'la mijn hart ben ik altijd amateur gebleven' stelt supporters JOOP ZOETEMELK OVER PLEZIER BAT HIJ FANS BEZORGT: demand gevallen'» SPORTTRIBUIME LEIDSE OOURANT MAANDAG 21 JULI 1980 PAGI PARIJS Op kamer reel naar de start In Frank- 1011 van het Sofltel in turt gekomen. Maar ik heb Parijs, dat een heksen- '0cl? mijn twijfels gehad. In ketel was newnrrien Zwitserland had Ik gemerkt ümriLt dal ik heel aoed fietste. Toen omdat er zich iedereen jk daar maag- en darmstoor- verdrong rond de 86 nissen kreeg, waardoor ik renners die het eind- die ronde verloor, maakte ik punt hadden gehaald, j?,e helemaal niet ongerust. Want ik nam aan dat het zeer na een weekje wel voor- bij zou zijn. We reden de merduister van de proloog in Frankfurt en ik lag Joop Zoetemelk eenzaam in het sche- nacht op zijn bed. Be neden in de bar speel- voelde, ondanks mijn matige tijd, dat mijn krachten be de een pianist populai- 9°nnen terug te komen. Het re Nederlandse liedjes ®f!jkc iSt,d"i lkj£,de '?nde -nnnon van Frankrijk altijd goed ge en zongen honderden recjen heb. ik kon, als ik te- supporters uit volle rugdenk aan mijn loopbaan, borst mee. „Weet je, ik een maand voor de Tour, in kan nog niet geloven de Dauphiné meestal niet dat ik de Tour echt ge wonnen heb, ik leef nu een beetje in een roes. met de besten mee. Maar als de Tour begon, dan kwam er kennelijk onbewust geeste lijk iets over mij, waardoor ik Wat er allemaal over meer kon op de fiets, dan me gekomen is, al die stond ik er altijd weer". indrukken die zo ge weldig zijn, ik moet ze eerst nog eens rustig verwerken". Moreel „Ik startte dus met vertrou wen in Frankfurt. Maar on derweg met Hinault weer als de beste in die tijdrit in De gele trui hing over een stoel. Het nummer van zijn kamer op de achtste verdie ping van het enorme hotel, was slechts aan enkelen be kend om te voorkomen dat Zoetemelk ook daar be stormd zou worden door de uitzinnige supporters. „Heb jij vandaag de naam van Hi nault horen noemen?" Het antwoord moet ontkennend zijn. „Ik heb onderweg en ook op de Champs Elysées goed geluisterd. Wel hoorde ik af en toe nog de naam van Poulidor roepen maar niet die van Hinault. Het kan toch Francorchamps, dacht ik: snel voorbij zijn, hè". zou ik er weer net naast grij pen? Want hij leek weer zo Gewoon sterk als in voorgaande ja ren. Maar ik wist dat ik naar Hij nam een slok mineraal- mijn topvorm zou toe water. „Geloof je dat Hinault groeien. Want ik sta nu weer nog terugkomt op zijn oude op hetzelfde niveau als in niveau?" Vreemd dat hij 1979. Dat heb ik aan de tij- daar aan dacht op dat mo- den in de tijdritten kunnen ment. „Niemand weet wat hij merken. Misschien ben ik precies heeft. Ik heb onder- zelfs nog iets beter dan vorig weg. in de laatste dagen dat jaar, omdat ik over meer re- hij meereed, goed op hem serves beschik. Door die gelet. Hij zat helemaal ver- sleutelbeenbreuk in het krampt op de fiets, in een voorjaar heb ik veel minder onnatuurlijke houding. Ja, kunnen rijden. Toen ik op 3 het kan snel gedaan zijn. Als juli 's morgens in Beauvais je tegenslag hebt, ben je in- hoorde dat Hinault niet op eens van het podium ver- kop had gereden in de ploe- dwenen. Dat heb ik zelf ook gentijdrit, omdat hij last had meer dan eens gemerkt. Ik van zijn knie, zei ik tot me- weet het en ik houd er reke- zelf; Joop, dit keer is hij ning mee. Ik ben er geeste- eraan. Want vergeet niet, we lijk op ingesteld dat het eens scheelden in de voorgaande afgelopen is met het "Jopie, jaren toch maar een paar mi- Jopie". Dat ik dan gewoon in nuten in Parijs. Om in die Germigny-l'Evecque of in tweestrijd overeind te blij- Nederland op straat loop als ven, moet je volledig gezond een gewoon mens, slechts zijn. Die dag in Beauvais opgemerkt door een enkele groeide mijn moreel op slag wielerfanaat. Want over Jan