Vrij leven in de natuur: experimenteren met de omgeving Effect alcoholwet verdwijnt Toenemend alcoholgebruik vraagt om herbezinning De SWOV denkt dat de hoge kos ten van de voorgestelde maatrege len gedrukt kunnen worden door de combinatie van deze twee maatre gelen weer te combineren met bij voorbeeld het invoeren van lichtere straffen en het optrekken van de wettelijke promillage-limiet. Zo kun nen lichtere straffen de kosten drukken van het justitiële apparaat en onderzoek heeft uitgewezen dat de verhouding alcoholgebruik-ver keersongelukken pas werkelijk aan toonbaar wordt boven de 0,8 pro mille. Voorlichting Onderzoek in de Verenigde Staten heeft aan het licht gebracht dat on geveer 35% van de verkeersdoden te wijten is aan alcohol In het ver keer. In Nederland is dat percenta ge waarschijnlijk wel lager, maar het is duidelijk dat de maatschap pelijke schade van alcohol in het verkeer zeer groot is. Naast een groot aantal doden valt er immers nog een veelvoud aan gewonden te betreuren, terwijl ook de materiële schade niet gering is. De SWOV zou ook door middel van meer voorlichting de kennis van de automobilist over alcoholmisbruik in het verkeer willen vergroten: ken nis over de toelaatbare hoeveelheid alcohol en over de risico's van rij den onder invloed, informatie over kans op letsel, schade en straf. .Toch is er, zoals in de brochure staat, geen reden om aan te nemen dat meer kennis ook tot een veiliger gedrag zal leiden. Bij een enquête die de SWOV in 1970 hield, ver klaarde 84,4% van de ondervraag den weliswaar dat zij rijden onder invloed „erg" of zelfs „heel erg" vonden, maar in diezelfde enquête zei 87,2% wel eens achter het auto stuur te kruipen na een stevige bor rel! HENK ENGELENBURG Het boek bevat zoveel wetenswaar digheden, dat het welhaast encyclo- paedische waarde heeft. Wie weet bijvoorbeeld dat de wortels van dis tels bijzonder smakelijk zijn. De plant zelf sommige soorten zijn zo zeldzaam dat ze wettelijk be schermd worden heeft doornen, maar dat is een natuurlijk afweer middel. Vlees hoort er bij Niet alleen met het groen is het le ven onder de zon plezierig, vlees hoort er ook bij (voor vegetariërs geldt een andere discipline). Vrijwel alle dieren zijn eetbaar en de mees te zijn nog smakelijk ook. De Ko ning: „Als we in de natuur leven, zullen we ook egels eten en ratten, kikkers, eekhoorns en tal van ande re dieren eten die we te pakken kunnen krijgen (dat is de kunst), maar die meestal niet op het menu staan van de westerse mens. Als je dit boek bij de kachel of op een zonnig terras zit te lezen, dan wil je er misschien niet aan denken dat je een muis of of een mol zou gaan eten. Maar als je voor je voedsel echt op de natuur aange wezen bent, zul je merken hoe snel je over de schroom heen bent om bijvoorbeeld een lekkere, vette ringslang te villen, te braden en op te eten. Wat is overigens in dit ver band het verschil tussen een rings lang en een paling die nota bene nog een kadaver-eter is ook?" De samenstellers veronderstellen overigens ook dat veel mensen voorlopig zullen blijven geloven in nog grotere massaliteit,- automati sering, kernenergie enzovoort. En dat is niet zo leuk voor deze men sen; ze blijven kortzichtig en ang stig, ondanks de welvaartsartikelen waar ze zich mee omringen. Wel licht zullen ze als men een wer kelijk goed alternatief herkent hun gemak dan inruilen voor geluk door over te schakelen op een zelf- verzorgend leven. Men kan best de groene revolutie in een vroeg stadi um hanteren, ook in Nederland. Fondsvorming Uiteraard is een schermdorp, dat zichzelf bedruipt en in evenwicht leeft, niet op korte termijn uit de grond te stampen. Er kan wel een generatie overheen gaan. Voor hands zal elke poging om te komen tot een kleinschalige gemeenschap het karakter hebben van een expe riment. Het daarvoor benodigde geld kan niet op een kleinschalige manier bijeen gebracht worden. Maar er zou bijvoorbeeld een fonds gesticht kunnen worden. Met dat geld zou al vast een dorp gebouwd kunnen worden met materialen en methodes die nu voorhanden zijn. „Maar dan wel zó", aldus De Ko ning,. „dat reparaties en vervangin gen in de loop der jaren door am bachtslieden van het dorp zelf en met hulpbronnen uit het dorp