Comrie bleef
trouw
yVoubrugge altijd
Deze week drie jonge Afghaanse
windhonden in de „aanbieding"
„Een
schaamagtig,
lichtgelovig,
goedhartig,
openhartig,
eenvoudig
en
huiselijk
man"
in 3EROEMDSTE PREDIKANT VAN ZIJN TIJD
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (oC
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij
het dier een goed tehuis vindt De in de rubriek beschre
ven honden zijn óf gevonden, óf door hondenbezitters
naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopende re
denen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook vol
slagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven die
ren zijn alle goed gezond, hebben een wormkuur onder
gaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 60
gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen.
Adres: Nieuw Lelde Dierenasiel, Besjeelaan 6b, Leiden.
Tel.: 411670. Geopend di. t/m vr. 10*12 en 14-17 uur, ze. 10
tot 12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten.
nen hiervoor zijn z'n eigen geschriften
en de werken van zijn felle tegenstan
ders. Daarin komen slechts enkele ka
raktertrekken van de Woubrugse predi
kant naar voren.
In zijn proefschrift over Comrie (1892)
kwam A. G. Honig tot de volgende teke
ning van zijn persoon: Comrie was geen
„doldrijvend" en „stijfkoppig" maar vee
leer een „schaamagtig", lichtgelovig,
goedhartig, openhartig, eenvoudig, huis
elijk en nederig man, van een zacht ge
moed en gaarne vergevend; begaafd met
een grote mate van mensenkennis en le
venswijsheid en een vijand van alle ket-
terjagerij en van alle onnodige twist.
Comrie zelf verklaarde met beslistheid,
dat hij een vijand was van twist, afke
ring van „kettermaakery" en scheurma
kerij. Zelf Voetiaan zijnde, vereerde
Comrie hogelijk zijn lsermeesters Schul-
tes en Driessen, ofschoon zij van de te
gengestelde richting waren. Van enghar-
„tigheid en eenzijdigheid was bij hem dus
geen sprake. Zo kon hij in oprechtheid
zeggen „wy zoeken altoos de waarheid te
volgen, wie het ons ook toont".
Bij de aanvaarding van zijn ambt in
Woubrugge was de jonge predikant nog
niet gehuwd, maar daarin zou spoedig
verandering komen. Op 15 augustus 1737
trad hij te Middelburg in het huwelijk
met de zevenentwintigjarige jonkvrouw
Johanna de Heyde. Hij mocht haar
slechts ruim een jaar zijn vrouw noemen.
Nadat zij op 17 oktober 1738 een dochter
ter wereld had gebracht, werd ze kort
daarop getroffen door een zware koorts,
waaraan ze op 29 oktober bezweek. De
25ste april 1741 hertrouwde Comrie met
Maria van der Pyll, dochter van Pieter
van der Pyll en Gloritje Jans, woonach
tig te Lexmond. Met haar was Comrie
bijna drieëntwintig jaar getrouwd, tot
begin 1764, toen ze overleed. Zijn derde
huwelijk ging Comrie aan op 2 december
1766. Deze huwelijksvoltrekking met
Catharina de Reus uit Beverwijk had
f>laats in Woubrugge. Uit zijn drie huwe-
ijken had Comrie slechts één dochter,
Rachel Cornelia, overgehouden. De fa
milie Comrie is thans uitgestorven. Vol
gens onderzoekingen van de Woubrugse
historicus Van Hemessen (18541937)
waren de heer en mevrouw Marx-Zand-
stra uit Bussen de laatste erfgenamen. Zij
hebben de gehele nalatenschapvan de
befaamde Woubrugse predikant, waar
onder ook een origineel geschilderd por
tret, aan de gemeente Woubrugge ge
schonken.
Beroepen
Tijdens zijn jarenlange ambtsvervulling
in Woubrugge is op Alexander Comrie
vele malen een beroep gedaan om naar
elders te gaan.