enorm en ik wist dat ik het Janssen spreken de mensen zou gaan maken". Toch toch ook nauwelijks meer. geeft hij toe dat de ontwik- De supporters vergeten keling van deze Tour, behal- snel" Bijna 34 Verbaast het je niet dat je al bijna 34 bent en nog altijd ve voor Hinault ook voor hem zelf verrassende wen dingen heeft gehad. „Neem nou die regen", zegt Zoete melk, „normaal heb ik in re- Qen en kou altijd heel slecht aan de top staat? „Nee, ant- gefietst. Maar toevallig in woordde Joop Zoetemelk, deze ronde kwam ik juist in „Ik wist al heel vroeg dat ik die regen en kou langzaam wat ze noemen een "laat- maar zeker in topvorm. Een bloeier" zou worden. Mijn mens blijft een vreemd we- arts was vroeger dokter Ro- zen, met een uiterst ingewik- link in Velsen. En die zei toen keld mechanisme, waarvan ik mijn eerste Tour de Fran- wij nog verre van alles we- ce achter de rug had en ten", tweede was geworden achter Op weg naar Lllle, toen hij Eddy Merckx: „Jij zult eerder op de Noordfranse stenen de Tour winnen als je dertig bijna drie minuten op Hinault bent, dan als je vijfentwintig en Kuiper verloor, begonnen bent. Ik was wel op vrij jonge zijn ploegmaats te morren, leeftijd al bijna even lang als Zij geloofden er niet meer zo ik nu ben, maar mijn lichaam Hoe is achteraf die slech- stond natuurlijk nog niet te dag te verklaren? Zoete- naar die enorme inspannin- melk: „Ik had helemaal niet gen. Want geloof me. want zo'n slechte dag. Op die ste- het was ook dit jaar weer nen is het zo: of je wint zoals een zeer zware ronde. Het ik het vorig jaar deed of je bijzonder slechte weer, de verliest; een middenweg is 126 kilometer tijdrijden, de daar niet. We reden die dag keien, de Pyreneeën en Al- niet vijf ploegmaats bij el pen die elkaar elkaar opvolg- kaar op 15 seconden van de den. Het was bar en boos. kopgroep. Priem. Ooster- Niet yoor niets is een derde bosch, Raas en Van de Vel- van de renners naar huis ge- de reden die dag als een gaan. Er is elke dag goed trein. We waren net bezig doorgefietst, wandeletappes om te organiseren om naar zijn er nauwelijks geweest. Alleen de besten konden op die manier van hun inspan ningen herstellen". Twijfels Heeft hij aan zichzelf getwij feld? Een lachje plooit zijn vermagerde gezicht, waarin de ogen fel aftekenen. „Ik die kopgroep toe te rijden, toen ze in zeer korte tijd alle maal een lekke band kregen. Ik was meteen geïsoleerd. En toen al die helpers wegvie len, heb ik daar toch kenne lijk een tik door gekregen". door, op grond van die erva ring, dat er nog andere da gen In deze ronde zouden komen. Die zijn ook geko men. Want ik werd geheel de oude. Misschien had ik niet de supervorm van bijvoor beeld 1974, maar toch een goede. In 1974 stond ik echt op het punt door te breken naar een niveau, waar nie mand me meer kon pakken. Ik reed Eddy Merckx zomaar uit het wiel. Zodra er een las tige berg opdoemde, zei ik tot mezelf: „Joop, je bent weg. En dan ging ik weg en dan was er niemand, ook Merckx niet, die me kon vol gen. Maar ja, toen had ik het ongeluk tegen die auto in Valras te rijden en ik heb vele maanden nodig gehad om weer een gewoon gezond mens te worden. Daarna was dat "super" eraf en het is nooit meer terug gekomen., Maar ik praat liever niet over hetgeen ik nog zou hebben kunnen presteren als mij dat ongeluk niet was overkomen. Want ik heb er geen bewij zen voor kunnen leveren en ik wil niet graag dat de men sen denken dat ik de feno menale prestaties van Eddy Merckx wil kleineren. Want ik heb nog altijd een enorm respect voor die man". Populair Wat vind je van Johan van de Velde? „Dat wordt een echte klassementsrijder; daar kunnen de Nederlandse supporters in de toekomst nog veel plezier aan beleven, want hij heeft zeer veel klas se. Ik zeg niet dat hij ooit de Tour gaat winnen, maar hij kan er erg