Televisie vreet grappen en talenten ANDREVAN DUIN: •NINGEN „Als Programma van Jff" ,1 tien jaar geleden I Jie. beginnen mijn :hf "Ho°k spontaan te STVfjk heb In het begin ShhSp1 «nderdaad de "Tttie tegen me in het iSfgejaagd. omdat ik B w£3,ers deed dan 9ek" aano?en tr®kken- Ja> wat ,n vk was amper zeven- da a®n ik be9°n met die - 2,5s bij de bandrecor- Ijn In mijn Jeugdige lwflflVed was n'kS me ,e Jrfj de lachers op mijn 9 krijgen". h ad ik trouwens al op "{'."ere school. Ik was 'lanigen met dat r0de als je daarmee an bent' kun mnaJP manier band- je moet de draak •JÏÏJelf steken en zor- J6 de 9ek Van dö Sïï®rdt Genoemd. Uit )<MtaPer' be9r'iP i07" 1 °°k nooit voor k°" gestudeerd. D'r Is ïtroo is een school waar 9< er oc dduii En f nim..1 me gewoon ko- ,k boefde niks voor te doen. gen van tien stond et een aangeplakte het jeugdhuis Piet i Rotterdam te mi- )ij een 76-toeren ma«- En daar werd 00k JJ1®? ijk om gelachen. Ik rJJ? dus de lachers aan nrn oek te bebben". nSÏ0 aan zon aureool Weet jij het? Waar- ™7iden de mensen ie- euk? Waarom wordt chijn om Ria Valk gela- Sn riet om Conny m Bosch? Akkoord, i® van den Bosch doet een enkele moeite mensen te laten la- Maar ik noem haar 'ven als voorbeeld", rvm18 we' 060 tyP0 dat rJJJ idlg artiest moest Hoe oud zal Ik ge- 2iin? Zes, zeven It De andere jon gens van mijn leeftijd speelden buiten diefie- met-verlos of staken rotjes af. Maar ik zat ademloos bij de radio naar de Show boot van de Vara te luiste ren. Willem Parel, De Ster avond, de Bonte Dinsdag avond-trein, daar lustte ik wel pap van. En toen ik Frans Vrolijk één keer had zien optreden, was ik voor goed verloren. Ik bewon derde die man mateloos en had nog maar één ver langen: Ik wilde de mop pen net zo goed vertellen als hij. Frans Vrolijk was voor mij de absolute grens; hoger kon een ko miek In mijn ogen niet stij gen". „Nu woonde hij gelukkig ook in Rotterdam en op een middag mocht ik bij hem thuis een mop komen vertellen. Het slaat natuur lijk nergens op, maar ik vond het een geweldige eer, dat die grote man naar me wilde luisteren. Wat Toon Hermans In die tijd deed, vond ik ook ge weldig. maar die was voor mij toch onbereikbaar. Aan die man mocht ik niet eens denken. Ik wilde trou wens alleen maar op feest avonden wat grappen ver tellen. Net als Frans Vro lijk. Achteraf moet dus ge concludeerd worden, dat het met mij gigantisch uit de hand is gelopen". TALENT „In zo'n mal vak als het mijne is succes voor zestig procent een kwestie van geluk en voor veertig pro cent een kwestie van ta lent. Als Joop van den Ende in 1970 niet tegen me had gezegd: „Ik zie wel wat in een revue met jou en met Frans van Dus- schoten". zat ik op dit mo ment waarschijnlijk nog steeds met die bandrecor der te hannesen". „Dat moet je je overigens evan voorstellen. Frans en ik passen totaaJ niet bij el kaar. Hij komt uit een an der milieu, heeft een ande re opvoeding gehad dan Ik. Maar gek, op het toneel klikte het tussen ons vanaf het eerste moment. Dat moet Joop dus hebben aangevoeld". „Ik noem dat voor het ge mak maar stom geluk. Als je in je leven niemand te- fjen het lijf loopt die wat in e ziet, blijf je tot aan je dood een komiek tussen de schuifdeuren". „Ik ben nu 33 en in alle bescheidenheid mag ik zeggen dat ik nu al meer bereikt heb dan ik zelf ooit verlangd heb. Onze revue trekt volle zalen. En meer dan een afgestampt Carré in Amsterdam en een bomvol Circustheater in Scheveningen kan een ar tiest in dit land niet bij el kaar krijgen. Misschien kan ik artistiek nog wat beters presteren: wie weet, ga ik straks opeens hele mooie liedjes zingen. Maar daar krijg ik een zaal met 200 plaatsen niet mee vol. Het publiek zal heus wel zo beleefd zijn om niet weg te lopen als ik sta te zingen. Maar dat doet het dan al leen. omdat het weet dat er straks weer wat te la chen valt". OPPERMACHTIG „Ik weet ook niet, hoe lang ik nog op deze manier door kan gaan. Misschien vijf, als het mee zit tien, twintig iaar. Maar meer ook beslist niet, want