kun nen geschieden. In die zin zouden er bijvoorbeeld bij de bouw zelfs plastic buizen gebruikt kunnen wor den". JAN VAN KERKVOOROE DEN HAAG „De alcoholwet van 1974 heeft aanvankelijk erg veel effect gehad. En ook nu nog wordt er waarschijnlijk minder onder in vloed gereden dan vóór de alco holwet, maar wel veel meer dan vlak na de invoering. Dit komt doordat de kans op aanhouding door de politie kleiner is dan de automobilisten eerst dachten". Dit schrijft de Stichting Weten schappelijk Onderzoek Verkeersvei ligheid (SWOV) In haar brochure „Alcohol In het snelverkeer". Uit een onderzoek dat de Stichting in de jaren 1970 tot en met '77 heeft gehouden, blijkt dat het per centage automobilisten met 0,5 promille (sinds de invoering van de alcoholwet in 1974 de wettelijke grens), of meer alcohol in hun bloéd, in de jaren tussen 1970 en '73 steeg van 13 tot 14 naar 15%. terwijl het percentage in 1974 door de voorlichtingscampagne zakte naar 2%, maar in 1975 9% bedroeg en in 1977 alweer 11%. De Stichting wijst in dit verband op Engeland, waar in 1967 een alco holwet werd Ingevoerd, die net als in ons land werd voorafgegaan door een uitgebreide voorlichtings campagne. Intussen is aan de over kant van de Noordzee het effect van die wet al zo goed als geheel verdwenen. De SWOV vreest dat de Nederlandse alcoholwet eenzelfde lot beschoren zal zijn. Vandaar dat de Stichting bezinning wil op de vraag of bijstelling van het beleid niet is gewenst. Inmiddels heeft zij de overheid achttien voorstellen ge daan om het alcoholgebruik in het verkeer verder tegen te gaan. Het verplicht stellen van onderwijs aan veroordeelde bestuurders, onder zoek naar ontnuchteringsmiddelen, verbetering van wegverlichting en openbaar vervoer, speciale contro leteams van de politie en invoering van de nieuwe ademtest-appratuur zijn daar enkele van. „We hebben de regering geadvi- Is-tie nou groen of niet..? seerd om zelf de gewenste maatre gelen te kiezen en verschillende er van te combineren. Hopelijk zullen dan bij sommige combinaties be paalde nadelen van enkele afzon derlijke maatregelen wegvallen. Het meest verwachten we van het op voeren van de speciale drank-con- tróles, gecombineerd met de invoe ring van nieuwe ademtest-appara- tuur", aldus een SWOV-woord voer der, die er wel onmiddellijk aan toe voegt dat dit een uiterst kostbare aanpak is. Tijdverlies Het advies doet op het eerste ge zicht wat merkwaardig aan omdat in dezelfde SWOV-brochure te le zen valt, dat beschonken rijders juist bij normale politiesurveillances vaker tegen de lamp lopen. Nadeel van de speciale alcohol-fuiken is het grote tijdverlies dat hierbij op treedt. Zoals bekend wordt het al cohol-promillage momenteel In eer ste instantie gemeten met behulp van de zogenaamde blaaspijpjes. Die slaan groen uit wanneer de proefpersoon 0,5 of meer promille alochol in z'n bloed heeft. Er be staat echter vaak twijfel over de Verkleuring van het blaaspijpje. De aangehouden automobilist moet dan mee naar het bureau voor een tweede blaastest en eventueel voor een bloedproef. Hiermee gaat veel tijd heen: per keer circa 150 minu ten. Vaak blijkt dan dat hij toch on der de toegestane grens is geble ven of er maar iets boven is geko men. Intussen kunnen al heel wat echt dronken rijders de verlaten controleplek zijn gepasseerd. En dat klemt des te meer, aangezien uit onderzoek is gebleken dat be stuurders met 0,8 promille alcohol in het bloed tweemaal zo'n grote kans op een ongeval hebben als nuchtere bestuurders. Voor be stuurders met 1,0 promillê is dat viermaal en bij bestuurders met 1,8 promille zelfs achttienmaal. Vandaar dat de Stichting zo'n warm voorstandster is van invoering vên de nieuwe ademtest-apparatuur. De Rotterdamse politiearts H. Cre- mers, die zich onlangs in het Alge meen Politieblad sterk maakte voor de nieuwe test-apparatuur en voor meer artsen om de bloedproef af te nemen, vertelt hierover: „De nieuwe ademtest-apparatuur geeft het pro millage-gehalte veel nauwkeuriger aan dan de blaaspijp. Dit apparaat werkt niet met een verkleurende vloeistof, maar met lampjes die bij bepaalde promillages gaan bran den. Objectievèr kan het niet. Deze apparatuur wordt overigens in het buitenland al lang gébruikt en de