dichtbij komen, zoals Hennie Kuiper en ik. Dat staat vast. Als ik naga dat die jongen nog helemaal niet volgroeid is en dat hij al zo'n vermogen kan opbren gen in die lastige Alpencols, dat belooft heel veel. Ik vind hem zo'n beetje een type Bernaudeau, maar dan veel verstandiger. Bernaudeau is onbesuisd, Johan gebruikt zijn hersens in de koers. Hij is erg populair geworden in Frankrijk. Eerst heeft hij de Dauphiné gewonnen, daarna heeft hij enorm goed gere den voor mij in de Alpen. Met die witte trui om de schouders heeft hij toch ook veel publiciteit gekregen". Afbouwen Ga Je nu afbouwen? Je wordt in december 34. „Af bouwen? Ach, het ligt eraan hoe ik me voel. Ik zal me wel op deze leeftijd wat gereser veerder gaan opstellen. Niet meer van tevoren zeggen: ik rijd die en die wedstrijden. Ik wil nog wel terugkomen naar de Tour, maar dan moet ik mij erg goed voelen. Ik zeg niet nu al: ik sta er volgend jaar weer. Of misschien ben ik er dan wel, maar niet meer als kopman, als klasse mentsrijder. Gewoon om etappes te winnen. Mis schien kunnen we dan de ploeg in dienst van Johan van de Velde stellen. Dat ligt aan het komende voorjaar. Als ik me goed voel en ik weet dat ik nog kan winnen, dan wil ik best nog een keer de last op mijn schouders la den. Want ik kan je verzeke ren dat het toch wel een last is. Ik heb de afgelopen da gen nergens meer een se conde rust kunnen vinden als ik me ook maar even aan de buitenwereld vertoonde. Het Is wel plezierig dat de mensen zo meeleven. Daar voor ben je een mens, maar ergens moet je het ook kun nen verwerken. Ik kan me best voorstellen dat je wel eens ongedurig en nerveus wordt. Ik heb ook voor vol gend jaar nog een contract bij Raleigh en we zien wel, ik ben in elk geval nog niet ver sleten". „Sinds 1970 ben ik altijd de- was met een IJzersterk mo- zelfde gebleven. Ik wist daar- Beneden raast over de Bou levard Périferique het ver keer voorbij. In een nimmer aflatende stroom, vier rijen dik. Vanuit zijn hoge positie kijkt Zoetemelk naar Parijs bij nacht. „Ik zal deze 20e juli 1980 nooit vergeten", zegt hij. „Ik moet toch wel Iets heel bijzonders gedaan hebben dat zoveel mensen zich de moeite getroost heb ben om naar Parijs te komen en mijn huldiging mee te ma ken. Ik ben erg blij en geluk kig, maar Ik vind nooit de juiste woorden om dat goed uit te drukken. Ik ben ook erg tevreden, vooral omdat ik één van de dingen die ze me in het verleden hebben opgeplakt, het aureool van eeuwige tweede, definitief van me heb afgeschud. De laatste tijd las ik ook steeds in kranten en weekbladen dat ik niets anders zou heb ben in mijn leven dan mijn fiets. Nou, ik heb zovele an dere dingen in mijn leven, maar moet ik daar nu elke dag over praten? Een mens mag toch ook iets voor zich zelf houden? Als ik na een seizoen thuiskom, zet ik de fiets in de schuur en dan kijk ik er een hele tijd niet meer naar om. Ik ben dol op skieën, ik ben dol op jagen, ik ben een natuurmens. Heel dikwijls neem ik mijn zoontje Karl bij de arm en dan lopen we met zijn tweeën urenlang door de bossen en dan leer ik hem alles wat ik weet over de natuur. Over de vogels en over de planten, over alles wat er leeft". „Ik kan ook zo genieten als ik met Francoise en de kin deren in ons chalet in de bergen bij de Italiaanse grens ben. Lekker de hele dag op de latten staan, daar na wat boodschappen doen in het dorpje, een krantje ko pen en gezellig bij elkaar zijn. Ik houd echt van het le ven en ik ben dankbaar dat ik bijna nooit een depressie ve bui heb. Natuurlijk heb ik ook wel eens de pest in, zoals elk mens. Ik kan ook vreselijk boos worden en op vliegend zijn. Ja, dat zou je niet zeggen, maar het is wel zo. Niet altijd ben ik dat aar dige jongetje waarvoor de meeste mensen mij houden. Meestal verdwijnt mijn boos heid echter snel, behalve