. In Noor
drijn-Westfalen bijvoorbeeld heeft deze ervoor gezorgd dat een
nogal ondoordachte en rigoureuze nieuwe verordening voor de
politie van zijn al te scherpe kantjes werd ontdaan en tot meer
democratische vormen werd teruggebracht.
AMI VAN VREE
Voor het onderdrukken van oproer en rellen en de bestrijding
van misdaad en terrorisme beschikt de Italiaanse politie over
speciale eenheden, de Celere.
ROME Als In een van de grote Italiaanse steden rellen uitbre
ken of zelfs maar verwacht kunnen worden, komen de speciale
politie-eenheden in actie die met de naam „Celere" worden aan
geduid. „Celere" betekent zowel „snel" als „snelheid". De naam
werd bij de oprichting zo'n dertig Jaar geleden voor de bewuste
politie-eenheden gekozen, omdat zij zich snel kunnen verplaat
sen, iets waarin ze zich toen nog onderscheidden van andere Ita
liaanse politie-eenheden.
De „Celere" werd rond 1950 opgericht door de toenmalige mi
nister Mario Scelba, die tevens naam heeft gemaakt als kracht
dadig bestrijder van de Mafia. De leden werden speciaal getraind
in het beheerst optreden tegen oproerkraaiers, zowel van links
als van rechts. De „Celere" wil in geen geval vergeleken worden
met de politie uit het fascistische tijdperk van Mussolini.
Elk politiekorps in de grote Italiaanse steden beschikt thans over
een vaste eenheid van de „Celere". In rellenloze tijden treden ze
op bij bankovervallen de achtervolging van vluchtende misdadi
gers en terroristen, omdat ze beschikken over het daarvoor be
nodigde gemotoriseerde en communicatiematerieel.
Bij straatoproer krijgt de „Celere" versterking van collega's uit
steden waar het rustig is en verder van de grote politiescholen.
In Noorditaliaanse steden zijn dat de leerlingen van de driejarige
politieschool in Cesena, In Rome komen die van de politieschool
in Nettuno te hulp. Kleding, bewapening en beveiliging lijken veel
op die van de Franse en Duitse oproerpolitie en ook op die van
de Mobiele Eenheden. In dit opzicht is de Europese eenwording
ver gevorderd.
Kritiek op het optreden van de „Celere" is er ook, maar zoals al
les in dit land Is ze meestal politiek gekleurd. De rode pers zwaait
uitbundig met het wierookvat als de „Celere" is opgetreden te
gen neo-fascistische herrieschoppers, maar put uit een arsenaal
van scheldwoorden als de „Celere" tegen arme, engelachtige en
onschuldige stenengooiers en vandalen uit de ultra-linkse hoek Is
opgetreden. De ultra-rechtse pers doet hetzelfde in omgekeerde
richting.
Onze eigen indruk, gebaseerd op de waarneming tijdens één en
kel optreden van de „Celere" in Rome is, dat het korps de ge
middelde leeftijd ligt tussen 23 en 35 jaar gedisciplineerd en
beheerst optreedt. Tegen oproerkraaiers wordt hardhandig In
grepen, ofschoon mishandelingen tot de uitzonderingen behoren.
Voor de reserve-Celere van de politiescholen betekent bijstand
verlening een goede praktijkles die geplaatst wordt in het kader
van hun opleiding.
PIET TUMMERS
LONDEN In de ogen van buitenlanders is de Britse „bobby"
een romantische, graag geziene figuur, die altijd overloopt van
hoffelijkheid en vriendschap. Maar lang niet alle Britten zijn
het daarmee eens. Vraag het een Engelsman van de oude
stempel en die zal vermoedelijk antwoorden, dat zijn politie
de beste van de wereld is, maar dat je haar zelden vindt wan
neer je haar nodig hebt. Groot-Brittannië heeft namelijk veel
te weinig politie en zoals overal elders neemt de misdaad or
voortdurend toe.