Nederlandse versie is praktisch ge reed", aldus Cremers. Hij bena drukt overigens dat de huidige con trole optimaal zou zijn wanneer er meer politieartsen zouden zijn om de bloedproef af te nemen. Dank zij de nieuwe apparatuur zou den dus in principe de blaaspijpjes en de bloedproef kunnen worden afgeschaft en zouden de ritten naar het bureau bij twijfelgevallen ach terwege kunnen blijven. Daar staat tegenover dat de kosten een bloedproef kost momenteel 160,- door de aanschaf en het onder houd van de nieuwe apparatuur en de vorming van speciale controle teams aanmerkelijk zullen stij gen. De Stichting Wetenschappelijk On derzoek Verkeersveiligheid ver wacht van meer politietoezicht een zeer gunstig effect. De controle teams zouden zich regelmatig moe ten verplaatsen opdat de plaats van de „fuik" niet voortijdig aan de au tomobilisten bekend wordt. Maar het zal waanzinnig veel geld kosten. Niet alleen omdat het aantal straf zaken zal toenemen, maar ook om dat de politie met enkele honder den agenten zal moeten worden uit gebreid. Dit laatste zal, zo erkent de SWOV, om politieke redenen moeilijk uitvoerbaar zijn: uitbreiding van de politie is vaak een omstre den zaak. Terug naar de kleinschalige samenleving houdt ook in dat akkerbouw gepleegd wordt op de oude manier: met ploeg en paarden. Geen milieubederf door uitlaatgassen van de tractoren en geen lawaai. en vrije natuur en dat is twee keer méér dan nu... „Vrij leven" gaat uiteraard ook niet voorbij aan de ergerlijke manier van roofbouw die wij willens en wetens toepassen op de energie. Door het opsouperen van de fossiele brand stoffen als turf, bruinkool, kolen, olie en gas, bewijzen wij de volgen de generaties een zeer slechte dienst. Bij het nog steeds stijgende tempo van verbruik, is het volgens de schrijver zo goed als zeker dat de wereld geen 100 jaar meer voor- jit kan met de verschillende vor men van energie. We zijn serieus bezig om in hooguit 200 jaar élle fossiele brandstoffen te „verbras sen" en daar heeft de natuur als producent 350 miljoen Jaar voor no dig gehad. Per jaar gebruikt de mensheid 1,75 miljoen jaar zonne- energie: dat is per dag een hoeveel heid waarvoor de zon gedurende 5.000 jaar elke dag heeft moeten schijnen. Dat is een periode waarin Egyptische, Griekse en Romeinse beschavingen alsmede onze „eigen tijd" zijn verdwenen en dat allemaal voor één enkel dagje welvaart... Basisbrandstof De zonnewarmte die opgeslagen ligt in planten en andere organische materialen moeten in een scherm dorp op dezelfde wijze benut wor den als in de (pré)historische tijd. Hout is daarbij de basisbrandstof en door het toepassen van bosbe heer moet het verbruik In hetzelfde tempo geschieden als .de groei van de planten. In een gedecentraliseer de kleinschalige samenlevingsvorm Is bovendien goed te overzien of al les weer (aan)groelt. De schrijver: „Menselijk vernuft en onverzettelij ke wil hebben massaal tot afschu welijke excessen geleid. Dezelfde eigenschappen bieden in een klein schalige gemeenschap mogelijkhe den die wij alleen maar kunnen ver moeden, maar die wel tot geweldi ge prestaties kunnen leiden. Vooral met de huidige kennis op velerlei gebied. Het is de ironie van het lot, dat wij pas als machteloze massa mens hebben geleerd dat we de natuur moeten beheren in plaats van beheersen. Pas als we weer in een overzichtelijke wereld leven waarin een individu ook macht heeft kunnen we deze kennis In praktijk brengen". et buitenland is de ademtester al lang ingevoerd. De ademtest is voor een automobilist minder ingrijpend do omstandige bloedproef. Bovendien is de uitslag onmiddellijk ter plaatse bekend, zodat de be- t niet dagenlang in onzekerheid hoeft te verkeren. fZou de moderne mens og wel kunnen blijven unctioneren zonder de gemakken van de welvaart? Als hij eens ?r terug ging in'de tijd en probeerde te pionieren in de vrije hatuur, wat zou er dan in hem terechtkomen? >f zou hij zeggen: geef mijn portie maar aan Fikkie, aan zulke experimenten heb ik geen behoefte. ;roriderstel dat hij deel uitmaakte van een groepje mensen dat gens in Europa op een >lekje met veel bos en in een mild kimaat plezierig probeerde te ven met uitsluitend de omgeving als bondgenoot: vissen, gen met zelfgemaakte