als iemand mij echt belazerd heeft. Ik vertrouw de mensen namelijk nogal snel en dat houdt weer in dat ik extra gevoelig ben voor teleurstel lingen". Trots Het feestrumoer in Parijs was nog lang niet verstomd. In de binnenstad liepen nog grote groepen Nederlandse supporters met vlaggen rond. De tijden van Ajax en Feyenoord herleefden. Ver van dat rumoer kwam Zoete melk tot de ontdekking: „Geestelijk ben ik in al die jaren sterk geweest, want er is heel lang weinig waarde ring voor mijn prestaties ge-^ weest. Het knaagde aan mijn zelfvertrouwen als de men sen spraken over wieltjes plakker en over nooit echt durven aanvallen. Ik stuitte toen op de grootste wielren ner die er ooit geweest is, op Eddy Merckx. Dat was mijn pech, anders had ik mis schien wel drie keer de Tour de France gewonnen. Maar men verwachtte altijd van mij dat ik deze grote Merckx er even af zou rijden, ledereen reed mee in zijn wiel, we konden niet anders; alleen van mij werd het nooit aan vaard. Gelukkig is dat over en heb ik ook later in Belgie veel sympathie ondervonden. Ik stap nu als een trots man door het leven In de weten schap dat ik, zeker vandaag op deze onvergetelijke dag, zovele duizenden mensen een plezier heb gedaan. En aan geld heb ik geen mo ment gedacht. Wel aan die duizenden intens blije men sen. Ik had het gevoel dat ik een akteur was die een pri ma stuk had afgeleverd en daardoor de mensen voor even van hun dagelijkse zor gen bevrijd had. Dat was mijn voldoening. Ik ben er zelf verbaasd over dat ik daar alleen maar aan dacht. Daarom geloof ik ook dat ik na elf seizoenen als profes sional in mijn hart een echte amateur ben gebleven. Voor mij is dat ook het geheim waarop de meeste renners van mijn generatie al versle ten zijn of afgestapt en dat ik nog altijd aan de top sta" HENNIE KUII TEVREDEN TWEEDE PL^ Supporters van Joop Zoetemelk Is bonte uitmonstering in afwachting van de komst van het peloton, waarin winnaar Joop Zoetemelk. PARIJS/RIJPWETERING Olé, Oléê. Ja, na bijna twee dagen "sfeer maken" in de lichtstad van Frankrijk was er geen houden meer aanDoor het dolle heen werd er geschreeuwd en gezon gen door het Ripse supporters-koor. Joop, de razende Ripper, winnaar van de Tour de France.... De Champs Ely sées, laan van exclusieve modehuizen en dure koffie, vormde het decor van een Ripse show die nog nimmer was vertoond. „Jopie, Jopie, Jopie", schal de het onder de regenkleding van daan. Ja, droog werd het niet gehou den, maar dat maakte achteraf weinig uit. Joop Zoetemelk maakte de dag goed met zijn glorieuze overwinning. Het gejuich van de Rippers is niet voor niets geweest. Het Parijse avontuur begint voor de meeste luitjes zaterdagmorgen. Vier bussen met Ve- ners (Roelofsarendsveen), Westlanders. Rip pers natuurlijk en' een handvol ongesorteerd op weg naar Joop Zoetemelk. Er wordt gezongen, gedronken, gedommeld engedronken. Te gen zes uur komen de supporters aan bij Pano rama. Een zeer snel snelbuffet waar. zo verkon digt een struise Ripse. een Franse kliek wordt opgediend. Rijkelijk gegarneerd met erwtjes, zoals trouwens alles wordt opgediend met erw tjes. Nog geen half uur later staan 200 man op straat. Geen nood, even lekker naar het hotel om op te frissen. Die vlieger gaat slechts voor de passagiers van drie bussen op. Eén hotel laat het afweten: te veel slapers geboekt. De chauffeur zondagmorgen: „Mensen, ik zag van nacht om half drie pas een bed. Willen jullie om kwart over zes bij de bus zijn. Dan hebben jul lie denk Ik lang genoeg in de regen gestaan". De man verwenste In zijn achterhoofd heel Pa rijs. inclusief naar verwachting, al die mallotige petdragende supporters. Nachtleven Je bent In Parijs, stad van het nachtleven, dus alleen de kleintjes liggen zaterdagavond om tien uur In bed. Tijdens de busrit Is er afge sproken dat er