Een groot deel van de Britse jonge generatie beschouwt de
politie als vijanden. Aanhangers van nieuwe modes, zoals
„Punks" en „Skinheads", krijgen het geregeld aan de stok met
agenten in het blauw, die niet houden van excessen. Kleurlin
gen beschuldigen de politie van rassendiscriminatie, omdat
die vriendelijke bobbies het al verdacht vinden wanneer zij er
gens „zo maar" rondlummelen.
Vakbondsleden zijn tegen de politie als die hen belet staker-
eposten uit te zetten. Zogenaamd progressieve Britten houden
niet van bobbies omdat die vaak hardhandig optreden tijdens
hun betogingen. In Southall bij Londen werd ongeveer een
jaar geleden een demonstrant door agenten doodgeslagen. Zij
gingen later vrijuit. Vrienden van het slachtoffer, een jonge on
derwijzer die luisterde naar de naam Blair Peach, doen nog
steeds vergeefse pogingen om ervoor te zorgen dat de daders,
die zij moordenaars noemen, gestraft worden.
Groot-Brittannië heeft geen aparte rijkspolitie en ook geen na
tionaal politiekorps. Hoewel de bobblea resulteren onder de
ministeries van Binnenlandse Zaken en van Justitie, is elke
grote stad en elk graafschap verantwoordelijk voor de eigen
politiemacht. In Groot-Londen staan de gerechtsdienaren on
der toezicht van Scotland Yard.
De Britse bobby is bijna altijd ongewapend. Zijn oversten be
schouwen hem als een manusje-van-alles. Ze belasten hem
net zo goed met verkeersregeling als met ordehandhaving. Als
er rellen dreigen, stuurt de plaatselijke commissaris meestal
een paar autobussen vol agenten in het blauw naar de zone
waar onraad dreigt. Die bobbies moeten dan maar proberen
de menigte in bedwang te houden.
Dat doen ze vaak door elkaar een arm te geven en gezamen
lijk te duwen. Als de toestand ernstig dreigt te worden, wordt
er gezorgd voor versterking uit naburige gemeenten. Bereden
politie slaagt er meestal in betogers te verdrijven. Waterka
nonnen horen er niet bij. In het ergste geval worden de bob-
bies uitgerust met speciale plastic schilden, waarmee ze zich
kunnen beschermen tegen de stenen en andere projectielen
die hen toegeworpen worden.
In Groot-Brittannië probeert men het dus zonder speciale rel-
lenpolitie klaar te spelen. Maar de bobbies moeten de laatste
jaren steeds meer verduren. Om die reden maakt Scotland
Yard in Groot-Londen wel eens gebruik van een elitekorps, dat
de SPG genoemd wordt, naar de beginletters van „Special Pa
trol Group" (speciale patrouillegroep). Elders in het land heaft
de Yard geen recht van inmenging.
De SPG werd opgericht in 1965. Het is een mobiele reserve,
die momenteel bestaat uit 170 vrijwilligers, allemaal gewone
bobbies, afkomstig uit verschillende Londense gemeenten. In
gewone omstandigheden doen ze hun normale werk; alleen
wanneer de Yard hen speciaal nodig heeft, worden ze opge
roepen. Ze hebben dus geen eigen kazerne en krijgen ook
geen speciale opleiding, behalve wat het gebruik van plastic
schilden betreft. Wapens dragen ze evenmin.
Een agent mag niet langer dan vier jaar lid zijn van de SPG.
Alleen de beste bobbies komen er voor in aanmnerking. Te
genwoordig bestaat het korps uit zes eenheden. Aanvankelijk
werd het uitsluitend belast met de beteugeling van vandalis
me, overvallen, inbraken en geweldpleging. Geleidelijk kwa
men er nog andere opdrachten, waaronder het in toom hou
den van rumoerige stakersposten en het onderdrukken van
betogers, zoals dit afgelopen jaar in Southall gebeurd is.
Het lijdt geen twijfel, dat het verschijnen van SPG-agenten en
zelfs de aanwezigheid van gewone bobbies sommige Britten
agressief maakt. Vooral de SPG slaat hard toe. Nadien wordt
dit korps er wel eens van beschuldigd, dat het de agressie zelf
uitgelokt heeft Ernstige klachten worden altijd zorgvuldig on
derzocht, maar zelden juist bevonden.