We noemen de plaatsen van waaruit
deze verzoeken kwamen, teneinde aan
te tonen hoe wijd en zijd de Woubrugse
predikant mede door zijn vele publi
caties beroemd was. Achtereenvol
gens kwamen de beroepen uit: Kralin
gen, Naarden, Schoonhoven, Den Bom
mel, Steenwijk. 's-Gravendeel, Oude
Tonge, Arnemuiden, Oostzaan, Aals
meer, Oud-Beijerland, Zierikzee, Alblas-
serdam, Steenbergen. Rijswijk, Voor
burg, Vlaardingen. Uit de meeste van
deze plaatsen kwam trouwens méér dan
één verzoek om naar elders te verhui
zen. Er werden in totaal drieëntwintig
beroepen op hem uitgebracht. Toch is hij
Woubrugge altijd trouw gebleven.
De bekendheid die Alexander Comrie
heden ten dage in brede lagen nog steeds
geniet, is voor een niet gering deel te
danken aan de verschillende boeken die
hij geschreven heeft. Aan drieëntwintig
boeken is zijn naam verbonden, waarvan
LEIDEN De mensen die deze week
op de rubriek 'Hond zoekt huis' wil
len reageren moeten maar beter niet
op een flat wonen en bereid zijn om
vaak met de hond uit lopen te gaan.
Voor de eenzame trimmers onder ons
kunnen de nu nog kleine, maar wel
rasechte Afghaanse windhonden, een
uitkomst zijn. De drie honden van
deze week hebben namelijk veel be
weging nodig. Ook moet de aspirant
hondenaanschaffer goed beseffen,
dat de honden straks als ze groot zijn
en over een weelderige haarbos be
schikken, vaak geborsteld en ge
kamd dienen te worden.
Ket drietal, twee reuen en een teefje, één
blonde, één donker- en lichtbruin ge
stroomde en één egaal goudbruine met
zwarte snoet, is nog maar enkele weken
oud, maar over een paar maanden zullen
ze al behoorlijk zijn uitgegroeid. Voor
mensen in een te kleine behuizing zijn de
hondjes van deze week daarom niet aan te
raden. Als ze namelijk volgroeid zijn
wordt een vrouwtje 67 centimeter en een
mannetje zelfs 73 centimeter groot.
De drie hondjes zijn overgebleven uit een
nest van zes. Alle zes werden de afgelopen
week naar het asiel aan het Besjeslaante
gebracht. De moeder van de zesling over
leed kort na de geboorte zodat extra zorg
van het echtpaar, waar de honden in huis
waren, noodzakelijk werd. De vrouw des
huizes was echter ziek en kon niet voor
het zestal zorgen. Een licht overspannen
heer des huizes heeft de viondjes uiteinde
lijk naar het asiel gebracht. Daar werden
zij weer in een soort paniektoestand door
Wil Tiele ontvangen. Want het asiel zat al
overvol en nog eens zes jonge hondjes er
bij was nogal wat. Maar Wil Tiele nam ze
toch even liefdevol op. Al snel bleken er
genoeg geïnteresseerden voor de Afgha-
nen en oinnen een week waren ze-dan
ook verdwenen. Maar eergisteren werden
er weer drie hondjes teruggebracht. De
hondjes van deze week dus.
Prins
De hond van vorige weck, Prins, heeft
weinig reakties gekregen. Wil Tiele
wijt dit aan de vakantie en hoopt dat
snel na de'vakantie de belangstellen-
Aai vmt zullen toestromen.
PAGAD/REGIO LEIDSE COURANT
PAGlA
ZATERDAG 26 JULI 1980 PAGINA 5
Ie Afghaanse windhondjes. Weinig Interesse voor de fotograaf, veel belangstelling voor de etensbak.