twee tochten door Parijs gehou den zullen worden; een sightseeing en een nachtclubtocht. Vol verwachting van wat te wachten staat verblijft men de hele avond en nacht voor het portaal van het hotel. Zaterdag nacht één uur, alsnog een telefoontje voor reis leider Ted: „De tochten gaan niet door". De groep is versplinterd en zoekt met taxi's zijn heil In het Parijse nachtleven. Onder het motto: eind goed al goed. Van de veel francs ontdaan komen de supporters tegen het ochtendgloren aan in de hotels. Het ontbijt Is op zijn Frans. Met een overvloed aan jam en stokbrood. De zo gewilde crois sants komen echter niet op tafel. Er wordt ge roepen om Hollandse kaas. De serveerster ver staat het niet..... Elf uur Champs Elysées. Het regent pijpestelen. Verdwaald stappen de supporters de eerste de beste koffietent binnen. Het blijkt geen goeie gok te zijn. Voor een paar kopjes koffie en even veel cola wordt een rekening gepresen teerd van 235 franc, goed voor zo'n 120 gul den. Achteraf was er een fout gemaakt door het In livrei gestoken personeel, maar toch nog f 7.50 voor een kop koffie. „Avez vous déja payé aldus de ober (vrij vertaald: heeft u al betaald?). Met een eenvoudig „oui" kunnen een paar supporters het geld in de knip hou den. Tegen twee uur komt het zonnetje schuchter door. De stemming stijgt weer en een verzopen Belg zingt Waar is hier nog bier te koop voor onze Joop. voor onze Joop", op de wijs van „Nederland die heeft de bal". De Franse poli tie. die een onneembaar cordon rond het par cours heeft gevormd, glimlacht, als de bekende boer met kiespijn; Jopie wordt tenslotte win naar. Een groep amateur-wielrijders trekt ver twijfeld een.paar baantjes over het klinkerpar- cours. Spiegelglad is de Champs Elysées. „In die bocht gaat er geheid één onderuit", aldus een supporter wijzend op het keerpunt aan het eind van de laan. De Rippers hebben zich geposteerd bij het Pla ce de la Concorde ter hoogte van de Orange- rie. Allen zijn voorzien van een petje met Joop Zoetemelk op de klep. Er wordt gezongen: „Wij zijn in Parijs, want Joop heeft de prijs", ge volgd door: „Geel staat Joop goed" op een oud-Hollandse melodie. Een spektakel van je welste. En de Fransen kijken onwennig. Een enorme bul nadert; het gaat weer plenzen. Een paar Inventieve Rippers bouwen een tentje van wat hout en plastic. Het bouwsel van twee vier kante meter is goed voor het herbergen van zo'n 20 Rippers. Het Tour de France-circus be gint te draaien. Geluidswagens en kleurige ve hikels inspecteren de weg en de inzittenden zien vergenoegd de vele zwaaiende enthousias ten. Het zonnetje schijnt weer en de Rippers nestelen zich achter en op de balustrades. De Franse agenten stevenen erop af. Met diens tpistool opzichtig onder de ellebogen. Eventu eel kwaadschiks zijn ze bereid om gevaarlijke situaties te voorkomen. Parijs wordt weer vrolijk. De mensen fleuren op. Op de achtergrond hangen Immense vlag gen, uitgevoerd in verdacht veel op Neerlands driekleur gelijkende tinten. Er wordt uitgelaten gewacht op Jopie. Het is tegen vier uur: „Daar is Joop", aldus een Ripper. Hij heeft gelijk. In keurig geel rijdt Joop voorbij als uit tientallen monden het „Jopie, Jopie, Jopie,, klinkt. Een kleine demarrage laat hij als dank bij de Rip pers achter. Alles wat tijdens de twee dagen Parijs min of meer verkeerd liep, Is vergeten. Slechts voor één Iemand is er aandacht: het Ripse wereldwonder. Jopie haalde het, en Jo pie haalde het In geel, winnaar van de Tour de France. „Daar moet op gedronken worden, hi ha ho". en dat deden ze dan ook. Binnenkort wordt het allemaal nog eens dunnetjes overge daan in het dorpshuis van de Rippers. Dan komt Jopie in zijn geboorteplaats zijn suppor ters de handen drukken. HUIB HIKKE PARIJS Voor do tr1' maal in zijn profcarrierP, te Hennie Kuiper naf tweede