Geen wapens dus bij de Engelse politie. Er kunnen zich echter
situaties voordoen, waarin de overheid het niet zonder wapens
kan stellen. Zoals bijvoorbeeld in mei bij de bezetting door
terroristen van de Iraanse ambassade in Londen. In zulke
noodgevallen, burgeroorlogachtige toestanden, wordt de Spe
cial Air Service ingezet, een soort geheim supercommando,
uitgerust met de modernste wapens en zelfs niet te vergelij
ken met de Nederlandse Mobiele Eenheid. Over de samenstel
ling ervan hangt een waas van geheimzinnigheid.
ROGER SIMONS
Toeko
beeld
Tijdens ei
bijeenkon
Engelse p
officieren
deze opro
politiemai
de-toekor
getoond,
uitrusting
bestaat ol
meer uit 4
pistolen,
mes en ei
speciale I
Men verw
hem tegei
einde van
tachtiger I
in actie. N
men de
uitrusting
oproer-
eenheden
ziet, is ds
gerechtva
of het zoli
'duren voc
hij ten tof
verschijnt
De bobbie moet het ongewapend opnemen tegen oproerkraaiers. De taktiek is, elkaar een arm geven en dan maar duwen.
In het ergste geval wordt hij uitgerust met speciale plastic schilden. Loopt de zaak werkelijk uit de hand, ontstaan
burgeroorlogachtige toestanden, dan beschikt* Engeland over de Special Air Service, een sowrt geheim supercommando.
PARIJS In Frankrijk heet de tegenhanger van de Ned
se Mobiele Eenheid „CRS", de afkorting voor „Comp
Républicaines de Sócurité" (Republikeinse veiligheit
pagnieën). Daarnaast worden bij oproer ook veelal d<
naamde „Gardes Mobiles" ingezet, een soort stoottroep
de „Gendarmerie Nationale", die deel van het leger uil
en vergelijkbaar zijn met de Marechaussee. De meest b|
en meest in het oog lopende oproerpolitie is evenwel d
die mede door haar uniformering verschilt van die van
en gendarmerie (platte pet in plaats van de typische
„képi").
De CRS valt onder de Franse Rijkspolitie en de compi
bestaan uit 16.000 man, die zeer mobiel zijn en binnen
uren overal in het Franse vasteland en op de eilanden t
kust en op Corsica ingezet kunnen worden. Het tri
heeft vrijwel altijd per vliegtuig plaats.
De leden van de CRS krijgen een speciale opleiding
eenheden zijn uiteraard uitgerust met bewapening en
len die afgestemd zijn op het breken van betoging!
neerslaan van opstanden, enz. Hun optreden werkt ind
doorgaans als een rode lap op een stier, met name bi]
betogingen en zij zijn berucht door hun meedogenloos
den, terwijl in een aantal gevallen onomstotelijk vastgei
dat zij moedwillige provocatie veroorzaakten.
De populariteit van de CRS is als gevolg van een en anr
ring en een aantal volkse uitdrukkingen (zoals „intelfic
een CRS") demonstreren dat. Om daar tegen in te gae
de overheid de CRS steeds meer ingezet bij andere op
dan die waartoe de eenheden aanvankelijk samengeste
den. Zij verrichten politiediensten bij het regelen van I
keer, verlenen eerste hulp bij ongelukken, treden
8trandwachters, redden drenkelingen, komen plezier
gen in moeilijkheden te hulp, eveneens bergbeklimrm
De statistieken van hun „positiéf ingrijpen" zijn ïndf0J0
kend en hun doelmatigheid bij hulpverlening en red
even spreekwoordelijk als hun meedogenloosheid bij
elkaar slaan van rellen.
In de zomermaanden hebben zij op 420 stranden reddii
hulpposten, terwijl daaraan in vele gevallen speel- en oi
ningsgelegenheden voor jongeren gekoppeld zijn. Ki
kunnen daar gratis zwemles krijgen. Hun optreden, w<
niet het uitoefenen van hun functie van oproer-politie
is opvallend correct, hetgeen algemeen gezien wordt
gevolg van instructies van hogerhand om het negatieve
dat de manschappen over het algemeen hebben, uit te
JAN DRl