""^ar graag als predikant zou
n f llen hebben. Alexander Com-
ïaand
I augus
raartoe
lIlten ÏS de achttiende eeuw was, van
begrip i^5 'ht 1773, in Woubrugge een
:hristeUJedikant werkzaam, die gedu
nde zijn leven als één van de
•roemdste evangeliebedienaars
'an kerl^n 2ijn tijd werd beschouwd.
nbetek^zc Schotland afkomstige
men te jexander Comrie was niet al-
e" is, men in het dorp aan de Hei-
answetering zeer geliefd; ook
i persoonn elders liet men weten dat
n. Persoon (ie befaamde kanselrede-
tot zona - -
noet afzi
vinnen, t
ichtwakf is Woubrugge echter altijd
en breukouw gebleven en heeft in dit
jening. <>rp gedurende een periode van
te kunniitendertig jaar zijn ambt uit-
ga s in v,ocfcn(j Hij js ook mede be-
adan is Fnd geworden door de theologi-
die aan ihe werken die hij publiceerde
»r het i welke nog tot in onze eeuw
en medordrukt zijn. Zijn meest beken-
aan en ij boeit js „Het ABC des geloofs
arokkaal Verhandeling van de bena-
Teiegenhingen des zaligmakenden ge-
ge mosliiofs, volgens de letteren van
eten levjt Alphabet". Het verscheen
gezepj>°r de eerste maal in 1739 bij
s de Koi Lejdse uitgever Johannes Ha
lbroek.
ils gezegd, Alexander Comrie was af-
stig uit Schotland. Het was in de
Perth, waar hij op 16 december 1706
i geboren, in een aanzienlijk ge-
Icht. Zo was zijn overgrootvader van
00 u. eucfoederszijde ook al een befaamd predi
Z3n?': int' Alexanders vader, Patrick Comrie,
u' (eucbs van beroep oorspronkelijk schrijver,
i zijn theologische werken gewaagt
oogmis, Ómrie slechts nier en daar van zijn fa-
ilie. Over zijn ouders sprak hij echter
»rgens. Ook bewaarde hij het stilzwij-
10 45 u in over scholen die hij bezocht, wat
j als kind in zijn vrije tijd deed, alseok
1 wisseiarrer het beroep waarvoor hij aanvanke-
Isselende k werd opgeleid. Slechts éen gebeurte-
s uit zijn kindeijaren publiceerde hij in
nst zo fn ..Berigt nopens de waarschuwinge
ark'za. ifn de Heer J. J. Schultens", welke laat-
B tegen de catechismusverklaring van
bmrie was. Deze publicatie verscheen
0.00 u.P 1( 1755 Amsterdam. Comrie schreef
volgende: „Een Juffrouw uit het huis
Hftn Ormonston, een Nichte van my,
^^Eelke bet in het tydelyke was tegenge-
^H>open, en aan welke onze opvoeding
■^^^^as toevertrouwt, wiste ons, als wij uit
Lekke© Schoole quamen, en als kinderen
Gerefreelziek en woelende waren, te b^daar-
UmuideJ, en tot stilte te brengen, met voor ons
mw. uro jeezen ujt een boek dat men genoemt
0 u. Ds. Hingen, in het welke zoo wonderlyke
Verheiircier-ingen, met ongemeene taal en fi-
sPreekmanieren, voorquamen,
u. Ds. Mé1 ^et ons nooit verveelde die aan te
17 u. Ds. /oren".
jonge Alexander bleëk een begaafd
rkdam 46nd. Maar toen hij ongeveer twintig
Den ionifr oud was' ^ac* zÜn vader geen geld
xi10 ds Fer om ziJn zoon verder te laten stude-
n. Kievitkf- Waarschijnlijk bezocht hij toen een
'an Zantelhotse universiteit, wat we af mogen
[k D°rp:\jden uit het feit dat hij al zo gauw na
1:10 ds. komst naar Nederland aan een hoge-
jS. LafeM100* werd ingeschreven. In het begin
leref. Kerin de 18de eeuw waren er in Edin-
irgh kooplieden gevestigd die Comrie
Vso Kiel1<etten- Het kan zijn dat zij als naaste
30 dhr [verre familie van Patrick Comrie
Kerk: 9Fe laatste van dienst waren en Alexan-
r op hun kantoor in dienst namen.