een artiest brandt tegenwoor dig heel wat vlugger op dan vroeger. Mensen als Walden en Muyselaar, Kan, Sonneveld, Hermans, noem maar op, ze klom men geleidelijk naar de top en groeiden vanzelf mee. Maar toen de televisie een maal oppermachtig was i van san topconferentie: allot la besproken, da .landpunten zijn bepaald, npagnetieMsn zijn laag an da zoute haringen geconsumeerd. Da chaoe ia *-i ooit. geworden, is dat procea versneld. Want die buis vreet grappen en talen ten". „Nou moet |e vooral niet denken, dat Ik daar ook maar één moment over In zit. Ik kruip beslist niet In de lappenmand als er 6traks een einde komt aan mijn carrière. Je zult mij ook niet de zielige artiest zien uithangen els Ik niet meer aan de bak kom. Ik ken die droevige verhalen ook van vereenzaamde ko> mieken, die op hun kale zolderkamer nog steeds het applaus van vroeger horen". „Ik ben er voor honderd procent zeker van dat mij zoiets nooit zal overko- men. En weet je waarom? Omdat ik niet tot In het ex treme bezeten ben van mijn vak. Ik vind het bar leuk dat Ik succes heb. Maar als het op een dag uitblijft, zal Ik denken: „Het Is mooi geweest. Want het Is me ook maar komen aanwaaien. En alles bij elkaar heb Ik toch nog een hoop geluk gehad". „Ik ben ook eigenlijk niet zo'n echte artiest. Ik zit nu hier In restaurant Ball een meer dan voortreffelijke rijsttafel naar binnen te werken. En die twee Ou- bonnetjes vooraf, gingen er ook gesmeerd In. Maar denk je dat ik op dit mo ment zit te piekeren over de revue die over een uur begint? Ben je mal. Ik loop straks na de koffie rustig naar de overkant, doe mijn pak aan en dan Is het draalen met dat circus". „En als tegen elven het doek dicht gaat Is de show voor mij ook algelopen en denk Ik er geen seconde meer aan. Misschien Is dat wel een typisch Rotter damse eigenschap. Mijn moeder heeft het In elk ge val ook. Je moet bij ons In de stad nooit kapsones hebben, want dan lig |e er gell|k uit. Als een Rotter dammer ergens een bloed hekel aan heeft dan Is het aan strebers. Doe maar SHOWBINK Ik houd me privé ook het liefst op de achtergrond. Ik bekijk alles bij voorkeur rustig van een afstand. Want buiten het theater leg ik het toch gegaran deerd af tegen de Andró van Duin die op de Bühne als een gek te keer gaat. Het heeft dus geen enkele zin om de populaire show bink uit te hangen en over al binnen te komen met een gezicht van: „Daar komt Van Duin. Dat Is la chen geblazen". „Wat uiteindelijk In je le ven overblijft, dat Is je thuishaven, dat is je familie en dat zijn de echte vrien den, die om je geven. Niet de zakenrelaties die zich ook Je vriend noemen, maar verdwenen zijn op het moment dat je de vlag strijkt en niet meer op de Bühne staat. Applaus ver stomt op een gegeven mo ment en ook aan een gou den carrière komt eens een einde. Als je je dat realiseert heb je er geen moeite meer mee om het grootste deel van je tijd te besteden aan de dingen die werkelijk belangrijk zijn In je leven". „Ik had bijvoorbeeld al lang in Duitsland kunnen werken. Aanbiedingen ge noeg. Maar wat zou Ik er mee zijn opgeschoten? Ik heb geen trek om naar Keulen en Düsseldorf te rijden. Ik vind Sappemeer* en Grotebroek al zo'n eind. En als ik In Duitsland ga optreden, kan ik hele maal niet meer op vakan tie. Ik ben net terug uit Frankrijk en daar stierf het van de Nederlanders die mo herkenden en „Hallo die André, grote bloemko len" begonnen te roepen. Dat weet je van tevoren, want het is de prijs die je betaalt voor je succes. En daarom ben ik ook nooit te beroerd om terug te zwaaien. Maar ik moet er niet aan denken dat ik straks ook nog door Duit sers, Zwitsers en Oosten rijkers op de schouder word geslagen, omdat die ook hun Andró hebben herkend. NIKS MEER „Nee, ik heb momenteel een prima leven en verlang echt niets meer. Als Ik die aanbieding voor Duitsland had aangenomen, had Ik wél een smak geld ver diend. Maar wat moet Ik er mee? Dan word Je ge dwongen om het te beleg gen en er allerlei moeilijke obligaties voor de