wapens, zelf hutten ouwen,'kleren maken, drankjes en talloze dere dingen die nodig n om het hoofd boven water te houden.... Hij zou het in deze vakantietijd ook over een andere boeg kunnen gooien en gewoon „met niks" de natuur in kunnen trekken. Om bij voorbeeld ervaringen op te doen voor een nieuwe hobby, zoals leer- looien en rietdekken, manden ma ken en kuipen, breien, weven enz. Als dan ooit de tijd moet worden teruggedraaid misschien omdat er op een gegeven moment geen energie meer is kan hij zonder al te veel moeite een goede am bachtsman of -vrpuw worden. Daar zou dan nog meer behoefte aan zijn dan thans. Helemaal aangewezen zijn op de natuur zal de moderne mens ge boren en getogen in een wegwerp maatschappij veel moeilijheden bezorgen. Hoewel, een tijdje probe ren als oermens te functioneren kan hem wellicht wat menselijker ma ken. Het zou zijn zelfvertrouwen versterken en hem mogelijk ook wat meer vertrouwen in de toe komst geven. In zo'n kleinschalige samenleving want daar praten we nu over zou het begrip welvaart veranderen in welzijn en economie wordt dan van- .zelf een welzijnsleer. Zonder ingewikkelde berekeningen kan gemakkelijk worden vastge steld hoe duur de huidige welvaart is. omdat de prijs niet uitgedrukt wordt in geld, maar in onrust, onze kerheid, angst, verwarring en mach teloosheid, vervreemding en een zaamheid, overspanning en har- taandoeningen, ondervoeding en milieubederf, uitputting van grond stoffen en opdroging van energie bronnen. Over deze zaken en vele andere die samenhangen met een kleinschali ge samenleving, waar wel eens over mag worden gepeinsd als de mens heid terug moet naar „af" omdat de technieken van vroeger en nu uit de hand gelopen zijn, gaat het boek „Vrij leven" van Louis de Koning (tekst) en Bert Zeylstra (tekenin gen).' Een duo dat letterlijk en fi guurlijk alles over hoop heeft ge haald en een enorme schat aan ge gevens en feiten heeft verzameld op het gebied van land- en tuinbouw, voedselbereiding en -verwerving, gezondheidszorg. Door het be schrijven van eenvoudige handelwij zen en technieken probeert men duidelijk te maken dat zo'n primitie ve leefwijze lijnrecht staat tegeno ver de hedendaagse onoverzichte lijke massamachinaties, waarvan men afhankelijk is maar waarop geen enkele invloed kan 'worden uitgeoefend. Omdat alles door de deelnemers zelf wordt gedaan, ontstaat er een onafhankelijke en overzichtelijke samenlevingsvorm die primair voor ziet in de behoeften van de deelne mers, van eigen familieleden en van andere mensen die men kent en waarmee een band bestaat van we derzijdse afhankelijheid. De Koning en Zeylstra beschrijven en schetsen (vooral dit laatste is eenvoudig en tegelijkertijd indruk wekkend) hoe het bevredigen van de menselijke behoeften tot de oor sprong kan worden teruggebracht, als deze worden losgekoppeld van de welvaart; waarschijnlijk de be langrijkste voorwaarde. „Vrij leven" is niet zozeer een boodschap aan de mensheid het „verhaal" is immers al lang bekend want nergens wordt waarschu wend de vinger opgestoken. Men doet niet veel anders dan bouwste nen aandragen voor het geval dèt. Men zou het boek een handleiding kunnen noemen, maar dan wel een erg knappe. Schermdorp Kleinschalig leven zou ook goed in Nederland kunnen. Met veertien miljoenen wonen we op veertig mil jard vierkante meter grond. Nu hebben we niet het hoogste inko men per hoofd van de bevolking, maar in een kleinschalige maat schappij zouden we het wel hebben per vierkante meter. Omdat er vier miljoen huishoudens in ons land zijn, krijgen we dan per huishouden één hectare grond ter beschikking. Hoe dat allemaal verder moet wor den uitgewerkt, beschrijven de au teurs met een zogenaamd „scherm dorp" als voorbeeld. Het dorp telt 800 bewoners, verdeeld over 250 huishoudens op evenzovele hectare grond. Uitgesplitst is er dan nodig voor akker- en tuinbouw plus vee teelt 155 hectare en voor woningen, collectieve ruimtes, water, wegen, schuren en werkplaatsen zo'n 35 hectare. Dan blijft er nog 60 hecta re over voor bossen en vrije natuur. Trekken we .deze conclusie door naar het gehele Nederlandse grondgebied, dan Is één miljoen hectare beschikbaar voor bossen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 17