■aar Holland
I vraag rijst, waarom de jonge klerk op
p gegeven moment naar Holland trok.
parschijnlijk niet vanwege het verval
in de Schotse kerk en het lijkt ook niet
voor de hand liggend, dat hij naar hier
kwam met de bedoeling om hier een tij
delijk bestaan op te bouwen.
Juister kan zijn de opvatting, dat zijn
werkgever met Nederlanders handel
dreef en onder hen was hoogstwaar
schijnlijk ene Adriaan van der Willigen,
die door Alexander Comrie later „een
vermaard koopman te Rotterdam" werd
genoemd. Van der Willigen stond te Rot
terdam en omgeving vanwege zijn voor
beeldige wandel en godsdienstigheid
hoog aangeschreven. Misschien dat Van
der Willigen op een gegeven moment te
horen kreeg, dat Alexander Comrie in
zijn vaderland zijn studie voor predikant
had moeten afbreken of misschien we
zen weer anderen de Rotterdamse han
delsman op de goede eigenschappen van
de Schotse jongeling. Dat liet bij Van der
Willigen het plan rijpen om met behulp
van zijn vrienden mr. Arnoldus de Ster
ke en de Woubrugse ambachtsheer en
baljuw Cornelis van Schellingerhout
Comrie in de gelegenheid te stellen zijn
afgebroken studies voort te zetten.
Hoe Alexander Comrie zich de eerste
tijd in Holland voelde, laat zich gemak
kelijk raden. Ten eerste was er natuur
lijk het taalprobleem. Het werk dat hij
op het postkantoor van Van der Willigen
verrichtte, was aangepast aan de Engelse
taal, maar door de intensieve omgang
met het overige personeel, leerde
Alexander Comrie al vlug zich in het
Nederlands verstaanbaar te maken.
Ongeveer een jaar na zijn komst in Ne
derland hervatte Comrie zijn studies. De
8ste september van het jaar 1729 liet hij
zich aan de universiteit van Groningen
als student in de Godgeleerdheid in
schrijven. Hier bleef hij vier jaar. In de
zomer van 1733 toog hij van Groningen
naar Leiden, waar nij aanvankelijk op
het Rapenburg wo.onde en later op „de
lange brugge". Op 10 juli liet hij zijn
naam in het Album Studiosorum opne
men. De 5de oktober 1734 zette Alexan
der Comrie de kroon op zijn arbeid: na
de verdediging van zijn dissertatie „De
Moralitatis Fundamento et Natura Virtu-
tis" trad hij op deze dag in de rij der
Doctoren.
Woubrugge
Alexander Comrie behoefde niet, zoals
zovelen in die tijd, enige jaren te wach
ten vóórdat een kerk hem beriep. Nau
welijks was hij onderzocht of hij ontving
het beroep naar de kerk van Woubrug
ge.
In mei van datzelfde jaar was daar ds.
C^rolus Blom overleden en wat lag nu
meer voor de hand, dan dat de Vrijheer-
en van Woubrugge terstond het oog op
hun beschermeling richtten en de kerke-
raad op hem opmerkzaam maakten? Op
de buitengewone classicale vergadering
van 14 februari 1735 verschenen de ker-
keraad van Woubrugge en Alexander
Comrie en de Classis maakte geen be
zwaar het beroep te approberen. Het pe-
remtoir examen werd vastgesteld op 12
april 1735, „opdat syn Eerw. ondertussen
tydt soude hebben nadere bewysen te
produceeren aangaende syne tot den
Dienst gerequireerden ouderdom en uyt
de Hooglanden van Schot-Landt syn Va-
der-Landt diens aangaende attestatie te
ontbieden". Dit examen liep schitterend
af en niets stond een bevestiging in
Woubrugge meer in de weg. Reeds na
enkele weken vond deze gebeurtenis
plaats. Op 1 mei 1735 werd Alexander
Comrie in de H. Dienst bevestigd door
Nicolaus Holtius.