kopen. En automatisch moet je nog harder gaan werken en op het laatst kun je niet eens meer Je honden or dentelijk uitlaten. En dat wil ik Woef en Dreumes niet aandoen". „Ik weet dat het een stok oude, versleten wijsheid is, maar er zit toch een hoop In: Je moet werken om te leven en niet omge- „En toch houd ik vol, dat voor mij de uren die ik niet aan mijn vak besteed, het belangrijkste zijn. Ik vind optreden In een theater enig, maar het is voor mij beslist niet alleenzaligma kend". "Nou heb ik natuurlijk makkelijk praten, want ik kan tot op zekere hoogte mijn eigen tijd indelen en op vakantie gaan wanneer dat mij uitkomt. Maar mijn vader heeft dat soort vrij heid nooit gekend. Hij had een baan als magazijn meester bij de Rotterdam se Droogdok en aJsof dat nog niet genoeg was werk te hij ook nog een keer of wat per week over. Zater dags kwam hij pas vaak tegen zeven uur 's avonds thuis. Toen hij eindelijk de tijd kreeg om van zijn volkstuintje te genieten, kreeg ie een maagbloe ding. Zevenenzestig was vader toen hij stierf". „Ik heb ook links en rechts goede kennissen van me op hun dertigste, hun veer tigste uit de race zien stap pen. Die hadden zich ook jaar in jaar uit staan uitslo ven. Voor wie eigenlijk? Voor wat?" „Ik moet eerlijk bekennen dat ik het niet eens zo erg vind, dat een grote révue in dit land geen haalbare kaart meer Is. Je zou een 6how met veertig, vijftig medewerkers misschien nog wel van de grond kun nen krijgen als je bereid ben om Je zeven dagen per week de blubber te wer ken. Maar daar pas Ik mooi voor. Ik ben toch al niet zo'n dansant typetje dat vlot de beentjes om hoog gooit In een grote fi nale. En daarom vind Ik het kleine showwerk dat we nu doen, eigenlijk veel leuker. Je staat constant op de Bühne en de avond is voorbij voordat Je het weet". „Ook de scóne9 die we nu spelen, zijn totaal anders dan tien jaar geleden. Toen deden we het op de manier van Snip en Snap, met een verhaaltje en een clou. Dat 19 er vandaag niet meer bij. Het is nu één en al absurditeit. Vijftien minuten onzin, waarbij ik de domme typetjes voor mijn rekening neem. Want een komiek die niet meer herkend wordt door zijn publiek Is een vertoren man. Ze verwachten WiF lempie en dan krijgen ze Willempie". „Ik ben bang dat Toon Hermans op een gegeven moment die fout heeft ge maakt. Hij wilde te hoog grijpen en voelde zich mis schien te groot om nog langer met hoedjes en pet jes op het toneel te ver schijnen. Hij wilde lie mooie versjes voordra gen". „Maar zijn publiek herin nerde zich nog steeds die scène van de bal gehakt Leg neer die bal. Als je een wereldnummer brengt waar ledereen nog jaren over praat: dat is de groot ste ramp die een artiest kan treffen". „Gelukkig heeft Hermans in zijn nieuwe show na de pauze weer een complete pottenwinkel op het toneel. En wat zegt het publiek: „Zo kennen we Toon NIEUW TALENT „Weet |e wat me overigens danig benauwt? Dat er op mijn gebied geen nieuw ta lent bi| komt. Ik ben In 1964 begonnen met die bandrecorder-act en als je nou op talentenjachten komt, zie |e nog steeds jongens met zo'n zelfde bandrecorder stoelen. Maar het mannet|e dat met groot lef roept: „Ik wil komiek worden", heb Ik nog niet kunnen ontdek ken". „Waar dat aan ligt? Weet hij het? Weet Ik het? Mis schien komt het door de poprage en de disco. Lek ker gauw een plaatje ma ken en via de Top tien weer In de grauwe verge telheid verdwijnen. En toch ben ik er van overtuigd dat er In dit land zeker tien ta lenten rondlopen die meer In hun mars hebben dan Ik. Er lopen ongetwijfeld ook duizend Picasso's rond. En als je niet op past. Is er aan mij een geniale bouwkundig teke naar verloren gegaan". „Misschien loont het de moeite om eens links en rechts bij schoolhoofden te Informeren of ze wellicht In een van hun klassen een leerling met rood haar hebben". „wie weet Is dat de ko miek, op wie we al jaren met smart zitten te wach ten".. LEO THURINO FOTO'S: MILAN KONVAUNKA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 19