plaats in het ein£a eement van de Tour d&fj ce. De wijze waarop ff duidelijke nederlaag lef v Joop Zoetemelk waalijl schien wat teleurstfoo maar het blijft niettemioo prestatie van formaat. Mijl „Als ik tweede was gew tc achter Hinault, had hettl derland gejubeld. Nu s|i d het niet zo aan, omdat winnaar i9 geworden. l[— echter dik tevreden mB tweede plaats. Er zat vof gewoon niet meer in.L was de beste in deze TcIh gun hem zijn zege oo\*- B harte. Als je tien jaar a| top hebt gestaan en Mi Ocana en Thevenet 1 meegemaakt, verdien een keer te winnen, een bekroning van een terende carrière". Drie jaar geleden legde Kuiper voor de eerste mi slag op de tweede plaats, moest hij Thevenet, die sloeg in een tijdrit nabij in de slotfase van de i voor laten gaan met mir verschil: achtenveertig a den. De kloof met Zoet was nu aanzienlijk grotei per: „Toch hecht ik aan tweede plaats even veel de als die in 1977. De met Thevenet was nats veel spectaculairder, toen lag de situatie vei makkelijker voor mij. Dcfat Thurau in de gele trui kon ik mij veertien dagei schuilen. Als kopman het veel moeilijker. Je elke etappe nooit uit de e.-. twintig weg zijn, mag nif" len. Hoe moeilijk dat is.pr ben Lubberding vorig jaar ook ervaren, li schaduw eindigden ze hi het klassement. Toen il ging bij Raleigh, zei Po! Lubberding en Wellens h( wel konden. Ze waren febt jaar echter nergens. Zofvt het vaak. Ik wil ook wel zien hoe het volgend jaai met Martin. Deze keer /ht hij, voordat de bergen bjen nen, voortdurend verstoppn< kunnen spelen". ev<- Hennie Kuiper toondi kwaliteiten volledig in de ten (alleen in Francorcl bleef hij onder de maat) het vlakke. In de „Hel v« Noorden" reed hij als ei vel. In zijn totaliteit bi Kuiper, mede door de prestaties van Peugeot ploegentijdritten, een ppa op die nauwelijks voor r gg lijk was gehouden. In de n gen, waar hij had moetei i slaén, moest hij het echt aai ten afweten. In de Alpen p hij keer op keer om de k geslagen. Kuiper: „In de >ni gen ben ik inderdaad do >or mand gevallen. Vergeten ro echter niet worden dat ik g beperkingen als klimmer m, Ik ben geen specialist. Ik eir echt op courage naar boven Lossen Kuiper is zeker nooit eer «ri klimmer geweest. Zoals 'in in de Alpen steeds werd pe reden op de laatste cols rst echter toch wel onverv e c Kuiper: „In de rit naar M< had ik een erg slechte Toen moest ik op de \i drie cols steeds al in het lossen. De andere etapp de Alpen verliepen ook jL vpor mij, doordat er niet J gekoerst werd. Dat was maal in het voordeel van Zijn ploeggenoten kcC^ soms zelfs na een achter! van achttien minuten ten men. Voor mij is het een male zaak als het tempo ii 6 ke ritten van het begin a r, erg hoog is. Dan gebeur (J niet zo gauw dat er op de voortdurend versneld v1 En dat moet ik hebben, wi kan eigenlijk maar één ti aanhouden. Schakelen ii I e bergen gaat mij slecht af' g Het wegvallen van Hit noemt Kuiper wat dat b jel een nadeel voor hem. „In opzichten is de opgave va nault mij niet goed uit< men. In de eerste plaats d sitie, die Joop kreeg. Hij is de niet in de aanval te R* Verder is het zo dat, alife nault was doorgegaan, fisp de bergetappes niet zo i L aan zou zijn gegaan. In hel II leden zorgde hij er altijd J dat het hard ging en ge renners geen kans kregel rug te komen. Maar ja, dal natuurlijk wel een goedi 'b{ nault, het is de vraag of h nu ook had gekund. Als hij was uitgestapt". Hoe ziet de 31-jarige die op de Joux Plane de g deslag kreeg uitgedeeld, mogelijkheden voor de j komst? Kuiper: „De laatst i ren wegen de tijdritten z door. Ik heb mij in de tijdi gunstig, ontwikkeld, ben e jaar weer sterker in gewof Dat bewijzen mijn tweedi vierde plaats wel. Maar or ronde te winnen moet je b//j bergop kunnen". HEIN GROOTI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1980 | | pagina 16