Eenvoudig
Wat was Alexander Comrie voor een
man? Een objectief inzicht hierin is
moeilijk te krijgen, want de enige bron
gen zelfs wel meer dan twintig maal-
Verschillende van Comrie's boeken
worden vandaag de dag nog steeds ver
krijgbaar gesteld.
Emeritus
Nadat Alexander Comrie de Woubrugse
kerk achtendertig jaar gediend had,
vond hij het gezien zijn leeftijd be
ter om afscheid van dit dorp te nemen.
Hij koos Gouda uit als zijn nieuwe woon
stee en het was daar dat hij op 30 maart
1773 als burger werd ingeschreven.
Op 4 april sprak hij voor het laatst zijn
Woubruggenaren toe, alvorens naar
Gouda te vertrekken en daar een wo
ning aan de Westhaven te betrekken. In
de pijpenstad heeft hij stil en terugge
trokken geleefd, bezocht regelmatig de
daar woonachtige predikanten, maar pu
bliceerde weinig nieuwe werken. Hoe
wel ds. Comrie in Woubrugge als predi
kant een vrij sober tractement ontving,
was hij door het wijze beheer van zijn
inkomen en nog veel meer door de vele
goederen welke zijn drie echtgenoten
nalieten, niet onbemiddeld. Hij had een
keurige inboedel, met veel zilver en por-
celein, waaronder waarschijnlijk erf
stukken van de families De Heyde en
Van der Pyll. Bovendien liet hij na zijn
dood nog ruim 10.000,- aan effecten en
contanten na.
Nadat hij zich in Gouda had gevestigd
was zijn hart nog menigmaal in Wou
brugge. Hij overleed op 69-jarige leeftijd
op 10 december 1774. Comrie kreeg een
eersteklas begrafenis, namelijk in de
avonduren. De erven moesten daarvoor
f 30,- betalen, In welk graf het gebeente
van de grote predikant rust, is niet meer
na te gaan, want op het uitdrukkelijk
verzoek van ds. Comrie mocht er geen
inscriptie in zijn grafzerk gebeiteld wor
den, zodat we alleen uit het begraafboek
van de Janskerk weten, dat hij begraven
werd in het Oude Noord-pand, nr. 12 - 5
L 19.
HANS VAN DER WERELD
Literatuur
„Alexander Comrie", proefschrift
door A. G. Honig, 1892.
„Dr. Alexander Comrie, predikant te
Woubrugge", door J. H. R. Verboom,
1964.
er negen door hem zelf geschreven wer
den. Verder vertaalde hij vier werken
uit het Engels in het Nederlands, terwijl
hij voor vijf uitgaven van andere schrij
vers een voorrede schreef. Tenslotte zijn
er nog vijf titels te noemen, die hij sa
men met zijn vriend ds. Holtius en mo
gelijk nog anderen tot stand bracht. Van
zijn eigen werken noemden we reeds
zijn proefschrift en zijn „ABC des ge$-
loofsVerder verschenen: „Verhande
ling van eenige Eigenschappen des Za
ligmakenden Geloofs" (1744), „Samuel in
zijn Leeven zeer gelieft, in zijn Doodt
betreurt en hooggeëert ofte Lijk-Reden"
(1749), „Verzameling van Leerredenen"
(1749), „Stellige en practicale verklaring
van den Heidelbergschen Catechismus"
(1753), „Missive wegens de Regtvaardig-
makinge des Zondaars" (1757) en „Brief
over de Rechtvaardigmakinge des Zon
daars" (1761). Praktisch al deze werken
werden diverse malen herdrukt, sommi-
-*rjt
j> t*.
- v
De bul van Combrie zoals deze, evenals het portret, In het Hemessen-museum in Woübruge te zien Is.